Vincent Van Gogh

1. Inleiding

· Situering
Vincent Willem van Gogh werd op 30 maart 1853 geboren in Groot-Zundert, nabij de Belgische grens. Hij overlijdt op 29 juli 1890.In deze periode zal Vincent veel landen afreizen.

· Voorstelling van Vincent van Gogh (biografie)
Theodorus van Gogh, dominee van de Nederlandse Hervormde Kerk, en Anna Cornelia Carbentus, dochter van een boekhandelaar, treden in 1851 in het huwelijk. Hun eerste kind, Vincent Willem van Gogh, wordt op 30 maart 1853 geboren in het Brabantse Zundert. Het echtpaar brengt nog vijf kinderen ter wereld, onder wie Vincents favoriete broer Theodorus (Theo), deze zal nog een belangrijke rol in Vincents leven spelen.

In juli 1869 wordt Vincent jongste bediende bij Goupil & Cie, een internationale kunsthandel met hoofdzetel in Parijs.

Vanaf juni 1873 werkt Vincent in het Lodens filiaal van Goupil. Het dagelijks contact met kunst wakkert zijn liefde voor schilderijen en tekeningen aan.
Zijn prestaties bij Goupil worden steeds slechter. Eind maart 1876 wordt Vincent bij Goupil ontslagen. Het verlangen zijn naaste te helpen wordt steeds sterker en hij besluit dominee te worden.

Vincent keert in 1876 terug naar Engeland en wordt onderwijzer op een kostschool. Hij verhuist in 1877 naar Amsterdam en schrijft zich in voor een studie theologie. Wanneer hij niet wordt toegelaten, volgt hij een korte opleiding op een zendelingenschool bij Brussel. In december 1878 wordt hij uitgezonden naar de Borinage, een arme mijnstreek in het zuiden van België, waar hij werkt als lekenprediker.
Hij wordt ontheven uit zijn functie maar zet zijn evangelisatiewerk voort.

Vincent verhuist naar Brussel en overweegt zich voor de kunstacademie in te schrijven. Hij besluit echter tot zelfstandige studie en werkt soms in gezelschap van de Nederlandse kunstenaar Anthon van Rappard.

Eind 1881 verblijft Vincent een aantal weken in Den Haag, waar hij schilderlessen krijgt van zijn neef Anton Mauve. Deze kunstenaar, een vooraanstaand vertegenwoordiger van de Haagse School, maakt hem bekend met de aquarel-en olieverftechniek.

In september 1883 reist Vincent naar de provincie Drente. Hij schildert het kale landschap en de landbouwers. Uit eenzaamheid en gebrek aan goede materialen blijft hij er slechts kort. Na nog geen drie maanden vertrekt hij naar het Brabantse Nuenen, waar hij bij zijn ouders intrekt.
Op 26 maart 1885 krijgt de vader van Vincent onverwachts een beroerte en overlijdt. Kort daarna legt Vincent de laatste hand aan De aardappeleters, zijn eerste groots opgezette schilderij en meesterwerk.

Vincent vestigt zich in Antwerpen. In januari 1886 geeft Vincent zich op voor de "École des Beaux-Arts" in Antwerpen. Na 2 maanden houdt hij het al voor gezien.

Op 27 februari 1886 komt Vincent aan in Parijs, waar hij bij Theo op Montmartre woont. Deze verhuizing heeft veel invloed op de ontwikkeling van zijn schilderstijl.

Uit het Parijse werk van Vincent blijkt dat hij zich de invloeden uit zijn omgeving probeert eigen te maken. Bij de ontwikkeling van zijn eigen stijl, bestudeert hij de manier van werken van de impressionisten. Zijn palet wordt lichter, zijn penseelvoering losser.

Vincent is geïnteresseerd in portretkunst, die hij als mogelijke bron van inkomsten beschouwt. Aangezien hij zich geen modellen kan veroorloven, koopt hij een goede spiegel en gebruikt hij het beeld van zijn eigen gezicht om zijn talenten aan te scherpen.

Op 19 februari 1888 reist Vincent, uitgeput van zijn activiteiten in Parijs, naar de Provence. En nodigt Gauguin uit bij hem te komen wonen.

De heldere kleuren en het sterkere licht van de Provence inspireren Vincent.
In oktober 1888 komt Gauguin eindelijk aan in Arles. Negen weken lang werken hij en Vincent zij aan zij en voeren heftige discussies over kunst. Gauguin maakt een portret van Vincent terwijl hij zonnebloemen schildert. Tijdens een psychotische episode in december bedreigt Vincent Gauguin met een scheermes; later snijdt hij een stuk van zijn eigen linkeroor af. Hij wordt opgenomen in het ziekenhuis van Arles, dat hij in januari 1889 verlaat.
Uit angst voor herhaling laat hij zich in mei 1889 vrijwillig opnemen in de psychiatrische inrichting van Saint-Rémy, op 25 kilometer afstand van Arles.

Vincent blijft een jaar in Saint-Rémy en richt een nabijgelegen cel in als atelier. Hoewel hij met tussenpozen last heeft van aanvallen, maakt hij in deze periode 150 schilderijen.
Tijdens zijn verblijf in Arles en Saint-Rémy stuurt Vincent zijn doeken op naar Theo in Parijs. Ondanks zijn ziekte schildert hij in deze periode het ene meesterwerk na het andere, zoals Irissen, Cipressen en De sterrennacht. Theo prijst de nieuwe schilderijen

In mei 1890 verlaat Vincent de inrichting in Saint-Rémy. Hij vertrekt naar Auvers-sur-Oise, een plaatsje in de buurt van Parijs.
Op 27 juli 1890 loopt Vincent een korenveld in en schiet zichzelf in de borst. Hij strompelt terug naar zijn kamer, waar hij twee dagen later, op 29 juli, in Theo's bijzijn overlijdt. De dag erna wordt hij in Auvers begraven

· Achtergrond van de schilderijen

1. Het zelfportret tegen lichte achtergrond (zie bijlage (1))

Dit zelfportret werd gemaakt in Saint-Rémy in juni 1889.

Vincent had op 7 September nog geen 2 weken nadat hij weer aan het werk was gegaan, al minstens 9 schilderijen voltooid. Waaronder verschillende van zijn meest beroemde werken. Zoals veld met ploeger, zelfportret met palet, Vincents slaapkamer.
Ongeveer gelijktijdig met de slaapkamer moet vincent gewerkt hebben aan een 2de zelfportret. (Een zelfportret omdat hij zich geen modellen kan veroorloven)

2. Zelfportret met strohoed en pijp (zie bijlage (2)

Dit zelfportret werd gemaakt in Parijs in 1887 samen met et nog een aantal andere zelfportretten. Vincent zag portretten als een nieuwe bron van inkomsten en schilderde vrij veel portretten om zich te trainen, en nog beter te worden. Vermits hij geen modellen kon veroorloven schilderde vincent zichzelf, vandaar de vele zelfportretten.
Vincent schilderde een hele reeks zelfportretten, in deze reeks heeft hij zich losgemaakt van het pointillisme.

2. Zelfportret Saint-Rémy (1889)

· Voorstelling:
Dit zelfportret werd gemaakt in Saint-Rémy waar schilderen voor Vincent een therapie was. Het werd gemaakt nog geen 2 weken nadat Vincent juist bekomen was van een zware aanval. Er wordt een gemoedstoestand weergegeven en het kan beschouwd worden als een studie van kleur en licht. Vincent diende weer als model.

· Kenmerken:

· Gedetailleerd
· Polychroom
· Realistisch
· Felle/lichte kleuren
· Zelfportret
· Olieverf op doek

· Omlijnt

3. zelfportret met strooien hoed en pijp (1887)

· Voorstelling:
Dit werd geschilderd in Parijs, in 1887.
Dit zelfportret werd geschilderd op de achterzijde van een doek dat Vincent al reeds in Nuenen had gebruikt voor studies, zoals koppen van een boer en een boerin en een schets van de compositie: "De Aardappeleters".
Het portret ontstond in de zomer van 1887 en heeft het karakter van een kleur-en lichtstudie. Het laat ook zien dat de kunstenaar nog steeds zichzelf als voornaamste model gebruikte. Hij probeert ook een gemoedstoestand weer te geven.

· Kenmerken:

· Gedetailleerd
· Polychroom
· Realistisch
· Donkere tinten
· Zelfportret
Accessoire :hoed en

4. vergelijking werk 1 en werk 2:

Gelijkenissen:

· Polychroom
· Gedetailleerd
· Realistisch
· Zelfportret
· Omlijnt

Verschillen:
· De kleuren
· Stijl
· Expressie
· Andere periode

5. conclusie

Deze 2 zelfportretten werden geschilderd voor een studie van kleur en licht, ook probeert hij steeds een gemoedstoestand weer te geven in z’n zelfportretten. Vincent dient nog altijd voornamelijk zelf als model. Bij het 1ste portret gebruikt hij lichtere kleuren als bij het tweede.