Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Baptisten gemeente Harlingen

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 5311 woorden
  • 14 mei 2002
  • 48 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
48 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Bronnen

Boeken:
Groot is uw trouw o Heer (jubileumboek 100 jarig bestaan) 2002
Soli Deo Gloria (jubileumboek 50 jarig bestaan) 1952
Geschiedenis van het baptisme in Nederland door J. van Dam 1970
Plant van eigen bodem door J. Reiling en A. de Vries 1995

Websites:
www.baptistenharlingen.nl

Folders:
Baptisten gemeente Harlingen Lanen 65
De doop, wat is dat?

Voorwoord

Ik heb dit onderwerp voor mijn werkstuk gekozen, omdat ik zelf bij de baptisten gemeente Harlingen zit. Wij vieren als gemeente dit jaar het honderdjarig bestaan van onze gemeente. Het leek mij leuk om over de geschiedenis, het heden en de toekomst te vertellen. Ik wou er ook graag over vertellen omdat veel mensen niet veel van baptisten afweten.
In dit werkstuk vertel ik over het ontstaan en de eerste honderd jaar van onze gemeente. Ook probeer ik te vertellen hoe het vijftigjarig jubileum werd gevierd en hoe wij dit jaar het honderd jarig jubileum vieren. Ook wil ik wat vertellen over hoe wij als gemeente de toekomst zien.


Inleiding

De eerste baptisten die in Nederland werden gedoopt, woonden in Gasselterijveen. Zij waren met hun zeven en werden gedoopt in Gasselternijveenschemond gedoopt door Julius Kobner uit Hamburg. De gedoopten heetten Johannes Elias Feisser, Arend Speelman, Roelof Reiling, Geertruida Reiling-Teissens en Willem, Jannes en Hendrik Kruit.
Voor deze zeven mensen was de doop een zeer ingrijpende gebeurtenis. Dit was vooral het geval voor de latere dominee van de eerste baptisten gemeente in Nederland, Feisser. Hij was de plaatselijke hervormde predikant en was tot overtuiging gekomen dat de volkskerk die hij diende geen gemeente van Christus was, omdat haar leden geen gelovigen waren. Eenmaal hiervan overtuigd geraakt, kon hij ook de kinderdoop niet langer uitvoeren. Dit leidde tot een hevige ruzie met de kerkraad en op 1 januari 1844 werd hij van zijn ambt ontzegd.
Toen dit bekend werd bij de eerste baptisten gemeente in Duitsland reisden twee vertegenwoordigers af naar Nederland. Zij vertelden over de gemeente in Hamburg en de vele in Engeland en Amerika. Toen Feisser van het baptisme hoorde herkende hij daarin het beeld van de gemeente die hij in het Nieuwe Testament had gevonden. De mensen die hem trouw waren gebleven na zijn ontzegging waren het met Feisser eens. Zij konden hu babydoop niet zien als een bijbelse doop en besloten zich door onderdompeling te laten dopen. Zoals het in het Nieuwe Testament staat. Dit gebeurde op 15 mei 1845. Op die dag werd ook de Gemeente van Gedoopt Christen opgericht. Het baptisme in Nederland was geboren.
Voordat de gemeente in Harlingen zou worden opgericht kwamen eerst de volgende gemeenten: Gasselternijveen/Stadskanaal, Amsterdam-Centraal, Nieuwe Pekela, Nieuw Weerdinge, Makkum, Groningen-Zuid, Haarlem, Haulerwij, Sneek, Stavoren, Deventer, Vriescheloo, 's-Gravenhage, Leeuwarden en Workum.
Hierna zal de gemeente ter Harlingen ontstaan. Maar dat lees je in het volgende hoofdstuk.

Het ontstaan van de Baptisten Gemeente in Harlingen

Het begon allemaal op 1 november 1900. Broeder J. Katuin verhuisde van Hengelo naar Harlingen. Hij was in Hengelo al negen jaar dominee geweest. Hij begon hier in Harlingen met evangeliseren in een gehuurde woning op de Zuiderstraat nummer 21. Hier had de familie Katuin ook hun machinale breimachines staan, waarmee men hun geld verdiende.
Door de evangelisatie activiteiten kwamen al snel enkele mensen tot bekering. Dit was niet zo gek, want het baptisme was hier al bekend. Dit kwam doordat de dominee van de baptisten gemeente in Franeker, die al enige evangelisatie activiteiten had georganiseerd in Harlingen.
Al snel kreeg broeder Katuin ook contact met een aantal verstrooide en sommige uitgesloten leden van verschillende baptisten gemeenten, die hier in Harlingen woonden. Broeder Katuin en zijn vrouw werkten met veel ijver en toewijding aan het uitbreiden van het Koninkrijk van God. Maar niet iedereen was het met broeder Katuin zijn evangelisatie activiteiten even leuk. Andere christelijke gemeenten zagen het baptisme namelijk als sekte. Van de dominee van de gereformeerde kerk waarschuwde zelfs openbaarlijk vanaf de kansel tegen de baptisten. Ook werd er gezegd dat wanneer je over de zuiderbrug ging, dat je dan niet meer terug kwam. Want aan de andere kant van de zuiderbrug waren de baptisten samenkomsten.

De behoefde kwam in de kleine kring gedoopte christen om het avondmaal te vieren. Allen broeder Buining vond dat voordat men dit ging vieren, dat de broeders die uit andere gemeenten waren gesloten, een schuldbelijdenis aan hun vorige gemeente moesten geven. Dit gebeurde waarschijnlijk wel, want aan het einde van 1901 werd voor het eerst door acht personen het avondmaal gevierd.
De eerste vergadering van het bestuur werd gehouden op 30 december 1901. Op deze vergadering werd besloten om definitief een gemeente op te richten. Dit werd op 6 januari 1902 een feit. De Harlingen gemeente bestond nu echt.

De eerste 50 jaren als gemeente

De leden van deze gemeente waren: J. Katuin en zijn vrouw, P. van Driessen en zijn vrouw, zuster T. Glas-van der Werf, P Buining en zijn vrouw, H. Tichelaar, W. Munniksma en zijn vrouw en R. Miedema en zijn vrouw. Het bestuur bestond uit de broeders J. Katuin (dominee), W. Munniksma (ouderling), P. Buining (ouderlingsecretaris), H. Tichelaar (penningmeester) en R. Miedema (diaken). Dit bestuur stelde statuten op om rechtspersoonlijkheid te verkrijgen. Koninklijke goedkeuring werd verkregen op 27 april 1902 en had de gemeente vanaf die datum dus rechtspersoonlijkheid.
Bij de eerste gemeentevergadering, 12 dagen na de oprichting van de gemeente, waren er al twee doopkandidaten. Dit waren Jacob en Aaltje Munniksma, de kinderen van ouderling Munniksma. Zij werden gedoopt op 20 januari 1902. Deze werden ook gehouden in het huis op de Zuiderstraat. Ze werden niet gedoopt in een doopvont, maar in een houten bak. De voorganger ging daardoor niet mee het water in maar stond ernaast.
Doordat het huren van het huis problemen opleverde kocht dominee Katuin het huis aan de Zuiderstraat voor fl. 1600,-. De bovenzaal werd vertimmerd en kon daardoor plaats geven aan zeventig mensen. Men noemde de zaal de oude Citadel, omdat voor de vrees voor instorten bestond. Maar dit is gelukkig nooit gebeurd. Later werd dit huis gekocht door broeder H. Tichelaar, die het weer aan de gemeente verhuurde.
Op 28 januari was er weer een gemeentevergadering waarbij drie doopkandidaten waren. En later op 3 maart werd broeder Vogelzang na zijn belijdenis opgenomen in de gemeente.
Aan het einde van maart werden de financiën uitgebracht. Het saldo was fl. 41,395 en werd als loon aan de dominee gegeven. In juli 1903 werd dit een probleem toen het saldo van de kerk een tekort was.
De gemeente Harlingen werd op 6 juli 1902 opgenomen in de Unie van Baptisten gemeenten in Nederland. En op 21 augustus deelt dominee Katuin mee dat hij met zijn gezin zal vertrekken naar Amerika en dus niet langer dominee en lid van de gemeente zal zijn. Maar al spoedig werd er een vervanger gevonden in de persoon van E. Harmsen. Hij liet zich benoemen als magazijnmeester van het Groene Kruis en de gemeente beriep hem als haar voorganger. Hierin werd hij bevestigd door broeder Roeles van Deventer.
In deze tijd besloot de gemeente ook dat er per elk hoofd per jaar 30 cent aan de school voor voorganger moest worden betaald. Elk lid mocht zelf bepalen of hij of zij hier aan mee wou betalen.

Het eerste jaarsfeest van de jongelingsvereniging werd gevierd op 11 maart 1903. Door dit feest vroegen de broeders W. Wietsma en H. de Vries de doopt aan.
Veel leden van de gemeente waren arm. Hierdoor leenden sommige broeders en zusters in de winter geld bij betere gesitueerde leden. Dit werd in de zomer weer terugbetaald.
Omdat broeder Tichelaar tegen de gemeente zegt dat ze de zaal waar ze nu hun diensten houden vanaf 12 mei 1904 niet maar aan hun zal worden verhuurt, sticht men op de volgende gemeentevergadering een bouwfonds op. Door dit bouwfonds wordt op 12 februari 1904 een gebouw op de Anjelierstraat gekocht voor fl. 1000,-. Hij gebouw moest enigszins worden verbouwd. Dit werd zo veel mogelijk gedaan door werkloze broeders. Het gebouw werd ook verhuurd aan mevrouw Panbakker voor fl. 52,- per jaar. Zij zal tevens zorgen voor het schoonmaken en het in gereedheid brengen van het gebouw. De naam voor het gebouw wordt Bethel.
In maart 1906 wordt broeder H. de Vries benoemd als secretaris, omdat broeder P. Buining niet langer deze functie wou uitvoeren. Er wordt ook besloten om op de paasmaandag van 1907 een liefdemaal te houden. Deze is alleen toegankelijk voor leden.
Op 25 augustus 1907 vroeg broeder Harmsen, per brief ontslag als dominee van de Gemeente. Hij vond zichzelf niet langer geschikt voor deze roeping. De gemeente was het hiermee eens en ontsloeg broeder Harmsen van zijn ambt. Nu zat de gemeente zonder dominee en men besloot om broeders van elders te zoeken die in de diensten konden voorgaan. Broeder Buining werd gevraagd of hij wel als lerend ouderling wou worden beschouwd en hiermee stemde hij in. En broeder Visser werd gevraagd of hij regelmatig (een of meer zondagen per maand) in de gemeente wou prediken. Hij stemde hiermee in en kwam zo geregeld in de gemeente.
In april 1908 kwamen er verschillende leden met attestatie uit andere gemeenten over. In het jaar 1908 kwamen er ook veel nieuwe leden bij door middel van de doop.
Op de jaarvergadering van 1909 bleek de gemeente te bestaan uit 45 leden. Men besloot ook op die vergadering het stemrecht van de vrouwen te ontzeggen. In 1913 zullen zij dit weer terug krijgen.
In de jaren 1909, 1910 en 1911 ging de gemeente alleen maar achteruit met het aantal leden. Velen van hen gingen naar de Pinkstergemeente.
In 1913 werd het orgelfonds opgericht omdat de mensen graag begeleiding bij de zang wilden. In dit jaar werd er ook een gemeentevergadering gehouden die niet met dankzegging werd afgesloten. Er werd ook zo hard gediscuteerd dat het op straat te horen was. Maar zeven dagen later kwamen de broeders weer bij elkaar en werden de meningsverschillen bijgelegd.
In oktober 1917 doen er zich meningsverschillen voor met de gemeente Sneek. Hierdoor vertrek dominee Visser bij de gemeente Harlingen.

In 1919 bestond de gemeente uit 42 leden en kwam de behoefte voor een groter lokaal. Er werd ook een armenkas opgericht.
In maart 1922 werden er voor het eerst samenkomsten gehouden onder begeleiding van evangelist Sevensma van Amsterdam. Voor deze samenkomsten werden vier collectanten aangenomen en 2 mensen om de orde te handhaven.
Omdat de gemeente zich nog steeds uitbreide, ging men het gebouw op de Noorderhaven huren voor de kerkdiensten. De oude zaal Bethel werd nog steeds gebruik voor de doopdiensten, omdat de zaal op de Noorderhaven geen doopvont bevatte. Later in 1929 wordt het gebouw op de Noorderhaven gekocht en werd er een doopvont aangebracht.
In 1924 kwamen velen bij de gemeente door de doop op belijdenis. Hierdoor groeide de gemeente nog meer.
In Januari 1925 werd besloten om broeder Barendregt als voorganger te beroepen. Hij nam dit beroep op 1 februari aan. In juli van dit jaar wordt het verzoek van de gemeente om subsidie afgewezen door de Unie. Men suggesteerd om te fuseren met Leeuwarden, maar dit word in de gemeente niet eens overwogen.
6 januari 1927 bestond de gemeente 25 jaar en dit werd feestelijk herdacht op 16 januari. Ook ging dit jaar het leden aantal flink vooruit. Aan het eind van het jaar telde de gemeente 101 leden.
Op zondag 15 januari 1928 ging er in de gemeente voor het eerst een dominee voor die niet Baptist was. En op zondag 4 maart werd een heel gezin gedoopt en kwam bij de gemeente. In augustus vertelde dominee Barendregt dat hij zou vertrekken naar de gemeente Emmer Erfscheidenveen. Dit nieuws zorgde voor grote verslagenheid in de gemeente, omdat de gemeente nog nooit zo gegroeid was als tijdens de tijd van dominee Barendregt. In februari 1930 komt dominee van Dongen in de gemeente. In dit jaar werd er ook een rood lampje aangebracht in de kerkzaal. Dit omdat er altijd zoveel werd gepraat in de kerkzaal voor de aanvang van de dienst. Dit lampje kon door de kerkraad worden aangedaan en dan mocht er niet meer gepraat worden in de kerkzaal. Ook werd er een kerkdienst per radio uitgezonden.
In 1932 bestond de gemeente dertig jaar. Dit werd op officiële wijze herdacht. Na dit jaar waren er voor lange tijd grote financiële tekorten. In 1934 vertrok dominee van Dongen bij de gemeente en het gehele bestuur, behalve broeder Wielinga, er mee ophield. Gelukkig bleef de gemeente wel bestaan. Dit door het toedoen van dominee Barendregt, deze was na het vertrek van dominee van Dongen consulent van de gemeente.
Op 1 juli 1934 kwam de opvolger voor dominee van Dongen. Dit was dominee Bakker. In de tijd van dominee Bakker werd de gemeente weer 1. De grootste problemen werden opgelost en mensen vergaven elkaar de fouten die ze gemaakt hadden.

In juli 1936 werd er een nieuw orgel aangeschaft. In dit jaar was de opkomst bij de diensten erg laag. De kas sloot dit jaar ook af met een tekort van fl. 180,-.
In het voorjaar van 1937 werd herdacht dat broeder Miedema al 50 jaar baptist was.
In 1938 begon met het houden van openluchtsamenkomsten. Dit onder leiding van dominee Bakker. De gemeente werd dit jaar ook erkend als Kerkgenootschap door de Regering.
In 1939 werden er nieuwe kachels aangeschaft, hierdoor ging men over op gasverwarming.
Het jaar 1940 verliep net zo als de voorgaande jaren. Alleen de tijden van de diensten en avondmaalsvieringen werden aangepast. Dit omdat door de bezetting van de Duitsers de mensen niet meer na het ondergaan van de zon op straat mochten komen. In het jaar 1941 werd de kerk telkens voller. Ook mochten we dit jaar een paar mensen tot de gemeente nemen door de doop.
Op 15 februari 1942 werd het 40jarig bestaan van de gemeente herdacht. In deze maand stierf ook het oudste lid van de gemeente. In dit jaar ging dominee Bakker naar Emmer Erfscheidenveen. En door het vertrek van dominee Bakker werd broeder Hamer als leider van de gemeente benoemd.
Er werden in juli 1943 11 broeders en zusters gedoopt. Dit was een blijde gebeurtenis, vooral omdat het land bezet werd door de Duitsers.
In 1944 lagen alle verenigingen stil vanwege de oorlog. Maar nadat in april 1945 ons land weer bevrijd was, gingen de verenigingen weer van start. Ook begon het beroepingswerk weer, want dit had stil gelegen door de oorlog. En in augustus nam dominee Visser het beroep aan om in de gemeente voorganger te worden.
In januari 1948 telde de gemeente 150 leden. En in 1949 kreeg de gemeente een nieuwe zangbundel. Op 11 oktober 1950 werd herdacht dat dominee Visser 25 jaar dominee was en vierde de N.B.J.B haar vijfentwintigjarig jubileum. In dit jaar kreeg de gemeente ook haar officiële naam. Namelijk Baptisten Gemeente. Hiervoor heette de gemeente altijd Gemeente van Gedoopte Christenen.
In 1952 bestond de gemeente 50 jaar en dit werd groots gevierd. Ook schreef broeder Koning het jubileum boek Soli Deo Gloria.


De volgende vijftig jaar

Op zondag 6 januari 1952 bestond de gemeente 50 jaar. Dit werd het hele jaar door herdacht. Als jubileumcadeau was er een nieuw Avondmaalsstel. Het oude ging naar gemeente Daarlerveen.
In 1952 werd ook begonnen met het Amerikaanse Fonds. Een vriend van de dominee was namelijk naar Amerika geëmigreerd en daar predikant geworden. Hierdoor had onze dominee veel contacten in Amerika. Er werden 53.000 brieven naar Baptisten gemeenten in de VS gesteurd. Hiermee wou men vragen om financiële steun voor een nieuw te bouwen gemeentecentrum in Harlingen. Hiermee verdiende de gemeente fl. 40.000,-.
Op woensdag 7 en donderdag 8 mei was er een jubileumfeest. En er werd op de tweede zondag van augustus een kerkdienst op de radio uitgezonden. Er kwam in december 1952 ook een proefnummer van de band uit dat enthousiast werd ontvangen. Hierom werd per januari 1952 dit ons vaste maandblad.
Op 8 februari 1953 sprak dominee Visser over de overstroming in Zeeland. De opbrengst van de collecte van deze dienst ging naar de mensen in de overstroomde gebieden. Er werd in dit jaar op de Lanen een pand gekocht. Het geld was verzameld via het Amerikaanse Fonds en de bazaars die werden gehouden. Ook werd er in 1953 en 1954 een interkerkelijke tent-evangelisatie-campagne gehouden. Dit was een zegen voor de stad.
Dominee Visser vertrok in oktober van 1954. In juni 1955 werd hij opgevolgd door dominee Mostert. In 1955 en 1956 vertrokken veel families uit Harlingen en verlieten daardoor de gemeente. Hierdoor verloor de jeugdvereniging veel leden en moest de gemeente een stap terug doen op financieel gebied.
Op het pand op de Lanen werd van juli 1956 tot juli 1958 een gemeentecentrum gebouwd met tuin en fietsenstalling. Op vrijdag 25 juli werd het gebouw geopend. Het had een kerkzaal met ruimte voor 250 personen. De zusterhulp had via een actie geld ingezameld voor gordijnen. De jeugd bood de avondmaaltafel aan en de evangelisatie commissie gaf de kanselbijbel. Alle onderdelen voor het interieur, zoals de preekstoel, waren gemaakt door broeder H. van Wier. De eerste mensen die in het nieuwe gebouw werden gedoopt waren Marten de Jong en Martha Visser-Hamer. Dit gebeurde op 11 januari 1959.
Op de hemelvaartsdag van 1959 gingen velen van de gemeente naar een toogdag in Amsterdam. Deze was vanwege het 350 jarig bestaan van het baptisme over de hele wereld.
De zusterhulp schonk in dat jaar een dooptoga en doopkleding. Ook schonken ze een steen voor de voorgevel waarin de naam Bethel stond.
In 1961 werd er een orgelcommissie opgericht. Deze omdat het oude orgel niet meer functioneerde. Het werd wel geprobeerd het orgel te laten functioneren doormiddel van twee stofzuigers, maar dit gaf teveel geluidsoverlast.
Op de jaarvergadering van 1962 kwam de orgelcommissie met het voorstel om een langlopende lenig van 20 jaar aan te gaan voor de financiering van een nieuw orgel. De gemeente ging hiermee akkoord. In dit jaar was ook het 60-jarig jubileum en verliet dominee Mostert de gemeente na zeven jaar trouwe dienst. Hij kreeg namelijk een beroep van een andere gemeente.

In 1964 kreeg de gemeente pas een nieuwe dominee. Dominee Pflaum. In zijn eerste jaar bij de gemeente werden er 14 personen gedoopt. In deze tijd begon de gemeente met de maandelijkse evangelisatie diensten.
Zuster Klaasje Hessels werd in 1967 vanuit de gemeente als zendelinge uitgezonden naar de Ivoorkust in Afrika. En in dit jaar overleed ook het laatste lid van de gemeente die bij de oprichting was geweest. Dit was Jantje de Groot-van der Zee.
Op 19 november 1967 verlaat dominee Pflaum de gemeente en werd dominee Fabrie onze parttime voorganger. Op 9 februari 1969 deed dominee J.C. Loot zijn intrede. Zusterhulp verzorgde in dit jaar ook hun eerste busreisje. Door de nieuwe wijken van Harlingen. Dit was de eerste van vele succesvolle reisjes.
In 1970 telde de gemeente 118 leden. In dit jaar begonnen een aantal gemeente leden met inpakwerk van een lokale snoepfabriek. Deze leden kwamen op donderdagmiddag bij elkaar om de boel in te pakken. In dit jaar werd ook de evangelisatie werkgroep opgericht. Deze werkgroep ging de evangelisatie diensten voorbereiden en verzorgen. Dit werd hiervoor gedaan door de raad. Er werd in dit jaar ook voor het eerst een kerstnachtdienst gehouden.
In 1971 werd er een muziekgroep opgericht genaamd de Sobats (dit betekend vrienden). Ook werd in deze tijd het A.C. opgericht. Dit was een comité gevormd uit afgevaardigden van raad en verenigingen, dat bijzondere acties gingen voorbereiden. In dit jaar werd ook een bouwcommissie opgericht om plannen te maken voor de bouw van een zaal achter de kerkzaal. In 1972 werd er door de gemeente veel geld ingezameld voor de bouw en in mei kon men met de bouw beginnen. Op 7 oktober werd de zaal officieel geopend. De naam van de zaal werd Bethelzaal.
In 1972 stopten broeder en zuster Koning met hun werk voor de Band. Ze deden de administratie ervan en maakten de stencils. Broeder en zuster Algera namen dit werk over. Ook stopte de typist van de band, broeder Koster, deze taak werd overgenomen door zuster Netty Hamer.
Op 3 maart 1974 vertrok dominee Loot en zijn familie naar Almelo. Op 12 januari 1975 deed dominee Huizing zijn intrede in de gemeente. In dit jaar werd ook de bidstond verplaatst naar de zaterdagavond en werd er een geluidsinstallatie in de kerkzaal aangebracht.
In 1976 werd er een nieuw orgel aangeschaft en kwam er een Cv-ketel in de kerk. In dit jaar deden we ook mee aan de actie Licht over Harlingen.
In 1977 vierde de gemeente het 75-jarig jubileum. In dit jaar werden 50 nieuwe stoelen en 10 nieuwe tafels gekocht.
In 1978 schonk de handwerkclub een nieuw koffiezetapparaat aan de gemeente en werd er een orgel gekocht voor in de Bethelzaal. Ook ging in dit jaar broeder Freek de Vries als zendeling en ontwikkelingswerker naar de Filippijnen. De gemeente steunde hem op financieel gebied. In 1981 kwam deze weer tijdelijk terug naar Harlingen. Hij vertelde in deze tijd de gemeente over zijn werk in de Filippijnen.
In de eerste dienst in 1979 werden er vier mensen gedoopt. Ook werd er in dit jaar door de handwerkclub 25 zangbundels gekocht. Deze konden worden gebruikt door de gasten van de gemeente. Ook hadden ze nieuwe dooppakken gemaakt. In een gemeente vergadering in 1979 werd er besloten om een telefoon in het kerkgebouw neer te zetten. Deze kwam er een jaar later. Ook werd er op deze vergadering het besluit genomen dat het avondmaal op Goede Vrijdag ook toegankelijk zou worden voor niet leden. Ook werden in dit jaar 10 mensen gedoopt en hierdoor had de gemeente 153 leden.

In 1980 werden 200 nieuwe stoelen aangeschaft voor in de kerkzaal en de Bethelzaal. In dit jaar werden er 22 mensen gedoopt in 10 doopdiensten. Ook moesten we dit jaar afscheid nemen van dominee Huizing. Hij vertrok naar Heerenveen. Dominee Horjus werd toen consulent voor onze gemeente. De Algemene Vergadering Commissie werd dit jaar opgericht.
In 1981 werden er 5 bezoekteams samengesteld. Deze teams bestaande uit een ouderling en een diaken, moesten alle leden van de gemeente minimaal een keer per jaar bezoeken.
Op 20 september werd de middagdienst naar de avond verplaatst omdat er 's middags een uitzending was van een feestelijke dienst. Dit was namelijk een dienst ter ere van het honderdjarig bestaan van de Baptisten Unie.
In 1982 vierde de gemeente zijn tachtig jarig bestaan. In dit jaar vroeg de penningmeester of de leden hun bijdrage per maand wouden geven in plaats van per jaar of halfjaar. Ook werd op deze vergadering besloten om een lijst met verkiesbare broeders bij de kiesbrieven te stoppen zodat het kiezen makkelijker was.
Er werden in 1983 plannen gemaakt om een losbladig adressenboekje te maken en besloten we om een stencilmachine aan te schaffen. De vraag of de baby’s ook in de kerk mochten zijn tijdens het opdragen kwam dit jaar ook ten sprake. Na een discussie kwam men met het besluit dat de ouders dit zelf mochten beslissen.
In 1984 kon men geen secretaris benoemen en werd er besloten om het secretariaat in deeltaken te verdelen. Hierdoor gingen meerdere leden het werk doen, waardoor het minder zwaar werd. Er was in 1984 ook een radiokerkdienst vanuit de gemeente op de radio. Aan deze dienst werkte het zangkoor uit de gemeente ook mee. Ook werd er dit jaar besloten om het huis op Lanen 63 te kopen. Dit was het huis naast de kerk. Maar dit huis werd in 1986 gekocht door de Hein Buisman stichting. Deze stichting restaureert eerst een huis en koopt ze dan weer door. Als we het huis dus nog wouden kopen moesten we nu naar deze stichting.
Dominee Gerritsen verliet ons in september 1985. Ook kwam dit jaar Ducky Rosier langs. Zij vertelde onze gemeente over haar werk in Siërra Leone. En aan het eind van dit jaar telde de gemeente 201 leden.
In 1986 bezochten steeds minder mensen de middagdiensten. In de zomer werden deze diensten daardoor verplaatst naar de avond. Ook werd er een cassetterecorder aangeschaft om de diensten op te nemen. Cassettes konden worden beluisterd door zieken, bejaarden en andere mensen die niet in de dienst konden komen. In dit jaar bestond zusterhulp zestig jaar en kwam er een nieuwe dominee naar de gemeente. Dominee Horjus kwam in september hier in Harlingen. Op de A.V. (de Algemene Vergadering van de Baptisten Unie) van dit jaar werd besloten om een nieuwe zangbundel te maken. De gemeente ging hiermee akkoord.
1987 begon met een evangelisatieweekend met dominee Chris Eijer. In mei kwam de bouwcommissie met schetsen en plannen voor het buurpand. Ook werd de taak van het voorbereiden van het avondmaal door broeder en zuster Dekker overgenomen van broeder en zuster Zoethout. Er werd ook een nieuwe typmachine gekocht voor het typen van de band. In oktober van dit jaar werd dominee Horjus gevraagd door de Commissie van de Opleiding of hij tweede docent van het Seminarium wou worden. Hij nam deze baan aan en verliet daarom op 17 mei 1988 de gemeente.

In februari van 1988 besloot de gemeente om een eigen pastorie te kopen. Nu hoefden ze niet elke keer weer een nieuwe huurwoning te zoeken. Dit werd gevonden op de Barkhof 2. Dit huis werd in april gekocht. Ook werd er dit jaar een geluidversterker en vier boxen aangeschaft en kocht men nieuwe kapstokken en twaalf stoelen voor in de consistorie. Op 11 september van dit jaar kwam er een nieuwe dominee. Dit was dominee Molema.
Op de jaarvergadering van 1989 werd besloten om de middagdiensten in juli en augustus te laten vervallen omdat er te weinig mensen kwamen. In 1990 werden ze afgeschaft omdat de meeste leden het niet meer nodig vonden en er zowat geen mens kwam. Ook werd dit jaar besloten dat de koffie niet meer uit plasticbekers zou worden gedronken maar uit gewone kopjes, omdat dit beter was voor het milieu. We begonnen ook met het Kinder Adoptie Plan. We gingen twee kinderen uit Kenia adopteren. Dit koste ons fl. 90,- per jaar.
In 1990 werd er gesproken over uitbreiding van de zalen, alleen dit was niet mogelijk vanwege de slechte financiële positie waarin de kerk zat. Ook sprak men over het zoeken van een zustergemeente in Roemenië. De gemeenten in dit land hadden het erg moeilijk en waren straatarm, omdat ze jaren onder een zwaar regime hadden geleefd. Deze werd in 1996 gevonden in de gemeente Oderhey. Op 8 juli werd er een nieuw Eminent orgel in gebruik genomen. De handwerkclub schonk fl. l700,- voor de aanschaf van dit orgel en het zangkoor hield een bazaar die fl. 1500,- opleverde.
Op de jaarvergadering van 1992 werd er besloten om een nieuw CV ketel te kopen. Deze zouden 20% minder gas verbruiken. Omdat deze nogal duur waren werd er een fonds voor opgericht. Ook maakte broeder Lascher dit jaar voor het eerst een jaarboekje. Hierin stond een financieel overzicht, een jaarkroniek en verslagen van verschillende commissies en verenigingen. In dit jaar nam dominee Molema afscheid van de gemeente. Hij vertrok in augustus naar Eindhoven.
In 1993 werd de praiseband Salvation opgericht. Dit omdat broeder Wielenga met het voorstel kwam, om met een aantal jongeren muzikale medewerking te gaan verlenen aan de diensten. Iedereen vond dit een goed idee. Ook werd er in 1993 een nieuwe dominee gevonden in de persoon van dominee Munters. Hij was net afgestudeerd en kwam hier met zijn vrouw en vijf kinderen.
Er kwamen in 1994 enkele regels voor de Band. Door de drukkosten werd er fl. 15,- voor gevraag en de kopij moest voor de twintigste van de maand bij de redactie zijn. Er werd dit jaar ook een nieuwe piano gekocht en een computer en printer voor de secretaris.
In 1995 hield de zondagsschool een Vakantie Bijbel Week, waar elke dag ongeveer 55 kinderen kwamen. Ook werd het 150 jarig bestaan gevierd van het baptisme in Nederland. Er ging vanuit Harlingen een bus met 50 personen heen. Ook gingen enkele jongeren van de gemeente evangeliseren vanaf het oude binnenvaartschip de Res Nova. Dit betekent Nieuw Begin.
Het zangkoor God is mijn Lied bestond in 1996 75 jaar en Zusterhulp bestond 70 jaar. De oudere jeugd verzamelde dit jaar oud papier. Ook werd de beheerscommissie opgericht.
In april 1997 hield de ZendingsCommissie, opgericht door Geja Blank in 1991, een zendingsdag. Op deze dag kwam de familie Hardeman vanuit Kameroen, Afrika. Dit jaar ging de gemeente ook van start met het verspreiden van de videofilm Het Leven Van Jezus. Ook gingen de bijbelkringen dit jaar van start en werd er een bouwcommissie opgericht om plannen te maken voor een zaal naast de Bethelzaal. Want er was geen plaats meer voor de crèche. Deze zat nu in de keuken. De vrouw van de dominee overleed dit jaar ook aan hartproblemen.
In 1998 beëindigt de gemeente zijn lidmaatschap bij de werkgemeenschap van kerken. Dit omdat de gemeente het niet eens is met de manier waarop de werkgemeenschap van kerken het evangelie wil verkondigen. Ook word de Evangelisatie Commissie omgezet in de Commissie voor Bijzondere Diensten en Activiteiten.

De bouwplannen voor een nieuwe zaal naast de Bethelzaal waren in 1999 klaar en in december van dit jaar begon met het graafwerk voor de nieuwe zaal. In 2001 zou de bouw klaar zijn en krijgt de zaal de naam Joëlzaal.
In januari 2000 vertrok dominee Munters, samen met zijn kinderen en zijn nieuwe vrouw, de gemeente. Zij vertrokken naar Eindhoven. In de vacante periode zou men het Avondmaal meteen na de dienst houden en zou de pastorie worden opgeknapt.
Er werden in 2001 drie werkgroepen opgericht. Eentje om de komst van een nieuwe voorganger voor te bereiden, eentje om het gemeentelijk kerstfeest voor te bereiden en eentje om het 100 jarig jubileum voor te bereiden. In maart van dit jaar vierde zusterhulp haar vijfenzeventigjarig jubileum.
Ook kwam op 1 juli onze nieuwe dominee naar Harlingen. Dit was dominee van Duyl. Hij werkte hiervoor in Beuningen als pastoraal werker in het pastoraal centrum en herstellingsoord Saron. Op 8 juli werden de nieuwe zangbundels, genaamd Liederen voor de Gemeentezang, in gebruik genomen.
In september van dit jaar kwam de boot Logos II in Harlingen. Hier is de jeugd van onze gemeente naar een dienst geweest en na deze dienst werd de doop aangevraagd door Erik Blank. Ook werd in dit jaar onze internetpagina in gebruik genomen. Deze was gemaakt door broeder Wielenga.

De doop

Wat is de doop?
Doop is een volledig onderdompelen in water naar oud bijbels gebruik.
De doop is een afbeelding van een afwassen van zonden en de opstanding tot nieuw leven, zoals Jezus ook is opgestaan uit de dood en de eerste persoon is, die nieuw leven heeft ontvangen. De doop is bedoeld voor hen die tot geloof zijn gekomen en afstand nemen van hun oude levenswijze en opvattingen (bekering).
Baptisten dopen enkel mensen die zelfstandig belijden dat Jezus hun Heer is en dat zij bereid zijn om als christen hun leven te vervolgen. Zij dienen aanspreekbaar te zijn op hun geloofsleven. Dit geloofsleven vindt plaats temidden van medegelovigen die samen het huisgezin van Jezus vormen.
De doop past bij een persoonlijke geloofskeuze. Deze visie is gebaseerd op de schrift; je kunt dit lezen in Mattheus 28:19 / Handelingen 2:38 / Handelingen 8:36-38 / Romeinen 6:3-4

Als je je laat dopen word je ook meteen lid van de gemeente.

Zes geloofspunten van de baptisten

1 Baptisten onderstrepen de noodzaak van een persoonlijke bekering en keuze voor Jezus Christus als Heiland.

2. Baptisten belijden de doop door onderdompeling voor allen die bewust tot geloof gekomen zijn, Christus van harte liefhebben en Hem praktisch willen navolgen.

3. Baptisten belijden de noodzaak van een plaatselijke gemeente, die zelfstandig is en bestaat uit bekeerde gelovigen.

4. Baptisten staan voor vrijheid van godsdienst, zonder inmenging van staat en overheden.

5. Baptisten benadrukken de praktische navolging van Jezus Christus in het dagelijkse leven.

6. Baptisten willen zich in geloof, leer en leven richten naar de bijbel.

Diensten

Iedere zondagmorgen om halftien is er een kerkdienst in het kerkgebouw aan de Lanen. Deze dienst heeft als doel: contact met elkaar hebben en tot opbouw en verdieping van het geloof zijn. Bijbelstudie, zingen en gebed nemen een belangrijke plaats in.
Iedere eerste zondag van de maand wordt het Heilig Avondmaal gevierd door hen die Jezus Christus als hun Verlosser kent en Hem wil dienen.
Tijdens de ochtenddienst is er voor de kleintjes tot 4 jaar crèche en de kinderen van 4 tot 12 jaar hebben hun eigen plaatsje in de zondagsschool.


Baptisten gemeente Harlingen
Lanen 65
Ds. E. van Duyl
www.baptistenharligen.nl

Slotwoord

Ik vond het heel leuk om dit werkstuk te schrijven. Vooral omdat ik zelf ook naar de diensten van deze kerk ga. Ook zit ik zelf op de jeugd en bij de praiseband Salvation. Ik vond het heel leuk om te ontdekken hoe de gemeente is ontstaan en ik vond het heel interessant om de geschiedenis van de gemeente te leren kennen. Ik weet door het maken van dit werkstuk nu meer van de gemeente af en haar geschiedenis. Dit vind ik heel leuk.

REACTIES

B.

B.

Ik heb je werkstuk gelezen.
Wat een werk, 't ziet er goed uit.
Ik heb 1 foutje ontdekt.
Je schrijft dat voor dat de gemeente harlingen is onstaan er al een aantal gemeentes waren oa groningen-zuid, maar dat moet zijn groningen.
groningen-zuid en groningen-noord bestaan pas sinds 1955.
voorheen was het 1 gemeente met 2 wijkgemeentes.

20 jaar geleden

H.

H.

Hi! Ik moet voor morgen een project over het baptisme maken, ik ben bijna helemaal klaar maar ik zoek nog een paar onderwerpen. Misschien kan jij me daarbij helpen! Ik wou vragen welke feestdagen jullie vieren, of jullie symbolen hebben en of je misschien nog hele goede websites ervan weet?

Hoop dat je dit nog snel ziet en mijn vragen kan beantwoorden! Alvast bedankt!

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.