Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Het weer

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 1537 woorden
  • 27 februari 2002
  • 206 keer beoordeeld
Cijfer 6
206 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding:
Ik houd mijn verslag over "Het weer", omdat ik wel wilde weten wat alle klimaten inhouden en hoe ze uitzoeken wat voor een weer het wordt.
Ik ga vertellen over hoe men vroeger weer voorspelde, hoe dat nu gaat, welke klimaten er zijn, over onweer, over de regenboog, over het broeikaseffect en de invloed van het weer op de begroeiing.

Hoe dacht men vroeger over het weer? :
Vele jaren geleden keek men al naar de lucht om te kijken wat voor weer het werd. Bijna altijd hadden deze mensen gelijk. Zij konden dit door vaak naar de lucht te kijken. Men bedacht ook weerspreuken. Die klopten ook bijna altijd. Een paar voorbeelden van weerspreuken:
Februari nat, vult schuur en korenvat.


Goede vrijdag brengt de boer geen zegen.

Als het regent met Sint Margriet(juli),
dan regent het zes weken dat het giet.

Een regenboog in vroege morgen,
baart de wakkere boer veel zorgen.
Een regenboog 's middags laat,
hoe blijde hij te ruste gaat.

Klimaten:
Er zijn zeven hoofdklimaten. Ik ga ze alle zeven beschrijven:
-Het zeeklimaat: In de zomer voelt het water koud aan. De tegels zijn juist heel erg warm. In de winter is dat precies andersom. Zo is het ook met zee en land. Land kan heel koud of warm worden, maar het water in de Noordzee is in de zomer ongeveer 18 graden en in de winter 6 graden Celsius.
-Het middellands zeeklimaat: Rond de Middellandse Zee zijn de zomers zonnig, warm en droog. Soms regent het 5 maanden niet. Midden op de dag is het te warm om naar buiten te gaan. Men gaat dan 's middags uitrusten: siësta. De winkels zijn dan tussen 11 en 12 gesloten. Het is vaak 's nachts nog steeds warm. Je kan dan vaak nog buiten spelen. In de winter regent het vaak. In de bergen valt zelfs sneeuw. In deze landen groeien ook veel bomen en planten. (citrusvruchten).
-Het landklimaat: Oost Europa ligt niet aan de zee. Deze landen hebben een landklimaat. Hier kan het in de zomer erg warm worden, omdat er geen zeewind kan komen. In de winter is het juist erg koud. In Moskou kan het wel 40 graden vriezen. In deze gebieden groeien vooral naaldbomen. Deze groten bossen met naaldbomen wordt de taiga genoemd.

-Het woestijnklimaat: Het woestijnklimaat vind je uiteraard in de woestijn. Het regent daar maar een maand per week. Alleen een cactus kan daar groeien. In sommige woestijnen kan de cactus niet eens groeien. De Sahara is de grootste woestijn van de wereld. De Sahara kan van een kale vlakte in een kleurige bloemenzee veranderen. Heel snel is het weer een kale vlakt. Die bloemenzee komt door de regen.
-Het tropisch klimaat: Langs de evenaar heerst het tropisch klimaat. Daar kennen de mensen geen seizoenen. Er is alleen een droge tijd. Dan regent het minder dan normaal. Het wordt nooit kouder dan 18 graden Celsius.
-Het subtropisch klimaat: De overgang tussen het tropisch en gematigd klimaat noemen we het subtropisch klimaat. Er valt minder regen dan in de tropen. De temperatuur is ook erg aangenaam.
-Het poolklimaat: In de buurt van de Noordpool komt in de winter de zon nooit op. Soms is het wel 60 graden onder nul. 's Zomers blijft de zon dag en nacht schijnen. Het kan er wel 20 graden Celsius worden. De zomer duurt er zo kort, dat alleen het bovenste ijs ontdooit. Je kunt daar ook geen waterleiding onder de grond aanleggen. In het poolklimaat groeien ook geen bomen maar wel allerlei soorten mossen.

Het weerbericht:
Het weer wordt voorspeldt door het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut(KNMI). Het KNMI is op 31 januari 1854 opgericht door koning Willem III. Sindsdien wordt het weer elk uur bijgehouden. Duizenden weerposten over de hele wereld, zorgen voor de gegevens van het weerbericht.
Ze komen aan gegevens over het weer door weersatellieten de ruimte in te laten. Aan die satellieten hangen vele camera's en infraroodapparatuur. Hiermee meten ze het weer. (Thuis kan je dat doen met thermometers.) In het weerbericht moeten vier elementen zitten: temperatuur, windrichting, neerslag en zon. Die elementen geven ze aan op een weerkaart. De weerman vertelt wat alles betekend. Zelf ziet hij de kaart niet. Die wordt op de muur geprogrammeerd.
De mensen van het weer berekenen ook het weer van de afgelopen temperatuur. Hiermee bepalen ze het klimaat van een land.

Benjamin Franklin:
Benjamin Franklin werd op 17 januari 1706 geboren. Hij was schrijver en natuurkundige. Hij is bekend geworden door zijn vliegerproef. Door deze proef werd de bliksemafleider uitgevonden. De vliegerproef hield in dat hij een vlieger de lucht in liet en vasthield. Hij wilde kijken of hij door iets langs, lang in de lucht te houden, bliksem af kon leiden. Dit was dus een soort bliksemafleider. Later werden de bliksemafleiders van ijzer gemaakt en op daken gezet. Van Benjamin Franklin zijn ook spotprenten gemaakt waarop hij een vlieger vasthield en de bliksem via de vlieger in zijn lijf kwam.
Benjamin Franklin is op 17 april 1790 gestorven en is dus 84 geworden.


Onweer:
Sommige mensen denken dat Donar, de god van de donder, onweer veroorzaakt. Onweer ontstaat heel anders. Een wolk is net als een wollen trui elektrisch geladen. Als twee wolken tegen elkaar aanbotsen, ontstaat er een flits door de ontlading van elektriciteit. Je kan meten hoever het onweer nog weg is. Je telt het aantal seconden tussen bliksem en donder, deelt dat door drie en zoveel seconden is het onweer nog weg.
Bliksem kan gevaarlijk zijn als het de grond raakt. Meestal lukt dat niet. Dan raakt de bliksem de boom. De bliksem kan ook in je huis inslaan. Om dat te voorkomen zet men vaak een bliksemafleider op het dak van het huis. De bliksemafleider vangt de bliksem op en geleidt die naar de grond.
Als je in het onweer loopt moet je nooit onder bomen gaan staan. Als de bliksem de boom raakt, splijt de boom in tweeën en valt op jou. Dan moet je zorgen dat je in een huis of auto schuilt. Loop je in een boomloze omgeving moet je ook schuilen in een huis of auto, omdat jij in zo'n gebied het langst bent en de bliksem dan bij jezelf inslaat.

De regenboog:
Een regenboog is alleen te zien als je met je rug naar de zon staat. Een regenboog bestaat uit een aantal in elkaar overlopende kleurbanen. Als er een regenboog is, is de violette baan aan de binnenkant en de rode aan de buitenkant. Soms is er nog een tweede regenboog. Die is wat minder helder en heeft een rode binnenkant. Regenbogen ontstaan als er een zonnestraal op een "gordijn" van regen valt. Dit gebeurt bijvoorbeeld als je, je tuin sproeit, bij een waterval of bij motregen. Het middelpunt van de regenboog staat even ver onder de horizon als de zon erboven. De grootste regenbogen zien we dan ook bij zonsopgang en zonsondergang. Hoe hoger de zon staat, hoe kleiner het stukje dat de regenboog boven de horizon uitkomt. Als de zon meer dan 42 graden boven de horizon staat, is er geen regenboog te zien, omdat die helemaal onder de horizon staat.

Het broeikaseffect:
Door vervuilende dingen zoals: verbranding van brandstoffen, ontbossing, industrie, verkeer en landbouw wordt het milieu heel erg vervuild en de atmosfeer wordt erg aangetast. De luchtlaag om de aarde (ozonlaag) houdt ook een deel van de zonnestralen tegen. Als die luchtlaag kapot gaat komt er veel te veel zon en smelt al het ijs op de wereld. Zo zou de hele wereld overstromen. Om die ramp te voorkomen moet men meer met het openbaar vervoer reizen en de rook van de fabrieken beter te filteren. Dat vindt men veel te duur. Er zijn wel groepen zoals Greenpeace die daar tegen demonstreren, maar dat raakt bijna niemand en zo verliezen zij eigenlijk alleen maar geld. Zo schieten we dus helemaal niks op. Als iedereen in de wereld nou even slim zou zijn, zou dit probleem een stuk makkelijker opgelost kunnen worden.

De invloed van het weer op de begroeiing:
Niet alle planten kunnen op dezelfde plaats leven. Loofbomen hebben bijvoorbeeld veel neerslag nodig om te overleven, terwijl naaldbomen veel min der neerslag nodig hebben. Ook de temperatuur heeft invloed op de begroeiing.

Zo is het in het hooggebergteklimaat zo koud dat er geen begroeiing mogelijk is.
Grassen groeien in gebieden waar heel weinig neerslag valt. Dat is in Zuid-Rusland en in delen van Spanje. Dat heet een Steppeklimaat. In het toendraklimaat, waar het nooit boven de 10 graden Celsius is, groeien alleen maar mossen en lage struiken. Bij ons, waar het Zeeklimaat heerst, groeien bladverliezende loofbomen. Dat zijn bijvoorbeeld de eik, beuk en berk. Deze bomen hebben veel neerslag nodig en de temperatuur moet niet erg koud en niet erg warm zijn.

Conclusie:
Ik vond het heel leuk om mijn verslag over het weer te houden en ik heb er veel van geleerd. Onder andere welke klimaten er zijn en wat ze inhouden, hoe Benlamin Franklin bekend is geworden en hoe alles bij het weerbericht gaat. Ik zou misschien als ik nog een spreekbeurt moest doen, mijn spreekbeurt over "het weer" of "het weerbericht" houden.
Dit was mijn verslag.

Boekenlijst:
1: Het weer blijft veranderen.
Ministerie van verkeer en waterstaat.
2: Het onweer.
Informatie junior.
3: Klimaten.
Informatie.
4: Wat doet het KNMI?
Wim Top.

REACTIES

A.

A.

je hebt een goede werkstuk gemaakt je verdiendt daar een 9,5 voor niet een 8

19 jaar geleden

A.

A.

niet waar sorry

9 jaar geleden

A.

A.

hey ik vind het echt geen groep 8 hoor. In groep 8 moet je 1 bladzijde tekst per hoofdstuk. Dat zie ik hier niet. Sorry voor deze klacht, maar het moest

9 jaar geleden

A.

A.

maar wel 10 (korte) hoofdstukken. Ze zijn niet allemaal kort. (gelukkig voor jou)

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.