Godsdienstbeleving in de middeleeuwen

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 1199 woorden
  • 17 februari 2002
  • 208 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
208 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Middeleeuwen (600-1400) Algemeen In de eerste eeuwen na Christus raakte het Romeinse Rijk in verval en in de 5e eeuw stortte het uiteindelijk ineen. Het Christendom werd de belangrijkste stabiliserende factor in West-Europa. Daarna bepaalde de christelijke kerk veel aspecten van het leven. De kerk was een zeer belangrijke machtsfactor in de politiek en het sociaal-economische systeem. De godsdienstbeleving in de middeleeuwen was heel anders dan die van nu: men "leefde" toen zijn/haar godsdienst. Zoiets als scheiding van kerk en staat was toenm ondenkbaar. Je kon godsdienst niet van wat voor deel van het leven ook scheiden. Het Christendom was zeer belangrijk voor de ontwikkeling van kunst en muziek. De kerk vormde het centrum van de kunsten. Met name kloosters zijn centra van kunst en cultuur. In de vele steden die in de Middeleeuwen ontstaan, zijn universiteiten en de kathedraalscholen het centrum van onderwijs en wetenschap. Er is sprake van een driestandenmaatschappij: geestelijkheid, adel en burgerij. Beroepsmusici zijn voornamelijk in dienst van de Kerk. Dit verandert pas aan het einde van de Middeleeuwen. Nog steeds zijn romaanse en gotische bouwwerken (met name kerken) blijvende herinneringen aan de bouwkunst van de Middeleeuwen. Bovendien bevatten ze een schat aan beeldhouw- en schilderkunst. Aanvankelijk functioneerde ook de muziek vooral in de context van de erediensten in kathedralen, kerken en kloosters. Godsdienst Middeleeuwen (Europa) Na de Tweede Wereldoorlog leek het een tijdlang verder bergafwaarts te gaan met de georganiseerde godsdienst in Europa. Vooral het Christendom heeft daaronder geleden. Velen konden de verschrikkingen van de oorlog niet rijmen met het bestaan van een God die de naastenliefde als hoogste goed liet verkondigen. De industrialisatie sinds de 19de eeuw en de socialistische strijd om een menswaardig bestaan hadden daarvoor al velen van het geloof doen afvallen. Aan de vooravond van het Derde Millennium lijkt het er echter op, dat de aanhang van zowel Christendom als de Islam in Europa weer aan het groeien is. Daarmee sluiten de Europeanen van vandaag weer sterker aan bij hun voorouders, voor wie het geloof in een vredig en harmonisch "leven na de dood" veel steun betekende in de harde strijd om het bestaan. De middeleeuwers waren meer blootgesteld aan de grillen van de natuur dan de

Westeuropeanen van vandaag. Vaak waren ze ook godsdienstiger dan wij tegenwoordig zijn, al speelde het bijgeloof ook een grote rol in hun levens. In het Westen en Zuiden van Europa waren de meeste mensen rooms-katholiek, in Oost-Europa en op de Balkan meestal Orthodox. In Spanje woonden veel moslims, evenals in Zuid-Italië (vooral op Sicilië). Over heel Europa verspreid, en hier en daar geconcentreerd, bijvoorbeeld in het Rijnland, woonden ook veel Joden. De meeste Europeanen geloofden dus in het bestaan van een enkele God. Heidenen waren vooral te vinden langs de Oostkust van de Oostzee en in Finland. De belangrijkste religieuze organisatie was de rooms-katholieke kerk. Het hoofd van de kerk, de bisschop van Rome, (de paus), beschikte over een grote macht. De paus werd beschouwd als de erfgenaam van de vroegere Romeinse Keizers en maakte aanspraak op volledige zeggenschap in alle belangrijke godsdienstige en politieke zaken. Militair Middeleeuwen (Europa) In de middeleeuwen waren militaire acties meestal in de eerste plaats gericht op de vernieling van andermans bezittingen. Alleen als het slachtoffer probeerde zijn bezit te beschermen kon er vaak een echte veldslag plaats vinden. In de Middeleeuwen was de zware gepantserde ruiterij (edelen) meestal sterker dan de infanterie, die uit boeren en burgers bestond. De krachtsverhouding op het slagveld was dus ook een afspiegeling van de sociale en politieke verhoudingen, waarin de adel nu eenmaal machtiger was dan de boeren en de burgers. Cultuur Middeleeuwen (Europa) In de middeleeuwen had de Europese cultuur een sterk godsdienstig karakter. De meeste uitingen van "hogere" cultuur waren op de een of andere manier verbonden met de georganiseerde godsdienst, of dat nu het rooms-katholieke, het orthodoxe, het islamitische, of het joodse geloof was. Universiteiten hadden altijd een kerkelijke binding, evenals de meeste vormen van middelbaar en lager onderwijs. Aangezien kerken vaak de grootste stenen gebouwen waren in een stad, werden er vaak toneelstukken opgevoerd, markten gehouden en andere activiteiten die veel publiek trokken. De grote meerderheid van de bevolking kon niet lezen. Er was trouwens niet zo veel om te lezen, aangezien boeken uiterst schaars waren en dus onbetaalbaar voor de meeste mensen. Pas de uitvinding en verbreiding van de boekdrukkunst (halverwege de 15de eeuw) bracht daar verandering in. Sinds dat moment zijn steeds meer mensen gaan leren lezen. Sociaal Middeleeuwen (Europa) De middeleeuwse samenleving was een standenmaatschappij. Bovenaan stonden de adel en de kerk, onderaan de buitenlanders en de Joden. Daartussenin stonden de burgers en de boeren, waarbij de burgers weer iets belangrijker en invloedrijker waren dan de boeren. Typisch voor de middeleeuwse samenleving was verder, dat de staat geen directe relaties had met de bevolking. Er bestonden dus geen staatsburgers in de moderne betekenis van het woord. Iedereen was lid van een corporatie, een gemeenschap met een vastgelegde status. Dat kon een dorp zijn, of een gilde, maar ook de adel, de universiteit of de kerk. Het was niet altijd overal gemakkelijk om te ontsnappen aan de situatie waartoe je geboorte je had veroordeeld. Daarom lijkt de middeleeuwse maatschappij vrij star. De kerk predikte ook dat het goed was als iedereen tevreden was met zijn situatie en niet telkens probeerde om daaraan te ontsnappen. Toch was de middeleeuwse samenleving niet zo vastgeroest als wij vaak denken. Economie Middeleeuwen (Europa) De middeleeuwse economie was grotendeels gebaseerd op de landbouw. De meeste mensen woonden op het platteland en werkten op het land als boer of horige. Het werk was meestal zwaar, al maakten in sommige streken paarden en ossen als trekdieren (voor ploegen en karren) het werk aanmerkelijk lichter. De nijverheid was geconcentreerd in de steden (bijvoorbeeld de Vlaamse steden waar wollen stoffen werden gemaakt) of in streken waar ijzererts en brandstof werden gevonden. In het dal van de Maas en in het Frankenland (rond Neurenberg) was er bijvoorbeeld een grote productie van ijzeren voorwerpen zoals messen, zeisen, ploegen, enzovoort. De handel en het bankwezen waren vooral geconcentreerd in de Noord-Italiaanse steden en in een aantal steden in de rest van Europa. Handelswaar werd zowel per schip vervoerd als over land per kar of muilezel, bijvoorbeeld over de Alpen, waar de Sint Bernhardpas en de Sint Gotthardpas een essentiële rol speelden in het verkeer tussen Zuid- en Midden-Europa. Politiek Middeleeuwen (Europa) In de middeleeuwen was de politiek volkomen anders dan vandaag de dag. Er waren geen partijen zoals wij die kennen, er waren slechts verkiezingen in sommige steden (daaraan kon niet zomaar iedereen meedoen) en er waren verkiezingen voor het koningschap, zoals in Duitsland en Polen. Ook daaraan mochten maar heel weinig mensen (alleen de hoogste adel) deelnemen. Parlementen en volksvertegenwoordigingen zoals die nu normaal zijn in Europa, waren er niet. Die dateren pas van omstreeks 1900. Wel was er in sommige landen, zoals Castilië of Engeland, een parlement met vertegenwoordigers van de drie standen (adel, geestelijkheid en burgerij), waaraan de koning toestemming moest vragen voor het heffen of verhogen van de belastingen. Deze parlementen (in Castilië Cortes genoemd) zijn met enige goede wil te beschouwen als de oervorm van de moderne parlementaire democratie in West-Europa.

REACTIES

N.

N.

hey het is een heel goed werkstuk ik vraag me alleen af waar heb je al die informatie vandaan ik moet een po over de cultuurvan de middeleeuwen doen dus vandaar? heb je misschien bronnen die je er bij kan zetten?

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.