Inhoud
3. Sparen: verschillende mogelijkheden en hoe het werkt
Je hebt eigenlijk drie soorten rekeningen:
1. Een normale rekening, privé rekening (eigenlijk geen spaarrekening), je krijgt dan ongeveer 0,5% rente en kan geld opnemen etc. wanneer je maar wilt. Je kan ook pinnen en chippen.
2. Een (simpele) spaarrekening, je krijgt ongeveer 3% rente en kan je geld ook opnemen wanneer je wilt. Je kan alleen niet pinnen of chippen. Als je geld wilt opnemen, zul je het eerst moeten overschrijven naar een andere rekening.
3. Een (echte) spaarrekening. Je ontvangt hier een hogere rente (b.v. Spaarbeleg, nu 4,2% rente).
Een "beleggingsspaarrekening". Hierbij spaar je meestal een vast bedrag per maand. De bank gaat dan dat geld voor je beleggen. Na aftrek van hun kosten is de uiteindelijke rente aanzienlijk hoger dan alle bovengenoemde spaarvormen (ongeveer tussen de 10 en 20% op dit moment).
Omdat alleen het vierde type sparen echt geld oplevert, is dat het type waar we het nu over zullen hebben. De andere drie zijn niet echt interessant om geld mee te verdienen.
Je kan meestal zelf bepalen hoe lang je wilt sparen. Meestal tussen de één en tien jaar, dit heet de looptijd. Als de looptijd van je rekening is afgelopen, kan je bepalen of je het geld wat op dat moment op je rekening staat (incl. rente) op je gewone rekening stort, of dat je weer een bepaalde periode gaat sparen. Het nadeel van sparen met zo'n rekening voor lange termijn is dat je tussentijds geen geld kan opnemen, tenzij je daarvoor betaalt (= boeterente). Als je dan voor een onverwachte grote uitgave staat, heb je een probleem. Je zal dan geld van je spaarrekening moeten halen (als je niet genoeg geld hebt), en daar zal je dan voor moeten betalen. Behalve natuurlijk, als de periode afgelopen is. Dan kan je met het geld doen wat je wilt.
De kosten van geld opnemen zijn ongeveer 1,5% van het bedrag (het ligt er natuurlijk aan welke spaarrekening je hebt).
Er is zijn ook nog andere verschillen tussen verschillende spaarrekeningen. Over de rente die je van alle spaarrekeningen ontvangt, moet je belasting betalen. Om toch het sparen aantrekkelijk te maken, heeft de overheid besloten dat je over de eerste 1000 gulden rente geen belasting hoeft te betalen. Kom je daarboven, dan moet je dus wel belasting betalen. Fiscale rentevrijstelling is een bedrag wat je onbelast krijgt elk jaar, je hoeft daar geen belasting over te betalen. Verder heb je spaarrekeningen waarbij de rente gedurende die periode steeds hetzelfde is, en rekeningen waarbij het percentage rente kan veranderen.
Er zijn dus verschillende manieren om te sparen, het is maar net wat je wilt, hoe je financiële toestand is, wat het beste bij je past. Hier hebben we twee rekeningen vergeleken, als voorbeeld:
Klimrenterekening:
eerste inleg minimaal f5.000,-
herinleg minimaal f2.500,-
looptijd van 5 of 10 jaar
rentepercentage gegarandeerd vast voor de gehele looptijd na geld opnemen klimt je rente over het resterende bedrag gewoon door. Rente bij de termijn van 10 jaar 5,125%. In het eerste jaar 3%, in het tiende jaar is dat opgeklommen tot 9% Kapitaalrekening: gunstige spaartegoeden
minimale eerste inleg f25.000,- Geen kosten bij opname bedrag tot en met f50.000,- per maand, wel een maand van tevoren reserveren, anders 1% opnamekosten. 2,75% rente bij spaartegoed onder f25.000,- 3,9% rente bij spaartegoed boven f25.000,- Je ziet dus dat er verschillen zijn tussen de rekeningen en dat elke zijn voordelen en nadelen heeft. 4. Beleggen: wat is beleggen? Beleggen is iets anders dan sparen, waarbij je je geld ergens stort en daarvoor later een hoger bedrag terugkrijgt. Als je kiest voor aandelen dan steek je je geld in activiteiten van bedrijven, die daarmee winst kunnen maken (of verlies) en daar deel je in mee, hierdoor kan je dus geld verdienen of verliezen. Het risico wat je daarbij loopt is bij het ene bedrijf voorspelbaarder dan bij het andere. Als je kiest om in obligaties te beleggen, dan is de opbrengst misschien wat lager, maar met minder risico's. De hoofdkenmerken van beleggen zijn: pieken en dalen in het rendement (rendement is de opbrengst of het verlies dat d.m.v. aandelen wordt verkregen). Maar op lange termijn blijkt dat beleggen toch veel meer oplevert dan b.v. sparen (zie ook hoofdstuk 5: Beleggen: de beurs). Je behaalt winst door de stijgende koersen, je ontvangt dividend en bovendien hoef je over de behaalde koerswinsten géén belasting te betalen. 5. Beleggen: beleggingsvormen Eerst zullen we uitleggen wat alles inhoudt en betekent.
Aandelen
Een aandeel is een deelneming in het kapitaal van een bedrijf (een BV, NV of CV). De enige ondernemingsvorm waarvan aandelen op de beurs verhandeld worden is de NV. Er zijn verschillende soorten aandelen, hier kort en simpel beschreven: preferente aandelen: aandelen die bij winstuitdeling voorrang hebben op gewone aandelen.
Cumulatief preferente aandelen met of zonder winstdekking: dit zijn aandelen om de preferente aandelen aantrekkelijker te maken. Bij deze aandelen is het dividend cumulatief. Dat betekent dat als de resultaten slecht zijn, dat je het dividend nog te goed hebt in de volgende jaren.
Prioriteitsaandelen: dit zijn aandelen die in handen zijn van enkelen, die daarmee o.a. de naam van het bedrijf beheersen. Dit zijn meestal de oprichters of hun opvolgers, maar soms ook wel houders van veel aandelen in het bedrijf.
Niet-volgestorte aandelen: dit zijn aandelen waarop slechts een deel van het bedrag is gestort. Ze mogen niet op de officiële beurs worden verhandeld, wel op de parallel markt. Niet-volgestorte aandelen zijn bijna verdwenen.
Obligaties
Een obligatie is een verplichting, een schuldbekentenis, schuldbrief, van een lening vaan een staat, provincie, gemeente enz. Of van een vennootschap, tegen een vaste rente, soms volgens een lening af te lossen: een obligatie geeft in tegenstelling tot een aandeel een vaste rente.
Converteerbare obligaties Is een speciaal soort obligatie die voor de belegger is om veilig te beleggen. Daarnaast heeft de converteerbare obligatie de mogelijkheid om wanneer de koersen van een aandeel stijgen om daar van mee te profiteren.
Voorbeeld: je koopt converteerbare obligaties voor 5000 gulden, de lening kan verwisseld worden tegen 100 aandelen van dit bedrijf. 5000 Gulden gedeeld door 100 = f50,- prijs per aandeel = conversieprijs. Als dan de koers van het aandeel stijgt naar 60 gulden, dan is de werkelijke waarde van je obligatie gestegen naar 6000 gulden.
Opties
Dit is een spectaculair beleggingsinstrument. Het is bijna alleen geschikt voor de echte beroepshandelaars. De optie is afkomstig uit Amerika (1973). Er zijn meerdere soorten opties. B.v. Call-opties en Pat-opties.
Valuta's
Beleggen in geldsoorten van binnenland en buitenland. Deze manier heeft een groot risico en kans op hoge rendementen. De buitenlandse valuta heet ook wel de vreemde valuta. Een voorbeeld is natuurlijk de dollar. Als je dit gaat doen, handelen in vreemde valuta's, moet je goed weten hoe de economie in het land zelf is.
Beleggen in onroerend goed
Dit betekent dat je belegt in huizen, landgoederen enz.
Edele metalen
Handelen in metaalsoorten (goud, zilver etc.), waarbij je winst kunt maken als de prijzen van de door jou gekochte metalen stijgen.
Er zijn nog meer vormen van beleggen, maar dit zijn de belangrijkste.
6. Beleggen: dividend, rendement
Dividend is de beloning die u krijgt van het bedrijf waar u aandelen van heeft. De hoogte hiervan hangt af van de bedrijfsresultaten dus het kan sterk wisselen. Het is ook afhankelijk van de leiding, conjunctuur en van de structurele ontwikkelingen. Het dividend wordt meestal eens per jaar uitgekeerd, maar soms ook tussentijds.
Voorbeeld:
Bij een aandeel van ongeveer 100 gulden, krijgt je ongeveer 7 gulden dividend. En bij een aandeel van ongeveer 200 gulden, ongeveer 14 gulden dividend.
Rendement is ook zo'n beloning. Rendement is eigenlijk de opbrengst die men van een bepaald aandeel krijgt.
7. Beleggen: koersvorming
Het stijgen en dalen van een aandeel wordt veroorzaakt door de volgende dingen:
verkoop een aandeel als de koers zo hoog mogelijk is
zorg dat je d.m.v. de media op de hoogte blijft van de wereldeconomie
Een goed voorbeeld van dat laatste is de dreigende oorlog met Irak. De Amerikanen hadden gezegd dat ze niet zouden aanvallen voor de Olympische Spelen in Nagano afgelopen waren. Nu zijn de Olympische Spelen afgelopen en zou je denken dat ze elk moment kunnen aanvallen. Zodra ze aanvallen zullen alle koersen op de hele wereld ook gaan dalen. Maar door het nieuws te volgen weet je dan dus dat je moet zorgen dat je je aandelen verkoopt als de O.S. afgelopen zijn. Maar toch ben je nooit ergens zeker van. Dat blijkt nu al in dit voorbeeld. De V.S. heeft de aanval uitgesteld, en misschien komt er wel helemaal geen. 10. Beleggen: collectieve belegging Een collectieve belegging is een deelneming in een beleggingsinstelling. De beheerders van zo'n beleggingsinstelling proberen zoveel mogelijk kapitaal aan te trekken wat ze dan beleggen voor degenen die kapitaal beschikbaar stellen. Natuurlijk tegen een vergoeding. Als er veel kapitaal is in zo'n instelling, kan er gezorgd worden voor meer spreiding in de belegging. Dus het geld verspreiden over aandelen van meerdere bedrijven. Het nadeel van een beleggingsfonds is dat de winst altijd kleiner is dan de winst die je individueel zou kunnen maken. Natuurlijk zijn er ook voordelen: Het beleggingswerk laat je over aan vakmensen, de fondsbeheerders. Dan hoef je je dus zelf niet te verdiepen in de economie, politiek en beurzen van het binnen- en buitenland. Door hun omvang kunnen beleggingsfondsen zorgen voor een veel bredere spreiding van risico's. Dan heb je dus meer zekerheid.
11. Conclusie
Als je geld over hebt, dan is op dit moment beleggen in aandelen het beste wat je kan doen, omdat het goed gaat met de economie. Als je nog onervaren bent en het wat veiliger wil spelen, doe dan aan een collectieve belegging. Als je er al wat meer verstand van hebt, dan kun je meer winst maken door individueel te gaan beleggen.
Je moet echter, zelfs als je aan een collectieve belegging doet, goed de koersen etc. in de gaten houden. Denk je dan dat je dat niet kan, of wil je gewoon het risico niet nemen, neem dan een spaarrekening op lange termijn. Denk je echter je geld regelmatig nodig te hebben, zorg er dan voor dat je een spaarrekening neemt waarbij het mogelijk is om tussentijds geld op te nemen. Wij zijn zelf van mening dat je het beste kan gaan beleggen.
12. Bronvermelding
AEX-optiebeurs op internet (http://www.aex-optiebeurs.nl)
Folders van Spaarbeleg, Postbank, VSB-Bank, Rabobank en ABN-AMRO
Boek: "Beleggen met effect" van Jan Frissen
Boek: "Beurs en effecten" van S.G. Lettinga-Vegter Gemaakt door: Bas Willemsen & Peter Schaap, 25-02-1998.
- 1. Inleiding
- 2. Sparen: wat is sparen?
- 3. Sparen: verschillende mogelijkheden en hoe het werkt
- 4. Beleggen: wat is beleggen?
- 5. Beleggen: beleggingsvormen
- 6. Beleggen: dividend, rendement
- 7. Beleggen: koersvorming
- 8. Beleggen: de beurs
- 9. Beleggen: risico's en winst/verlies
- 10. Beleggen: collectieve belegging
- 11. Conclusie
- 12. Bronvermelding
rentepercentage gegarandeerd vast voor de gehele looptijd na geld opnemen klimt je rente over het resterende bedrag gewoon door. Rente bij de termijn van 10 jaar 5,125%. In het eerste jaar 3%, in het tiende jaar is dat opgeklommen tot 9% Kapitaalrekening: gunstige spaartegoeden
minimale eerste inleg f25.000,- Geen kosten bij opname bedrag tot en met f50.000,- per maand, wel een maand van tevoren reserveren, anders 1% opnamekosten. 2,75% rente bij spaartegoed onder f25.000,- 3,9% rente bij spaartegoed boven f25.000,- Je ziet dus dat er verschillen zijn tussen de rekeningen en dat elke zijn voordelen en nadelen heeft. 4. Beleggen: wat is beleggen? Beleggen is iets anders dan sparen, waarbij je je geld ergens stort en daarvoor later een hoger bedrag terugkrijgt. Als je kiest voor aandelen dan steek je je geld in activiteiten van bedrijven, die daarmee winst kunnen maken (of verlies) en daar deel je in mee, hierdoor kan je dus geld verdienen of verliezen. Het risico wat je daarbij loopt is bij het ene bedrijf voorspelbaarder dan bij het andere. Als je kiest om in obligaties te beleggen, dan is de opbrengst misschien wat lager, maar met minder risico's. De hoofdkenmerken van beleggen zijn: pieken en dalen in het rendement (rendement is de opbrengst of het verlies dat d.m.v. aandelen wordt verkregen). Maar op lange termijn blijkt dat beleggen toch veel meer oplevert dan b.v. sparen (zie ook hoofdstuk 5: Beleggen: de beurs). Je behaalt winst door de stijgende koersen, je ontvangt dividend en bovendien hoef je over de behaalde koerswinsten géén belasting te betalen. 5. Beleggen: beleggingsvormen Eerst zullen we uitleggen wat alles inhoudt en betekent.
- de aard van het bedrijf
- de grootte van het aandelenkapitaal + het roulerende deel daarvan
- dividend
- het verleden
- het heden
- de toekomst
- standing
- de vraag
- het aanbod
verkoop een aandeel als de koers zo hoog mogelijk is
zorg dat je d.m.v. de media op de hoogte blijft van de wereldeconomie
Een goed voorbeeld van dat laatste is de dreigende oorlog met Irak. De Amerikanen hadden gezegd dat ze niet zouden aanvallen voor de Olympische Spelen in Nagano afgelopen waren. Nu zijn de Olympische Spelen afgelopen en zou je denken dat ze elk moment kunnen aanvallen. Zodra ze aanvallen zullen alle koersen op de hele wereld ook gaan dalen. Maar door het nieuws te volgen weet je dan dus dat je moet zorgen dat je je aandelen verkoopt als de O.S. afgelopen zijn. Maar toch ben je nooit ergens zeker van. Dat blijkt nu al in dit voorbeeld. De V.S. heeft de aanval uitgesteld, en misschien komt er wel helemaal geen. 10. Beleggen: collectieve belegging Een collectieve belegging is een deelneming in een beleggingsinstelling. De beheerders van zo'n beleggingsinstelling proberen zoveel mogelijk kapitaal aan te trekken wat ze dan beleggen voor degenen die kapitaal beschikbaar stellen. Natuurlijk tegen een vergoeding. Als er veel kapitaal is in zo'n instelling, kan er gezorgd worden voor meer spreiding in de belegging. Dus het geld verspreiden over aandelen van meerdere bedrijven. Het nadeel van een beleggingsfonds is dat de winst altijd kleiner is dan de winst die je individueel zou kunnen maken. Natuurlijk zijn er ook voordelen: Het beleggingswerk laat je over aan vakmensen, de fondsbeheerders. Dan hoef je je dus zelf niet te verdiepen in de economie, politiek en beurzen van het binnen- en buitenland. Door hun omvang kunnen beleggingsfondsen zorgen voor een veel bredere spreiding van risico's. Dan heb je dus meer zekerheid.
Boek: "Beleggen met effect" van Jan Frissen
Boek: "Beurs en effecten" van S.G. Lettinga-Vegter Gemaakt door: Bas Willemsen & Peter Schaap, 25-02-1998.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
R.
R.
goed werkstuk, bedankt
22 jaar geleden
Antwoorden