Waterschildpadden

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 6361 woorden
  • 4 juni 2008
  • 69 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
69 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Soorten
Er zijn heel veel verschillende soorten waterschildpadden over een paar ga ik iets vertellen.

Marmerschildpad
Hij wordt maximaal 20 cm groot en leeft in het zuiden van Vancouver en Brits-Colombia; Zuid- en midden Californië.
Hij zit het liefst in poelen en meren, heeft voorkeur voor rustig water van ongeveer 20 tot 28 graden en komt weinig zonnen.
Hij is vooral overdag actief en eet vlees, vis en planten.
Alleen in gebieden in het noorden houd hij een winterslaap.

Het gladde schild is olijfbruin tot zwartbruin van kleuren heeft meestal een marmertekening, toch kan deze ook ontbreken.
Het buikpantser is geelachtig en heeft een onregelmatige donkere vlek langs de lengtedraad.
De bovenkant van de kop is bruinzwart, de zijkanten van de kop zijn bruin.
De kin en keel zijn geelachtig bruin.

Colombiaanse (kinvlek) pauwoogschildpad
Hij wordt maximaal 35 cm groot en leeft in het noorden van Colombia en Venezuela.
Hij leeft in meren en moerassen, heeft geen winterslaap en is overdag actief.
Vlees, vis en waterplanten zijn het kostje van de schildpad hij heeft ook geen winterslaap.
Het laaggewelfde rugpantser is bruingroen met grote ronde oogvlekken op elk schild. Deze vlekken hebben een donker midden met een lichte rand.
De buik is geel met donkere gezoomde naden tussen de schilden.
Kop en poten hebben gele lengtestrepen op een donkere ondergrond.
De kop heeft ook een rode (vaak meer oranje) vlektekening.
De lengtestrepen van de onderkaak worden gescheiden door ronde, donker gerande vlekjes.


De mannetjes van deze soort zijn alleen te herkennen aan de dikkere en langere staart. Ze hebben geen langere nagels aan de voorpoten.
Deze schildpad komt graag op het land om te zonnen, maar is een uitstekende zwemmer het liefste wild hij water tussen de 20 en 28 graden die een groot waterbassin op prijs stelt.

Onechte landkaart (zaagrug) schildpad
Hij wordt maximaal 28 cm groot en leeft in het zuiden van de V.S. waar ze in de noordelijke gelegen gebieden een winterslaap houden.
Het liefste zit hij in poelen met voldoende planten, vissen en insecten, rivieren, moerasgebiedenen en rustige wateren met modderige bodems.

Overdag is hij actief ze zijn vrij schuw en schieten bij gevaar meteen het water in. Ze zijn te herkennen aan de 2 gele korte rechte strepen op de kop en de lichtbruine ogen. Het water moet tussen de 20 en 28 graden zijn en het zijn ook hele goede zwemmers.

De aanschaf
Waterschildpadden kosten veel tijd, geld en energie. Sommige soorten hebben ook (ontheffings-)papieren nodig. Laat je daarom goed informeren als je waterschildpadden wilt nemen.

Als je een waterschildpad aanschaft, vraag de verkoper dan altijd om welke soort het gaat (het liefst de wetenschappelijke benaming).
Realiseer je dat sommige soorten erg groot kunnen worden, dus langzamerhand veel ruimte nodig hebben en gemeen kunnen bijten, maar als je de dieren de ruimte en verzorging geeft die ze nodig hebben, heb je voor de komende 30 jaar een hele bijzondere en prettige huisgenoot aangeschaft.
Het is beter schildpadden te kopen die hier gekweekt zijn.

Deze dieren dragen minder ziektes, hebben minder stress geleden en zijn daardoor gezonder.
Je kunt erachter komen waar ze gekweekt zijn door contact op te nemen met Lacerta (verenging voor het houden van herpetofauna), Nederlandse Schildpadden Vereniging of plaatselijke kwekers.

De volgende punten zijn bij aanschaf erg belangrijk
1. Kijk naar de algemene verzorging van de locatie.
Is de ruimte verwarmd, schoon en verzorgd?
In een slordige / vieze omgeving is er meer kans op zieke dieren.

2. Hoe worden de dieren gehuisvest?
Slecht gehuisveste dieren zijn vaak ziek.
Let erop dat ze in bak zitten met landgedeelte en spotje.

3. Kijk naar de gezondheid van de schildpad.
Vertoont het dier gezondheidsproblemen zoals; Scheef zwemmen, belletjes aan de neus (Longontsteking), dichte ogen en/of ziet er levensloos uit, KOOP–DEZE-DAN-NOOIT !
Dit brengt de winkelier op het idee om beter voor zijn dieren te zorgen.

4. Vanzelfsprekend moeten de dieren onbeschadigd zijn.
Kijk goed naar de ogen, poten en schild.
Dieren die iets ontbreken hoeven niet ziek te zijn.

En verdienen ook een 2de kans.

5. Vraag de verkoper om advies. Over het houden van waterschildpadden.
Geeft de verkoper een bevredigend advies?
Verkopers willen graag verkopen, dat is hun goed recht, maar soms verdraaien ze de zaken zodat het hun ten goede komt, maar het welzijn van de schildpad niet!

Als de hobby tegenvalt...
Als je de dieren niet meer kunt verzorgen laat ze NOOIT vrij in de natuur (Flora en Faunawet).
Er bestaan verschillende schildpaddenopvangcentra. En anders bieden wellicht de gespecialiseerde verenigingen opvangmogelijkheden.

Kijk bij onze links voor de opvang/adoptie mogelijkheden en de verschillende verenigingen.

Huisvesting
Iedere schildpadsoort heeft zijn eigen natuurlijke leefomgeving.
Enkele voorbeelden:

Roodwang (Trachemys scripta elegans)
De natuurlijke leefomgeving van deze schildpad zijn zwak stromende riviertjes en meren.
Ze zijn gewoonlijk aan de oever te vinden, maar ook kruipen ze wel op boomstammen om enkele uren lekker van de zon te genieten.

Pauwoogsierschildpad (Trachemys callirostris callirostris)
Ze zijn terug te vinden in en bij vijvers, in greppels, in en langs moerassen en kalm voortkabbelende rivieren.


Zaagruggen (Graptemys spp.)
In het wild komen ze erg talrijk voor in vijvers, moerassen en rustig stromende rivieren.
Ze benutten graag scheve vlakken van drijvende boomstammen om te zonnebaden.

Sierschildpadden (Chrysemys spp.)
Ze leven vooral in meren en in langzaam stromende wateren, waar een rijke plantengroei, drijvend of niet, dekking en voedsel aanwezig is.
Ook houden ze ervan om te zonnebaden aan de oever.

Het is belangrijk zijn huis zoveel mogelijk na te bootsen als in de natuurlijke levensomgeving.

De huisvesting in gevangenschap
Schildpadden zijn erg gevoelige dieren en stress moet dan ook vermeden worden.
Haal ze niet te vaak uit hun bak.
Alleen maar om de bak te verschonen, of te controleren op ziektes.

Laat de schildpad nooit los lopen over de vloer.
Ze zijn erg vatbaar voor tocht.
Dit kan tot een verkoudheid en zelfs tot longontsteking leiden.
Het verblijf dient gedeeltelijk aan de bovenkant dicht te worden gemaakt, om eventuele ziektes te voorkomen.

Plaats waterschildpadden in een aquarium, terrarium of paludarium.

Het aquarium kan versierd worden met (nep)planten, maar geen giftige planten.
Alle waterplanten die in de dierenwinkel verkocht worden zijn niet giftig.
Veel waterschildpadden zijn alleseters.
De planten zullen daarom ook gulzig worden gegeten.
Ook kunnen ze erachter schuilen.
Door hun wild gezwem kunnen ze de planten er wel uitrukken.
Let er op dat de meeste waterschildpadden uitstekende klimmers zijn.

Waterschildpadden die erg van grote verschillen kunnen de ledematen afbijten of erg agressief worden tegen elkaar.
Het is daarom geen goed idee deze bij elkaar te plaatsen.
Plaats ook geen verschillende soorten waterschildpadden bij elkaar.
Een waterschildpad kan prima alleen leven.

Het is belangrijk zieke dieren te isoleren ( afschermen) en apart van de gezonde dieren verzorgen.
Plaats een nieuwe waterschildpad niet zomaar bij een bestaande (gezonde) waterschildpad, voordat u overtuigd bent van de gezondheid.

Maak handen en gereedschappen steeds schoon met een desinfecteert middel.


Het snelle onderduiken vanaf het landgedeelte met zonplek, is in de natuur een reactie van levensbelang.
Plaats daarom het aquarium in een rustig gedeelte van de kamer.

Indien de huisvesting niet goed is (bijvoorbeeld een te lage watertemperatuur) kan het zijn dat ze weigeren te eten.

De grootte
Iedereen kent wel de bekende 'plastic palmboomparadijsjes'. Die zijn zeker NIET voldoende!
Een waterschildpad die in een te kleine huisvesting woont, krijgt absoluut gezondheidsproblemen en het kan zelfs tot de dood leiden.

Een goedkoop aquarium van 60x30x30 wordt echt snel te klein.
Het beste is meteen een 80 á 100 cm lang aquarium aan te schaffen.
Jonge waterschildpadden groeien vooral in hun jongere jaren hard.
Kies voor een minimale breedte van 50 á 60 cm.

De hoogte van het verblijf dient zo hoog mogelijk te zijn. 50 cm en hoger is echt vereist.
De waterhoogte is per schildpadsoort anders. De waterhoogte van een Trachemys, Chrysemys en Graptemys moet MINIMAAL de hoogte zijn als de lengte van het schild.
Hoe hoger hoe beter, zo kan de zwemruimte die ze hebben optimaal benut worden. Want het zijn echt zwemmers.


Het landgedeelte
Een waterschildpad heeft ook ongeveer 1/4 á 1/3 landgedeelte nodig.
Het is nodig om eens lekker te zonnen. En af en toe eens goed op te drogen.
Ook is het noodzakelijk voor het gezond vervellen en het opnemen van zonlicht.
Gebruik een mooie platte steen, kurk of stuk hout, dat geeft een meer natuurlijk uitzicht.
Het voordeel van een drijvend eiland is dat de waterschildpadden er onderdoor kunnen zwemmen en dus meer ruimte hebben.

De eisen van een landgedeelte:
- Gemakkelijk te bereiken zijn
- Goed droog zijn
- Geen stoffen afgeven die giftig zijn
- Geen scherpe randen hebben
- Niet aan te 'knagen' zijn
- Stevig vastzitten
- Schoon te maken zijn
Zand op het eiland

Vrouwelijke waterschildpadden leggen eieren.
Ook zonder een mannelijke waterschildpad.
Een vrouwelijke waterschildpad heeft daarom een eierafleggedeelte nodig.
Dit eierafleggedeelte maakt u met zand.
Ze graven hun eieren in het zand.
Gebruik voegzand, rivierzand of metselzand.

Maar met voorkeur reptielenzand, aquariumzand en speelzand.
Dit zand is behandeld tegen schimmelgroei, insekten, schadelijke stoffen maar vooral is het afgerond zand (niet scherp).
Als er geen zand aanwezig is op het eiland, is het mogelijk dat het vrouwtje legnood krijgt.
Ga dan langs een (reptielen)dierenarts.

Het water
Het watergedeelte is 3/4 á 2/3 van het verblijf.
Waterschildpadden zijn koudbloedig.
Dit betekent dat de omgeving de lichaamstemperatuur bepaald.
Als de omgevingstemperatuur laag is verminderd dit de eetlust en beweeglijkheid.
De beste temperatuur is afhankelijk van de soort.
Bepaal daarom eerst de temperatuur door te kijken waar de schildpad voorkomt.

Voor een Trachemys, Chrysemys en Graptemys is een temperatuur tussen de 20 en 26 graden Celsius prima.

Hiervoor kunt u indien nodig een verwarmingselement kopen.
Deze bestaan meestal uit glas.

Waterschildpadden kunnen deze stuk maken, waardoor het water onder spanning kan komen (kortsluiting) te staan. Om dit te voorkomen kunt u een verstevigd verwarmingselement kopen. 

Een schone bak
Zowel op het land als in het water levende schildpadden is het noodzakelijk dat de bak zeer goed schoon gehouden word, daar doen ze hun behoefte in en de restjes van het verrotte eten ook.

Als je geen sterk filter hebt moet je minstens eenkeer per week al het water verversen.
Schildpadden kunnen ook ziektes krijgen van vies water.

Gebruik nooit schoonmaakmiddelen in het water. Dit kan schadelijk zijn voor de waterschildpad.

Een filter
Het verblijf heeft een behoorlijk groot filter nodig, omdat waterschildpadden de boel goed vervuilen.
Je kunt kiezen voor een buiten- of een binnenfilter.
Laat het filter 24 uur per dag aan.

Een buitenfilter heeft veel voordelen:
- Grotere capaciteit
- Verliest geen ruimte in het aquarium
- Heel wat minder vaak schoonmaken
- Maakt geen geluid in het aquarium

De lamp
Boven het landgedeelte hoort een warmtelamp en een UVB lamp.
Voor de opname van vitamine D3 is een speciale lamp nodig.

Deze lamp geeft de benodigde UVB af en is in verschillende soorten en maten te verkrijgen, zoals bijvoorbeeld TL's, spaarlampen en als een combinatiespot.
Bij een TL of spaarlamp is er altijd een 2de warmtelamp noodzakelijk.
Bij een combinatiespot die zowel UVB als warmte afgeeft, is er geen extra warmtespot nodig.

Combinatiespot
Een TL buis geeft dus geen warmte af. Maar zorgt wel voor meer licht.
Spaarlampen zijn niet te gebruiken als warmtelamp, want ze geven vrijwel geen warmte.

Schildpadden kunnen zich wel degelijk zelf verbranden.
De beste temperatuur onder de warmtelamp is 35 tot 38 graden.
Zorg ervoor dat ze de lampen niet aan kunnen raken.
De lamp zorgt tevens voor een aangename luchttemperatuur.

Tussen de UV-lamp en het water/landgedeelte mag geen glas zitten.
Glas houdt namelijk de UV straling tegen.
De lampen mogen de gehele dag aanstaan.
Zodra het donker is, gaan de lampen uit en gaan de schildpadden slapen. Laat de lampen in de zomer langer aan.
En in de winter korter.


UV spaarlampen en combinatiespots kunnen niet gedimd worden.
Door het ontwerp van de lamp kan hij alleen op vollast werken.
Bij geringe daling van de netspanning gaat de lamp direct uit.
UV TL buizen kunnen met sommige dimmers wel gedimd worden, afhankelijk
van het type (hoog frequent dimmers), deze zijn wel vrij prijzig.

Lucht- en/of circulatiepomp
Er ontstaat vaak een glad laagje op het wateroppervlak.
Dit is eenvoudig op te lossen door een circulatiepomp of filteruitlaat net onder of boven het wateroppervlak te plaatsen.
Hierdoor ontstaat er stroming in het water, waardoor er geen dood wateroppervlak kan ontstaan.
Een luchtpompje met belletjes geeft ook een speels effect en werkt ook erg goed tegen het dode wateroppervlak.

Bodembedekking
Er zijn verschillende soorten materialen op de bodem neer te leggen.
Dit kan je gebruiken:


Zand
voegzand, rivierzand of metselzand.
Maar met voorkeur reptielenzand, aquariumzand en speelzand.
Dit zand is behandeld tegen schimmelgroei, insekten, schadelijke stoffen maar vooral is het afgerond zand (niet scherp).
De waterschildpadden graven er ook in op zoek naar voedsel.
Sommige soorten graven ook zichzelf in.
Zorg voor juist die soort voor een dikke laag.

Steentjes
Gladde kiezels bijvoorbeeld.
De waterschildpadden graven er ook in op zoek naar voedsel.

Combinatie 'zand en steentjes'
De natuurlijke leefomgeving bestaat uit een combinatie van geslepen zand en steentjes. 

De zomerzon
Voor de gezondheid van de waterschildpadden is het heel goed om ze in de zomers als het flink warm is buiten te zetten.
Vanwege de opname van Vitamine D3 die van de (UVA en UVB) zon afkomt.
U kunt dit natuurlijk in de tuin doen, maar het kan zelfs op een balkon. Of via een vijver.


Zet ze nooit buiten in een aquarium. Als het glas te snel opwarmt wordt het water extreem heet.

Het verblijf dient zo goed te zijn afgesloten dat er geen katten, mollen, reigers, eksters en andere dieren bij kunnen.
Plaats het verblijf zo, dat zo lang mogelijk (minstens de halve dag) zon op het land- en watergedeelte staat.
Er moet ook gedeeltelijk schaduw zijn. De waterschildpadden kunnen over verhit raken op hete dagen, als ze niet kunnen verstoppen.
Zorg ervoor dat ze niet op de tocht zitten, vanwege verkoudheden en longontsteking.

Een eiland kan gemakkelijk gemaakt worden van rotsen, boomstronken of kurk.
Waterschildpadden zijn goede klauteraars. Als ze met hun scherpe klauwen houvast krijgen, kunnen ze bijna loodrechte wanden beklimmen (gebruik dus geen gaas).
Het best is een omheining die naar binnen overhelt.
De omheining moet ongeveer 40 tot 50 cm hoog zijn en ongeveer 20 cm in de grond gegraven zijn.
Je kunt een omheining maken van bijvoorbeeld hout, betonplaten etc.

Het voedsel

Voeding in het wild
Iedere schildpadsoort heeft zijn eigen menu.
Sommige soorten zijn alleseters, andere plantaardig en sommige eten dierlijk voedsel.
Het is per soort anders.

De zaagrug (Graptemys spp.) eet voornamelijk dierlijk voedsel.

Volwassen dieren eten slakken, mosselen, insecten en waterdieren.

In het menu van de geelwang (Trachemys scripta troosti) en geelbuik (Trachemys scripta scripta) komt geen fruit voor.

Een volwassen roodwang (Trachemys scripta elegans) neemt in zijn natuurlijke leefomgeving voor meer dan 80% plantaardig voedsel tot zich.

De Sierschildpad (Chrysemys spp.) leeft voornamelijk van aas, vissen, insecten, weekdieren en waterplanten.

Sommige soorten pakken ook aas van de oever.

Het is belangrijk dat wat ze in het wild eten, zoveel mogelijk na te bootsen in gevangenschap.
Kijk dus welke soort schildpad je hebt en pas hierop het voederschema aan.

Voeding in gevangenschap
In de dierenspeciaalzaken is kant-en-klaar voedsel te koop.
Vaak bestaan deze uit gedroogde garnaaltjes, vliegjes en larven.
Dit voedsel bevat niet de hoognodige voedingsstoffen en vitamines.
Geloof niet alles wat er op de flesjes en potjes staat!
Voor jonge schildpadden is het wel een goed bijvoer.

Geef het voedsel gewoon in hun bak.
Omdat het verplaatsen van dieren teveel stress geeft.

Ze eten alleen maar in het water.

Omdat ze door middel van het water hun voedsel doorslikken.

Het is belangrijk dat de waterschildpad gevarieerd en goed gedoseerde voeding krijgt, dit bevordert de gezondheid en levensduur van de waterschildpad.
Echter hebben waterschildpadden wel een eigen voorkeur wat ze lekker vinden.

Ze vinden veel 'lekker'.
Maar lekker is natuurlijk niet per se gezond!
Onderstaand voedsel kan je prima geven.
Maar, alles met mate.
En hoe afwisselender hoe beter!

Dierlijk
- Babymuisjes
- Babyratjes
- Biefstuk
- Guppen
- Insecten
- Kattenbrok (Goed merk)
- Kip (Alleen gekookt!)
- Kippenlevertjes
- Krekels
- Krill
- Lever (Rauw)(vitamine A)
- Meelwormen
- Moriowormen
- Mosselen
- Muggenlarven
- Muizen
- Naaktslakken
- Pissebedden
- Platys
- Regenwormen
- Runderhart
- Scampis
- Slakken
- Spiering
- Sprinkhanen
- Tartaar
- Tilapia
- Vliegen
- Voorntjes
- Wasmotten
- Waterslakken

- Zoetwatergarnalen
- Zoetwaterkreeften
- Zoetwatervis

Plantaardig
- Andijvie
- Cabomba
- Vallisneria
- Eendenkroos
- Waterpest
- Waterplanten

Overig
- Eierschalen
- Kattenbrokken
- Schildpaddenpudding
- Sepia (Cuttlebone)

Vitaminen
Bij een reptielen/dierenspeciaalzaak zijn speciale vitamines verkrijgbaar.
(Bijvoorbeeld Carmix en Sporavit)
In feite hebben schildpadden bij goed gevarieerde voeding geen extra vitamines nodig.
De dieren in gevangenschap ondanks de vele variatie niet het voer krijgen wat ze in hun echte leefomgeving krijgen is het raadzaam beide voedselvervangers toe te voegen aan het voedsel.
Strooi deze 1 keer per week over hun eten.

Let wel goed op de houdbaarheidsdatum.

Vloeibare vitamines in het water doseren is ongeschikt. De druppels worden verspreid over het gehele water. De hoeveelheid die de schildpad binnenkrijgt is niets.
Je kunt best af en toe wat levende voedseldieren (krekels, meelwormen, etc) voeren die zich vol gegeten hebben met vitamines.

Kleine schildpadden groeien zeer snel en hebben dan ook veel calcium (kalk) nodig, dit kan je via eierschalen, sepiaschelpen of calciumsupplementen geven.
Indien ze een tekort aan calcium hebben kan het schild week worden of begint het te vervormen.

Voedseldieren
Levende voedseldieren zoals slakken, regenwormen, pissebedden, krekels, sprinkhanen, meelwormen, moriowormen, wasmotten e.a. zijn prima voer voor waterschildpadden.

De insecten die de dieren- en reptielenwinkels verkopen hebben vaak erg goedkoop en slecht voer gehad, met alle gevolgen van dien.
Daarom is het zeer aan te raden om de voedseldieren zelf eerst goed te voeren.
Het beste is nog om zelf de tuin in te duiken en op voedseldieren jacht te gaan.
Indien er gif is gestrooid, geen voedseldieren uit de tuin geven.

Krekels
Een groot voordeel van krekels is dat je ze in vele maten kunt krijgen.
Ontsnapte krekels kunnen nog erg lang buiten het aquarium overleven. Ze eten natte kattenbrokken.

Geef ze ook wortel, appel en/of een halve sinaasappel.
Hier zit veel vocht in.
Krekels kunnen in de koelkast bewaard worden, maar eten dan wel minder dan dat ze buiten de koelkast gehouden worden.

Sprinkhanen
Sprinkhanen zijn niet heel erg vet, en makkelijk te vangen.
Een nadeel van sprinkhanen is dat ze in verhouding redelijk duur zijn in aanschaf. Ook kost het meer moeite om een groot aantal sprinkhanen goed in leven te houden dan krekels.
Sprinkhanen kan je het beste iets vochtig gras te eten geven.
De grotere sprinkhaan soorten (á 6 cm) komen uit de woestijn en hebben daarom ook warmte nodig.

Meelwormen
Meelwormen zijn zeer goedkope voedseldieren waar je makkelijk aan kan.
Echter zijn ze behoorlijk vet.

Wasmotten
Wasmottenlarven zijn als het ware de snoepjes voor de schildpadden.
Gezien het feit dat wasmottenlarven erg vet zijn, zijn ze totaal niet geschikt als hoofdvoedsel.
Wel is het een goed voedseldier om ter afwisseling te geven.
Overigens is het, zoals eerder vermeld, verstandig om een waterschildpad gevarieerd en goed gedoseerde voeding te geven.


Plantaardig voedsel
Voor de meeste soorten geldt; Hoe ouder de schildpad word, hoe meer behoefte ze hebben aan plantaardig voedsel.
Voorbeelden zijn, diverse waterplanten zoals waterpest en eendenkroos.
Let wel op dat u geen giftige planten voert.

Daarnaast kun je ook bladgroenten gegeven.
Favoriet zijn andijvie, boerenkool en andere bladgroenten. 

Vis
Geef ze af en toe en stukje vis.
Die kunt u gewoon levend in uw bak plaatsen, zodat ze erop kunnen jagen.
Geschikte visjes zijn bijvoorbeeld goudwinden, guppen, zwaarddragers, plaatjes (platy) en spiering.

De hoeveelheid van het voedsel
Het zijn grote bedelaars die snel door hebben als je naar de bak komt dat ze wat krijgen.
De hoeveelheid hangt af van het soort, de grote, de leeftijd en hoeveel de schildpad actief is.
Voer ze maar één keer per dag, met voorkeur 's ochtends, dan hebben ze de hele dag de tijd om het voedsel te verteren.


Houdt er ook rekening mee dat ze koudbloedig zijn en dus niet zoveel hoeven te eten als een warmbloedig dier van dezelfde grote.
Ze hoeven immers niet actief energie te verbranden om hun lichaamstemperatuur op peil te houden.
Als je ziet dat je schildpadden wat aan de dikke kant worden, kun je zelf af en toe een vastendag tussendoor geven.
Hoe ouder de dieren, hoe minder vaak ze eten nodig hebben.
Hoe warmer het aquariumwater, hoe meer ze moeten eten.
Dit merk je vooral in de zomer en in de winter.

- Jonge waterschildpadjes (tot ongeveer 6 maanden) Dagelijks
- Half volwassen waterschildpadden (6 mnd tot ongeveer 2 jaar) 3 tot 4 keer per week
- Volwassen waterschildpadden (vanaf ongeveer 2 jaar tot...) 2 keer per week

Wegen en meten
Het is goed om een schildpad elke maand te wegen en te meten.
Zo word gekeken hoeveel cm de schildpad is gegroeid is.

Je meet dan altijd de schildlengte en de schildbreedte.
Het gemakkelijkste is het met een schuifmaat of een doodgewone liniaal.
Om de schildpad te wegen kun je een gewone keukenweegschaal nemen.


Vervolgens kun je alle gegevens noteren en elke maand zie je de verschillen.
Geen schildpad is er gelijk van grote of gewicht. Ook verschilt het per soort.
Je maten en gewichten kunnen er daarom heel anders uit zien dan onderstaand schema.
Datums Schildlengte Schildbreedte Gewicht
11 september 5,3 4,6 25 gram
2 oktober 6,0 5,3 33 gram
30 oktober 6,5 5,5 42 gram
28 november 6,9 5,9 44 gram
25 december 7,5 6,4 61 gram

Het Geslacht
Wat ik hieronder zeg geldt alleen voor Chrysemys, Trachemys (niet alle soorten, want bij de soorten van Mexico tot Venezuela zijn de nagels namelijk kort bij de mannen), Pseudemys en Graptemys soorten.

Veel mensen willen gelijk weten wat voor geslacht hun waterschildpad is.
Je kunt dit niet gelijk zien, pas nadat ze wat ouder zijn zal het steeds duidelijker worden.
(Bij meer dan 10 cm schildlengte).


Mannetjes
- Hebben alleen aan de voorpoten lange nagels.
- Hebben een lange dikke staart en het cloaca / poepgaatje zit voorbij het schild.
- Zijn vaak ook kleiner dan vrouwtjes.
- De penis bevindt zich in de cloaca / poepgaatje van de staart. Deze laat zich af en toe zien en gaat vanzelf weer terug.

Vrouwtjes
- Hebben een korte dunne staart.
- Hebben aan de voorpoten even lange nagels als aan de achterpoten.
- Leggen ook eieren zonder mannetje. (Zorg daarom voor een zand-eiland)

Het geslacht kan niet bepaald worden aan de hand van de bolling / holling van het buikschild.

Lichaamstaal
De meeste waterschildpadden zijn dagactief(overdagactief).
’s Nachts rusten ze onder water en duiken ze van tijd tot tijd op, om adem te halen.

Geluid
Slechts bij uitzondering zoals bij longontsteking of bij paring laat de schildpad enig geluid horen, hoewel ik bij dit laatste niet van uitzondering kan spreken. Schildpadden kunnen met taal, zoals een hond of een kat, geen blijk geven van tevredenheid of pijn. Ze hebben echter wel een eigen lichaamstaal en wanneer je de betekenis van deze gedragingen kent, ben je in staat te oordelen wat de schildpad wil 'zeggen'.

Langs het glas lopen of klimmen
Dikwijls kun je zien hoe een schildpad zonder ophouden langs de wand van een terrarium heen en weer kruipt en een weg probeert te zoeken. Of hoe een schildpad probeert over de rand van zijn verblijf te klimmen. Dit zijn doorgaans duidelijke signalen dat het die de leefruimte niet geschikt vindt.

Dit gedrag is wel begrijpelijk als het dier pas in een nieuwe omgeving zit. Dit kan dan beschouwd worden als nieuwsgierig onderzoeken van het terrarium.
Blijven de uitbraakpogingen na een week nog aanhouden, dan is er waarschijnlijk iets niet in orde met het terrarium.
Ook sterke geuren en geluiden kunnen het welzijn van schildpadden beïnvloeden.
Probeert een vrouwelijk waterschildpad steeds te ontsnappen of is ze heel nerveus bezig op het eiland, waarschijnlijk wil ze eieren leggen en zoekt ze een geschikte legplaats.

Graven in de grond (op het landgedeelte)
Graaft je schildpad voortdurend in de grond, dan is het waarschijnlijk een wijfje die probeert eieren te leggen, maar geen geschikte legplaats kan vinden. Ook is het mogelijk dat je schildpad (mannetje of vrouwtje), tegen de overdreven warmte, in de koele grond een schuilplaats zoekt. Dit hoeft niet diep te zijn, enkele centimeters is al voldoende.

Alle poten uitgestrekt
Als een schildpad plat op het landgedeelte ligt met al haar poten uitgestrekt en de kop naar voren, dan is ze niet dood, maar neemt ze een zonnebad en voelt ze zich prima. Ligt ze echter de hele dag onder de warmtelamp en maakt ze een zwakke indruk, dan kan ze ernstig ziek zijn en kun je beter naar de dierenarts.

Opgericht
Staat de schildpad rechtop en rekt hij zijn kop naar boven uit, dan is dat een blijk van nieuwsgierige interesse in de omgeving.
- Intrekken van kop en poten


Trekt de schildpad plots zijn kop en poten in, dan is ze bang en mag ze niet gestoord worden.
Met uitzondering van de halswenders en de halsbergers, die houden hun kop langs hun lichaam.

Wroeten in het grind onder water
Waterschildpadden wroeten onder water graag in het grind. Hier gaat het meestal om het zoeken naar voedsel, wat bij regelmatig voederen echter een spel geworden is. Ook kan het zijn dat door het schrikken, ze een schuilplaats zoekt in het grind.

Het schild
Een schildpad draagt twee schilden: een rugschild (carapax) en een buikschild (plastron). Samen vormen deze schilden een veilig pantser waarin de schildpad zich terug kan trekken als hij zich bedreigd voelt. Zijn kop, staart en zijn vier poten verdwijnen tussen het buikschild en het rugschild, zodat deze kwetsbare lichaamsdelen goed beschermd zijn tegen bijvoorbeeld roofdieren (Afhankelijk van de soort).

Het schild van een schildpad is opgebouwd uit twee stevige lagen. De buitenste laag van het schild bestaat uit hele sterke hoornplaatjes. De binnenste laag van het schild is gemaakt van bot.
De schildpadden verliezen hun hoornplaten ook één voor één. Deze mag je absoluut nooit zelf lostrekken, anders kan het zijn dat de schildpad schildrot krijgt.
Dus schrik niet als je een klein plaatje vind.
Ook kunnen er bij de schildpadden opeens velletjes loskomen, die ziet eruit als vliesje. Dan is hij aan het vervellen, en dit is heel normaal. Dit ook niet zelf lostrekken bij de waterschildpad. Deze laten ook vanzelf los.

Zintuigen
Neus
Het reukvermogen is bij schildpadden zeer goed ontwikkeld en het vrouwtje vindt een partner van dezelfde soort en haar voedsel.

Waterschildpadden ruiken onder water net zo goed als boven water.
Daarom bereiken ze in troebel water ook hun doel. Ze pompen het water d.m.v. bewegingen van de onderkant van de mondholte door de neus in de bek en laten het uit de bek naar buiten vloeien.

Oren
Het oor is uitwendig nauwelijks te zien. Het bevindt zich ongeveer achter de 'wang' en is meestal bedekt met een leerachtige huid of met schubben. Een uitwendige oorschelp ontbreekt en het trommelvlies ligt direct onder de huid. Schildpadden kunnen het beste lage tonen waarnemen. Daarom is het mogelijk d.m.v. een instrument schildpadden te lokken. Trillingen van de bodem worden via de achterpoten en het schild naar het binnenoor geleid, dat door de trillingen wordt geprikkeld.

Ogen
Het zicht is scherp, vooral om in de verte voedsel of vijanden waar te nemen.
Maar niet van dichtbij, dan oriënteert hij zich door middel van de geur.
Waterschildpadden hebben in hun netvlies een laagje geeloranje gekleurde vetbolletjes waardoor het gebruik van hun gezichtsvermogen ook in troebel water mogelijk is.
Ze zijn er echter nog niet achter of schildpadden kleuren kunnen zien.

Voortplanting
Onderstaande tekst is voor de Trachemys, Chrysemys en Graptemys soorten waterschildpadden.

Om de soorten schildpadden raszuiver te houden, adviseren mensen om niet met 2
verschillende (onder-)soorten schildpadden te kweken.

Bepaal daarom eerst welke soort je hebt.

De paringsdans
De mannetjes zijn geslachtsrijp bij een lengte van ± 10 cm, de vrouwtjes bij een lengte van ± 16 cm.
Indien de schildpadden goed door hun winterrust gekomen zijn kunnen we in het voorjaar een paringsgedrag vaststellen, waarbij de mannetjes de vrouwtjes opdrijven en achtervolgen, gedurende een paar dagen.
Als het vrouwtje ook tot paren bereid is komt het tot de eigenlijke hofmakerij. Opgewonden zwemt het mannetje om het vrouwtje heen en brengt haar voortdurend in het nauw. Dan zwemt het mannetje van voren op het vrouwtje toe en strekt daarbij zijn voorpoten uit. Terwijl de voorpoten trillend, vibrerend bewegen, beroeren de nagels ervan de kop van het wijfje (dit is zo bij Trachemys en Chrysemys).
(De Graptemys soorten die kopknikken tegen elkaar).
Vooral de kin en de wangen worden hoe langer hoe vaker aangeraakt.
Maar ook het vrouwtje laat zich niet onbetuigd: toont zij interesse, dan vibreert ook zij met de tenen van de naar voren gestrekte voorpoten. Met rustige, niet overhaaste zwembewegingen geeft het vrouwtje tenslotte aan dat zij bereid is tot paring.

Je ziet wel vaker dat schildpadden van beide geslachten de voorpoten trillend, vibrerend bewegen tegen elkaar.
Dit wil zeggen dat ze elkaar mogen.

De paring
Daarna schuift het mannetje over het schild van het vrouwtje en brengt zijn staart onder die van het vrouwtje, zodat de beide cloaca openingen tegenover elkaar liggen. Nu kan het tot een eigenlijke paring komen.

Naarmate de temperatuur, kan het leggen van de eieren al in april beginnen.
Na de bevruchting zal de schildpad op zoek gaan naar een geschikte plaats om haar eieren te leggen.
De vrouwelijke waterschildpad probeert constant te ontsnappen en ze is heel onrustig bezig op het eiland.
Het eileggen gebeurt meestal in een droge ondergrond die bestaat uit warmtebehoudend materiaal.
Een geschikte plaats is op een zandeiland met voegzand, rivierzand, of metselzand. Als er geen geschikte legplaats is dan zal ze haar eieren in het water leggen of nog erger vasthouden.
Dan krijgt ze legnood.
Zorg daarom voor een geschikte plaats.
Eieren die in het water gelegd worden, sterven meestal af.

Ze maakt een peervormige ronde nestkom met een middellijn van 5 tot 25 cm.
Het aantal eieren schommelt tussen 5 en 25 stuks. Gemiddeld bestaat een legsel uit 10 eieren.
Draai de eieren niet.

Eieren uitbroeden of niet
Er dient een beslissing te worden genomen of u de eieren wilt uitbroeden of niet.
Wat ga je met de jonge schildpadjes doen?
Ga je ze zelf houden of verkoopt u ze aan andere liefhebbers?
Schildpadden houden is niet voor iedereen weggelegd.

Dit heb je zelf ervaren.
Het kost tijd, energie en geld.
Je realiseert dat je ze wel een tijdje kunt houden, maar dat u ze op den duur toch weg moet doen.
Het blijft erg lastig om een goed thuis te vinden.
Op internet, reptielenbeurzen en in winkels kunt u de schildpadden te koop aanbieden.
U kunt contact opnemen verenigingen zoals Lacerta (Nederlandse Vereniging voor
herpetologie en terrariumkunde) of NSV (Nederlandse Schildpadden Vereniging).

Als u besluit de eieren uit te broeden;

Incubatie
Er zijn diverse methodes om de eieren uit te broeden.
Stilstaande lucht, geforceerde lucht en au bain marie.
De laatste zal ik vertellen, deze methode komt het meeste voor.
Een broedstoof van glas wordt voor een deel gevuld met water.
In het water wordt een aquariumverwarming geplaatst om het water te verwarmen. Hierboven zit een aluminiumrekje met gaatjes. Bovenop dit rekje worden de eieren geplaatst in lege krekelbakjes. Incl. deksel die er los (het liefst schuin) op ligt.
In de krekelbakjes liggen de eieren in de vochtige vermiculiet.

Vermiculiet en water verhouding is 1:2.
Het deksel van de glazen broedstoof loopt schuin zodat de waterdruppels niet op de eieren vallen.
Een luchtvochtigheid van 80 tot 90% is ideaal.
Bij een hogere luchttemperatuur (32 graden) ontstaan er vrouwtjes. Bij een lagere luchttemperatuur (27 graden) ontstaan er mannetjes.
Hang er een thermometer met hygrometer in om alles goed in de gaten te houden.

Schouwen van het ei
Als na 24 uur of iets langer er een witte band om het ei komt, dan is het bevrucht.
Deze witte band strekt zich in de loop van de broedduur over het hele ei uit.
Als de eitjes niet bevrucht zijn dan zullen ze gaan rotten of schimmelen.
Eieren waarop een beetje schimmel staat kan nogsteeds iets uit komen.
Heeft u eenmaal besloten om de eieren weg te gooien (ivm rotten en schimmel) zou u het wel open kunnen maken om te kijken of er een jong inzit.

Als u zeker wilt zijn dat de eieren bevrucht zijn kunt u zo rond de vijfde dag van het broedproces de eieren schouwen met behulp van een schouwlamp.
Dat wil zeggen met behulp van een sterke lamp kijkt u door het ei heen en kan gezien worden of het ei werkelijk bevrucht is of dat het ei onbevrucht is.

Een onbevrucht ei zal geheel helder zijn en een bevrucht ei, zeker bij witte eieren, toont een duidelijke donker vlekje en bloedvaten.

Uitkomen van de eieren
Het uitkomen van het ei neemt ongeveer 1 á 2 dagen in beslag.
In normale omstandigheden worden de baby schildpadjes na 60-80 dagen geboren. Gemiddeld zijn ze bij geboorte 32 mm lang, 31,3 mm breed en 16,4 mm hoog. De groei in het eerste jaar bedraagt ± 3 cm.
Pasgeboren schildpadjes hebben een eitand, waarmee ze het ei hebben opengemaakt. Ze dragen ook nog een vitellinezak (of fontanel)(het vlies waarin hij in zijn ei lag) onder de buik op het buikschild. Het vlies valt er na een dag of twee af en voorziet het schildpadje van voedsel in de eerste paar dagen. Ze eten daarom de eerste paar dagen tot ± 1 week niets.
Na hoogstens 10 dagen moeten ze toch aan het eten zijn. Ze eten dan onder meer; watervlooien, fruitvliegjes, muggenlarven etc.

De pasgeboren schildpadjes kunnen in een klein tochtvrij aquarium worden geplaatst. Met een temperatuur van 22 t/m 25 graden. En een waterhoogte van ± 5 cm. Een platte steen kan als eiland dienen.
Plaats boven het eiland een UV warmte spot.

Houden ze een winterslaap of niet?
Niet elke schildpadsoort gaat in winterslaap.
Tropische soorten houden geen winterslaap. En sommige soorten houden slechts een winterrust.
Hoe meer de schildpad voorkomt bij de evenaar hoe onwaarschijnlijker de kans is dat de schildpad een winterslaap of winterrust nodig heeft.
Ga daarom na waar de soort voorkomt en las aan de hand hiervan een winterslaap of winterrust in. Trachemys, Chrysemys, Graptemys en Pseudemys komen noordelijker voor dan de evenaar.
In de natuur waar deze soorten voorkomen, zijn de temperatuur en lichtduur verschillen, veel groter dan hier. Een vrouwelijke schildpad zal na een goede winterslaap of winterrust minder moeite hebben met het leggen van haar eieren.


Winterslaap
In de natuur houden schildpadden een winterslaap in landen waar het koud kan zijn.
Als het koud wordt, beschermd de winterslaap de schildpad wanneer voedsel en water schaars zijn.
Zodra het kouder begint te worden graaft de schildpad zich in de grond. Zodra de zomer aanbreekt worden ze weer actief.

In gevangenschap wordt er rond oktober een winterslaap ingelast.
Afhankelijk van de soort kan een winterslaap wel 8 maanden duren.
Het is niet verstandig om een kleine waterschildpad (± minder dan 10 cm lang en jonger dan 3 jaar), zieke of herstellende schildpad in winterslaap te laten gaan.

Een winterslaap is nooit geheel risicovrij. Ondanks de zorgvuldige voorbereiding en uitvoering kan het altijd zo zijn dat de schildpad de winterslaap niet overleeft. Vaak heeft dit te maken met een zieke of zwakke schildpad.

Rond oktober wordt er minder gevoerd. Verwarmingselement verwijderen en de lamp ongeveer 8 uur per dag laten branden. Een week voordat de waterschildpad in winterslaap gaat wordt er niet meer gevoerd.
Zodat het spijsverteringskanaal volkomen leeg is.


Tref maatregelen gebaseerd op plaats en klimaat voor een veilige winterslaap.
Voor een betere controle is het handig de schildpad koele plek binnenshuis de winterslaap door te laten brengen. In bijvoorbeeld een kelder of koelkast.
Plaats de schildpad, na hem te hebben gewogen, in een aquarium of kuip met een thermometer.
Niet in een kartonnen doos, dit is totaal ongeschikt. Een minimale waterhoogte van 40 cm is voldoende.
Verschoon het water regelmatig, maar zorg dat de watertemperatuur hetzelfde blijft.

Controleer de temperatuur geregeld met een thermometer.
Een temperatuur tussen de 4 en 10 graden is prima.
Weeg de schildpad maandelijks. Als hij meer dan 10% van zijn lichaamsgewicht verliest, dient de schildpad vroegtijdig gewekt te worden.
Controleer af en toe of de schildpad nog slaapt en of hij reageert op aanrakingen.

In maart/april kan de schildpad worden gewekt en alles weer rustig worden opgebouwd.
Winterrust

Natuurlijke rustpauze
Wanneer het kouder begint te worden zal de temperatuur van het water en eiland omlaag moeten.
Je kunt ervoor kiezen om het verwarmingselement te verwijderen of lager te zetten (± 17 á 18 graden).

Laat de lamp ongeveer 8 uur per dag branden (normaal is dit ongeveer 12 á 14 uur). En vervang de lamp eventueel door een andere wattage. Belangrijk is het om de waterschildpadden minder te voeren.
Leg waterpest in het water zodat ze er naar behoefte van kunnen eten.
Houd de schildpad gedurende de winterrust goed in de gaten.
Zodra het warmer begint te worden kunt u langzaam alles weer in originele staat terugbrengen.

Bedreigd
Toeristen, soep en plastic zakken.
Voor zeeschildpadden is het geen probleem dat er in de natuur veel dood gaan voor ze volwassen zijn.
Vrouwtjes leggen in hun lange leven zoveel eieren, dat er evengoed voldoende in leven blijven.
Dat is anders wanneer er extra gevaren bijkomen.
Bijvoorbeeld mensen die de eieren van de zeeschildpadden uit het zand halen om ze op te eten.
Of stranden die zo druk zijn geworden dat de vrouwtjes er hun eitjes niet meer durven begraven.
Ook rotzooi in de zee is een probleem voor zeeschildpadden.
Gevaarlijke stoffen in het water veroorzaken ziektes en ook allerlei afval kost schildpaddenlevens.
Veel lederschildpadden hebben plastic zakken in hun ingewanden, opgegeten omdat ze dachten dat het kwallen waren.

Zeeschildpadden worden ook door mensen gevangen.
Soms is dat de bedoeling.
De schilden van de karetschildpad brengen geld op en de groene zee-schildpad heeft zijn bijnaam 'soepschildpad' niet zomaar gekregen.
Maar vaak vangen vissers zeeschildpadden omdat ze per ongeluk in hun netten verstrikt raken.
Eenmaal in zo'n net, verdrinken ze.
Volgens schattingen overkomt dat elk jaar zo'n 200.000 tot 300.000 zeeschildpadden.

Wereld Natuur Fonds beschermt legstranden en bestrijdt handel.
In Australië zijn met hulp van het WNF zendertjes op de schilden van zeeschildpadden geplakt.
Dat was om de schildpadden te bestuderen, maar ook om te bekijken welke mensen langs de zeeroutes wonen, zodat het WNF hen kon uitleggen waarom het beter is om zeeschildpadden te beschermen en hoe je dat kunt doen.
Bijvoorbeeld door visnetten te gebruiken waar speciale luikjes in zijn gemaakt zodat de zeeschildpadden kunnen ontsnappen.
Of door vissers te vragen hun oude netten niet meer zomaar overboord te gooien, omdat de zeeschildpadden er dan in verstrikt raken.

Het WNF legt ook uit dat in de meeste landen geen schildpadden meer verkocht worden en houdt in de gaten of dat niet toch gebeurd.
En het WNF beschermt de stranden waar zeeschildpadden hun eitjes leggen.
Op de Indonesische eilanden doet het WNF dit samen met hotels die veel toeristen ontvangen.
De hotels geven hun gasten uitleg over het leven van de zeeschildpadden en over de verboden handel in schilden en schildpaddenvlees.

REACTIES

O.

O.

handig

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.