Egypte

Inhoud

Inleiding
Hoofdstuk 1 Egypte het land aan de Nijl
1.1 Het land Egypte
1.2 Het eten in Egypte
Hoofdstuk 2 Farao’s
2.1 Wat zijn farao’s?
2.2 Hoe herken je een farao?
2.3 De bekendste farao’s
Hoofdstuk 3 Piramides
3.1 Waarom bouwden Egyptenaren piramides?
3.2 Hoe worden piramides gemaakt?
Hoofdstuk 4 Mummies
4.1 Hoe wordt een mummie gemaakt?
4.2 De vloek van de mummie
Hoofdstuk 5 Het schrift
5.1 Het schrift in Egypte

Tot Slot
Gebruikte boeken

Inleiding

Ik doe mijn werkstuk over Egypte.
Dit onderwerp heb ik gekozen omdat ik het een mooi en mysterieus land vind.
Ik vind het ook leuk dat er veel geheimen zijn in het land Egypte.
Er worden zelfs nu nog ontdekkingen gedaan.
De dingen waarover ik ga schrijven in dit werkstuk zijn: het land Egypte, farao's, piramides, mummies en het schrift.

Hoofdstuk 1 Egypte, het land aan de Nijl

1.1 Het land Egypte

Het land Egypte ligt midden in de woestijn van Noord -Afrika. Het is er bijna altijd heet en er is weinig water te vinden. Er valt nooit regen dus groeien er geen planten. Dat was duizenden jaren geleden ook al zo.
Het land Egypte was er nooit gekomen als de rivier de Nijl er niet was geweest.
De mensen die in Egypte woonden hadden vruchtbare grond, dat kwam omdat de rivier de Nijl elk jaar overstroomde. Als de rivier de Nijl elk jaar overstroomde, en het daarna weer zakte dan bleef er vruchtbare grond over.

Het rivierdal noemen mensen het zwarte land, omdat de kleur van de aarde daar zwart was.
Zwervende woestijnvolken kwamen op een dag op deze plek en bleven er wonen omdat ze heel goed voedsel konden verbouwen. Dit waren de eerste Egyptenaren.
Steeds meer mensen vonden deze plek, zo ontstonden er dorpen.
De Egyptenaren bouwden hun huizen op heuvels zodat ze geen last meer hadden van de overstromingen. Iets later bouwden ze dammen.
Zo kwamen er twee landen: Boven-Egypte en Beneden-Egypte.
5000 jaar geleden kwam Koning Menes die de twee landen samen bracht, en zo ontstond Egypte.

1.2 Het eten in Egypte

In die tijd aten ze vooral broden, eenden en gans die meestal boven een vuur werden klaargemaakt. De mensen die het eten klaarmaakten, hielden het vuur aan door een waaier te gebruiken.
Ze aten ook nog vruchten en groente zoals dadels, druiven en vijgen.
Om het eten zoeter te maken gebruikten ze honing.
De meeste Egyptenaren dronken veel bier, maar de rijken dronken wijn.

1.3 Het geloof in Egypte

Vroeger geloofden de Egyptenaren in verschillende goden, en had elke stad zijn eigen god.
Er waren 3 goden die in het hele land werden vereerd, dat zijn Amon, Pta en Bes.

In de tempel waren verschillende delen, maar het belangrijkste deel was het heiligdom. In dit deel mochten alleen de priesters komen.
Voordat ze in het heiligdom kwamen schoren ze hun hele lichaam, daarna baadden ze in het heilige meer. Daarna ging de priester naar binnen.
Als hij binnen is haalt hij het beeld van de god uit zijn vaste plek uit het heiligdom. Daarna doet hij er water overheen en doet het schone kleren aan, en zet er eten en drinken voor. Als laatste stopt hij het beeld weer terug op zijn vaste plek. Hij laat de deuren tot de avond open. Als hij weggaat bezemt hij zijn eigen voetsporen weg.

Hoofdstuk 2 Farao's

2.1 Wat zijn farao's?

In het land Egypte waren goden heel belangrijk. Daarna kregen farao's heel veel macht. Een farao was een soort koning van Egypte, het woord farao betekent in het Egyptisch: Grootste huis. De Egyptenaren geloofden in goden. En ze dachten ook dat de farao een kind van de zonnegod was. Dus daarom was de wil van de farao wet. Hij was de baas over allerlei dingen zoals het leger, de godsdienst, de handel, de rechters en nog veel meer dingen. Alles in Egypte was van hem. Een farao had meer dan één vrouw. Maar van al zijn vrouwen was er maar één vrouw die de Grote koninklijke vrouw of de Grootste vorstelijke vrouw was. De zoon die ze kreeg werd dan de opvolger van de farao, dus de nieuwe heerser van Egypte. Na de farao is de belangrijkste dienaar de kanselier. Hij kijkt of alle bevelen van de farao worden uitgevoerd.

2.2 Hoe herken je een farao?

Een farao kun je herkennen aan de giftige slang op zijn masker op zijn voorhoofd. Die giftige slang was het teken van de machtige cobra-godin Wadjet.
De Egyptenaren geloofden dat de slang de farao zou kunnen beschermen tegen tegenstanders door vuur te spuwen. De kroon van de farao bestond uit de witte kroon van Boven-Egypte en de rode kroon van Beneden-Egypte. Dat deden ze om te laten zien dat Boven en Beneden Egypte nu een land was. De farao droeg ook nog een valse baard. Die droegen alle farao's. De farao had ook nog een stierenstaart. Dat was een teken van vruchtbaarheid en macht.

2.3 De bekendste farao's

-De alleroudste farao heette Pepi II. Hij begon al toen hij 6 was, en toen hij 100 jaar was zat hij er nog. Niemand heeft het zolang als hij volgehouden.

-Er is in Egypte ook al eens een vrouw farao geworden; zij heette Hatsjepsoet. Omdat haar zoon nog te jong was om het land te regeren was zij farao. Hatsjepsoet regeerde wel 20 jaar! Ze droeg zelfs de valse baard. Net als de andere farao's.
-De farao Achnaton veranderde Egypte helemaal. Hij veranderde de kunst en de godsdienst, hij zei dat de Egyptenaren alleen nog in de zonnegod mochten geloven. Alle tempels van de andere goden liet hij sluiten. Toen hij dood was werd Toetanchamon farao, en hij liet alle tempels van Achnaton en zijn vrouw Nefertiti afbreken. Ze werden gauw vergeten. Toetanchamon werd na zijn dood niet vergeten, omdat zijn graf niet geplunderd werd. Alle piramides van de andere farao's zijn wel geplunderd. Op 26 november 1922 ontdekte een Engelsman Howard Carter het graf van Toetanchamon, ongeveer 3200 jaar na zijn dood. Hieronder kan je het gouden mummiemasker zien.

Hoofdstuk 3 Piramides

3.1 Waarom bouwden Egyptenaren piramides?

De Egyptenaren bouwden een piramide voor de farao. Dat deden ze omdat ze dachten dat de farao een zoon van de zonnegod was. Dus deden ze alles voor hem. Als hij stierf ging hij naar de andere goden, naar de hemel. Om Egypte te beschermen, moest de geest van de farao in het land blijven. Daarom bouwden de Egyptenaren piramides. Want door die dikke muren waren de farao's goed beschermd. Dus eigenlijk is een piramide een hele grote begraafplaats voor de koning. De farao en zijn vrouw werden middenin de piramide begraven. Dit is een hele grote stenen doodskist. In de grafkamer werden nog veel meer dingen begraven zoals: gouden meubels, sieraden, koninklijke kleren, sjabti-beeltjes (dat zijn beeldjes van dienaren) en zelfs levende dienaren! Al deze dingen had hij in de dodenwereld nodig.

3.2 Hoe worden piramides gemaakt?

Een piramide werd gemaakt met allemaal stenenblokken. Om de steenblokken te krijgen, maakten ze allemaal groeven. In die groeven timmerden ze allemaal houtstukken. Als ze dan water over die houtstukken goten, dan werden ze breder en kwam zo'n blok los te zitten. De grond waar de piramide op gebouwd werd, moest eerst kaarsrecht zijn. En er mochten ook geen zand en stenen liggen. Er werden een soort sloten gegraven en precies gemeten en gevuld met water om te kijken of alles kaarsrecht was. Het moeilijkste was om de zware stenen(die elk wel 2 ton wogen) op hun plek te krijgen. De mensen denken dat die stenen door een helling op de piramide werden gelegd. Als er een nieuwe laag stenen op de piramide werd gelegd, dan werd die helling ook hoger gemaakt. Als de top van de piramide eindelijk bereikt was dan gingen ze de helling weghalen en steeds de piramide iets rechter en schuiner en gladder maken. De werklieden werkten het af met kalkblokstenen. Het duurde heel veel jaren voordat de piramide klaar was. Als de farao stierf, dan brachten ze de grafkist naar de grafkamer in het binnenste van de piramide. Daarna werd de ingang aan de buitenkant onzichtbaar afgesloten. De piramides werden aan de Nijl gemaakt zodat mensen met hun boten naar de prachtige bouwwerken konden kijken. En ook omdat de mensen dan aan de farao's konden denken. De vorm van de piramide is altijd een driehoek. De punt stelde de zon voor en de driehoek de stralen van de zon die op de aarde vallen. De Egyptenaren deden dat omdat ze dachten dat de farao na zijn dood op de stralen naar de hemel klom.

Hoofdstuk 4 Mummies

4.1 Hoe wordt een mummie gemaakt?

In de vorige hoofdstukken heb ik al verteld waarom ze piramides maakten. De farao die stierf die werd niet zomaar begraven, die werd eerst nog in wikkels gewikkeld. Dat heet met een moeilijk woord: mummificeren. De mensen die het lichaam balsemden, zorgden ervoor dat het zonder schrammen het volgende bestaan in kan gaan: de geesten wereld. Ze halen de hersenen, de maag, longen, lever en de darmen eruit. Het hart blijft erin zitten voor het leven na de dood. Daarna maken ze het lichaam schoon en vullen het dan met heerlijke kruiden. Dan wordt het lichaam bedekt met natron, dat is een zoutachtig poeder. Zakjes met natron worden om het hoofd gelegd. Het lichaam blijft nu een paar dagen liggen totdat al het vocht verdwenen is en het helemaal uitgedroogd is. Daarna wordt het lichaam gewassen en in linnen windsels gewikkeld. Er worden oliën en harsen opgelegd en versierd met kostbare juwelen en amuletten. Als de man van adel of rijk is, geef je het een masker op het gezicht. Als allerlaatste wordt het lichaam nog een keer in windsels gewikkeld. Dus zo wordt een mummie gemaakt. Alle farao's zijn ook zo mummie geworden, maar een heleboel zijn veroverd. Er is er maar eentje overgebleven en dat was die van Toetanchamon, zijn graf is nog helemaal compleet. De Engelsman Howard Carter vond het graf van Toetanchamon zoals ik al verteld heb in hoofdstuk 2.3. hij vond het graf in 1922.

4.2 De vloek van de mummie

Het verhaal dat ik nu ga vertellen is echt gebeurd. Heel lang geleden waren er rovers die in het graf van Ahmosis II binnen kwamen. De rovers kwamen niet voor de dingen die daar om heen lagen, maar voor de mummie zelf. Want onder die tere windsels lagen kostbare juwelen. Dat zijn juwelen waar iedereen op uit is. De rovers pakten de mummie en scheurden hem aan flarden en opeens raakte de hand van de mummie los. Er klonk opeens een afschuwelijk gegil. Dat gegil was van de mummie. De rovers renden weg en namen de hand mee. Dat was niet zo slim, want een mummie rust niet voordat zijn hele lichaam compleet is. Een archeoloog uit Londen hoorde het verhaal ook, maar hij geloofde het niet. Dus gingen hij en zijn mannen ernaar kijken. Het lukte ze om binnen te komen. Ze vonden het raar dat de rovers allemaal schatten hadden laten staan. Ze namen alles mee naar Londen. De rovers waren ook in Londen, en zij gaven de hand aan een meisje die net 21 jaar was geworden als verjaardagscadeau. Op een nacht toen ze wakker werd van de heftige storm, werd ze bang en keek ze naar de hand. Er was iets heel vreemds aan de hand met die hand. Ze keek eens goed naar de hand en opeens wist ze het zeker de hand bewoog. Ze ging die ochtend met iemand naar een archeoloog toe maar die was die nacht vermoord door de mummie. Ze zag er wel iemand bijzitten en die man was ook archeoloog. Ze vroeg het aan hem, en hij wist precies wat hij moest doen. Die nacht gingen ze samen naar buiten en namen de hand mee. En buiten gingen ze psalmen zingen. De mummie die kwam eraan en graaide naar de hand, en op het moment dat hij de hand pakte waren ze in Egypte en ze zagen de mummie zoals hij vroeger was. Hij wou hen bedanken. Toen ze zijn hand wilden pakken stortte hij in elkaar. Het enige wat ze nu nog moesten doen, was hem naar zijn graf brengen. En dat deden ze.


Hoofdstuk 5 Het schrift

5.1 Het schrift in Egypte

Egyptenaren hadden 2 soorten schrift dat zijn Hiëratisch en Hiëroglifisch schrift. Hiëroglifisch schrift is voor in de tempel. Hiëroglifisch schrift zijn eigenlijk tekeningetjes. Voor elk tekeningetje een woord. Hier zijn een paar voorbeeldjes:

Het Hiëroglifisch schrift werd steeds moeilijker om te begrijpen en om te ontcijferen en het kostte heel veel tijd. Daarom bedachten de Egyptenaren een andere en snellere vorm van het schrift namelijk het Hiëratisch schrift. Later kwam er nog een snellere vorm van het schrift dat heet het Demotisch schrift.

Tot Slot

Ik heb van dit onderwerp heel veel over Egypte geleerd. Sommige dingen die in dit werkstuk staan, wist ik nog niks van. Ik vind de dingen die ik beschreven heb best wel interessant, en ik wou ze best wel eens in het echt zien. Dus ben ik op maandag 4 juni 2001 naar het Museum van Oudheden in Leiden geweest. Het was daar heel erg mooi. Je kon daar allerlei dingen van Egypte, van de Romeinen en van de Grieken zien. In het deel van Egypte kon je allemaal graven van farao's zien, en ook sommige skeletten en mummies zien.

Gebruikte boeken:

• Geschiedenis voor de jeugd, Tony Allan, Uitgeverij de Bilt
• Mummies, James Putnam, Uitgeverij Van Holkema & Warendorf
• Mummies, Katie Roden, Uitgeverij Zwijsen
• Schrift, Karen Brookfield, Uitgeverij Van Holkema & Warendorf