Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Griekse en Romeinse bouwkunst

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • havo | 3409 woorden
  • 31 januari 2006
  • 552 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
552 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Romeinse en Griekse Bouwkunst. Inhoudsopgave: - Inleiding -De Romeinen (kort en in het algemeen) -De Grieken (kort en in het algemeen) -Kenmerken van de Romeinse bouwkunst -Kenmerken van de Griekse bouwkunst -Belangrijke Romeinse gebouwen -Belangrijke Griekse gebouwen -Romeinse steden -Griekse steden -De invloed van de Romeinse en Griekse bouwkunst op het heden -Vergelijking van de Romeinse bouwkunst met de Griekse bouwkunst
http://scholieren.samenvattingen.com/documenten/show/7421288/ -Efeze -Venetië -Begrippenlijst -Bronnen - Slot
Inleiding: Ik heb het onderwerp Romeinse en Griekse bouwkunst gekozen omdat dit onderwerp nog als enige over was. Verder leek het me wel handig om dit onderwerp te kiezen omdat de lessen die ik gemist heb vooral gingen over de Romeinse en de Griekse bouwkunst. Mijn verwachtingen van het maken van dit verslag zijn dat ik meer te weten kom over de verschillen tussen de Romeinse en Griekse bouwkunst, en dat ik achter de oorsprong ervan kom, dat ik verschillende voorbeelden te zien krijg, dat ik zelf straks beter de twee verschillende bouwkunsten ga herkennen etc. Verder heb ik zelf afgelopen zomervakantie nog ruïnes van de oud Griekse bouwkunst bezocht waaronder een theater, maar ook heb ik wel eens Romeinse bouwkunst bezocht zoals een colloseum. Romeinse cultuur: Rome was eens een klein en onbekend dorpje dat uit groeide tot een grote stad die later de hoofdstad werd van het Romeinse rijk. De inwoners van de Rome, de Romeinen noemden de stad ook vaak Urbs (de stad). Het leven in de stad vond zich voornamelijk af op de marktplaats of hoewel het Forum Romanum, waar vele bouwwerken waren waarin veel belangrijke gebeurtenissen plaatsvonden. Zo had je er het podium wat rostra genoemd werd waarop de leiders het volk toespraken, de vergaderplaats ook wel de comitia genoemd waar het volk hun woord kon laten horen, maar ook de curcia het gebouw waarin de senaat bijeenkwam was er aanwezig. De cultuur van Rome werd sterk beïnvloed door de Grieken, dit kwam omdat de Grieken vele koloniën hadden gesticht in de omgeving van Rome. Hierdoor kwamen de Romeinen in contact met de Griekse cultuur en namen er veel van over in hun eigen cultuur. Griekse cultuur: De naam Griekenland komt van het Latijnse woord Graecia, dat zelf weer komt van het Griekse Graikoi, de oorspronkelijke naam van de omwonenden van de Dodona; de Romeinen verstonden echter onder Graecia alle Grieken. De Griekse naam was en is Hellas (nieuw- Grieks. : Ellas), het land der Helenen. Net als het Romeinse leven speelde het Griekse leven zich ook voornamelijk buiten af. Aan de inrichting van gebouwen werd daarom weinig gedaan het ging meer om de buitenkant. Verder zat de economie in Griekenland krap met geld, hierdoor probeerden ze alles dus op zo'n goedkoop mogelijk wijze te doen. Toneel speelde ook een grote rol in Griekenland, je werd zelfs betaald om naar een theater te komen. Dit zou je niet verwachten als ze met alles zuinig doen met geld. Je moest dan ook niet veel van het theater verwachten, het had geen decor, was in de buitenlucht, had alleen acteurs etc. Godsdienst was ook zeer belangrijk voor Grieken, ze hadden vele goden en godinnen net als de Romeinen die het later van hun ook overgenomen hebben in hun cultuur. Romeinse bouwkunst: Bij de Romeinse bouwwerken is er een duidelijke scheiding te zien tussen de constructie en de decoratie. Ze hebben veelal veel nage-aapt van de Etruskischen en de Grieken, alleen hebben de Romeinen het extra verfraaid. Ook deden de Romeinen vele ontdekkingen bij het verbeteren van al bestaande bouwtechnieken. Hieronder staan bouwtechnieken, materialen, constructies etc vermeld. Gewelftechniek De eerste boogconstructies ontstonden in de 3e eeuw voor Christus, en neemt een belangrijke plaats in bij de Romeinse bouwkunst. Want door deze techniek waren er meer toepassingsmogelijkheden voor een grootschalige gewelven voor openbare gebouwen. Hiervoor had een gebouw namelijk vele steunpunten nodig omdat anders de broze stenen het zouden begeven, maar met deze nieuwe constructie was dat in mindere mate nodig. Ze gebruikten formelen (houten hulpconstructies)om de overspanning mogelijk te maken, dit was heel ongewoon voor de Romeinen omdat ze meestal duurzaam materiaal gebruikten ipv. van bijv. hout. Op deze formelen metselden ze bogen van steen, deze bogen vormden samen met de ribben (dwarsverbindingen) een netwerk van vakken, waarin beton werd gestort. De Romeinen kenden 3 soorten gewelven, namelijk tongewelven, koepelgewelven en kruisgewelven. Op dit plaatje zie je de 3 soorten gewelven. 1. een kruisgewelf
2. een tongewelf

3. een koepelgewelf
Tongewelf en koepelgewelf
Tongewelf: Onder tongewelf wordt verstaan: elke niet vlakke stenen zoldering, waarvan de holle zijde door een cilindervlak of kegelvlak wordt begrensd. koepelgewelf: Onder koepelgewelf verstaan we elke massieve overdekking, waar het binnenwelfvlak bolvormig is. De tongewelf en de koepelgewelf werden beiden door de Romeinen toegepast in hun gebouwen. De koepels werden door de Romeinen bijna alleen op een rondvorming deel van een gebouw/ gebouw geplaatst. De boog plaatste ze op muren, doordat de boog dan met een zwaarte naar beneden drukte moest er voor gezorgd worden dat overal de druk van de boog gelijk was. Hierdoor kregen de gebouwen een eenvoudig en eentonig karakter. Door de kruising van twee tongewelven ontstond, daar waar de toplijnen elkaar snijden, het kruisgewelf en wel boven dat gedeelte van het grondvlak, dat beide genoemde gewelven met elkaar gemeen hadden.Het kruisgewelf rustte niet op volle muren, maar de zich kruisende gewelven geven elkaar wederzijdse steun. Alleen op de hoeken van het grondvlak waren draagpunten nodig. Voor de uitvoering van kleine en middelgrote gewelven werd zowel van natuursteen als van baksteen gebruik gemaakt. Bij grote gewelven werd door de Romeinen een mengsel van mortel en steenslag uitgegoten in houten formelen. Deze zogenaamde betontechniek werd bij voorkeur bij caissongewelven toegepast. Hierbij bestonden de ribben uit baksteen en de vlakken uit beton. Door gebruik te maken van lichte, poreuze stenen voor de bereiding van het beton en door de toepassing van caissons, werd geprobeerd het gewicht en daarmee de zijdelingse druk van de gewelven op de muren zo veel mogelijk te verminderen. Koepel De koepel van het Pantheon is het meesterstuk van de Romeinse welfbouw, deze bestaat geheel uit gebakken steen. De zichtbare ontlastingsbogen van de koepel waren over hele muurdikte uitgestrekt om de druk van het grote gewelf met de massieve bakstenen te kunnen dragen. Een tweede belangrijke koepelbouw van grote afmetingen was de zogenaamde Tempio della Tosse te Tivoli. Het was een van de weinige monumenten waarbij het gewelf geheel was behouden. De muren bestonden uit gietwerk met baksteenbekleding. Bij de uitvoering van het gewelf waren twee uiteenlopende constructies. Het onderste gedeelte bestond uit tufsteen in kalkmortel, het overige gedeelte tot aan de lichtopening uit het gietwerk was uit bakstenenribben samengesteld. Op korte afstanden waren de zwaardere topribben, die de gemetselde lichtring droegen, door horizontale ringen onderling verbonden. Toscaanse orde De Toscaanse orde is de eenvoudigste orde van alle orden. Het is te herkennen aan gladde zuilen, aan vlakke muren, kroonlijsten en eenvoudige kapitelen. Composiet orde De Compostiet is een combinatie van de Ionische en de Korintische orde. Het is mooi versiert en heeft groeven in de pilaar. Dorische bouworde De dorische bouworde is ontstaan in de 6e eeuw voor Christus op de Peloponnesus, en werd toegepast tot en met de 4e eeuw voor Christus. Je kunt de dorische bouworde herkennen aan de zware bouwvormen en kleine overspanningen, en aan dat het geen basement heeft, het heeft vrij zware zuilschachten met aaneengesloten cannelures, een schotelkapiteel en het fries is verdeeld in metopen en trigliefen. Ionische bouworde Een ionische bouworde is te herkken aan zuilen met een basement, een zuilschacht met bandjes tussen de cannelures, het gekrulde volutenkapiteel, een architraaf bestaande uit 3 horizontale balken en het fries dat meestal bestaat uit doorlopend beeldhouwwerk, en het ontrbreken van trigliefenfries maar in plaats daarvan een doorlopend relïeffries. Maar bij vele ionische gebouwen is er een glad fries gebruikt.
Korinthische bouworde Deze lijkt veel op de Ionische, maar heeft een kelkvormig kapiteel met de bladervorm van een acanthusplant. Materialen De Romeinen waren in de toepassing van bouwmaterialen, vergeleken met de Griekse bouwkunst, vernieuwers. Baksteen en beton gaven de architecten nieuwe mogelijkheden om grotere binnenruimten te bouwen. Maar naast baksteen en beton gebruikten de Romeinen ook gehouwen bergsteen, steenvoegen en cement. Muurcontructies De verschillende muurconstructies hadden de volgende Latijnse namen: het opus quadratum bestond uit grote hoekige steenblokken die in horizontale banen waren gerangschikt; het opus incertum bestond uit een combinatie van een mortellaag en onregelmatige kleine steenblokken; het opus reticulatum was als het opus incertum, maar vormde aan de dagzijde een netwerk van regelmatige polygonale tufsteenblokken; het opus latericium was het metselwerk uit baksteen, en het opus testaceum bestond uit een kern van mortel, die werd bedekt door baksteen. Het opus caementarium verwijst naar het metselwerk met natuursteenblokken, terwijl opus caementicium de benaming is voor mortelgietwerk in houten formelen, waardoor het vervaardigen van dunne lagen in cassetteverband voor de bouw van koepels en gewelven mogelijk werd. Griekse bouwkunst: De Grieken wilden streven naar een samenleving waarin een goede sfeer en harmonie was, dit zie je terug in de Griekse bouwkunst. Ze kenden 3 soorten ordes, dat is minder dan bij de Romeinen die 5 ordes kenden. De 3 ordes die de Griekse bouwkunst kent is de dorische-, ionische- en korintische bouworde. De Grieken waren een zeer beschaafd land en lagen in de ontwikkeling en techniek van bouw voor op vele andere landen. Dorische bouworde De dorische bouworde is ontstaan in de 6e eeuw voor Christus op de Peloponnesus, en werd toegepast tot en met de 4e eeuw voor Christus. Je kunt de dorische bouworde herkennen aan de zware bouwvormen en kleine overspanningen, en aan dat het geen basement heeft, het heeft vrij zware zuilschachten met aaneengesloten cannelures, een schotelkapiteel en het fries is verdeeld in metopen en trigliefen.
Ionische bouworde (vanaf 570 v. C.) Een ionische bouworde is te herkken aan zuilen met een basement, een zuilschacht met bandjes tussen de cannelures, het gekrulde volutenkapiteel, een architraaf bestaande uit 3 horizontale balken en het fries dat meestal bestaat uit doorlopend beeldhouwwerk, en het ontrbreken van trigliefenfries maar in plaats daarvan een doorlopend relïeffries. Maar bij vele ionische gebouwen is er een glad fries gebruikt. Korinthische bouworde (vanaf 420 v. C.) Deze lijkt veel op de Ionische, maar heeft een kelkvormig kapiteel met de bladervorm van een acanthusplant. Belangrijkste Romeinse gebouwen: 1. Tempels: De Romeinen geloofden in vele goden en godinnen die ieder hun eigen taak bezat. Zo had je bijvpprbeeld de oorlogsgod Mars, Neptunus god van de zee, Venus godin van de liefde en nog vele anderen. In de keizertijd werden zelfs sommige keizers vereerd als ''god''. Voor deze goden en godinnen werden tempels gebouwd waarin een namaakbeeld van de god stond. De mensen geloofden er heilig in dat in het namaakbeeld de god/ godin zat en dat hij/ zij in de tempel leefde die voor hem/ haar gemaakt was. Het volk zelf mocht vaak de tempel niet eens binnen komen, het was meer om de goden en godinnen gunstig te stellen. Het pantheon: De koepel van het Pantheon bestaat uit een constructie van diepe cassetten waartussen beton is gestort. In de ca. 6 meter dikke muur waar de koepel op rust zijn acht diepe nissen uitgespaard, waarvan één de ingang bevat. De spatkracht van de koepel wordt door in het koepelgewelf verwerkte bogen op geconcentreerde punten op de zware muurdelen tussen de nissen overgebracht. 2. Basilica's: Het woord basilica is afkomstig van het Oudgriekse woord voor koning wat basileios was, letterlijk betekend dit woord ''koninklijke zaal''. Het gebouw had meerdere functies. Zo was het gebouw een plek waar mensen bijeen kwamen en er markten plaats vonden, maar ook een gebouw waar er mensen terechtgesteld werden. Het gebouw was meestal van steen en bevatte over het algemeen een houten kapconstructie. Het middenschip is het hoogste punt van de basilica en de zijbeuken zijn laher. In het middenschip zitten bovenin zijbeuken vensters om licht binnen te laten. En aan 1 van de korte zijden van het gebouw bevindt zich een absis. (halfronde uitbouw). Dit soort gebouwen zie je ook terug in de vroeg-christelijke en middeleeuwse kerkgebouwen. 3. Theaters: Theater nam een belangrijke rol in de samenleving van de Romeinen. Het theater lijkt heel erg op dat van een Grieks theater, alleen is een Grieks theater tegen een berghelling aangebouwt en een Romeins theater inplaats daarvan een opgaande constructie gebouwd. 4. Amfitheaters: Als je het woord amfitheater zegt weten de meesten niet meteen waar je het over hebt. Maar als je de naam noemt van de meest bekentste amfitheater dan weet iedereen waar je het over hebt. Het meest bekende amfitheater is namelijk het Colosseum in Rome. Hier vonden allerlei gevechten plaats tussen bijv. gladiatoren. De tribunes bevinden zich hier in een aaneengesloten ovaalvorm rondom de arena. Eerst waren deze van hout, maar tijdens het keizerrijk werd meestal steen toegepast. Het is een gigantisch groot gebouw, waar vele mensen kunnen zitten maar de meeste staan. Ik zelf heb ook eens een colloseum bezocht toen ik in Italië op vakantie geweest ben. 5. Badhuizen: Badhuizen maakten een belangrijk deel uit in de Romeinse samenleving. Je kon daar baden in lauwe en warme baden. Vaak kwamen er reizigers zich baden die lange tijd gerezen hadden. Het was voornamelijk voor de wat rijkere mensen. Later vonden zich naast het baden steeds meer activiteiten plaats in het gebouw zoals sport, ontspanning en cultuur. Door de vele verschillende functies die zo'n badhuis kon hebben werden ze ook op vele verschillende manieren gebouwd. 6. Paleizen: Van de paleizen en buitenverblijven van de Romeinse keizers is weinig van overgebleven, doormiddel van kennis en wetenschap van archiologen kan er alleen een beeld gevormd worden van beschrijvingen doormiddel van de ruïnes. 7. Woningen: Er zijn vele opgravingen geweest van Romeinse huizen, hierdoor is er veel bekent over hoe een Romeins huis er vroeger heeft uitgezien. Hier zie je een plaatje van een Romeins huis met een legende erbij: Legenda
cubiculum = kleine slaapkamer
fauces = gang
vestibulum = entree
alea = bergruimte
atrium = centrale open deel
compluvium = open bovenlicht
impluvium = kleine vijver
exedra = wachtruimte
triclinium = eetkamer
peristilium = binnenhof met tuin
hortus = tuin
rablinum = ontvangstruime
oecus = ontvangstruimte
tablinum = werkvertrek
culina = keuken
lararium = tempeltje voor de huisgod
domus = huis
8. Ingenieurswerken: De Romeinen waren behalve bouwtechnisch ook erg goed in organiseren. Dit is vooral te zien aan de watervoorziening. Als bij een stad in het Romeinse Rijk in de directe omgeving geen goed drinkwater beschikbaar was, werd dit uit de omgeving naar de stad gevoerd via aquaducten. Dit waren stenen waterleidingen op pijlers en bogen. 9. Triomfbogen en -zuilen: Ter ere van de keizers en ter herdenking van belangrijke overwinningen werden in de Romeinse steden triomfbogen opgericht. 10. Grafmonumenten: De Romeinen begroeven hun doden buiten de steden op grote, gemeenschappelijke begraafplaatsen, de rijke mensen hierintegen lieten vaak grafmonumenten bouwen. Belangrijkste Griekse gebouwen: 1. Tempels: De Grieken geloofden in vele goden en godinnen die ieder hun eigen taak bezat. Voor deze goden en godinnen werden tempels gebouwd waarin een namaakbeeld van de god stond. De mensen geloofden er heilig in dat in het namaakbeeld de god/ godin zat en dat hij/ zij in de tempel leefde die voor hem/ haar gemaakt was. Het volk zelf mocht vaak de tempel niet eens binnen komen, het was meer om de goden en godinnen gunstig te stellen. De tempels werden gebouwd in verschillende vormen, van klein naar groot. De vorm van de tempel was rechthoekig of rond. De zuilen zijn opgebouwd uit een basement, een schacht en een kapiteel. De schacht kan uit één stuk bestaan (monoliet) of uit verschillende trommels.Het hoofdgestel is te verdelen in architraaf, fries, geison, tympaan en cimaas. Aan de voet en de bovenkant van het hoofdgestel staan meestal akroterions (Ik heb over Griekse gebouwen alleen informatie over tempels kunnen vinden...)
Romeinse steden: Griekse steden: De invloed van de Romeinse en Griekse bouwkunst op het heden: De Romeinse en Griekse bouwkunst hebben veel invloed gehad op de bouwtechnieken van nu. Want door hun verontwikkelde bouwkunst hebben de mensen tegenwoordig veel geleerd, en de Romeinen en Grieken zijn ook de genen geweest die er in het begin voor gezorgd hebben voor een betere infrastructuur en bouw van huizen in Europa. Ook zie je nog vaak bij mensen thuis assesoires die afgeleid zijn van de Romeinse en Griekse bouwkunst. Zo heeft een tante van mij bijv. een Grieks uitziende pilaar in haar woonkamer staan. Vergelijking van de Romeinse bouwkunst met de Griekse bouwkunst: Kunstgreep De Griekse bouworden ondergingen in de Romeinse bouwkunst merkbare veranderingen. De vormen waren, vergeleken met de Griekse, meestal grover en droegen bovendien de kenmerken van een vrij droge, ongevoelige behandeling. Ook kwam het voor dat uitheemse kunstvormen en symbolen werden toegepast op ondoordachte wijze. De veranderingen in de verschillende zuilenorden aangebracht, zijn veelvuldig en willekeurig. Ze betekenden zelfs in veel opzichten een hele ontaarding van de overgeleverde typen. Bouwdelen Romeinse bouwwerken bestaan uit eenvoudige bouwvormen, of een samenstelling daarvan. Een verschil tussen Romeinse tempels en Griekse tempels is echter dat de Romeinse een duidelijke hoofdgevel en een hoofdingang hebben. Verder hadden Romeinse tempels geen stereobaat, maar een blokvormige onderbouw. Begrippenlijst: 1: Het stylobaat: Grondplaat, meestal opgebouwd uit 3 treden. 2: Het Basement: Voetstuk van een zuil. Bij de Dorische stijl ontbreekt het voetstuk. 3: De Schacht: De eigenlijke zuil
In de Griekse periode zijn alle zuilen voorzien van: - De Cannelures: Groeven in de lengterichting van de zuil. In de Dorische stijl zijn de groeven scherp, in de Ionische en Korinthische stijl zijn ze afgeplat. - Het Kapiteel: Verwijdende bovenstuk van de zuil. Het dient om de architraaf te dragen. In de Griekse bouwkunst onderscheiden we 3 verschillende vormen: 1: Het Dorische kapiteel: - een echinus of kussen in de vorm van een bolschijf - een abaccus of dekplaat

2: Het Ionische kapiteel: Bestaat uit 2 spiraalvormige krullen, die ruim buiten de zuil uitsteken. 3: Het Korinthische kapiteel. Bestaat uit een versiering van boven elkaar geplaatste acanthusbladeren. (bladmotief) 4: De Fries: ruimte tussen de architraaf en de kroonlijst. De fries is vooral in Ionische en Korintische stijl rijk versierd met schilderingen of beeldhouwwerk. Dat beeldhouwwerk noemen we Metope. De metope wordt afgewisseld door vlakjes, bestaande uit 3 verticale groeven, de trigliefen. 5: De Kroonlijst: Bovenste, horizontale, vooruitspringende lijst, die het begin van het dak aangeeft. 6: Het Tympanon of Fronton: Driehoekige vorm boven de architraaf en fries. Bronnen: http://www.amstelveencollege.nl/~101992/ http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl084/main.html?deromeinen_gebouwen
http://www.scholieren.com (http://www.scholieren.com/werkstukken/22146) http://members.lycos.nl/architecture/rome_sa.htm Slot: Het maken van dit verslag koste meer tijd dan ik verwachtte, ik heb het wel nuttig gevonden om hier een verslag over te schrijven want ik ben erg veel te weten gekomen. Ik vond het wel erg moeilijk om informatie te vinden en om het verslag in elkaar te zetten. Maar ik ken nu al wel veel leerstof voor de toets door dit verslag. Verder ben ik achter de verschillen en overeenkomsten tussen de Romeinse bouwkunst en de Griekse bouwkunst gekomen. Dit verslag bracht ook herinneringen van vakanties naar boven, omdat ik vaak op vakanties plekken heb bezocht en bekeken die betrekking hebben op de Romeinse- en Griekse bouwkunst. ROMEINEN >> Bouwkunst

De Romeinse bouwkunst is beïnvloed door: De Estruken: Zij laten de Romeinen de tempels op een verhoogd podium en tongewelf na. De Grieken: Zij laten de Romeinen de bouwstijlen, vooral de Korinthische en de grondvorm van hun tempels en theaters na. Overzicht van gewelfconstructies: 1: Architraafbouw: beperking in het overdekken van een ruimte. Bij de architraafbouw drukt het gewicht van de balk loodrecht op de steunpunten. 2: Rondboog: maakt het mogelijk grote ruimten te overwelven. Een stevige constructie waarbij de stenen van de rondboog zichzelf vastdrukken. 3: Tongewelf: Aantal bogen achter elkaar plaatsen tot een gewelf. 4 Kruisgewelf: 2 tongewelven kruislings in elkaar geplaatst. 5: Koepel: wordt op een ronde trommel (soort cilinder) geplaatst. De koepel wordt later op een vierkant grondvlak geplaatst. Dat is niet stevig. Men vult daarom ter ondersteuning van de koepel de hoeken van het vierkant op (pendentieven). http://users.pandora.be/vbz/overzicht.htm
De cultuur van Rome en het omliggende gebied is sterk beïnvloed door de Grieken, die koloniën hadden gesticht op Sicilië en in Zuid-Italië. De Romeinse bouwkunst heeft echter enkele duidelijke kenmerken, zoals de samenstelling van gebouwen uit verschillende bouwlichamen en een verder ontwikkelde bouwtechnische kennis. Hierdoor had men bij het ontwerpen veel meer vrijheid dan de Grieken
De meeste bewaard gebleven Romeinse bouwwerken dateren uit de keizertijd. Gebouwen van voor die tijd zijn verdwenen omdat ze van minder duurzaam materiaal waren gebouwd, of omdat ze in de keizertijd werden vervangen. De Romeinen waren, veel meer dan de Grieken, vooral constructeurs. Speciaal het overkoepelen van ruimten konden zij erg goed.

REACTIES

J.

J.

erg handig bij het maken van een geschiedenis werk stuk

13 jaar geleden

M.

M.

super handig!

12 jaar geleden

L.

L.

Dit werkstuk is voor CKV gemaakt, maar het is ook handig voor een Geschiedenis werkstuk over de Grieken en de Romeinen. Ik heb er veel aan gehad! BEDANKT!!
xx

11 jaar geleden

A.

A.

Ik heb hier zeker wat info kunnen uithalen! Ik moet namelijk een spreekbeurt over de Romeinse Bouwkunst maken. --'.
Bedankt!

11 jaar geleden

R.

R.

Het bevat veel spelfouten :(

9 jaar geleden

I.

I.

dat is menselijk!

7 jaar geleden

I.

I.

wow super goed werkstuk!! ik heb hier echt super veel info uit gehaald! dankje

7 jaar geleden

K.

K.

hiwhwhw

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.