Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hulp aan Derde Wereldlanden

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 5600 woorden
  • 22 april 2005
  • 326 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
326 keer beoordeeld

1. Wat is de Derde Wereld? Derde wereldlanden worden ook wel ontwikkelingslanden genoemd. Het begrip ‘ontwikkelingslanden’ is ooit door de ‘rijke’ landen bedacht. Zij dachten dat de ‘arme’ landen nog in ontwikkeling waren om net zo rijk als zij te worden. Het begrip ‘derde wereldlanden’ wordt in de volksmond nog veel gebruikt, maar de politiek gebruikt deze term liever niet omdat dit over zou komen als ‘derderangslanden’. De term derde wereldland is als aanvulling gebruikt op de eerste en tweede wereld, oftewel de kapitalistische landen en de communistische landen. Een betere term voor een ontwikkelingsland of derde wereldland is laag-inkomensland. Van de 190 landen op de wereld zijn er 120 een ontwikkelings of derde wereldland. Dit is meer dan 60 procent! Derde wereldlanden zijn arme landen, waarin de burgers vaak het slachtoffer zijn van een verkeerd regime, of een oorlog. Elke drie seconden sterft er in de derde wereld een kind door tekort aan voedsel, drinkwater of medicatie. Dit is gelijk te stellen aan zeshonderd schoolbussen die iedere dag in een ravijn storten. Ontwikkelingslanden worden meestal gekenmerkt door een grote armoede, welke vaak te herkennen is aan de hoofte van het inkomen (BBP) per hoofd. In deze landen is er vaak ook een gebrek aan arbeid. Wanneer er geen arbeid wordt geleverd, zal men uiteraard geen inkomen ontvangen. Ook de politiek is niet sterk in ontwikkelingslanden. Soms worden de burgers zelfs onderdrukt door een onmenselijk regime. Kenmerkend voor de ontwikkelingslanden is de sterke bevolkingsgroei. Ook de medische voorzieningen in ontwikkelingslanden worden steeds beter. Door de toegenomen medische voorzieningen, die vaak mede mogelijk zijn gemaakt door goede doelen en instellingen, daalt het sterftecijfer in de ontwikkelingslanden snel. Veel organisaties zetten zich in voor geboortebeperking, door voorlichting aan de bevolking. Helaas hebben deze projecten nog niet veel effect. De ontwikkelingslanden in de wereld hebben wel degelijk iets te vertellen in de wereld. 77 landen hebben zich samengevoegd, en zij zitten inmiddels in de GATT (wereldhandelsorganisatie). Ook zijn de meeste ontwikkelingslanden onderdeel van de niet-gebonden landen. Helaas zijn er verschillende soorten ontwikkelingslanden, waardoor het begrip ontwikkelingslanden niet echt meer opgaat voor bijvoorbeeld Taiwan en Hongkong. Zij zijn zich steeds meer gaan industrialiseren en maken inmiddels deel uit van de Newly Industrialising Countries (NIC’s). Sinds 1960 zijn een aantal ontwikkelingslanden flink gaan exporteren en produceren, maar dit zorgde niet direct voor een verhoging van het BBP per hoofd. Dit zorgde eerder voor bevolkingsgroei. De export en productiestijging kwam verder alleen ten goede van de rijkste tien procent van de bevolking, die nog rijker werd. De rijken worden dus steeds rijker, terwijl de armen steeds armer worden. De arme bevolking wordt ook steeds groter, niet alleen in de ontwikkelingslanden, maar ook in de westerse wereld. De rechten van de mens worden in een aantal ontwikkelingslanden flink geschonden. Helaas zit er tussen de Westerse wereld (de rijke landen, oftewel de eerste en tweede wereld) en de ontwikkelingslanden een enorm grote kloof. Om deze kloof ter overbruggen zal er ongelooflijk veel inzet moeten zijn van iedereen uit de westerse wereld. En dan is het nog maar de vraag of we de 120 ontwikkelingslanden kunnen helpen. Een belangrijk punt waar we naar moeten kijken is dat we de landen niet alleen financieel moeten steunen, maar we zullen ze ook kennis moeten bieden. Kennis is een groot onderdeel van hulp aan de ontwikkelingslanden, want de mensen daar zullen zichzelf toch ook voor een groot deel moeten helpen. Er is de laatste jaren wel veel meer aandacht voor de derde wereld. Er is zelfs al een opleiding genaamd: studie van de derde wereld. 2. Wat doen we nu aan hulp voor Derde Wereld? Er worden veel dingen gedaan voor de derde wereld. Eigenlijk veel meer dan wij ons eigenlijk beseffen. Er worden kleren ingezameld, collectes gehouden, plannen bedacht voor de politiek, voedselpakketten afgeleverd, militaire ondersteuning wordt gegeven. Allemaal om deze landen uit ze put te helpen. Schoolprojecten

Momenteel worden op alle gebouwen van het Markland College allerlei acties voorbereid die iets te maken hebben met goede doelen. Voornamelijk met goede doelen, die zich inzetten voor de ellende in de derde wereld. Zo is er op het hoofdgebouw de mogelijkheid om bijvoorbeeld een stuk te gaan fietsen of wandelen. De kinderen laten zich hiervoor sponsoren, en zo wordt er geld binnengehaald voor de derde wereld. Op de Vossenberg wordt op vrijdag negen april een mediamarkt georganiseerd, waarmee er geld wordt binnengehaald voor stichting vluchtelingenwerk Halderberge. Ook kunnen de leerlingen op donderdag 8 april geld in een pet doen, dit geld gaat naar hetzelfde goede doel. Er zijn vele leerlingen die hebben meegeholpen aan het opzetten van de mediamarkt, waarvoor onder andere buurtbewoners zijn uitgenodigd. Dit is natuurlijk maar één van de zovele goede doelen waaraan wordt geschonken. Er zijn tientallen goede doelen die zich inzetten voor allerlei projecten in en om de derde wereld. CBF-keur
Het Centraal Bureau Fondwerving (CBF) is een onafhankelijke stichting die toezicht houdt op de inzameling van geld voor goede doelen. Het CBF gaat na of er verantwoord met het geld om wordt gegaan. Deze beoordeling wordt geuit in het CBF-keurmerk. Een instelling mag niet meer dan 25 % wervingskosten hebben, willen zij het CBF-keur behouden. De instellingen die dit merk dragen, moeten zich allemaal aan strikte regels houden. Het CBF probeert momenteel iedereen op de hoogte te stellen van het keurmerk, onder andere door te vertellen dat men erop moet letten wanneer er gedoneerd wordt. Hiermee hoopt het CDF te bereiken dat op den duur alle instellingen zich aanmelden voor een keurmerk. Goede doelen - Unicef. Unicef is een hele grote organisatie die zich onder andere inzet voor goed onderwijs voor kinderen. Dit is maar een onderdeel van de zovelen, maar hierom staat unicef bekend. Unicef heeft in de afgelopen jaren al heel veel bereikt. Ongeveer 75 % van alle kinderen op de wereld is gevaccineerd tegen besmettelijke en dodelijke ziektes als malaria en difterie. Ook heeft Unicef polio wereldwijd uitgebannen. Unicef opereert niet alleen in de derde wereld, maar ook in arme landen, die officieel niet tot de derde wereld behoren. In de derde wereldlanden heeft Unicef ervoor gezorgd dat drie op de vier kinderen schoon drinkwater heeft. Ook heeft Unicef bereikt dat in vele landen het regime is aangepast aan kinderwetten. Ook kunnen inmiddels miljoenen kinderen naar school door Unicef. Omdat Unicef uiteraard wil opereren vanuit een thuisbasis, hebben zij veldkantoren in maarliefst 158 ontwikkelingslanden! Deze kantoren houden zich vooral bezig met de projecten op kleine schaal. Unicef is oorspronkelijk een initiatief van de Verenigde Naties, maar Unicef ontvangt géén geld van de VN. Unicef haalt zijn financiële steun uit vrijwillige bijdragen van regeringen, bedrijven en particulieren. Unicef heeft uiteraard de CBF-keur voor goede doelen. Een voorbeeld van wat Unicef zoal doet
Artikel uit BN/DeStem van 26-05-2003
Geen hoop meer in Algerije
Maandag 26 mei 2003 - ALGIERS (ANP/AFP/DPA) - Internationale reddingswerkers hebben in Algerije hun pogingen gestaakt om overlevenden te vinden van de aardbeving die het land woensdag heeft getroffen. Het dodental van de beving is gisteren boven de tweeduizend gekomen. In een door de aardbeving verwoeste moskee in Zemmouri, ten oosten van Algiers, zoekt een man via een gat in de vloer naar slachtoffers.(Foto: Jerome Delay/AP) De reddingswerkers gaven gisteren de hoop op nog iemand levend aan te treffen, hoewel op één plaats in Boumerdes wanhopig werd doorgezocht naar Sabrine, een 11-jarig meisje dat een dag eerder nog om hulp had geroepen. "We groeven tunnels in het gebouw en hebben alle plaatsen waar iemand kon overleven leeggehaald. Uiteindelijk waren alleen plaatsen over die niet hoger dan 2 centimeter waren en waar niemand de ramp kon hebben overleefd", zei een woordvoerder van de Britse reddingswerkers. Vervormd
Hij vermoedt dat de mensen die hulpgeroep van het meisje meenden te horen, zich hebben vergist. "Stemmen raken vervormd. Er zijn zoveel ratten en katten die door de puinhopen kruipen en er zijn allerlei geluiden die mensen kunnen verwarren voor tekenen van leven." Ondanks de hitte in Algerije kwamen zaterdag nog wel een vrouw en haar baby levend uit de puinhopen tevoorschijn, zestig uur nadat de aardbeving met een kracht van 6,2 op de schaal van Richter grote verwoesting aanrichtte in het gebied ten oosten van Algiers, vooral in Boumerdes. Het ministerie van Binnenlandse Zaken stelde het dodental gisteren bij naar 2162. Bijna 9000 mensen zijn gewond. De autoriteiten vrezen echter dat het dodental uiteindelijk boven de drieduizend komt. De Algerijnse autoriteiten slaagden er volgens de Britse zender BBC niet in de reddingsoperaties goed te coördineren. Internationale reddingswerkers moesten soms wel tien uur op het vliegveld van Algiers wachten voordat ze aan de slag konden. Teams werden regelmatig naar een ingestort gebouw gestuurd, maar bij aankomst meteen weer weggestuurd. De overlevenden van de zware aardbeving ontbreekt het nog altijd aan tenten, dekens en andere hulpgoederen. De internationale hulp bereikt Algerije wel, maar de overheid heeft nog niet voldoende zendingen doorgelaten. Zo stuurde het VN-kinderfonds Unicef zaterdag tenten en noodvoorraden voor 120.000 mensen naar het getroffen gebied. Materieel voor het opruimen van het puin en hulpverleners zijn er genoeg. Toch heerst er totale chaos, zei een woordvoerder van het Duitse Rode Kruis. "De Algerijnse regering gaat ervan uit dat de mensen op eigen kracht de situatie oplossen", aldus de woordvoerder. De bevolking is woedend omdat zij machteloos staat tegenover de autoriteiten. De Algerijnse president Abdelaziz Bouteflika werd zaterdag uitgejouwd en bekogeld met stenen toen hij het rampgebied bezocht. Honderden mensen riepen hem "machthebbers, moordenaars" toe. Er zijn nog altijd sterke naschokken voelbaar. - Stichting Vluchteling (giro 999) De missie van stichting vluchteling is het opvangen van vluchtelingen in de derde wereld en Oost-Europa en deze helpen met het opbouwen van een zelfstandig en menswaardig bestaan. Stichting vluchteling biedt onder andere structurele hulp aan vluchtelingen in derde wereldlanden. Vanaf het moment dat de mensen vluchten, helpt stichting vluchteling ze te voorzien in de primaire levensbehoeften (voedsel, onderdak, warmte). Ook helpt deze stichting mee aan het bouwen van ziekenhuizen en scholen. Stichting Vluchteling is ook aangesloten bij het CBF. - Memisa Medicus Mundi
Memisa Medicus Mundi staat totaal in het teken van ontwikkelingssamenwerking en opereert dan vooral ook in ontwikkelingslanden. Memisa staat onder andere voor noodhulp, structurele armoedebestrijding en opbouw van de gezondheidszorg. Memisa zet zich onder andere in na oorlogen, dan verleent zij medische noodhulp. Maar Memisa draagt er ook zorg voor dat de gezondheidszorg blijvend wordt verbeterd. Daarvoor werkt zij veel samen, leidt zij verschillende medici op en geeft zij advies aan de bevolking. Volgens Memisa heeft namelijk iedereen recht op een goede gezondheidszorg. Memisa is bijvoorbeeld vanag 1987 al aan het werk in Papoea (Nieuw-Guinea). Na de vloedgolf in 1998 breidde Memisa de hulp verder uit, omdat de vloedgolf al aan 2200 mensen het leven gekost had. Doordat Memisa hier opereert, zijn de mensen ook zekerder van een bestaan. Memisa Medicus Mundi heeft ook een CBF-keurmerk. - Stichting Hivos
Stichting Hivos is een organisatie die geen grenzen stelt aan de mens en handelt met humanitaire waarden. Hivos staat voor een samenleving waarin alle mensen, van jong tot oud, man of vrouw, gehandicapt of niet, recht hebben op gelijke kansen en mogelijkheden. Hivosn verschaft vooral financiële en politieke steun aan lokale particuliere organisaties. Ook wisselt Hivos kennis uit. Hivos zorgt er ook voor dat de maatschappij en de economie van een land weer gaan bloeien. Hivos pleit ook voor een zo duurzaam mogelijke productie. Hivos werkt nauw samen met Alliance2015. Volgens Hivos is armoede een gevolg van ongelijke kansen en een oneerlijke verdeling van kennis, macht, productie en inkomen. In ontwikkelingslanden wil Hivos zorgen voor meer kansen en ontplooiingsmogelijkheden. Bemoeienis met productie
Een belangrijk discussiepunt van de laatste tijd legt de nadruk op gemanipuleerd produceren. Sommige westerse rijke landen pleiten in de ontwikkelingslanden voor genetisch gemanipuleerd voedsel, zodat er geen honger meer zal zijn omdat de oogst vrijwel nooit meer zal mislukken. Ontwikkelingslanden zijn hiertegen. Ook een hoop goede doelen zijn het er niet mee eens. Er zitten dan wel genoeg voordelen aan het genetisch manipuleren van de oogst, nadelen zijn er ook te over: - De derde wereldlanden zullen afhankelijk worden van zaaigoedimporten - Er zullen juist meer mensen honger gaan lijden door de prijsverhoging - Er zullen meer grote misoogsten zijn - Kleine boeren worden steeds meer gemarginaliseerd - De biologische landbouw wordt uitgebannen - Boeren die er niet aan mee willen doen zullen failliet gaan

enzovoort… 3. Waarom staat het vak levensbeschouwing in relatie met de hulp aan de derde wereld? Eigenlijk is deze deelvraag te veranderen in; waarom kiezen wij voor dit onderwerp? Waarom heeeft dit iets te doen met levensbeschouwing? Wij vinden de hulp aan de derde wereld erg belangrijk, en door dit werkstuk zie je steeds meer hoe belangrijk het is om die landen te helpen, waar wij uiteraard ook afhankelijk van zijn. We helpen deze landen omdat we het belangrijk vinden. Zij zijn erg arm, en van een klein bedrag kunnen zij al een jaar leven. Dit is dus een vorm van naastenliefde; we denken aan de rest. We konden ze ook alles zelf op laten lossen, maar dit zou niet in ons beeld passen van normen en waarden. Maar laten we het nou niet op de achtergrond stellen, we worden er in een bepaalde zin zelf ook beter van! Je kunt het natuurlijk ook anders bekijken, we moeten natuurlijk geen hulp geven maar het is vrijwillig. Maar laten we het nou niet op de achtergrond stellen, we worden er in een bepaalde zin zelf ook beter van! Wij hebben namelijk weer afzetgebied voor onze producten als deze landen weer opbouwen en we maken een goede beurt bij de derdewereldlanden. Als zij weer opgebouwd zijn qua economie, zijn zij onze vriendjes, en zullen ze vaak op politiek gebied ook onze kant kiezen. Dit staat erg in ons voordeel, die landen zouden dan nooit meer tegen ons durven te kiezen, wij hebben een goede daad verricht in hun voordeel. Maar waarom is ontwikkelingshulp nou een onderwerp dat we voor levensbeschouwing gebruiken? Omdat er allerlei ethische argumenten rond te verzinnen zijn. Deze ethische arguementen hebben op hun beurt allemaal te maken met ‘het goede doen’. En via iedere levensbeschouwing kun je deze agumenten beoordelen. Aanhangers van het Christendom zullen anders over deze hulp denken dan aanhangers van het Hedonisme. Het Christendom is vooral een aanhanger van de naastenliefde, die dus zegt dat we de landen hulp moeten geven omdat zij het slecht hebben, en wij de mogelijkheid tot hulp hebben. Of wij hulp moeten bieden hangt dus van iemands visie op het leven af. Deze visie noemen we levensbeschouwing. Als je iemand vraagt of wij hulp moeten bieden aan deze ontwikkelingslanden dan zal zijn antwoord afhangen van zijn visie op de wereld en het leven, wat dus te maken heeft met zijn levensbeschouwing. De stelling van ons werkstuk valt dus niet los te zien van levensbeschouwing, als vak. Daarom is dit onderwerp ook zo interessant, er valt namelijk honderduit over te praten, omdat veel mensen een andere mening hebben, en zij allemaal in hun recht staan. Levensbeschouwing is een vak waarin men veel naar verschillende groepen mensen kijkt en hun opvattingen leert te begrijpen en te waarderen. 4. Ethiek à het goede doen…? Als we de ontwikkelingshulp nu even niet economisch of praktisch bekijken, moet de hulp aan de 3de wereld landen dan niet gewoon gegeven worden omdat dat ethisch juist is? Is dit niet een soort morele verplichting? Eigenlijk wel, als we bedenken dat Westerse landen behoren tot het christendom, waar begrippen als ‘elkaar helpen’ en ‘naastenliefde’ toch voorop staan. Dan zouden wij, de Westerse landen, toch ook nu als echte moraalridders naar voren moeten komen. Of de hulp nou economisch daadwerkelijk ook wat voor beide kanten oplevert en of het praktisch allemaal uitvoerbaar is, doet er dan eigenlijk op de eerste plaats niet toe. Het gaat erom, dat de hulp gegeven moet worden. U begrijpt, omdat er niks over deze kwestie vaststaat in de wet of andere regels, is deze deelvraag vrij subjectief. Wij zullen hem dan ook subjectief benaderen. De vraag of wij moreel verplicht zijn om Derde Wereldlanden te helpen licht natuurlijk vrij moeilijk. Natuurlijk moet iedereen in deze wereld in eerste instantie zijn eigen boontjes doppen en is het in principe onmogelijk voor de beste doppers om steeds voor de wat mindere te zorgen. In de individualistische samenleving van tegenwoordig let iedereen trouwens toch alleen nog maar op zich zelf, laat staan dat men nog tijd heeft voor een ander. Dus om de kwestie hiervan goed in te zien, dient men eigenlijk de huidige gedachtegang even om te gooien. Want ik denk dat iedereen toch een keer verder moet kijken dan zijn of haar eigen leventje. Voor hen die denken dat het leven wel alleen om zichzelf draait verwacht ik een donkere toekomst. Hier in Nederland zorgt men bijvoorbeeld voor elkaar, ook kleinschalig. Zo zorg ik voor mijn moeder als ze een keertje ziek is. Mensen zorgen voor elkaar, dat is altijd al geweest en dat is ook gewoon nodig, omdat je het niet altijd in je eentje red. Maar in die Derde Wereldlanden kan men nu niet eenmaal niet voor elkaar zorgen. Dus moet iemand anders die taak op zich nemen. Het probleem is dat niemand zich voelt aangesproken omdat de meeste mensen het toch als een ‘ver van mijn bed show’ zien. Wij horen hier en daar wel eens een argument van: ‘Die landen hebben die rotzooi aan zichzelf te danken, moeten ze zelf ook maar zorgen eruit te komen!’ Maar buiten de vraag of die landen het ook daadwerkelijk zelf hebben aangericht, moet je ook maar eens jezelf afvragen hoe jij er over had gedacht als de zaken omgedraaid waren. Het ethisch juist doen klinkt mooi, maar wat houdt dat nou precies in? Kort gezegd en ik citeer: “ Is ethiek de wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoek naar waarden en normen. Centraal staat daarbij de kwestie wat moreel goed is, - of niet. De eigenlijke uitdaging waar de ethiek voor staat, is het (helpen) vinden van antwoorden op de vraag 'wat goed is voor de mensen' “. Eigenlijk zegt dit allerlaatste woordje het al, voor de mensen. Dus niet alleen voor jou. En omdat onze waarden en normen vooral vertellen dat wij onze naaste moeten helpen lijkt me dat hierbij al een antwoord is gegeven op de vragen in de inleiding. In principe is het inderdaad onze morele verplichting en behoren wij vanuit ethisch standpunt hulp te geven aan de Derde Wereldlanden. Helaas dat de economische en praktische afwegingen bij de meeste mensen een grotere rol spelen in de besluitvorming over het daadwerkelijk verlenen van deze hulp. Het heerlijke gevoel wat je krijgt als je voor jouw gevoel ook een steentje hebt bijgedragen aan het goede doel, lijkt helaas velen niet te deren. 5. Wat heeft de hulp voor zin? Je kunt dan wel graag de hulp willen bieden, maar je moet je natuurlijk wel afvragen of de hulp überhaupt zin heeft. Voordat je daar als moraalridder geld in desbetreffende landen gaat pompen is het misschien verstandig je af te vragen of dit geld ook nuttig en effectief wordt besteed en of het zin heeft om deze hulp aan te bieden. Misschien is het wel verstandiger om het ze zelf ook een beetje te laten doen? De afgelopen 20 jaar is er heel wat gebeurd in de wereld. Op economisch, politiek en ideologisch gebied. De globalisering nam een hoge vlucht. De kloof tussen Noord en Zuid is groter geworden. Dit ondanks alle ‘ontwikkelingshulp’! In 1970 bezaten de 20% rijkste mensen van deze planeet dertig maal zoveel als de 20% armste mensen. Dertig jaar later is dat meer dan zeventig maal zoveel. Sinds 1980 zagen de 1 miljard armste mensen hun inkomen nog verder achteruitgaan. Sinds de jaren negentig zijn 54 landen armer geworden. Sinds 1970 is het aantal ondervoede kinderen gestegen met 20 tot 25%. De afgelopen vijftien jaar verdubbelde het aantal 'extreem armen' in Latijns-Amerika. Een Afrikaan verbruikt nu gemiddeld 20% minder dan 25 jaar geleden. Maar ook in het 'welgestelde Noorden' is de armoede toegenomen. Meer dan 100 miljoen mensen zijn er dakloos, ten minste 37 miljoen werkloos en
ongeveer 8 miljoen ondervoed. Dit zijn toch schrikbarende cijfers en dan gaat men zich toch wel afvragen of de geboden hulp nou zin heeft gehad. Mensen zien dat armoede, kindersterfte en corruptie nog steeds in Afrika voorkomen en vinden dat daaruit blijkt dat het ontwikkelingsbeleid is mislukt. Maar natuurlijk is de ontwikkelingshulp niet meteen een tovermiddel tegen alle kwalen. Het voorkomt niet meteen alle conflicten en maakt ook niet meteen een einde maken aan oorlogen, honger, ondervoeding en al de armoede in de wereld. Hulp kan maar een beperkte bijdrage leveren aan ontwikkeling en heeft dat zelfs in Afrika gedaan. Zo zijn door inentingscampagnes ziektes verdwenen en is de kindersterfte teruggedrongen. Afrika leidt nu duizenden intellectuelen zelf op, waar er vroeger amper iets van een universiteit bestond. In de ecologisch kwetsbare zones, zoals de Sahel, is op veel plaatsen de landdegradatie gestopt. En zijn er nog veel meer voorbeelden die aantonen dat de hulp wel degelijk zin heeft. Er zijn natuurlijk wel mislukkingen in Afrika, maar die zijn er in heel het leven zelf, in het economisch handelen en dus ook binnen de ontwikkelingssamenwerking. Hulp kan succesvol zijn als ze slim en strategisch wordt ingezet. Dat maakt hulp geen tovermiddel, maar een van de nuttige instrumenten in de internationale samenwerking. Succes van de ontwikkelingshulp is verder mede afhankelijk van het ontwikkelingsniveau van het hulpontvangende land. Als een land al redelijk hoog opgeleid is en in staat is eigen plannen te maken en hard te onderhandelen, zal hulp sneller effectief zijn. Het speelt natuurlijk een rol of het ontwikkelingsland zelf wel geholpen wil worden. Soms geven ze niet toe dat het slecht gaat. En de plaatselijke overheid wil ook niet altijd helpen want die denken vaak ook alleen aan hun eigenbelang. In toenemende mate wordt er de aandacht op gevestigd dat de bestrijding van de armoede voor een deel een vraagstuk is van culturele aard. De wil om de armoede te overwinnen moet aanwezig zijn en deze wil wordt in hoge mate bepaald door culturele en religieuze factoren. Hoe kunnen wij er verder voor zorgen dat de Derde Wereldlanden zich beter kunnen gaan ontwikkelen? Een belangrijk aspect wat hier bij komt kijken is de Derde Wereldschuld. De totale schuldenlast van de 3de wereld bedraagt ongeveer 94 000 miljard fr. De rijke landen geven jaarlijks ongeveer 2 000 miljard fr. uit aan ontwikkelingssamenwerking. Alle schuldenlanden samen moeten ongeveer 11 000 miljard fr. alleen al aan rente aflossen. Om dit allemaal te kunnen betalen moeten die landen sterk bezuinigen en dit gebeurt vooral op sociaal vlak. Enkele voorbeelden: Afrikaanse landen besteden gemiddeld 2 keer zoveel geld aan schuldenaflossing als aan gezondheidszorg. Voor Tanzania is dit zelfs 9 keer zoveel. De schuld van Zambia aan het buitenland is per inwoner ongeveer 3 keer zo hoog als het gemiddelde jaarinkomen. Nicaragua besteedt bijna 1/3 van zijn exportinkomsten aan het afbetalen van die buitenlandse schuld. In Bolivia gaat 1 miljoen kinderen niet naar school omdat de overheid sterk heeft moeten bezuinigen op gebied van onderwijs en gezondheidszorg om te voldoen aan de eisen van de schuldeisers. Economen hebben berekend dat de oorspronkelijke schuld al lang is terugbetaald en dat de schuld( de rente dus) zelf de oorzaak van de onderontwikkeling is geworden. Door de Derde Wereld schuld te verminderen zal het voor de Derde Wereldlanden makkelijker zijn om zich verder te ontwikkelen, maar dan moet er veel gebeuren. Ten eerste raak je de schuld nooit kwijt want daar is de schuld te groot voor. De landen hebben gezamenlijk een schuld van 313 miljard Amerikaanse dollars. Omdat de landen haast geen geld verdienen en het geld dat ze verdienen moeten afbetalen aan de schuldeisers zoals het IMF en de Wereldbank kunnen ze niet investeren in een betere toekomst. Hierdoor blijft het geld dat ze verdienen veel kleiner dan het geldbedrag dat ze moeten betalen aan de schuldeisers. Om hier wat aan te doen moet een deel van de schuld of misschien zelfs de hele schuld wel kwijtgescholden worden. Alleen zullen instellingen als het IMF en de Wereldbank hier niet zo snel aan beginnen omdat zij tijd hebben om op hun geld te wachten. Commerciële banken echter kunnen dat niet en die zullen dan ook hun schuld verlagen om zo toch nog wel iets van hun leningen terug te krijgen. Dat is wel gebleken toen Mexico zei dat ze niets meer konden betalen en dat ook niet zouden doen. De banken verlaagden toen de schuld om zo toch nog iets terug te kunnen krijgen en niet failliet te gaan. Alleen als Derde Wereldlanden bij andere landen en instellingen als het IMF en de Wereldbank hebben geleend wordt dit een groter probleem. Deze landen en het IMF en de Wereldbank kunnen wel wachten en zullen dat ook wel doen. De oplossing om de schuld te verminderen is misschien dat de landen gaan investeren in Derde Wereldlanden en de landen laten wachten met het betalen van de schuld om zo de landen een economie op te laten bouwen die sterk is en dat de landen dan over een aantal jaar de schulden kunnen terugbetalen zonder dat ze er zelf onder leiden. Ten tweede moet er een verandering komen in de mentaliteit van de bedrijven die de Derde Wereld landen uitbuiten. Veel bedrijven gaan naar Derde Wereldlanden toe omdat de lonen daar heel laag zijn, zodat de kosten laag blijven en de opbrengst groter wordt. Ook worden de wetten in Derde Wereldlanden veel minder streng nageleefd en is de controle daarop ook minder dan in de Westerse landen. Veel bedrijven buiten hierdoor de mensen in de Derde Wereldlanden uit en verpesten het milieu. Zo gaat de natuur in veel Derde Wereldlanden er aan omdat bedrijven het milieu daar verpesten. Om dit tegen te gaan zal de wetgeving veel strenger moeten worden en de controle op de naleving van de wet ook. Om zover te komen moet de overheid van het land zelf hiermee beginnen. Is de overheid hiertoe niet in staat dan moet er hulp kunnen worden gevraagd bij westerse landen. Er moet dus voor gezorgd worden dat de landen opnieuw opgebouwd worden. Dat moet beginnen bij het onderwijs. Maar daar is geen geld voor, omdat de landen er liever voor kiezen hun schuld af te betalen. Alleen snappen deze landen niet dat goed onderwijs een basis is om verder uit te groeien en zo voor een betere toekomst te zorgen. Dan moeten de westerse landen er juist voor zorgen dat dit wel gebeurt. Een investering in het onderwijs is de enige manier om op de lange termijn de schuld weg te werken. Investeringen in bouwprojecten zorgen nu wel voor een uitkomst maar de landen kunnen zoiets niet financieren dus dan komen de projecten stil te liggen en hebben de landen dubbel verlies: ze zijn een hoop geld kwijt en ze hebben een half afgerond bouwproject waar ze niks mee kunnen. Er moet dus op de lange termijn geïnvesteerd worden willen we wat aan het probleem doen en dat willen we. Behalve de schuld bestaat er ook nog een ander groot probleem: de ziektes. Van alle mensen die hier op dit moment op aarde leven, lijden er meer dan 828 miljoen aan honger en ondervoeding. De mensen in Derde wereldlanden leven in armoede, er is dus weinig geld. De hygiëne in die landen laat ook te wensen over. En door die slechte hygiëne kunnen ziekten zich makkelijk verspreiden en mensen infecteren. Nu er geen geld is, kunnen de meeste mensen geen medische hulp krijgen. (medicijnen, vaccinaties etc) In ontwikkelingslanden lopen te veel mensen ziektes op, die bij ons allang zijn uitgeroeid of te genezen zijn. Door slechte regels, hygiëne, gebrek aan goedkope medicijnen en voorlichting krijgen de ziektes de kans en ruimte zich te verspreiden. Vooral in Afrika vallen veel slachtoffers. De meeste mensen daar krijgen geen inentingen, omdat daar geen geld voor is. Of omdat op medicijnen patenten zitten die de medicijnen onnodig (te) duur maken. Het aantal mensen dat overlijdt aan deze ziektes loopt op tot in de miljoenen. Dat is natuurlijk veel te veel. Waarom kunnen de mensen in Afrika niet net zoals in Nederland ingeënt worden? Wij vinden dat er gewoon op de een of andere manier geld voor vrij gemaakt moet worden. Bijvoorbeeld door de landen die geld genoeg hebben. Want hoe kunnen wij nou lekker leven wetende dat het daar zo slecht gaat? Ook wij, de westerse bevolking zelf, kunnen dingen doen om de mensen in de ontwikkelingslanden effectief te helpen zodat het zin heeft. Wij zien allemaal wel eens beelden op televisie over armoede en lijden dat in ontwikkelingslanden plaatsvindt, maar wat kunnen we doen? Veel nationale en internationale ontwikkelingsorganisaties doen uitstekend werk om dit voortdurende probleem aan te pakken. Zij geven geld, voedsel, kleding, medicijnen, alles wat heel erg nodig is. Dit geld wordt ingezameld door vrijwilligers die bijvoorbeeld met een collecte- bus door de steden gaan om een kleine bijdrage op te halen bij de mensen thuis voor de instantie in kwestie. Deze vrijwilligers verzamelen ook kleding en andere gebruiksvoorwerpen voor de ontwikkelingslanden. Dit gaat meestal via scholen, kerken, bedrijven of buurthuizen. De mensen kunnen daar hun spullen die ze kwijt willen afgeven. Er zijn zoveel volwassenen en kinderen daar die nog nooit een boek gelezen hebben of kunnen lezen. In ontwikkelingslanden zijn boeken enorm schaars, en de boeken die er te koop zijn, zijn te duur. Zonder boeken is er bijna geen vooruitgang in kennis en blijven de mensen in ontwikkelingslanden in de cirkel van armoede en analfabetisme hangen. Aan het begin van het jaar 2000 zijn nog altijd 875 miljoen mensen over de hele wereld analfabeet. In ontwikkelingslanden gaat één op de vijf kinderen tussen 6 en 11 jaar oud (naar schatting 113 miljoen) niet naar school, daarvan is 60 procent een meisje. Zoals is gebleken komt 70 procent van alle analfabeten uit de navolgende negen landen: Bangladesh, Brazilië, China, Egypte, India, Indonesië, Mexico, Nigeria, Pakistan. In Zuid-Azië zijn naar schatting 60 procent van de vrouwen ongeletterd. Over de hele wereld kan één op de vier vrouwen niet lezen. Het idee bestaat dat mensen uit ontwikkelingslanden zichzelf moeten leren te onderwijzen. Heel eenvoudig. Die organisaties die zo denken verzamelen tweedehands boeken, of krijgen (giften) nieuwe boeken in het Engels voor alle leeftijden. Dit doen ze door het benaderen van scholen in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, België en Cyprus. Via een actie ( Wereld Boeken Dag ) proberen ze de leerlingen te stimuleren om een boek te schenken aan een ander kind in een ontwikkelingsland, dat er geen heeft. Op deze manier proberen ze kinderen in het westen bewust te maken van het feit dat niet ieder kind toegang heeft tot boeken. Dus door deze organisaties te steunen helpt U indirect ook mee aan de hulp. In een vroeger stadium van ontwikkelingshulp leverde de Westerse landen gewoon puur rijst etc. aan de Derde Wereldlanden. Nu is men er achter gekomen dat dit slechts helpt voor de korte termijn. Het aanleggen en stimuleren van de landbouw daar in de landen zelf is veel effectiever en beter voor de langere termijn. Het toch de bedoeling dat deze landen na een tijdje zelfstandig op hun benen kunnen staan? Het is dus duidelijk dat er niet zomaar wat geld moet worden gestuurd of wat rijst. Je moet zeer efficiënt en systematisch te werk gaan. Hierbij moet vooral worden gelet op de lange termijn. Wij zijn van mening dat het niet alleen aan de ontwikkelingslanden zelf kan worden overgelaten en dat wij wel degelijk hulp moeten bieden. Ondanks sommige tegenvallende cijfers vinden wij dat de hulp wel degelijk zin heeft. Zonder deze hulp was het er nu misschien nog wel slechter aan toe geweest en je kunt ook niet verwachten dat de hulp nu meteen alles beter maakt. Door de problemen met betrekking rond de schuld, ziektes en de mentaliteit van de westerse bedrijven te verbeteren, lijkt het ons mogelijk om de Derde Wereldlanden nog beter te laten ontwikkelen. En om de kernvraag van deze deelvraag maar even te beantwoorden: De ontwikkelingshulp heeft op de juiste manier wel degelijk zin! 6. Conclusie: Wat nu te doen? Zoals je kon lezen zijn er verschillende redenen waarom de Westerse wereld hulp moet bieden aan de Derde Wereldlanden. Ten eerste de economische. Wij stoppen daar veel geld in maar komt dat er allemaal wel uit? Het is natuurlijk ook wel beter voor de Westerse wereld als ze in de nu nog Derde Wereldlanden later een sterke economische partner hebben. Maar het investeren blijft een groot risico. Het tweede waar je naar moet kijken is puur praktisch gericht. Heeft het allemaal wel zin om steun te geven en hoe moet je deze steun precies verlenen. En ligt het in onze mogelijkheden om dat zo te doen. Hierover verschillen natuurlijk de meningen. Een andere reden, en wellicht de belangrijkste, is de humanitaire reden. Wij moeten vanuit het ethische standpunt hulp bieden aan de Derde Wereldlanden, zoals we in deelvraag 3 al hadden behandeld. Deze laatste reden geeft eigenlijk vooral de doorslag voor mij. Wij vinden namelijk dat we hoe dan ook steun moeten geven aan de Derde Wereldlanden. Je moet hierbij alleen wel goed te werk gaan. Denken aan de langere termijn en zorgen dat je geld ook goed terecht komt. Een landbouwproject starten en ze zelf (om even simpel te zeggen) voedsel te laten verbouwen lijkt ons beter dan ze gewoon zelf rechtstreeks voedsel te sturen. Nu leren ze hoe het moet en kunnen ze het later zelf doen. Zo heeft de hulp echt wel zin en het is altijd beter dan ze aan hun lot overlaten. Wat nu precies de juiste manier is om goed hulp te bieden is natuurlijk lastig uit te vinden. Dagelijks zijn er mensen bezig om oplossingen te vinden voor betere ontwikkelingshulp. Maar wij vinden de huidige manier van hulp geven gewoon goed en zien geen reden deze te stoppen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.