Eu, Toetreding Turkije en De voorzitterschap van Nederland in de EU

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 13025 woorden
  • 19 april 2005
  • 92 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
92 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding Zoals je misschien al aan de voorkant van dit werkstuk gezien hebt, gaat dit werkstuk over de EU zelf en de toetreding van Turkije tot de EU. Ook wordt de EU zelf en de rol van Nederland in de EU aan de orde gesteld. Ik heb voor dit onderwerp gekozen omdat ik er niet zo veel vanaf wist en er meer over te weten wou komen. En dat kon dus door middel van een werkstuk maken over dit onderwerp. In dit werkstuk heb ik een paar aspecten belicht die ik wou onderzoeken. Zoals: · Geschiedenis van de EU · Wie behoren er tot de EU? · Wat doet de EU? · Voorzitterschap van Nederland in de EU · Turkije en de EU, is dat echt zo’n probleem? · Informatie en achtergrond Turkije · Geschiedenis Turkije · Turkije en samenleving · Hoe was de politieke situatie in Turkije? · Hoe is de huidige situatie qua politiek? · Hoe is de economische situatie in Turkije? · Turkije en toerisme · Wat zijn de voorwaarden voor de toelating tot de EU? · Wat wint de EU met de toetreding van Turkije? · Wat voor bezwaren zijn er dan? · Wat verandert er in Turkije als het in de EU komt? · Zal de economie van Europa veranderen door de toetreding? · Wat worden we wijzer van de onderhandelingen over de toetreding van Turkije tot de EU? · Meningen van anderen
Aan het eind heb ik een conclusie waar ik tevens mijn mening in heb gezet. Ik hoop dat ik na mijn conclusie weet wat de toetreding van Turkije tot de EU inhoudt en waarom er juist bij dit land zoveel te bespreken en te behandelen is om het bij de EU te krijgen. Ook heb ik een logboek bijgehouden.
Geschiedenis van de EU Eind jaren ’50 werd een begin gemaakt aan een Europese samenwerking. Dat was net na de Tweede Wereldoorlog. De gemeenschap heette de EGKS: de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Dat was in 1952. De hoofdreden voor deze gemeenschap was de duurzame vrede tussen Europese landen. Vooral Frankrijk en Duitsland. Het ging erom dat de betrokken landen samen moesten gaan werken op grond van gelijkheid. Italië en Benelux sloten zich toen ook bij de EGKS aan. De gemeenschap had nu zes landen. (Frankrijk, Duitsland, België, Nederland, Luxemburg en Italië). Omdat de samenwerking op het gebied van industrie zo succesvol was, besloten de zes landen om ook economisch samen te gaan werken. In 1957 werden er twee gemeenschappen opgericht. Met de verdragen van Rome werden de Europese Gemeen- schap voor Atoomenergie (EURATOM) en de Europese Economische Gemeenschap (EEG) opgericht. In de jaren 60 kwam ook een gemeenschappelijk beleid van de grond. Vooral op het gebied van handel en landbouw. Omdat het zo een succes was, sloten Ierland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk zich bij de gemeenschappen in 1973. Toen kwamen er ook verschillende taken tot stand. Er kwam een sociaal beleid, een regionaal beleid en een milieubeleid. In 1981 trad Griekenland toe, en in 1986 kwamen Spanje en Portugal er ook bij. De economische en politieke integratie tussen de lidstaten van de Europese Unie betekent dat deze landen op vele gebieden gemeenschappelijke besluiten nemen. Ze hebben dus een gemeenschappelijk beleid op veel zaken: van landbouw tot cultuur, van consumentenzaken tot concurrentie, van milieu en energie tot transport en handel. De doelstellingen van de Europese Economische Gemeenschap zijn: · Een duurzame ontwikkeling van de economie; · Veel werkgelegenheid en sociale bescherming; · Gelijkheid van mannen en vrouwen; · Een duurzame en een niet-inflatie veroorzakende groei; · Een hoge graad van concurrentievermogen en het in een punt samenkomen van economische prestaties; · Een hoog niveau van bescherming en verbetering van de levensstandaard en van de kwaliteit van het bestaan; · De economische en sociale samenhang en het trouw blijven tussen de lidstaten. Wie behoren er tot de EU? Zoals inmiddels al bekend is, is de voorloper van de EU ontstaan in de jaren ’50. Er waren toen landen lid geworden waaronder Nederland. Nu zijn er maar liefst 25 landen lid van de EU. En er zullen er vast wel meer volgen! Welke landen zijn er nu lid, en wanneer werden ze dan lid? En welke willen er lid worden? Dat heb ik onderzocht en alles in een tabel gezet · België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland zijn in 1957 lid geworden. Dat waren de eerste landen die lid werden. Dat komt omdat de voorloper van de EU na de Tweede Wereld Oorlog ontstond. En deze landen waren erbij betrokken en/of hadden er mee te maken. · Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk zijn in 1973 lid geworden. Die zagen dat het zo’n succes was en dus wouden zij er ook bij. Zo breidde de EU zich uit. · Griekenland is in 1981 lid geworden. · Portugal en Spanje zijn in 1986 lid geworden. · Finland, Oostenrijk en Zweden zijn in 1995 lid geworden. En vorig jaar, dus in 2004, sloten Grieks-Cyprus, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slowakije, Slovenië zich aan bij de EU. Dat was in mei. Daarvoor had de EU 10 lidstaten. Er zijn ook landen die ook bij de EU willen horen maar ze zijn nog geen lid: · Macedonië · Turkije · Kroatië · Bulgarije · Roemenië De kans is groot dat Bulgarije en Roemenië ook toetreden in de EU. Zij volgen waarschijnlijk in 2007. Ook voor de toetreding van Turkije en Kroatië onderhandelt de EU. Ik vind dat alle landen van Europa lid moeten worden zodat er één grote eenheid ontstaat. In dat geval kun je echt in alle landen van Europa reizen zonder bij de grens te stoppen. En er zal dan ook steeds minder verschil zijn tussen ‘binnenlander’ en buitenlander. Zoiets zou ook moeten komen voor de hele wereld. Dat Azië, Australië en Afrika ook meedoen. Maar dan loop je het gevaar dat er minder verschil zal zijn in cultuur tussen de landen. Dat is wel weer jammer want een wereld van heel veel culturen geeft kleur in de wereld, een cultuurloze wereld is kleurloos en saai Wat doet de EU? Regering
In Brussel zit de regering van Europa. Daarom wordt Brussel ook wel de hoofdstad van Europa genoemd. Maar niet alles wordt in Brussel geregeld. Sommige kantoren zitten zelfs in een ander land. Wetten en regels
Als in Nederland een wet wordt gemaakt, dan gebeurt dat door de regering. De regering bestaat uit de koningin en de ministers. En dan heb je nog het parlement. Die bestaat in Nederland uit de Eerste en de Tweede kamer. De leden van de Eerste en Tweede kamer zijn gekozen door het volk. Het parlement heeft natuurlijk ook een taak. Hun taak is kijken of de regering het goed doet. In de EU heb je ook wetten. Die worden gemaakt door de Europese Commissie, het Europees Parlement en door de Raad van Ministers. De wetten die er dan gemaakt worden binnen de EU gelden voor alle landen van de EU. De regeringen van al deze landen moeten zich aan de Europese wetten en regels houden. Ze zijn nou eenmaal lid van de EU. De Europese commissie
Als je lid bent van de EU dan moet je natuurlijk ook je eigen land besturen. De presidenten, koningen en de ministers van verschillende EU-landen kunnen zich dan niet elke dag met de Europese onderwerpen bemoeien. Daarom is er ook een speciaal bestuur gemaakt die zich wel elke dag met Europa bemoeit. Dat heet de Europese commissie. Raad van de ministers

Als er iets besproken moet worden binnen de EU dan bespreken bepaalde ministers dat met elkaar. Dat zijn de ministers die over dat onderwerp gaan. Bijvoorbeeld er moet wat over ‘de wegen van Europa’ besproken worden, dan gaan de ministers die over dat onderwerp gaan met elkaar praten. In dit geval: ministers van verkeer en waterstaat. In de EU is de Raad van ministers het belangrijkste. Deze raad maakt namelijk de wetten die voor alle landen gelden. Het Europees Parlement
In Nederland controleren de Eerste en de Tweede kamer dus de regering. In de EU heb je ook zoiets. Namelijk: Het Europese parlement. Zij kijken of de wetten die zijn bedacht ook werkelijk goed zin voor de burgers. De leden van het parlement worden gekozen door inwoners van de EU-landen. Europese Raad
Er moet veel gepraat en overlegd worden wil je een goede samenwerking krijgen. Dat gebeurt dan in de Europese raad. In de Europese raad zitten allemaal regeringsleiders van de landen die lid zijn van de EU. Voor Nederland zit premier Balkenende erin. Iedere halfjaar is er een andere lidstaat de leider van de Europese Raad. De Europese raad is echter niet hetzelfde als de Raad van de ministers. Hof van Justitie
Er is ook een soort rechtbank in de EU. Dat is de Hof van Justitie. Die let erop dat iedereen zich aan de Europese regels en wetten houdt. Je kunt het dus met een rechtbank vergelijken die alleen over Europese regels en wetten beslist. Het is opgericht in 1952 en het staat in Luxemburg. Het bestaat uit : · 25 rechters waaronder één president · 8 advocaten-generaal waaronder een eerste advocaat-generaal. De rechters kiezen om de 3 jaar een andere president uit hun midden. De president heeft de leiding over de werkzaamheden en diensten van het Hof. De advocaten-generaal hebben een ondersteunende functie: Zij moeten voorstellen doen over de oplossingen van de zaken die het Hof krijgt toegelegd. Geldzaken
De geldzaken van de EU moeten ook geregeld worden. Dat gebeurt door de Europese Centrale Bank. Zij hebben ook besloten dat we in de EU met de Euro betalen. Dat zou dan makkelijk zijn omdat je dan niet telkens van geld hoeft te wisselen als je op vakantie gaat. In de volgende landen betaal je met de euro: · België · Duitsland · Finland · Frankrijk · Griekenland · Ierland · Italië · Luxemburg · Nederland · Oostenrijk · Portugal · Spanje. In Denemarken, Groot-Brittannië en Zweden moet je met ander geld betalen. Zij hebben nog steeds hun eigen muntsoort. Dit komt omdat ze nog maar kort lid zijn. De officiële afkorting voor de euro is EUR. Het symbool is een epsilon met een extra horizontaal streepje in het midden: €. Het eurosymbool werd op 12 december 1996 door de Europese Commissie gepresenteerd. De zeven eurobankbiljetten zijn wettig betaalmiddel in alle twaalf eurolanden. Ze zijn overal precies hetzelfde en je kunt ze overal in de 12 landen uitgeven. De acht euromunten uit de twaalf landen die de euro hebben ingevoerd, zijn aan de achterzijde overal hetzelfde. Dat is de Europese zijde. Er staat een afbeelding van Europa op en de waarde van de munt in cijfers. De voorzijde van de euromunten is in elk euroland anders. Het zijn bijvoorbeeld afbeeldingen van koningen en koninginnen. In Nederland hebben we koningin Beatrix. Dat is de nationale zijde. De euromunten uit alle landen zijn geldig in het gehele eurogebied. In Nederland kunt je dus ook euromunten uit andere landen tegenkomen. Europese vlag
De vlag van de Europese Unie is sinds 1986 een blauwe vlag met twaalf gele sterren. De sterren staan niet voor twaalf landen maar voor harmonie en evenwicht. De Europese vlag is niet alleen het symbool van de Europese Unie, maar ook van de eenheid en de identiteit van Europa in bredere zin. De cirkel van gouden sterren staat ook voor de solidariteit tussen de volkeren van Europa. Het aantal sterren heeft dus niets te maken met het aantal lidstaten. Er zijn twaalf sterren omdat dit cijfer traditioneel een symbool is van perfectie, volledigheid en eenheid. Verdragen
Een verdrag is een officiële afspraak tussen landen. Bijvoorbeeld om goed samen te werken. Voor de Europese Unie zijn veel verdragen gemaakt. Bijvoorbeeld het Verdrag van Schengen. Het is genoemd naar de plaats Schengen in Luxemburg omdat het daar is gemaakt. In Schengen besloten de EU-leiders namelijk, dat iedereen tussen de aangesloten landen kon reizen alsof het één land is. Dus geen rijen voor de douane! Op zich is dat wel een voordeel natuurlijk. Dan hoef je dus niet meer je paspoort te laten zien. Ook mag je net zo veel spullen uit een ander land meenemen als je wilt. De voorwaarde is wel dat je de spullen zelf gebruikt en dat je ze dus niet verkoopt. In 1992 werd er nog een verdrag gesloten in Maastricht -> dat de landen een gezamenlijke munt wilden, de euro. Dit wordt het Verdrag van Maastricht genoemd. Mag je zomaar lid worden? Nee dit mag niet zomaar natuurlijk. Niet alle landen mogen zomaar lid worden. Daar moet je als land wel wat voor doen. In het land dat lid wil worden moet de mening van iedereen meetellen.De mensen moeten ook dezelfde rechten hebben. Verder moeten bedrijven hun spullen voor ongeveer evenveel geld kunnen verkopen als andere EU-landen. Ten slotte moet het land het eens zijn met de Europese wetten en regels en die ook uit kunnen voeren. Als een land die dingen goed op orde heeft, kan het toestemming vragen om lid te worden. Daarna gaat de Europese Unie met dat land praten. Opvallende niet-leden: Zwitserland is bijvoorbeeld niet lid. Dit land wil neutraal blijven.Ze willen geen partij kiezen. Noorwegen is ook geen lid. Er is twee keer een stemming geweest onder de bevolking. Maar de meeste Noren wilden niet dat Noorwegen lid zou worden. Noorwegen heeft echter wel wat regels overgenomen van de EU. Zoals het vrij reizen door Europa. Voordelen van de EU
Er zijn veel voordelen omdat de EU bestaat. Behalve dat burgers uit EU-landen vrij kunnen reizen, zijn er nog meer voordelen. Als er een vergadering is waarbij de hele wereld besluiten moet nemen, heeft Europa meer stemmen dan nu. Samen sta je dus veel sterker. Het is ook goed voor het milieu als er veel landen lid zijn. Dan moeten er meer landen zich aan de strengere regels van de Europese Unie houden en zal Europa dus steeds schoner worden. Want iedereen moet zich aan de regels houden. Als er een regel komt dat er minder auto’s mogen rijden, dan moet iedereen in de EU zich eraan houden. Nadelen van de EU
Maar naast de voordelen zitten er ook nadelen aan de EU. De EU is natuurlijk groot en dus duurt het langer voordat een besluit genomen kan worden. Neem nou ‘de toetreding van Turkije’, het besluit duurt nogal lang. Er zijn namelijk meer landen die hun mening mogen geven. Als ze het dan niet eens worden, kunnen besluiten worden uitgesteld. Maar vele mensen (de bevolking van de EU-lidstaten) zijn ook bang dat er meer criminaliteit in hun land komt. Omdat iedereen zo in en uit kan komen lopen in hun land. Ze hoeven namelijk hun paspoort niet te laten zien. Europees volkslied

Europa heeft een volkslied ook al staat dat niet officieel in de wet. Het is een stuk uit de negende symfonie van Beethoven waar niet in gezongen wordt. Het is instrumentaal. Maar er hoort wel tekst bij. Het stuk werd in de vorige eeuw een teken van vrede tussen alle mensen in de wereld. Voorzitter van Nederland in de EU Waarom is Nederland voorzitter voor een half jaar? In de EU is er natuurlijk ook een voorzitter. Vorig jaar van 1 juli tot 1 januari 2005 was Nederland dat voor de 10e keer. Het is al eerder voorzitter geweest in: 1960, 1963, 1966, 1969, 1972, 1976, 1986, 1991 en 1997. Elk halfjaar word een ander land voorzitter. Maar waarschijnlijk zal daar verandering in komen. De EU-leiders hebben namelijk afgesproken dat het voorzitterschap van de EU na een paar jaar wordt overgedragen aan een vaste president. Maar de parlementen van de 25 lidstaten moeten nog akkoord gaan. Na Nederland is Luxemburg aan de beurt voor het voorzitterschap. Wat moet premier Balkenende doen? Toen Nederland voorzitter was, moest premier Bakenende natuurlijk ook iets betekenen. Hij was het aanspreekpunt van het Europese parlement. Premier Balkenende is tijdens het voorzitterschap meer in het buitenland dan in Nederland.Meestal in Brussel, want daar vinden alle EU-toppen plaats. Dat is afgesproken sinds het verdrag van Nice is gesloten. Balkenende moet in die half jaar in ieder geval 2 keer een bezoek doen aan de hoofdsteden van de 25 lidstaten. Ook moet hij aanwezig zijn op alle grote internationale bijeenkomstenen. Hij zal ook een bezoek moeten brengen aan de lidstaten die lid willen worden: Bulgarije, Roemenië, Kroatië en Turkije. Er zijn ook conferenties in Zuid-Korea, India en China waar hij ook heen moet gaan. Wat wil Nederland als voorzitter bereiken? Een belangrijk punt in de agenda is de eventuele toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Daar zal Nederland zich ook mee bezighouden. Midden oktober de Europese Commissie een rapport uitbrengen over dit onderwerp. Dat zal te maken hebben met het besluit, dat de EU-leiders in december willen nemen. Er zullen ook toetredingsgesprekken komen met Turkije. Verder zullen de EU-leiders moeten bepalen of de kandidaten Roemenië en Bulgarije klaar zijn om in 2007 tot de unie toe te treden. Daarnaast vindt Nederland het belangrijk om het over de Europese uitgaven te hebben. Het lijkt erop dat de kosten zullen stijgen, vooral omdat er nog 10 nieuwe lidstaten komen. Maar Nederland wil de kosten beperken zodat ze niet zo erg stijgen. Bovendien wil Nederland dat de Nederlandse bijdrage aan de unie omlaag gaat. Nederland is namelijk de grootste nettobetaler van alle lidstaten. Een ander onderwerp, is de goedkeuring van de Europese grondwet. Want dat was een probleem in de EU. De EU-leiders zijn het onlangs eens geworden wat de grondwet betreft. Maar het zal meer de verantwoordelijkheid van de volgende voorzitter zijn (Luxemburg). De grondwet wordt in november in Rome ondertekend. Minister Bot en staatssecretaris Atzo Nicolaï van Buitenlandse Zaken presteerden het Nederlandse plan van aanpak voor Europa. Omdat er zoveel grote veranderingen tegelijk spelen, is de speelruimte voor Nederland beperkt. Nederland heeft gekozen voor vijf hoofdthema’s omdat het dus beperkt is. Als eerste op de agenda, staat de verdere uitbreiding van de EU met Bulgarije, Roemenië en Turkije. Hierover zullen er vooral discussies zijn over de toetreding van Turkije. Op het gebied van veiligheid en justitie staat de strijd tegen terrorisme centraal. Daar willen ze het nog over hebben. In het externe beleid van de EU wil Nederland de nadruk leggen op het versterken van de betrekkingen met Azië. Dat is dus weer een thema. Ook streeft Nederland naar een krachtiger rol voor de EU in het Israëlisch-Arabische conflict en wil het multilaterale en diplomatieke oplossingen voor internationale problemen bevorderen. Tot slot wil Nederland verder werken aan de versterking van het Europese veiligheids- en defensiebeleid. De laatste twee hoofdthema’s zijn duurzame economische groei en het financiële en budgettaire meerjarenplan voor de jaren 2007 tot 2013. Duitse diplomaten verwachten dat de onderhandelingen over het laatste nog moeilijker zullen zijn dan die over de Europese Grondwet. Ondanks de volle agenda is er ook plaats voor een persoonlijke tough. Op initiatief van premier Balkenende was er begin december een intellectuele top georganiseerd waaraan Europese regeringsleiders, intellectuelen en ondernemers zullen deelnemen. Thema van de bijeenkomst is Europese normen en waarden. Balkenende wil hiermee een ideologisch fundament leggen voor de toekomst van de Unie. Zijn er ook kosten verbonden aan het voorzitterschap? Er zijn natuurlijk ook kosten verbonden aan de voorzitterschap. Nederland zal ongeveer 130 miljoen kwijt zijn aan het voorzitterschap. Dat geld wordt uitgegeven aan kantoorartikelen en aan extra ambtenaren. Maar ook vooral aan het organiseren en beveiligen van de belangrijke EU-bijeenkomsten. Het zijn er wel meer dan 30 en ze worden allemaal in het half jaar van de voorzitterschap van Nederland uiteraard in Nederland gehouden. Wat zijn de voordelen van het voorzitterschap? Als voorzitter van de Europese Unie kan Nederland meer invloed uitoefenen op de gang van zaken binnen de Unie dan normaal. Dus Nederland heeft zeg maar meer ‘macht’ dan normaal. Nederland kan ook onderwerpen ter sprake brengen die belangrijk voor Nederland is. Maar het moet niet de andere lidstaten het gevoel geven dat Nederland als voorzitter alleen maar uit eigen belangen regeert. Om moeilijkheden te voorkomen kiezen sommige landen daarom juist voor een puur organisatorisch voorzitterschap. Dit is echter wel een hele klus
Het voorzitterschap is eigenlijk ook een gelegenheid om je op internationaal en Europees toneel te vertonen. Nederland grijpt nu ook de kans om de Nederlandse burger meer bij de EU te betrekken.
Turkije en de EU, is dat echt zo’n probleem? Als je om je heen kijkt, tv kijkt of de krant leest, zie je heel vaak het woord ‘EU’ en het woord ‘Turkije’ in één zin. Zelfs de mensen hebben het er over. Wat hebben die twee berichten met elkaar te maken? Waarom hebben ze het toch altijd over Turkije en de EU? Zoals al bekend is, bestaat de EU op dit moment uit 25 lidstaten. De EU staat voor Europese unie. Alle lidstaten zitten dus in Europa. Maar nu wil Turkije er ook bij. Op zich kan dat wel want Turkije ligt half in Europa. Maar een deel ligt ook in Azië. Dus hebben ze ook sommige opvattingen van het oosten. Bijvoorbeeld qua godsdienst en politiek. Die zijn anders dan de opvattingen in Europa. Waarschijnlijk dat dat nou een probleem is. Het kan natuurlijk niet dat alle lidstaten in de EU zich aan de afspraken houden en één lidstaat (Turkije dus in dit geval) zich niet aan de afspraken houdt omdat het andere opvattingen heeft. Ook het volk zal zich dan anders gedragen dan de Europeanen. Een ander probleem is het manier van regeren. In de Europese lidstaten is er sprake van democratie. In Turkije is dat niet het geval. Als Turkije zich bij de EU aansluit zal het land ook democratisch worden. Anders zijn er behoorlijke conflicten tussen Turkije en de andere lidstaten. De afspraak in de EU is dat iedereen een stem heeft. Als Turkije ook in de EU komt zal ook in dat land iedereen een stem hebben. Anders houdt het land zich niet aan de afspraken en mag het niet in de EU komen. Ook gaat de economie van Turkije niet zo goed. Daar moet je ook rekening mee houden. Daar zal de EU dan ook wat aan moeten doen. Maar dan loop je ook de risico dat dat effect heeft op de economische situatie van de andere lidstaten. En je kan dan tekorten krijgen qua geld. Het belangrijkste probleem is dat Turkije een Islamitisch land is. En in de EU staat het Christendom centraal. Dat heeft invloed op alles, zoals de manier van regeren, de manier van rechten tussen vrouw en man, en vooral dat niet iedereen recht heeft om te stemmen. Ieder land heeft zijn eigen opvattingen. Een Islamitisch land heeft dus helemaal andere opvattingen dan Christelijke landen. Ze hebben een ander cultuur dan de andere Europese lidstaten. Dat zal ook effect hebben. Maar aan de andere kant, het kan geen kwaad om er een nieuw cultuur bij te krijgen. Je kunt dan wat van anderen leren en elkaar helpen. De burgers in Turkije zullen waarschijnlijk ook meer vrijheid krijgen. Er zijn dus verschillende problemen die je tegelijkertijd ook weer niet als een probleem hoeft te zien. Informatie en achtergrond Turkije De internationale afkorting voor het land Turkije is “TR”. De oppervlakte van dat land is 779.452 vierkante kilometer. Het aantal inwoners bedraagt 60,77 miljoen. De bevolkingsdichtheid is 76 inwoners per vierkante meter. De hoofdstad van Turkije is Ankara. Daar zetelt de regeringsleider ook. Het land heeft 74 provincies. De officiële taal in Turkije is Turks. Een ander veel gesproken taal is Koerdisch. De Turkse munteenheid is Turkse lira. Een nationale feestdag in Turkije is op 29 Oktober. Dat is de dag van de republiek. Turkije heeft sinds 1982 een parlementaire republiek. Maar het land is niet democratisch. De bestuursleden worden dus niet door het volk gekozen. Maar het land heeft echter wel een parlement. 70% van de bevolking bestaat uit Turken, 20% uit Koerden, en verder uit Arabieren, Grieken en Lasen. Als godsdienst staat de Islam centraal, maar ook andere godsdiensten zoals het christendom en het jodendom vind je daar in Turkije terug. 67% van de bevolking woont in steden. De bevolkingsgroei daalt licht met 2,1%. Het centrale en oostelijke deel van het land zijn zeer dun bevolkt. Veel Turken werken als gastarbeider in de landen van de EU of in de Arabische oliestaten. Het klimaat dat er heerst is een subtropisch klimaat met milde winters. Verder in het land is er een vochtige en warme klimaat met het hele jaar door regen. De Turkse bodem is rijk aan chroom, koper en bariet. Verder bezit het land kleine hoeveelheden ijzer, kolen, mangaan, lood en zink. Belangrijke industrieproducten zijn textiel, agrarische producten en staal. De gezondheidszorg is zeker op het platteland ontoereikend. In 1990 waren er 123.706 ziekenhuisbedden. 50.639 artsen werkten in het land. Er was dus één arts per 1108 inwoners. De straatscholen zijn gratis, er is vijf jaar leerplicht. 95% van de stadsbevolking bezocht een school, tegenover 50% van de plattelandsbevolking. In het schooljaar 1990-1991 waren er 51.055 basisscholen en 5780 middelbare scholen en 1778 gymnasia en scholen voor beroepsopleiding. Verder was er in Turkije 408 hogescholen en 204 universiteiten. 18,3% van de bevolking is analfabeet. De grootste bevolkingscentra bevinden zich aan de Middellandse-Zeekust in het westen en het zuiden van het land, in de regio Ankara en ten westen van het Vanmeer. Transport: · Spoorwegen: 8682 km, waarvan 1524 geëlektrificeerd · Wegennet: 386000 km, waarvan 1/3 verhard · Internationale vliegvelden: Isranbul, Ankara, Izmir, Adana, Dalaman, Antaly, Bodrum · Havens: Gemlik, Hopa, Iskenderun, Istanbul, Izmir, Kocaeli (Izmit), Icel (Mersin), Samsun, Trabzon, Antalya Geschiedenis van Turkije De Turken in het huidige Turkije zijn de afstammelingen van Oghuz-stammen die vanuit Centraal-Azië naar Anatolië zijn getrokken. De eerste grote emigratie van Turken begon circa 1000 jaar geleden. In 1071 versloeg de Seldjoekse leider Alp Arslan de Byzantijnse keizer Romanus IV nabij Manzikert, de resultaat van dit was de stichting van het sultanaat rond Konya. Ongeveer 200 jaar na de stichting van het Ottomaanse Rijk werd de Turkse hoofdstad verplaatst naar Istanboel (1453) en begon hun overheersing over een deel van de islamitische en christelijke wereld. Dit Ottomaanse Rijk kende zijn grootste bloeitijd in de zestiende eeuw. Daarna trad het verval in en veroverden Oostenrijk en Rusland grote delen van het Ottomaanse grondgebied. Na de verloren Eerste wereldoorlog resteerde het huidige Turkije en werd het sultanaat een republiek. Het moderne Turkije begint met de stichting van de republiek op 29 oktober 1923 (de republiek was al uitgeroepen op 2 januari 1921) op het van het Ottomaanse rijk overgebleven Turkse grondgebied, met Mustafa Kemal Pasja als eerste president. Mustafa Kemal heette later Atatürk De regering werd gevormd door een vanuit Ankara opererende revolutionaire groep, geleid door Kemal, die de Grieken in west-Turkije had verslagen. Het Verdrag van Lausanne, getekend op 24 juli 1923 met van Turkse zijde Ismet Pasha als onderhandelaar, legde de grenzen van het moderne Turkije vast. Hierna ontplooide Mustafa Kemal zijn visie, het Kemalisme. Belangrijke jaartallen in de Turkse geschiedenis: · 3000 v. Chr.: Aan de westkust ligt het oude Troje. · 546 v. Chr.: Perzen veroveren het gebied. · 189 v. Chr.: Het gebied wordt ingelijfd bij het Romeinse Rijk. · 762: Arabieren bezetten het land. · Vanaf 1055: De seldsjoeken houden veroveringstochten. · 1259-1326: Veroveringen van Osman I leiden tot de stichting van een snel groeiend Osmaans Rijk. · 1453: Constantinopel wordt veroverd. Het Byzantijnse Rijk houdt op te bestaan. · 1600: Het westen verzwakt de positie van het Osmaanse Rijk. De Habsburgers dringen de Turken in de volgende eeuw ver terug. · 18e eeuw: Rusland wordt een sterke tegenstander. · 1875: Turkije gaat bankroet ten gevolge van de oorlogen. · 1877-78: Turkije verliest de Russisch-Turkse oorlog en moet Cyprus, Bosnië-Herzegovina, Romenië, Servië en Montenegro afstaan. · 1909: De hervormingsgezinde beweging van de Jonge Turken grijpt de macht en dwingt de sultan de grondwet te erkennen. · 1912-13: Na balkanoorlog moet Turkije bijna alla Europese gebieden afgeven. · 1923: De Turkse republiek wordt gesticht: Kemal Atatürk wordt president. · 1938: Atatürk sterft · 1952: Turkije wordt NAVO-lid. · 1960-80: Civiele en militaire regeringen wisselen elkaar regelmatig af. · 1974: Turkije valt binnen op Cyprus. · 1982: Turkije krijgt een nieuw grondwet en is sindsdien een parlementaire republiek · 1983: De moederlandpartij wint de verkiezingen, Özal wordt regeringsleider. · 1988: 100.000 Koerden vluchten voor Iraakse aanvallen naar Turkije. · Özal wordt president · 1991: Turkije begint gevechten tegen de Koerden in het noorden van het land. · 1993: Tansu Ciller wordt de eerste vrouwelijke minister-president. · 1995: Minister van Cultuur Karakas treedt af wegens herhaaldelijke schending van mensenrechten. Ciller treedt af na het mislukken van de regeringscoalitie. · 1996: Er ontstaat een nieyw Grieks-Turkse grensconflict in de Egeïsche Zee. Op Cyprus komt het tot gevechten tussen de Turkse en de Griekse bevolking. · 1997: Demirel geeft de leider van de oppositionele Moederlandpartij (Anap) Mesut Yilmaz opdracht een regering te vormen. Yilmaz wordt de nieuwe minister-president. De islamitische Welvaartspartij (RP) groeit. · 1998: De streek rond Adana wordt getroffen door enkele aardbevingenen. De oudste sporen van bewoning zijn in Turkije gevonden aan de Middellandse Zeekust. Er werden namelijk in de grotten bij Antalya 100.000 jaar oude werktuigen gevonden. Rond 2000 v. Chr. trok vanuit Centraal Azië een stam het huidige Turkije binnen. Dat waren de Hettieten. Zij slaagden erin een groot deel van Klein Azië in handen te krijgen. In de 9e eeuw v. Chr. namen de Oerartiërs de macht van de Hettieten over en bestuurden een gebied dat zich uitstrekte over het gebied van het huidige Armenië, Irak en Turkije. Turkije en samenleving Godsdienst

Bij elk land hoort wel een godsdienst. Dus ook in Turkije. Ongeveer 96% van de bevolking behoort tot de islam. Hoewel er in Turkije sinds 1923 officieel een strikte scheiding is tussen islam en staat, heeft de islam vooral op het platteland nog grote invloed op het maatschappelijk leven. Ruim 85% van de Turkse en Koerdische islamieten behoort tot de soennitische richting. Tot de Eerste Wereldoorlog waren er tamelijk talrijke christelijke en joodse gemeenschappen. Daar is niet veel meer van over. In de grote steden wonen naar schatting 15.000 Grieks- en 45.000 Armeens-orthodoxe christenen. Daarnaast zijn er kleine katholieke en protestantse gemeenschappen en diverse sekten. In het zuidoosten wonen nog ca. 20.000 Syrisch-orthodoxen (jakobieten) en enkele duizenden Arabisch-orthodoxen. Naar West-Europa gevluchte jakobieten kregen in de jaren zeventig bekendheid als ‘christen-Turken’. Turkije heeft een gemeenschap van ca. 25.000 joden. Samenleving
Volgens de in nov. 1982 per referendum goedgekeurde grondwet wordt de president voor een periode van zeven jaar gekozen door het parlement, hij benoemt de ministers en de rechters en is tevens hoofd van de invloedrijke Nationale Veiligheidsraad. De grondwet voorziet in één kamer, de Nationale Assemblee, bestaande uit 550 leden, met algemeen kiesrecht gekozen voor een periode van vijf jaar. Politieke partijen die communisme, fascisme of religieus fundamentalisme aanhangen zijn verboden, evenals de Koerdische partijen PKK en DEP. Indeling Turkije is verdeeld in 76 provincies. Het wordt bestuurd door een door de regering benoemde gouverneur. De provincies zijn onderverdeeld in 838 districten en aan het hoofd staat een gouverneur. Er zijn 187 steden en ruim 36.000 dorpen Het wordt bestuurd door een muhtar. Dat is een door de dorpsvergadering gekozen dorpshoofd. De steden zijn onderverdeeld in mahalleler. Dat zijn wijken. Sociale situatie De sociale verhoudingen op het Turkse platteland, vooral in het onderontwikkelde oosten, worden vooral bepaald door islam en traditie. De familie functioneert nog als productie- en consumptie-eenheid. Dat wil zeggen dat ze zelf producten verbouwen voor eigen gebruik. Een groot deel van de stadsbevolking bestaat uit mensen die geboren zijn op het platteland. De mannen- en de vrouwenwereld zijn vaak streng gescheiden en bij huwelijken is de bruidsschat nog zeer gebruikelijk. In de dorpssamenleving spelen de imam (de voorganger in het gebed) en de aga (stamhoofd, grootgrondbezitter) vaak een grote rol. Vaak vervult de aga in het kader van heersende verhoudingen een rol als schakel tussen dorp en centrale overheid. Toenemende migratie (naar de steden en naar het buitenland) brengt wijzigingen in dit patroon. In steden als Ankara en Istanbul woont ongeveer 25% van de bevolking in de krottenwijken. De geregistreerde werkloosheid was in 1995 10%, maar zeker is dat de werkelijke werkloosheid rond de 20% ligt. Daarnaast is er nogal wat verborgen werkloosheid en kent Turkije veel straatventers en andere ongeschoolde straatberoepen. Onderwijs Het onderwijs is sinds 1923 een zaak van de staat, hoewel er ook koranscholen bestaan. Het analfabetisme is ca. 20%, maar is op het platteland en onder vrouwen hoger. Er is tot 14 jaar leerplicht, onderwijs is tot en met de universiteit gratis. Vooral op het platteland in het oosten en onder oudere meisjes is het werkelijke schoolbezoek niet algemeen. Op het platteland kampt men met een tekort aan leermiddelen en een gebrek aan leraren. Na vijf jaar lager onderwijs kun je naar een middenschool en een lyceum van elk drie jaar, die worden afgerond met staatsexamens. Er zijn meer dan 200 universiteiten. De grootsten zijn in Istanbul, Ankara, Izmir, Erzurum en Trabzon. Er zijn ruim 400 scholen voor hoger beroepsonderwijs en ongeveer 1600 technische beroepsopleidingen. Ongeveer 30.000 Turken met rijke ouders studeren in het buitenland, vaak in Duitsland. Om het analfabetisme te bestrijden, zijn overal in het land leeszalen en bibliotheken gevestigd, waar ook aan volwassenen lees- en schrijfcursussen worden gegeven. Hoe was de politieke situatie in Turkije? Elk land heeft een politieke geschiedenis. Ook Turkije heeft dat. Rond 1100 v. Chr. kwam in het westen de kolonisatie vanuit het vasteland van Griekenland op gang. Uit de combinatie van de Griekse cultuur en invloeden van de oorspronkelijke bewoners ontstond de Ionische cultuur. In de 6e eeuw v.Chr. veroverden de Perzen het Oerartische rijk. Alleen de Griekse kuststeden bleven onafhankelijk. Alexander de Grote regeerde in de 4e eeuw v. Chr. En hij veroverde de hele “beschaafde” wereld. Toen veroverden de Romeinen in de 2e eeuw v. Chr. grote delen van Klein Azië. In de 2e eeuw na Chr. verplaatste keizer Constantijn zijn hoofdstad van Rome naar de Griekse kolonie Byzantium. Dat was aan de Bosporus. De stad wordt bekend als Constantinopel, de stad van Constantijn. Hoewel het westelijke deel van het Romeinse rijk werd veroverd door Germaanse volken werd Constantinopel het centrum van het Byzantijnse rijk. Dat zou nog bijna 1000 jaar bestaan. Rond 1300 stichtte Osman I een dynastie die, na gewonnen oorlogen met o.a. Mongolen en Hongaren, zou uitgroeien tot het machtige Osmaanse rijk. In 1571 verloren de Turken de Slag bij Lepanto tegen de Spanjaarden en de Venetianen. Dit was het begin van de ondergang van het Osmaanse rijk. Langzaam brokkelde het Osmaanse rijk af tot na de Krimoorlog de Vrede van Parijs getekend werd. De Turken konden hun onafhankelijkheid nog wel houden maar hadden verder weinig macht meer over. In de 1e WO kozen de Turken de kant van de Duitsers, maar na aanvankelijke successen werd het Osmaanse rijk definitief onder de voet gelopen. De geallieerden verdeelden na de oorlog het Turkse grondgebied. De belangrijkste aantasting van de Turkse eer was het feit dat de Grieken de hele Egeïsche kust en een groot deel van het achterland kregen toebedeeld. De man die verantwoordelijk was voor de aanvankelijke successen in de 1e WO speelde ook een hoofdrol bij het Turkse verzet tegen de Grieken. Dat was Mustafa Kemal Atatürk. In 1922 dreven de Turken de Grieken letterlijk de zee in en kwam er een bloedig einde aan de onafhankelijkheidsoorlog. Na onderhandelingen werden in 1923 de grenzen van de huidige republiek Turkije grotendeels vastgelegd. De jaren tussen 1923 en 1938 stonden geheel in het teken van Atatürk. Hij bouwde een staat op met als voorbeeld het westers. In 1928 werd de islam als staatsgodsdienst afgeschaft; de "layiklik" werd ingevoerd, de absolute scheiding tussen moskee en staat. De dood van Atatürk op 10 november 1938 was een grote schok voor Turkije. In de 2e WO wist Turkije tot enkele weken voor het einde van de oorlog neutraal te blijven. Sinds de jaren '50 werd Turkije voortdurend heen en weer geslingerd tussen democratie en dictatuur en hebben er veel staatsgrepen plaatsgevonden die samen gingen met veel politiek geweld. In 1980 pleegde generaal Evren een staatsgreep. De rust werd hersteld en het terrorisme op bloedige wijze aangepakt. De democratie werd buiten werking gesteld. Na het aannemen van een nieuwe grondwet werden er in 1983 weer verkiezingen gehouden, waarbij de Moederlandpartij van Özal de meerderheid behaalde. Deze partij besteedde veel aandacht aan het stimuleren van buitenlandse investeringen. Hiervan profiteerde ook het toerisme sinds het midden van de jaren ‘80. Na de dood van Özal in 1993 werd Demirel tot president gekozen en opgevolgd door Tansu Çiller, de eerste vrouwelijke minister-president. Na de verkiezingen in 1995 werd Erbakan de eerste islamitische premier sinds het ontstaan van de Turkse republiek. Onder druk van het leger werd Erbakan in 1997gedwongen om af te treden. Naar aanleiding van deze kwestie is de discussie weer opgelaaid over de overheersende rol van het leger in de Turkse politiek. Hoewel Turkije zich sinds de jaren ‘80 heeft ontwikkeld tot een moderne staat naar westers model, bestaan er nog steeds een aantal problemen. Een ervan is de Koerdische kwestie. De Koerden mogen nauwelijks uiting geven aan hun eigen cultuur. In het oosten van het land os de PKK actief, die streeft naar een autonome Koerdische staat. Sinds 1984 probeert de PKK dit te bereiken met veel geweld. De Turkse overheid beantwoordt het optreden van de Koerden op even gewelddadige wijze. In 1999 werd de Koerdische leider Öcalan gevangen gezet en ter dood veroordeeld. Ook de mensenrechtensituatie is nog weinig bemoedigend. Dus heel slecht. Nog steeds vinden er martelpraktijken plaats op politiebureaus en in gevangenissen. Deze situatie staat ook het zeer gewenste lidmaatschap van de EU in de weg. De islamitische Partij voor Recht en Ontwikkeling (AKP), onder leiding van oud-burgemeester Recep Tayyip Erdogan, behaalde bij de parlementsverkiezingen in november 2002 een historische monsterzege. De AKP kreeg 363 van de 550 zetels in het parlement. Dat was net geen tweederde meerderheid, maar de partij kon zonder een coalitiepartner een regering vormen. De centrumlinkse Republikeinse Volkspartij CHP haalde 19,4% van de stemmen, dat waren 178 zetels. Voor alle andere partijen bleek de kiesdrempel van 10% te hoog, zodat de drie partijen die deel uitmaakten van de zittende coalitie van premier Bulent Ecevit - de Democratisch Linkse Partij (DSP), de Moederlandpartij (ANAP), en de Nationalistische Actiepartij (MHP), niet terugkeerden in het parlement. Dat gold ook voor de grootste oppositiepartij, de Partij van het Juiste Pad (DYP) van Tansu Ciller. In dezelfde maand werd de naam van de nieuwe premier bekend: Abdullah Gül. Gül is de plaatsvervanger van Recep Tayyip Erdogan, die zelf geen bestuursfunctie kon vervullen, omdat hij in 1998 veroordeeld was wegens het aanzetten tot religieuze haat. In december 2002 sprak de Turkse president Sezer zijn veto uit over een wet die het Erdogan mogelijk moest maken toch zitting te nemen in het parlement. De wet was kort daarvoor door het parlement aangenomen, maar Sezer vond het onjuist om voor slechts één persoon de grondwet te wijzigen. Toch werd de grondwet uiteindelijk gewijzigd en kon hij zich kandidaat stellen bij een tussentijdse verkiezing in het district Siirt. Erdogan won daar met grote overmacht een parlementszetel. Op vrijdag 14 maart 2003 werd Tayyip Erdogan benoemd als de nieuwe Turkse premier en presenteerde dezelfde dag nog zijn nieuwe kabinet. Het nieuwe kabinet telde 22 ministers, allen behorende tot de AK-Partij, die bij de verkiezingen eind 2002 de absolute meerderheid in het parlement verwierf. Oud-premier Abdullah Gül werd vice-premier en minister van buitenlandse zaken.
Hoe is de huidige situatie in Turkije qua politiek? Turkije heeft een eenkamerparlement. Dat bestaat uit 550 leden. Die leden worden één keer in de vijf jaar gekozen. Bij verkiezingen volgens een systeem van evenredige vertegenwoordiging is er soms een kiesdrempel. Dit betekent dat partijen die minder dan een bepaald percentage van de stemmen (de kiesdrempel) halen, geen enkele zetel in het verkozen orgaan krijgen. Op deze wijze hoopt men in het algemeen een al te sterke versplintering, waarbij vele kleine partijen optreden, te voorkomen. De kiesdrempel van Turkije is 10%. Turkije heeft een staatshoofd. Dat is in Turkije een president. De president word om de zeven jaar gekozen door het parlement. Sinds Mei 2000 is Ahmet Sezer de president van Turkije. De premier is Recep Erdogan. Dat is sinds 2003. Een paar belangrijke partijen in Turkije zijn de AK-partij en de DSP. De AK-partij is islamitisch. De DSP is sociaal-democratisch. Ook heb je de MHP. Dat is extreem-rechts/nationalistisch. De Moederlandpartij is ook een belangrijke partij. Die is conservatief. De DYP is ook conservatief. Ook is die partij belangrijk voor Turkije. Tot slot heb je de CHP. Die is sociaal-democratisch net als de DSP. Dit is een chronologische lijst van de Turkse ministers-presidenten sinds de oprichting van de moderne Turkse staat in 1922. · 1923-1924 Mustafa Ismet Inönü Pascha · 1924-1925 Ali Fethi Okyar Bey · 1925-1937 Ismet Inönü (voor de 2e keer) · 1937-1939 Celal Bayar · 1939-1942 Refik Saydam · 1942-1946 Sükrü Saracoðlu · 1946-1947 Recep Peker · 1947-1949 Hasan Saka · 1949-1950 Semsettin Günaltay · 1950-1960 Adnan Menderes · 1960-1961 Kemal Gürcel · 1961-1965 Ismet Inönü (voor de 3e keer) · 1965 Suat Hayri Ürgüplü · 1965-1971 Süleyman Demirel · 1971-1972 Nihat Erim · 1972-1973 Ferit Melen · 1973-1974 Naim Talu · 1974 Bülent Ecevit · 1974-1975 Sadi Irmak · 1975-1977 Süleyman Demirel (voor de 2e keer) · 1977 Bülent Ecevit (voor de 2e keer) · 1977 Süleyman Demirel (voor de 3e keer) · 1978-1979 Bülent Ecevit (voor de 3e keer) · 1979-1980 Süleyman Demirel (voor de 4e keer) · 1980-1983 Bülent Ulusu · 1983-1989 Turgut Özal · 1989-1991 Yildirim Akbulut · 1991 [[Mesut Yilmaz] · 1991-1993 Süleyman Demirel (voor de 5e keer) · 1993-1996 Tansu Ciller (Dat was een vrouw) · 1996 Mesut Yilmaz (voor de 2e keer) · 1996-1997 Necmetin Erbakan · 1997-1998 Mesut Yilmaz (voor de 3e keer) · 1999-2003 Bülent Ecevit (Voor de 4e keer) · 2003-present Recep Tayyip Erdoðan
Niet iedereen heeft kiesrecht in Turkije. Alleen de mannen mogen stemmen. Alleen als ze rijk zijn. Anders mogen hun ook niet stemmen. Vrouwen hebben zowieso geen stemrecht. Dus het is geen democratie. Als Turkije bij de EU wil komen moet het een democratie worden vind ik. Anders is het niet gelijk aan de andere lidstaten van de EU. Hoe is de economische situatie in Turkije? Turkije heeft een vrijemarkteconomie. Daarin overheerst de particuliere sector. Door samenwerking met de EG, een planmatig ontwikkelingsbeleid, en toenemende inkomsten uit gastarbeid was er vanaf 1965 jaarlijks een redelijke economische groei. Na de coup van 1980 werd volgens IMF-recept een drastisch economisch herstructureringsprogramma doorgevoerd. Dat was gericht op het bevorderen van de export en het tegen gaan van de inflatie. Daarnaast was het er ook om te bezuinigingen. Verder wilde Turkije buitenlandse investeringen aanmoedigen. De overheidsuitgaven werden vooral gericht op investeringen in de infrastructuur. Dat wil zeggen dat ze grote stuwdammen werden gebouwd. En het werd ook besteed aan de wegenbouw en het toerisme. Deze economische politiek leverde in het begin succes op. De export groeide namelijk, en het tekort op de betalingsbalans liep terug. Daarnaast daalde de inflatie. Maar na 1985 namen inflatie en werkloosheid weer toe en daalde de koopkracht. De buitenlandse investeringen vielen erg tegen en de buitenlandse schuldenlast was opgelopen tot 65 miljard dollar. Dat was in 1994. Ook de enorme bevolkingsexplosie had een negatief effect. Van de bevolking werkt ongeveer de helft in de agrarische sector. De productiviteit is daar niet erg hoog. Ongeveer een kwart van de landbouwgrond is bebouwd met bossen, en 30% wordt gebruikt voor veeteelt, met name schapen en geiten. Belangrijke producten zijn verder graan, katoen, druiven, olijven, tabak en hazelnoten. Ongeveer 20% van de beroepsbevolking werkt in industrie en mijnbouw. Een kwart van de totale export wordt verzorgd door textielfabrieken. Daarnaast heeft Turkije ook grote ijzer- en staalfabrieken en is er een groeiende auto-industrie. De dienstensector en het overheidsapparaat zijn naar verhouding erg omvangrijk. Veel inkomsten krijgt Turkije uit het toerisme en van gastarbeiders die vanuit het buitenland geld overmaken. In 1995 bezochten bijna acht miljoen toeristen Turkije. Momenteel is de economie slecht in Turkije. Daar moet verandering in komen. De mensen zijn niet heel rijk en er komen ook heel veel arme mensen in dat land voor
In Turkije hebben ze de Turkse Lira als geldeenheid. Ze hebben munten en biljetten. Hierboven zie je een bankbiljet. Als Turkije bij de EU komt, kan dat land ook de euro gebruiken. En misschien gaat de economie dan juist omhoog! Turkije en toerisme Het toerisme is voor Turkije een snel groeiende bron van inkomen. De accommodatie voor het moderne massatoerisme is nog niet zo uitgebreid als in Griekenland of Italië. De mogelijkheden voor luxe strand- of zonvakanties zijn er echter wel genoeg, niet alleen langs de Egeïsche kusten, maar ook in het zuiden aan de Middellandse Zee. En ook in het noorden aan de Zwarte Zee. Voor de toerist is Turkije een heel mooi land om op vakantie te gaan. Steden als Istanbul en Izmir trekken altijd al vele toeristen, net als de resten van Troje en plaatsen zoals Efeze en Bursa. In het jaar 2000 reisden 440.000 Nederlanders naar Turkije en in 2001 was dit al 620.000. En in 2002 waren het er 710.000! Dat zijn dus ontzettend veel toeristen. Het toerisme is daarom ook een goede inkomstenbron. De overblijfselen van Hattasud, de oude hoofdstad van het Hettitische rijk, en de kalkterrassen bij Pamukale zijn wereldberoemd. Naast vele islamitische monumenten heeft Istanbul het hoofdwerk van de Byzantijnse bouwkunst, de Aya Sophia (6de eeuw). Een andere bezienswaardige stad in Europees Turkije is Edirne met o.a. de moskee van de hand van Turkijes belangrijkste architect, Sinan (16de eeuw). Manisa is het voornaamste Turks-islamitische cultuurcentrum in het Egeïsche gebied. Daar zijn o.a. vele moskeeën. De badplaats Çesme heeft een middeleeuws fort. Kusadasi (Vogeleiland) is een moderne, drukbezochte badplaats. Van de Middellandse-Zeekust is de badplaats Antalya het toeristisch centrum. Ook in dit kustgebied bevinden zich resten uit de antieke tijd. O.a. een aantal Romeinse theaters. Bij Demre zijn verder de ruïnes van Myra, de stad van Nicolaas van Myra (Sinterklaas). Boven het graf is een kerk is gebouwd. In Perge zijn behalve een theater ook een antiek stadion. Dat is bestemd voor 27.000 toeschouwers. Meer in de oostelijke richting zijn toeristische plaatsen zoals Alanya. Dat is een vesting uit de Seldjoekentijd met binnen de muren moskeeën, een overdekte bazar en een paleis. Dan heb je ook nog de Damlatas-druipsteengrot nabij Alanya. De badplaats Anamur met een groot middeleeuws kasteel, de badplaats Silifke met een kruisvaardersburcht zijn ook aantrekkelijk. Antakya (het antieke Antiochië) met een collectie Romeinse mozaïeken in het museum is ook erg mooi. De Zwarte-Zeekust heeft een mild klimaat. Hier valt de meeste neerslag van Turkije, zodat er grote bossen zijn. Een van de meest moderne badplaatsen is Giresun. Trabzonis heeft een interessante architectuur. Ten zuiden hiervan ligt boven een steile afgrond het 14de-eeuwse klooster van Sumela. In West-Anatolië zijn Bursa en Iznik bezienswaardig. Bij Çanakkale ligt de ruïneheuvel van Troje. Amasya bezit o.a. moskeeën en rotsgraven van Pontische koningen. In het zuiden is de bedevaartplaats Konya bekend om de ‘dansende derwisjen’. Het zuiden van Oost-Anatolië wordt ingenomen door het (historische) landschap Cappadocië, dat vooral bekend is om groepen grillige rotsen met vele natuurlijke grotten. Die hebben gediend als woning, kerk of klooster. Ook de overige delen van Oost-Anatolië zijn bezienswaardig: Tokat met een kasteel met 28 torens en moskeeën uit de 12de-16de eeuw; Kars met resten van de Armeense stad Ani; Diyarbakir met talrijke oude bouwwerken. Daar is o.a. een moskee uit ca. 1090 en een 5 km lange zwarte stadsmuur met 72 torens. Verder heb je het Vanmeer, waar rotsgraven zijn gevonden. Turkije heeft dus best veel bezienswaardigheden. Dus veel toerisme. Dat is goed voor de economie en dus ook voor de inkomsten. Wat zijn de voorwaarden voor de toelating tot de EU? Je kan natuurlijk niet zomaar in de EU komen. Daar zijn voorwaarden voor. Dus als Turkije in de EU wil komen moet het voldoen aan de eisen. · Er moet een aanwezigheid zijn van stabilisatie in de democratie. Dat wil
zeggen dat de democratie stabiel is en iedereen kiesrecht heeft (boven de 18). Als we dit vergelijken met Turkije, heeft Turkije geen stabilisatie in de democratie. In Turkije mogen alleen rijke mannen stemmen. Vrouwen en armen hebben geen stemrecht. · Er moet een overheersing van de wet over het openbare leven zijn. Dat wil zeggen dat de burgers zich aan de wet moeten houden en volgens de wet moeten handelen. Voor zover duidelijk is, heeft Turkije dat wel ook al is het erg zwak. Dus dat zou ook verbeterd moeten worden als ze in de EU komen. · Ook de mensenrechten moeten voortdurend beschermd worden. Er moet recht zijn voor iedereen en ze moeten die rechten ook behouden. In Turkije zal dat ook versterkt moeten worden. · De etnische minderheden moeten hun rechten krijgen. En aangezien er in Turkije veel etnische minderheden zijn, en dat ze daar geen recht hebben, moet ook daar verandering in komen. Turkije streeft al lang om toegelaten te kunnen worden in de EU dus Turkije moet zich aanpassen aan de Europese normen en waarden en niet andersom. Maar Turkije begrijpt dat nog steeds niet, en probeert nog steeds compromissen met de EU af te sluiten en dat is in principe onacceptabel. Er moet inTurkije veel gebeuren voordat het een vol lid van de EU kan worden. Er wordt veel gepraat over de vooruitgang die Turkije de afgelopen jaren heeft geboekt wat betreft democratie en mensenrechtensituatie. Het gaat niet alleen maar om veranderingen in de huidige wetgeving van Turkije te brengen maar wel om de manier van denken en de mentaliteit van de Turkse bevolking te veranderen. De eisen die geëist worden aan Turkije voordat Turkije binnen de EU mag treden, zijn veel. · De christelijke etnische minderheden in Turkije, dat zijn de Armeeners, Grieken, en de Suryoye/Assyriers, moeten erkend worden als volkeren en niet als christelijke Turken. Dus die volkeren moeten hun rechten krijgen. Ze moeten onderwijs krijgen in hun eigen taal, vrijheid van publicaties en meningsuiting, vrijheid in het oprichten van hun eigen sociale en politieke organisaties. · Milities van de Dorpswachters moeten ontmanteld worden. · Teruggave van alle Suryoye/Assyriers eigendommen in Turkije zonder dat de (Suryoye/Assyriers) smeergeld hoeven te betalen. · Het afschaffen van het verplichte onderwijs van de islamitische religie voor iedereen in Turkije. Dat wil zeggen dat ook de minderheden die niet islamitisch zijn hun eigen onderwijs moeten krijgen in hun eigen taal, godsdienst en cultuur. · Racisme moet hard bestreden worden door het regime in Turkije. Dat wil zeggen dat de Turken niet moeten denken dat Turkije van hun alleen is. · Mishandelingen en martelingen die regelmatig in de Turkse gevangenissen voorkomen, moeten worden afgeschaft. De gevangenen moeten goed behandeld worden ook al hebben ze een misdaad gepleegd. · Het onderwijsstelsel in Turkije moet in zijn geheel gecorrigeerd worden. Dat wil zeggen dat alles wat op racisme lijkt afgeschaft moet worden. En er worden ook op de scholen historische gebeurtenissen gemanipuleerd en veranderd zodat Turkije als een goed land uit de bus kwam bij de leerlingen. Dat moet dus ook gecorrigeerd worden. · Nieuwe universiteiten of instituten oprichten, dat studies en onderzoeken moeten uitvoeren over de europese volk, cultuur, taal en geschiedenis. Dat bevorderd de algemene ontwikkeling over het westen. (Europa) · Turkije moet een verzoeningsproces beginnen met haar donkere geschiedenis wat betreft andere volkeren. De geen Turkse volkeren werden namelijk vaak afgeslacht omdat ze christenen of geen Turken waren. Dus Turkije moet daar ook verandering in brengen. · De originele namen van de Assyrische/Suryoye dorpen moeten terug, dus alle nieuwe Turkse namen van onze dorpen moeten verdwijnen

Turkije moet dus echt aan een aantal zware voorwaarden voldoen. Zo moet het land impliciet Cyprus erkennen voordat de onderhandelingen starten en kunnen de onderhandelingen op elk moment worden opgeschort als blijkt dat de mensenrechten in Turkije worden geschonden. Voor de toetredingsonderhandelingen kunnen beginnen, moet een kandidaat-lidstaat voldoen aan de Kopenhagen-criteria. Dit zijn de minimumnormen op het terrein van democratie, rechtstaat, economie en bestuur. Deze komen uit 1993. · Turkije moest een volwaardige markteconomie creëren, de rechtstaat en de democratie versterken, de rol van het leger terugdringen en het justitieel apparaat effectiever maken. Turkije heeft de afgelopen jaren in snelle tijd indrukwekkende hervormingen doorgevoerd om aan de Europese eisen te voldoen. In de laatste twee jaar zijn volgens een rapport van de Europese Commissie meer hervormingen doorgevoerd dan in het hele voorafgaande decennium. Zo heeft Turkije de economie gedereguleerd, de belastingwetten vereenvoudigd en de overheidsfinanciën op orde gebracht. Het resultaat was dat de economie met 8,2% groeide en de productiviteit met 10% groeide. Het land heeft de invloed van het leger op de politiek verminderd. Het heeft veel gedaan op het gebied van de mensenrechten. Turkije heeft ruimte geschapen voor afwijkende politieke opvattingen en religieus pluralisme. Er zijn strenge wetten tegen martelen aangenomen en de doodsstraf afgeschaft en meer rechten toegekend aan de Koerdische minderheid. Ook de strafwet is herzien en de juridische positie van de vrouw is sterk verbeterd. Maar de hervormingen zijn nog niet voltooid. De Europese Commissie heeft in haar advies dan ook gezegd dat gesprekken volgend jaar alleen kunnen beginnen als Turkije op de ingeslagen weg doorgaat. Wat wint de EU met de toetreding van Turkije? Volgens mij is de winst van een toetreding groter voor Turkije dan voor de EU. Ook het effect voor de EU is positief maar wel klein. Met Turkije erbij krijgt de Europese Unie er om te beginnen, een enorme markt met inwoners erbij. Ongeveer 70 miljoen inwoner komen er dan bij. Het snel vergrijzende Europa krijgt er nog wat ‘leuks’ bij. Er komt jonge Turkse bevolking bij. Dan daalt de vergrijzing in het algemeen in Europa. En nog een belangrijk punt is dat Turkije heel veel arbeidskrachten bezit. Met de toetreding kan Turkije dus helpen met het Europese tekort aan arbeidskrachten op te lossen. Turkije ligt strategisch op het kruispunt van Europa, Centraal-Azië en het Midden-Oosten. Als Turkije bij de EU komt, kan het dus een belangrijke verbinding betekenen. Turkije is dan een belangrijk doorvoerland voor energiebronnen zoals olie. De EU kan hierdoor energiebronnen en energiedoorvoer beter onder controle krijgen. En belangrijke grondstoffen kunnen uit landen in het oosten gehaald worden. Ik vind dat wel een goed punt want dan kan Europa ook kennis maken met de kruiden en specerijen die in het oosten zijn te vinden. Turkije grenst aan de Balkan. Dat is de zuidelijke Kaukasus. Het grenst ook aan Centraal-Azië en het Midden-Oosten. Dat zijn allemaal roerige regio’s die een bedreiging zouden kunnen vormen voor de veiligheid van Europa. Turkije is volgens de Europese Commissie ‘een strategisch belangrijk land’ dat nut kan hebben voor stabilisering van deze regio’s. Daarnaast kan het grote en moderne Turkse leger in een tijd waarin de EU een gemeenschappelijk defensiebeleid uitwerkt, heel nuttig zijn. Via Turkije kan de EU meer contact krijgen met de islamitische wereld. Het Turkse EU-lidmaatschap zou kunnen aantonen dat de belangrijkste dingen van de EU, vrede en welvaart, ook voor een moslimstaat bereikbaar zijn. Toetreding zorgt ervoor dat de weg voor toenadering tot andere moslimlanden wordt bevorderd. Ook de dialoog
Toetreding van Turkije is ook gunstig voor de Nederlandse economie. Het Centraal Planbureau voorziet een groei van de export naar Turkije met twintig procent, waarbij de Turkse gemeenschap in Nederland een grote rol zal spelen. Ik vind zelf dat de EU en Europa er zelf veel mee opschiet als Turkije bij de EU komt. Je helpt elkaar en daarmee vooral de burgers van beide helften. (Turkije en de EU). De economie zal in Turkije beter gaan denk ik. En ook Europa heeft dan wat aan de arbeiders in Turkije. Dus de economie van Europas zal ook stijgen. Verder vind ik het goed dat de twee geloven (Christendom en islam) met elkaar in contact komen. Dan leer je nog eens wat van elkaar. Turkije heeft ook een ander cultuur dan Europa. Als Turkije bij de EU komt, komt ook een beetje van de cultuur van Turkije in Europa. Dan leren de burgers elkaars cultuur kennen. Waarschijnlijk verdwijnen ook de grenzen tussen Turkije en de rest van Europa. Dat is weer handig met het reizen. En zullen er ook meer toeristen in Turkije komen en daardoor stijgt dan ook de economie van Turkije. Ook is er de kans dat de euro in Turkije wordt ingevoerd als het bij de EU komt. Dat is weer handig voor de toeristen. Zij hoeven dan niet telkens te wisselen. En misschien zal de economie van Turkije verbeteren door de Euro. Al met al vind ik dat Europa veel wint met de toetreding van Turkije. Wat voor bezwaren zijn er dan? Bij de onderhandelingen zijn niet alleen voordelen ter sprake gebracht. De nadelen en bezwaren worden ook ter sprake gebracht. Dan wegen ze de voor- en nadelen met elkaar af en kijken ze wat het verstandigste is. Enkele bezwaren zie je hieronder. · De omvang van het land is een van de problemen. Het is namelijk een groot land met veel bevolking. Dat kan wel eens een probleem zijn. · Vooral de economische achterstand vormt een groot bezwaar. De economie is in Turkije slecht. Terwijl de rest van de lidstaten een goede economie heeft. Als Turkije lid wordt, moeten de andere lidstaten ook er voor zorgen dat de economie in Turkije geleidelijk beter wordt. Maar daardoor loopt hun eigen economie ook risico. · het islamitische erfgoed is ook een probleempje. · Schendingen van mensenrechten is ook een belangrijk probleem. In de landen van de lidstaten heeft iedereen rechten. Er is geen verschil tussen man en vrouw of rijk of arm. Iedereen boven de 18 heeft stemrecht. In Turkije heb je dat niet. Alleen rijke mannen hebben stemrecht. De gevangenen worden erg slecht behandelt. Ze worden uitgescholden en
geslagen. In bijvoorbeeld Nederland is datniet zo en worden de gevangen
beter behandeld. Ook bestaat de doodstraf daar in Turkije nog steeds. Terwijl
je dat in de landen van de lidstaten niet hebt. · De invloed van het Turkse leger vormt ook een bezwaar. De macht van het Turkse leger zou terug gedrongen moeten worden wil Turkije in de EU komen. · Het feit dat de EU institutioneel onvoldoende is voorbereid is ook een bezwaar. · En ten slotte heb je de precedentwerking. Weer een blokje op de blokkentorender bezwaren. Turkije zal (na de mogelijke toetreding) na Duitsland het grootste EU-land worden en daardoor een zeer sterk stempel gaan drukken op de Europese besluitvorming. Daarnaast zal Turkije de enige lidstaat zijn met een groeiende bevolking. Het land telt nu ongeveer zeventig miljoen inwoners en aan het einde van de 21ste eeuw waarschijnlijk honderd miljoen. Binnen enkele tientallen jaren zou de lidstaat de omvangrijkste bevolking van de EU hebben. Ook het het feit dat Turkije een islamitisch land is, bezorgt veel critici. Europa bestaat voornamelijk uit christelijk georiënteerde landen. Critici die vinden dat het de joods-christelijke traditie is die Europa bindt, ziet hierin een reden om Turkije uit te sluiten. Op het gebied van mensenrechten en democratie loopt Turkije nog altijd flink achter op de EU. De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch meldt in een rapport dat er honderden gevallen zijn van marteling in Turkse gevangenissen en politiecellen. En volgens Amnesty International is de medische zorg van gevangenen zeer slecht. Het is de vraag of die ‘gewoonten’ veranderen als Turkije eenmaal lid van de EU is. Er is geen middel meer om verbeteringen af te dwingen. Dat beweren de critici. Om in alle opzichten een echte democratie te worden, is het dus noodzakelijk dat de invloed van het Turkse leger afneemt. De vraag is dan of het leger bereid is afstand te doen van zijn bevoorrechte positie. Het wegvallen van de sterke invloed van het leger op de politiek vergroot echter wel de kansen van allerlei anti-democratische religieuze partijen. En dat is weer een duwtje in de richting van de democratie! Wat weer een pluspunt is voor de toetreding van Turkije tot de EU. Door de tien EU-toetredingen dit jaar steeg het inwonertal van de EU met 20 %, maar het gezamenlijke nationale inkomen maar met 5%. De tien nieuwe lidstaten produceren gemiddeld per inwoner maar net de helft van de vijftien oude lidstaten. Daarom willen veel EU-burgers een langdurige pas op de plaats, voor er sprake kan zijn van nieuwe toetredingen. Eerst moeten de bestaande institutionele, economische en politieke tekortkomingen worden weggewerkt. Anders wordt het een chaos in de EU. Het is net zoiets als dat je je schulden moet af betalen en pas daarna weer geld kan lenen. Anders krijg je problemen. Neem nou bijvoorbeel het stelsel van landbouwsubsidies. Daaraan wordt een groot deel van de Europese begroting besteed. Dat moet grondig herzien worden voor van een Turkse toetreding sprake kan zijn. Want bij toetreding van een staat waarvan 45 procent van de beroepsbevolking in de landbouwsector werkzaam is, zouden de kosten van het Europese landbouwbeleid volledig uit de hand lopen. De onderhandelingen met het grotendeels buiten Europa liggende Turkije doen de vraag rijzen waar de grens van de Europese Unie ligt. Landen als Wit-Rusland en Oekraïne zouden bijvoorbeeld ook graag lid worden en zelfs landen als Israël, Marokko en de Palestijnse staat worden weleens genoemd. En dan vraag je je af of het wel eerlijk is om Turkije er bij te betrekken. Want als zij mogen, waarom Zuid-Timboektoe niet dan? Wat veranderd er voor Turkije als het bij de EU komt? Als Turkije werkelijk bij de EU komt, verandert er behoorlijk veel in dat land. Algemeen, maar ook voor de burgers. Om te beginnen zouden de grenzen weg gelaten kunnen worden. Net als de grenzen van de andere lidstaten. Dan is de EU één groot ‘land’ waar je zo doorheen kunt reizen. Daarnaast kan in Turkije de euro ingevoerd kunnen worden. De mensen zullen dat dan gebruiken en misschien gaat de economie dan wel beter! Ook voor toeristen heeft de euro consequenties. Zij hoeven hun eigen geldeenheid niet te wisselen voor de Turkse Lira maar kunnen gewoon met de euro betalen in Turkije. De gevangenen zullen beter behandeld worden. Zij zullen niet uitgescholden of geslagen worden. Maar zullen net zo behandeld worden als de ‘Europese’ gevangenen. Dat is een voordeel voor hen want zij hoeven dan ook geen martelingen te ondergaan. De werkloosheid zal afnemen. Want er zijn veel mensen in Turkije die werkzaam zijn in de landbouw. En er is in de lidstaten van de EU best wel veel vraag naar arbidskrachten. En doordat Turkije dan in de EU zal zitten, zal het voor de arbeiders makkelijker zijn om in (voor hun) het buitenland te werken. Daardoor zal de werkloosheid afnemen. De burgers zullen meer rechten hebben. En er zal kiesrecht zijn voor iedereen boven de 18 jaar. In dat geval zou er sprake zijn van democratie. En dan gelden de stemmen en zullen de meeste burgers tevreden zijn. De minderheden in Turkije zullen ook rechten krijgen en zullen niet meer worden terug gedrongen. Ook hun krijgen stemrecht. En er zal dan ook meer aandacht besteed worden aan onderwijs voor de christenen. Zij zullen dan hun eigen godsdienst krijgen op school en hoeven dan niet langer meer gedwongen islamitische onderwijs krijgen. De mensenrechten zullen er dus op vooruitgaan en dit is een groot voordeel voor de Turkse gemeenschap. De economie zal ook stijgen doordat ze hulp krijgen van de lidstaten. Dat is gunstig voor de bevolking maar ook in het algemeen. Turkije zal een verder ontwikkeld land worden met veel voorzieningen waar de overheid er eerder geen geld voor heeft gehad. Als Turkije bij de EU komt, zal dat allemaal mogelijk zijn. Deloon van de burgers schiet ook omhoog. Ze zullen dan meer geld krijgen dan dat ze eerst kregen. Het niet alleen voordelig voor de economie maar ook voor de ontwikkeling en modernisering van de landbouw. Ook is het zo dat Turkije een grotere vrije markt krijgt waarop Turkije producten kan kopen en verkopen. Ook zal Turkije meer in contact komen met andere culturen en godsdiensten, zoals het westerse cultuur en het christendom. De burgers en kinderen zullen dan hun algemene kennis qua godsdiensten vergroten. Ook zal Turkije meer begrijpen van de medemens van verschillende culturen en geloven. Hetzelfde geldt ook voor de burgers van de lidstaten. Zij zullen dan misschien iets anders tegen de Turken aan kijken. Zoals te zien is, zal er veel dingen veranderd worden in Turkije. Sommige punten zijn gunstig voor de bevolking en sommige ook niet. Ook kan iets gunstig zijn voor een deel van de bevolking en voor de rest niet. Maar dan vind ik dat toch wel eerlijk want de rest van de bevolking heeft al jaren ‘z’n zin gekregen’. En dan vind ik dat er door een verandering de minderheden (een klein deel van de bevolking) dit keer z’n zin zal krijgen. Omdat Turkije minder ontwikkeld is dan de andere EU lidstaten zal er veel geld worden gestoken voor de ontwikkeling van het land. Zo zal bijvoorbeeld het onderwijs, de medische voorzieningen en de infrastructuur verbeterd worden. Een uitwisseling van experts zal in de technologie voor een vooruitgang zorgen. En als laatst is het zo dat het voordelig is voor Turkije als er een strenger milieubeleid komt.
Zal de economie van Europa veranderen door de toetreding? De toetreding van Turkije tot de EU is vooral van politieke aard. Maar er spelen ook economische aspecten een belangrijke rol. Het gemiddeld inkomen in Turkije is slechts 10% van het gemiddelde in de Europese Unie. De rijkere lidstaten van de Unie, waaronder Nederland, zullen dus waarschijnlijk via de Europese fondsen flink gaan bijdragen aan de ontwikkeling van Turkije. Maar daar staan dan wel economische voordelen tegenover. De ABN-Amro voorziet grote economische winst voor Nederland. Het Centraal Plan Bureau (CPB) komt tot een andere conclusie: de toetreding van Turkije tot de Europese Unie (EU) zal slechts ‘een klein maar positief effect’ op de Nederlandse economie hebben. Ook hier moeten we afwachten op de werkelijke gevolgen. Het enige wat zeker is met een Turkse toetreding is dat er weer een extra stoel, een machtige dit keer, aan de Europese onderhandelingstafel wordt aangeschoven. Turkse immigranten zullen waarschijnlijk naar Europa komen en daar werken. Daardoor gaat de economie ook omhoog. Doordat Turkije lid wordt, ontstaat er daardoor een grotere markt. Dan zal de EU er een land bij hebben waar zij producten kunnen kopen en verkopen. Bedrijven kunnen zich vestigen in Turkije. Toeristen zullen waarschijnlijk goedkoper op vakantie kunnen gaan naar Turkije en bovendien zullen zij in een welvarender land terecht komen als Turkije financieel een handje is geholpen door de EU. Maar aan de andere kant denk ik dat de economie eerst een beetje omlaag gaat want de lidstaten moeten Turkije helpen om de economie in Turkije een beetje omhoog te helpen. Maar daarna zal het heel goed gaan in de economie want Europa krijgt er een enorme markt erbij. Het is niet zeker dat de economie sterk zal veranderen maar de toetreding van Turkije zal zeker wel effect hebben. Wat worden we wijzer van de onderhandelingen van de toetreding van Turkije? De lidstaten van de Europese Unie en Turkije hebben een definitief akkoord bereikt over de voorwaarden voor toetredingsonderhandelingen. Dat maakte het Nederlandse voorzitterschap van de EU na de Europese Top in Brussel op 17 december officieel bekend. De regeringsleiders hadden op de eerste dag van de top al het groene licht gegeven voor onderhandelingen. Maar dat eerste voorstel was onaanvaardbaar voor Turkije. Daarin werd geëist dat Ankara direct normale betrekkingen aan zou gaan met Cyprus. Dat vonden de Turken niet leuk. Pas na meerdere gesprekken bereikte Balkenende een akkoord met de Turkse premier Erdogan over de voorwaarden. Volgens het akkoord hoeft Turkije Cyprus niet expliciet te erkennen. Maar Turkije moet wel zijn handtekening zetten onder de
Ankara-overeenkomst, waarmee Turkije een douane-unie aangaat met de tien nieuwe lidstaten. Op 3 Oktober hebben de lidstaten besloten dat de toetredingsonderhandelingen op 3 oktober 2005 kunnen beginnen. Het proces zal waarschijnlijk 10 tot 15 jaar gaan duren en zal een ‘open einde' kennen, zonder de garantie van toetreding aan het eind van het proces. Als de onderhandelingen over het EU-lidmaatschap mislukken, wordt Turkije iets anders aangeboden. Namelijk een alternatief partnerschap. Dat houdt in dat het land in Europa mag verankeren. Dan hoort het land wel bij Europa maar niet bij de EU. De kwestie over Cyprus ligt zeer gevoelig in Turkije. De Turkse premier heeft eens gezegd dat het land bereid te is om Cyprus te erkennen. Maar de premier legde wel nadruk op: “we zullen niets doen dat in strijd is met onze nationale belangen”. Dus ik denk dat ook al erkent Turkije Cyprus, dat het land niet gelukkiger word daardoor. Ook maakte de premier duidelijk dat Turkije alleen genoegen zou nemen met een volwaardig lidmaatschap. Maar dan zonder aanvullende voorwaarden. De Turkse minister van Buitenlandse zaken is Gül. Hij zei vlak voor de top zelfs dat er “geen sprake kan zijn van erkenning van Cyprus, impliciet of expliciet”. De Turken doen wel stroef over Cyprus. Zij geven Cyprus niet zo makkelijk weg! Turkije had ook liever gezien dat de onderhandelingen niet pas in oktober, maar al in de eerste zes maanden van 2005 zouden beginnen. Binnen de EU wordt het principe-akkoord echter gezien als een groot succes voor premier Balkenende, die zich in de afgelopen weken zeer heeft ingespannen om de Europese landen op één lijn te krijgen. Daarmee heeft Balkenende een succes bereikt. Aldus premier Balkenende. Wat veel mensen zich afvragen is, of de onderhandelingen in oktober ook automatisch tot lidmaatschap leiden. Daarop is het antwoord nee. Als Turkije de voorwaarden niet nakomt kan het in plaats van lidmaatschap een alternatief partnerschap aangeboden krijgen om het land te verankeren in Europa. Dat is een soort troostprijs. Maar of Turkije daarmee eens is… Daarnaast overwegen Frankrijk en oostenrijk aan het eind van de onderhandelingen referenda te houden over de toetreding van Turkije. Volgens minister Bot van Buitenlandse Zaken is er, als die referenda doorgaan, een grote kans dat Turkije uiteindelijk toch geen lid kan worden. Meningen van anderen De meningen zijn erg verdeeld over het feit dat Turkije bij de EU kan komen. De meeste mensen vergelijken de voor- en nadelen met elkaar, weer anderen willen niet dat Turkije bij de EU komt door racistische opvattingen. Ik vind zelf dat je niet subjectief moet kijken maar objectief. Je moet naar de feiten kijken en onderzoeken of de voordelen zwaarder wegen dan de nadelen of andersom. De bezwaren van de toetreding van Turkije lijken heel veel. Maar ik vind zelf dat de voordelen de nadelen overlappen omdat iedereen er dan van profiteert. Wat de Nederlandse bevolking van het besluit van de Europese regeringsleiders om toetredingsonderhandelingen te beginnen met Turkije vindt, is onderzocht.. Daaruit blijkt dat 48 procent van de Nederlanders het besluit steunt, 46 procent is tegen. Het gaat hier om een gemiddelde. Onder de aanhangers van Geert Wilders is een grote meerderheid (84 procent) tegen. Slechts 13 procent van hen staat achter het besluit van de EU. Wat merkwaardig is, is dat slechts een op de drie Nederlanders er voor is dat Turkije over tien tot vijftien jaar ook daadwerkelijk toetreedt. Meer dan de helft voelt daar niets voor. Veel mensen denken dat Turkije niet bij Europa hoort. Of ze maken zich zorgen over de mogelijke toestroom van Turkse immigranten. Daarnaast kunnen ze ook bang zijn voor de rol van de islam en mogelijke terreuraanslagen. Ikzelf vind dat onzin want niet iedereen zijn terroristen. En we zijn ten slotte allemaal mensen dat bestaat uit vlees en bloed. Overigens denken veel Nederlanders dat hun mening er niet echt toe doet. Bijna 60 procent denkt dat Turkije hoe dan ook lid zal worden van de EU. Maar dat kun je natuurlijk niet zeker weten. Sommige lidstaten, zoals Frankrijk en Oostenrijk, hebben twijfels over de toetreding van Turkije. De tegenstanders hebben vele argumenten. De toetreding van Turkije zou vooral de Amerikaanse strategische en militaire belangen dienen. Turkije ligt in Azië. Turkije is te arm. Turkije is te groot. En Turkije is islamitisch. En daar zijn ze het niet mee eens. Volgens minister-president Balkenende doen al deze argumenten er niet toe. De regering gaat moeizame discussies over de vraag of een islamitisch land als Turkije wel in de Europese beschaving past, liever uit de weg. Daarom kiest zij voor een discussie waarin het erom gaat of Turkije aan de criteria van democratie, rechtstaat en markteconomie voldoet. Dat zijn de belangrijkste dingen vindt hij. Maar ook hier zijn de deskundigen en politici er nog niet uit. Democratie bijvoorbeeld, kent in Europa vele verschijningsvormen zodat een eenduidige definitie niet te geven is. De zogenaamde objectieve criteria zijn dus voor vele interpretaties vatbaar. Uiteindelijk blijft het dus een politiek besluit. Dat is weer een belangrijk punt. Feit is dat Turkije vele veranderingen heeft doorgevoerd. Kerk en staat zijn in Turkije al lange tijd veel verder gescheiden dan in Nederland. De doodstraf is afgeschaft, de invloed van het leger op de politiek is teruggedrongen, de Koerdische minderheid heeft meer rechten gekregen en in de gevangenissen mag niet langer gemarteld worden. Critici zeggen dat dit vaak alleen papieren maatregelen zijn. Voorstanders zeggen dat Turkije in elk geval op de goede weg is, en dat toetreding er voor zal zorgen dat Turkije ook op deze weg blijft. Bovendien is het de vraag of de zojuist toegetreden landen van Oost-Europa het allemaal wel zo netjes voor elkaar hebben in de praktijk. Hun kunnen net zo goed niet goed bezig zijn in de praktijk. Conclusie Ik vind de EU een goede ‘organisatie’. Door de EU is elk land sterker en krijgt daardoor meer zelfvertrouwen. Je helpt elkaar binnen de EU en daardoor voelen de burgers zich gelijk aan de andere burgers in de andere lidstaten. Over een onderwerp zoals de toetreding van Turkije heeft iedereen wel een mening. Ik dus ook. Ik zelf vind dat Turkije wel toe mag treden tot de EU. Mijn argumenten zijn daarvoor dat Europa en Turkije iets van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen helpen. Europa heeft namelijk een andere cultuur dan Turkije. Wat betreft dat gebied kunnen ze iets van elkaars cultuur leren kennen en daardoor kunnen ze de medemens beter begrijpen. Ook qua godsdienst kunnen ze iets van elkaar leren. Ze vergroten hun algemene ontwikkeling qua godsdienst. Als Turkije toetreedt tot de EU zal de relatie tussen de EU en het Oosten waarschijnlijk verbeteren. De EU laat hier namelijk mee zien dat ze ook openstaat voor andere culturen en religies. Bovendien kan Turkije een voorbeeld zijn voor de Oosterse landen en zo kan er een nieuwe en grotere afzetmarkt voor de EU gecreëerd worden. Wat weer goed is voor de economie van beide landen. In zowel de EU als Turkije kan de welvaart stijgen. In Turkije kan de welvaart zelfs met 9% stijgen, wanneer het overheidsapparaat verbeterd wordt. In de EU kan de export naar Turkije met 50% procent toenemen, wat ook positief is. Bij toetreding tot de EU zal ook de mensenrechtensituatie in Turkije waarschijnlijk verbeteren, omdat er betere controle hierop mogelijk is. Iedereen zal waarschijnlijk stemrecht kunnen hebben. Hierdoor wordt Turkije een moderner en beter ontwikkeld land. Een nadeel voor de EU is dat er meer druk komt te staan op het EU-budget. Naast de 10 vrij arme nieuwe lidstaten, die veel subsidies krijgen zou Turkije ook veel subsidies moeten ontvangen, zoals landbouwsubsidies om de landbouw te moderniseren. Turkije is hierdoor een netto-ontvanger en draagt dus weinig bij aan het budget. Er moet dus met evenveel geld nog een land worden gesubsidieerd. Dat is iets negatiefs. Maar ik vind toch dat de effecten over het algemeen redelijk positief zijn, want beide partijen gaan er economisch sowieso een beetje op vooruit. En de sociale ontwikkelingen zullen er ook op vooruit gaan. De burgers van (vooral Turkije) zullen zich tevreden voelen. En de tieners is Turkije krijgen misschien door de toetreding meer vrijheid van hun ouders omdat zij zien dat de Europese tieners iets mogen en geven hun kinderen ook een beetje vrijheid. De tieners zullen de EU dan ontzettend dankbaar zijn. Bronvermelding Ik heb bij het maken van dit werkstuk veel informatie gebruikt van verschillende bronnen. Ik ben naar de bibliotheek geweest om informatie te zoeken over het land Turkije. Ik vond de bibliotheek handiger dan internet want daar is de informatie objectief. Maar natuurlijk heb ik ook internet gebruikt. Ik heb de zoekmachine Google gebruikt om de gewenste sites te vinden die ik kon gebruiken bij het maken van mijn werkstuk. Ik heb thuis ook een encyclopedie-cd en die heb ik ook gebruikt. Gebruikte internetsites: · http://www.schooltv.nl/weekjournaal/artikel.jsp?nws=159480 ·
http://www.schooltv.nl/weekjournaal/artikel.jsp?nws=284629 · http://www.hetklokhuis.nl/lees/dossiers/read/dossier_intro.cfm?did=D134AA01%2DA7C6%2D40DB%2DB8135159CFBC352D · http://www.regering.nl/actueel/nieuwsarchief/2004/03March/31/0-42-1_42-28359.jsp · http://www.uba.uva.nl/jb/object.cfm/objectID=98D94933-6077-4B5B-9F32BA82A0CA85AD · http://www.elsevier.nl/nieuws/europese_unie/dossier/asp/dossier/301/index.html · http://www.nos.nl/nieuws/achtergronden/europeseunie/FAQ_Turkije_en_EU.html · http://mediatheek.bibliotheek.nl/content/default.asp?ContextID=5905 · http://www.cpb.nl/nl/news/2004_19.html · http://www.planet.nl/planet/show/id=67777/contentid=491710/sc=6e9319 · http://www.travelmarker.nl/bestemmingen/azie/turkije/geschiedenis/historie.htm ·
http://www.politiek-digitaal.nl/recht_en_veiligheid/archief_200412/sp_europarlementarier_meijer_kritisch_start_onderhandelingen_turkije Ik heb veel aan die sites gehad. Logboek Ik ben in de kerstvakantie begonnen met mijn werkstuk. Eén keer in de 2 dagen heb ik er aan gewerkt. Ik had daarvoor standaardtijden ingesteld. Elke dag van 12 tot 2 uur heb ik eraan gewerkt. En ’s avonds had ik er ook aan gewerkt als ik tijd had. In de kerstvakantie heb ik vooral informatie gezocht en sites opgeslagen. Die zou ik later gebruiken voor mijn werkstuk. Daarnaast was ik bezig met artikelen te zoeken die de huidige situatie van de toetreding weergaven. Want dan wist ik wat er nu zich afspeelde. Ook was ik bezig met plaatjes zoeken die ik zou kunnen gebruiken voor mijn werkstuk. In de kerstvakantie had ik ook al deelvragen samengesteld die ik later zou kunnen uitwerken. Verder had ik het werkstuk laten rusten tot in februari. Begin februari ging ik twee zaterdagen van 9 tot 12 uur naar de bibliotheek om boeken te zoeken over Turkije. Ook was ik aan het kijken naar knipselkranten over de EU. Al de informatie had ik in een map bewaard met de boeken er naast, en de sites had ik op de computer opgeslagen. Daarmee kon ik verder werken aan mijn werkstuk. In de voorjaarsvakantie ging ik er helemaal mee bezig. Ook toen had ik standaardtijden ingesteld. Ik ging er elke dag 3 uur lang aan werken. En dat varieerde van ’s ochtends tot ’s avonds. Ik combineerde informatie en maakte er een verhaal van. Ook tussen de vakanties door werkte ik eraan. Om de weekenden ging ik er op zaterdag aan werken. Meestal was dat van 2 tot 4 uur. Daarmee had ik het werk goed verdeeld en kwam ik niet in tijdnood. Het weekend voor het inleveren was een lang weekend. Het was namelijk Pasen en Goede vrijdag. Toen had ik de gelegenheid om het werkstuk af te werken en het logboek bij te werken. Vrijdag was ik er in de ochtend mee bezig. En zaterdag liet ik het met rust. Zondag ging ik er van 12 tot 4 uur mee bezig. En maandag printte ik alles uit. Al met al heb ik er best wel veel tijd in gestoken. De informatie zoeken viel wel mee, je hoeft alleen maar een zoekwoord in te tikken bij Google en je krijgt een heel verhaal. Het moeilijkste was om de ‘goede’ en bruikbare informatie eruit te pikken en dat ergens opslaan. Dat vroeg ook om veel tijd. En dan moest je alles uitwerken met mening er tussendoor. Als je de juiste informatie hebt valt dat wel mee.

REACTIES

N.

N.

Geachte redactie,

Er staan enkele feitelijke onjuistheden over Turkije in dit werkstuk. Zo hebben vrouwen in Turkije al sinds 1934 aktief en passief kiesrecht. In EU lid-staten zoals Frankrijk en Italie werd dat recht pas veel later toegekend. Turkije is dus wel degelijk een democratie.

Hoogachtend,

Nuray D.



17 jaar geleden

F.

F.

IK HEB JOU WERKSTUK GELEZEN OVER TURKIJE. Maar er kloppen heel veel dingen niet.

Turkije is wel een democratisch land.
In turkije mag iedereen stemmen niet alleen de rijken of de mannen....

18 jaar geleden

M.

M.

wat voor onzin is dit? niet eens de helft hiervan is waar! bv dat vrouwen geen kiesrecht hebben en dat alleen rijke mannen mogen stemmen? echt abnormaal gewoon zonder iets uit te zoeken gewoon opschrijven om een land slechte naam te geven!

15 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.