Computer

1 Basis elementen Het computer systeem Internet: Het Internet bestaat uit ontelbare, aan elkaar gekoppelde netwerken met ieder zijn eigen beheerders en regels. Een nadeel hiervan is dat krakers eenvoudig bij gevoelige informatie kunnen komen als die niet goed beveiligd is, omdat alles in elkaar verweven is. Het is aan de systeembeheerders de taak om te bepalen wat wel mag en wat niet mag. Er zijn een aantal belangrijke organisaties welke alles een beetje in de hand proberen te houden. Internet Society (ISOC) De Internet Society is bedoeld om de groei van het Internet wereldwijd te propageren. Internet Architecture Board (IAB) Coördineert onderzoek naar en ontwikkeling van TCP/IP. Internet Engineering Task Force (IETF) Verantwoordelijk voor standaarden voor de protocollen en architectuur van Internet
Internet Research Task Force (IRTF) Ontwikkelingstechnieken voor de toekomst. Internet Assigned Numbers Authority (IANA) Registreert protocol-identificaties. Internet Computer Emergency Response Team (CERT) CERN is gespecialiseerd in beveiligingsvraagstukken

Reseaux pour la Recherche Europeene (RARE) Europees verbond ter bevordering van samenwerking tussen en gebruik van netwerken. Wat heb je nodig voor internet? Allereerst heb je natuurlijk een computer nodig, die hoeft niet supersnel te zijn. De meeste toepassingen vragen namelijk niet zoveel van je computer. De meest gebruikelijke manier om een verbinding te leggen met de internetaanbieder is via de telefoonlijn. Om je computer de telefoonlijn te laten gebruiken heb je een modem nodig. Dit is een apparaat dat er voor zorgt dat de digitale signalen van de computer worden omgezet in analoge signalen waar het telefoonnetwerk mee werkt en andersom. De laatste tijd is ook internet via de kabel in opmars. De kabel is namelijk veel geschikter om gegevens mee te verzenden en ontvangen. Daardoor is internet via de kabel veel sneller dan via de telefoonlijn. Ook voor internet via de kabel heb je een speciale modem nodig. Een belangrijk voordeel is dat er geen telefoonkosten zijn, en dat, als je nog zonder abonnement werkt, de telefoonlijn niet constant bezet is. Naast de apparatuur is er ook nog een abonnement nodig. Enkele belangrijke taken van een besturingssysteem: Taakbeheer (CPU): Het besturingssysteem beslist welk programma op welk ogenblik toegang krijgt tot de CPU('s) en voor hoelang wanneer verschillende programma's gelijktijdig in uitvoering zijn multitasking. Dit kan men eenvoudig controleren door op de toetsen Gr Alt Del gelijktijdig te drukken, dan opent een taakbeheer waar men alle processen kan volgen (klik op het tabblad processen). Meestal wordt de tijd van de CPU in stukjes (deeltjes van een seconde) verdeeld, en dan worden deze time slices om beurten aan de verschillende programma's toegewezen. Dit systeem noemt men ook wel timesharing. Wanneer veel programma's interactief zijn, zullen de verschillende programma's hierdoor nauwelijks zichtbaar vertragen. De gebruiker reageert naar computer normen toch nog altijd trager. Inloggen: Het besturingssysteem zal (bij nieuwere Windows versies; vb. Windows XP en netwerken) een aanmelding bevatten, waarbij gebruikers zich kenbaar moeten maken aan het computersysteem ( via een gebruikersnaam of aanmeldingsnaam en met een paswoord). Het besturingssysteem zorgt er dus voor dat niet zo maar iedereen op de pc de volle toegang krijgt om zaken te wijzigen. Vroeger was dit op school niet het geval, het gevolg was dat er ongewenste programma’s op de computers terechtkwamen. Geheugenbeheer: Het besturingssysteem bepaalt en beheert welk gedeelte en de hoeveelheid van het geheugen aan een bepaald programma wordt gegeven. Omdat programma's vaak meer geheugen nodig hebben dan er beschikbaar is, zal tijdens de uitvoering van een programma slechts een klein deel dat onmiddellijk nodig is, in het centraal geheugen worden geplaatst. De rest van het programma bevindt zich op een snel toegankelijke harde schijf. Dit principe wordt virtueel geheugen genoemd. Het besturingssysteem staat in voor het beheer van dit virtuele geheugen. Het regelt welk programma wanneer in het centraal geheugen moet komen te staan. Input/Output: Het besturingsysteem stuurt de scanners en printers. Ook USB aansluitingen. Bestandsbeheer: Als de programma’s niet worden gebruikt dan worden ze opgeslagen op de harde schijf in de vorm van bestanden, het externe geheugen. Het besturingssysteem beheert het externe geheugen: het splitst bestanden op in records ( zoals in acces ), het bepaalt waar de records in het externe geheugen worden opgeslagen. Ook bepaalt het of de gebruiker de toegang heeft tot de gevraagde bestanden. Communicatie met de gebruiker: Het besturingssysteem zorgt voor de verwerking van de gebruikersopdrachten. Dit betekent dat de gebruiker opdrachten ingeeft of met de muis klikt, die door het besturingssysteem worden ontleed en uitgevoerd. CUI: Character User Interface, dit betekent dat men enkel tekstuele opdrachten kan intikken achter een speciaal teken, dat de prompt wordt genoemd. Apple introduceerde met Macintosh het principe van een gebruiksvriendelijke grafisch georiënteerde interface GUI: Graphical User Interface, waarbij de gebruiker op het scherm een grafische voorstelling krijgt en gebruik maakt van een muis. Hierbij wordt What You See Is What You Get (: de weergave op het scherm is de werkelijke weergave zoals ze op papier zou worden afgedrukt) principe gebruikt. MS-Windows is een voorbeeld van een GUI. Soorten schijven
Diskettes en harde schijven zijn magnetisch. Digitaal, dit is met bits en bytes, de CD-ROM en DVD ‘s
Printers
De meeste printers die nu worden gebruikt zijn inkjet- en laserprinters. De meest bekende merken zijn Canon, Brother en Hp. Er zijn kleurenprinters en zwart-wit printers. Inktpatronen van kleurenprinters zijn duurder dan die van zwart-wit printers. Er zijn inktjet en laserprinters. Laserprinters printen het snelst en het nauwkeurigst, maar zijn dan ook weer duurder dan een inktjet printer. Printers worden gebruikt om informatie uit te voeren. De informatie wordt via de computer naar de printer gestuurd door een aangesloten kabel. De printer print de ontvangen informatie uit. Beeldschermen
Alle beeldschermen zijn nu in kleur. Je kunt ze kopen in verschillende groottes, de meest gebruikte zijn tot 17 inch. Hoe groter het scherm, hoe groter de resolutie waar mee u kunt werken. Bijvoorbeeld bij een 14 inch scherm kun je werken met een 800x600 resolutie; er zijn 800 beeldpuntjes in horizontale richting en 600 in verticale richting. Tegenwoordig worden er ook al volop flat screens of LCD (Liquid Christal Display) verkocht. Het voordeel daarvan is dat ze weinig plaats innemen en ook over de refresh rate hoeft u zich geen zorgen meer te maken. Zo was het ook mogelijk een laptop te maken. Vermoeide ogen van de gebruiker komt vaak door een te slechte monitor. Het scherm geeft te veel flikkeringen (refresh rate). Bij een refresh rate van 60 Hz geeft het scherm meer flikkeringen dan bij een scherm met 75 Hz of meer. Vanaf 75Hz zal men dus ook minder last hebben van vermoeide ogen. Het beeldscherm geeft weer wat de gebruiker doet op de computer. Het heeft een uitvoerende taak. De grafische-videokaart

Om te kunnen zien wat u doet, is niet alleen een beeldscherm nodig, maar ook een adaptor- ofwel videokaart die uw monitor aanstuurt. Soms is deze functie ingebouwd in het moederbord, dit is het geval bij onze computer. Het nadeel hiervan is dat men hem niet kan vervangen door een betere, maar dan ook direct het moederbord moet vervangen. Deze kaart krijgt door het grafische karakter van Windows-software steeds meer werk te verstouwen. Ook heeft men een goed grafische kaart nodig om films te bekijken of computerspellen te bekijken. Een videosysteem kan een flessehals zijn voor de totale snelheid van uw computer, als de gegevens te traag naar het beeldscherm worden gestuurd dan werken ook andere zaken op de pc trager. Het is niet verstandig om op de videokaart te bezuinigen, omdat een goede en snelle beeldkwaliteit het werken met een computer een stuk aangenamer maakt. Een goede videokaart kan veel gegevens tegelijk verwerken en heeft voldoende geheugen om informatie over veel beeldpunten met veel kleuren op te slaan. Een videokaart verwerkt gegevens met 16, 32, 64 en soms ook met 128 mb tegelijk. Tegenwoordig wordt voor Windows- en multimediaprogramma's (met vaak bewegend beeld) 64 mb geadviseerd. Maar als men veel Computerspellen wil spelen of DVD’s wil bekijken dan is een 128 mb kaart aan te raden. Vroeger waren er bij grafische kaarten nog aparte versnellers, maar inmiddels is dit al allemaal te vinden op één kaart. Multimedia componenten Doormiddel van een webcam kan men beelden rechtstreeks versturen via het Internet of netwerk. Met een joystick kan men voertuigen of mensen besturen in spellen. Met een projector kan men bijvoorbeeld films projecteren op een groot scherm. Met een scanner kan men foto’s scannen. Veel mensen zorgen ook voor een betere geluidskaart om beter muziek te kunnen beluisteren of om muziek te kunnen opnemen. De geluidsboxen sluit je daar ook op aan. Ook zit er nu vaak in de computer een kaart om televisie te kunnen bekijken. Of je kunt een kaart installeren om de radio te beluisteren. 2 Beveiliging Het belang van beveiliging Door de grote stijging van virussen die rond gaan, en de grote stijging van ongewenste email (reclame) wordt beveiliging steeds belangrijker. Bankieren via het Internet wordt ook steeds meer gebruikt dus ook steeds meer mensen proberen via het Internet geld te stelen van andere mensen. Ook vertrouwelijke e-mails mogen niet in verkeerde handen terecht komen daarover bestaat de wet van het briefgeheim maar die wet is moeilijker te controleren op e-mails. De meeste virussen zijn speciaal ontwikkeld om de computer te vernietigen, het is dus verre van aangenaam om een dergelijk virus te ontvangen. Ook cookies zijn een plaag, ze komen ongemerkt op de pc te staan nadat een webpagina wordt bezocht. Sommige verzamelen informatie zoals e-mail adressen en sturen die dan weer door aan de webmaster. Zo kom je vaak met ongewenste reclame email te zitten. Die webmasters geven die informatie dan soms weer door aan andere bedrijven, gelukkig komen daar nu ook wetten voor, wat de privacy van de Internetgebruiker veiliger stelt. Hardware methodes voor beveiliging Als je in een netwerk via een router internet krijgt dan zit er daar een firewall bij. De firewall instellen hangt af tot gebruiker, de vraag is vaak hoe we die het veiligst kunnen instellen. Er bestaan hierover sites die daar uitleg over geven. Ook kun je op bepaalde sites tests doen hoe veilig je router is afgesteld. Het gemakkelijkste is om die informatie op de site van de router fabrikant op te zoeken. Software methodes voor beveiliging + Anti virus software
Een belangrijk onderdeel van software beveiliging is natuurlijk de firewall. De firewall controleert al het Internet verkeer dat binnenkomt. De firewall wordt zo streng ingesteld als de gebruiker zelf wil, dit is nodig omdat ander voor sommige toepassingen, zoals online games spelen, de firewall constant verbinding verhinderd. Wijzelf hebben thuis Zone Alarm, en persoonlijk vind ik dat dit programma beter werkt dan Norton. Bij een netwerk moet je ervoor zorgen dat wel iedere computer een virusscanner heeft. . Een antivirus-programma zal op de achtergrond van Windows (onzichtbaar) actief blijven en alle bestanden die u opent of binnenbrengt op uw computer screenen op virusbesmetting. Op de router, de pc direct aangesloten op het Internet, moet er een firewall aanwezig zijn, op de andere computers is dit niet nodig. Bij de configuratie moet je er wel voor zorgen dat de firewall zo staat ingesteld dat hij onderling contact toelaat tussen de computers. De meeste virussen worden verspreid per e-mail, maar nu worden de bijlagen al direct gescand voor je ze opent. Dit kun je ook doen als je een bestandje hebt gedownload; op voorhand even scannen voordat je het opent. Maar de ontwikkeling van virussen staat niet stil. Ook worden er steeds betere anti-virus programma’s gemaakt of toch tenminste updates. Vaak wordt er beweerd dat die bedrijven zelf ook virussen ontwikkelen om hun eigen programma’s te kunnen verkopen. Het blijft steeds opletten, want zelfs met de beste beveiliging loop je nog altijd kans op virussen.
Back up systeem Op de computer worden vele zaken ingevoerd gewijzigd en opgeslagen. De zaken die we opslaan hebben we later nog nodig, het is dus een kleine ramp als je je gegevens verliest. Daarom is het altijd slim om een back up systeem te hebben. Dit houdt in dat je belangrijke zaken regelmatig op diskette, CD-ROM of DVD zet. Je kunt natuurlijk ook een extra harde schijf plaatsen in de pc, of de bestaande harde schijf opdelen in afzonderlijke delen. Dit beschermt in ieder geval tegen virussen. Want als je de data verliest kun je ze niet meer terug krijgen. Oorzaken van data verlies: Crash van de harde schijf
Stroomstoring
Diefstal (vooral bij laptops) Vooral bij mensen die de bestanden hard nodig hebben op hun werk zijn back ups een noodzaak. Bedrijven hebben in het verleden al vaker achterstand opgelopen doordat er een virus per e-mail werd verspreid en alle bestanden verwijderde. De computers in orde maken met de back ups is al een tijdrovende klus, stel je voor dat je helemaal van nul moet beginnen. 3 De ergonomie Werkomgeving + arbeidsergonomie De ergonomie: wetenschap die de aanpassing van de werkomstandigheden aan de mens bestudeert => arbeidsleer
Dit komt door een lange verkeerde houding of een steeds terugkomende handeling
PC-gebruik komt meestal neer op lang zittend hetzelfde werk op meerdere niveaus. Er is sprake van een zitniveau, typeniveau (werkblad met keyboard), muisniveau, monitorniveau en vaak ook nog een leesniveau als men tekst wil overtypen . Handig is daarbij als je een documenthouder hebt waarvan je makkelijk kunt overtypen Voor het zitniveau is een goede verstelbare bureaustoel een noodzaak. Verstelbaar in hoogte, rugleuning en armsteunen. Een hoge rugleuning geeft de beste resultaten. Het is de bedoeling dat de persoon de bureaustoel aan de eigen lichaamsafmetingen aanpast. Alleen instelling op maat voorkomt een te hoge spierbelasting en verminderde bloeddoorstroming. Een algemene richtlijn is zitting ter hoogte van de onderkant van de knieschijf . Andere belangrijke stoel eisen zijn draaibaar, stabiliteit, voldoende ventilatie van de bekleding en de bekleding moet de gebruiker genoeg grip geven. De hoogte waarop het keyboard staat is ook zeer belangrijk. Staat het toetsenbord te hoog of te laag dan moeten de armen langdurig in een dwangpositie worden gehouden. Dat geeft al snel vermoeidheidsklachten. Ook zijn alle handen en polsen niet gelijk. Toch moeten zij kunnen rusten en de vingers op natuurlijke wijze de toetsen kunnen indrukken. Om deze toetsenbordbelasting is een complete industrie ontstaan. Variërend van verstelbare keyboards in schelpvorm tot allerlei arm- en polssteuntjes . De truc is om dergelijke hulpmiddelen zo goed mogelijk in te stellen. Aanpassen aan de dikte van het bureaublad, optimale hoogte-instelling en rekening houden met de breedte van het toetsenbord. Anders wordt het vaak erger dan dat het al was. Ook bestaan er verschillende soorten muizen, niet iedereen heeft dezelfde hand. Vroeger hoorde je nog vaak van een muisarm, dit kwam vooral voor bij mensen die tekenden op de pc, ze gebruiken de muis intensief. Maar daar is een grote evolutie ingekomen, microsoft houdt zich bezig met het ontwikkelen van muizen die aan de ergonomische wensen voldoen. Belangrijk is om altijd voldoende ruimte te hebben, en zorg dat de apparaten waarmee er vaak moet worden gewerkt dichtbij genoeg staan. Enkele jaren geleden ontstond er ongerustheid over het werken met beeldschermen. Langdurig naar beeldschermen staren zou de oorzaak zijn voor stress, ontstoken ogen, huidirritaties en tal van nek/schouderklachten. Als eerste het stralingsgevaar. Monitoren die met beeldbuizen (en dus elektronenkanonnen) werken geven altijd straling af. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen röntgen- en elektromagnetische straling. Dit stralingsniveau wijkt nauwelijks af van het gebruik van de magnetron. Toch blijft het verstandig om deze straling af te schermen. Hoe minder straling hoe beter. Flatscreens, LCD scheremen geven geen straling af. Een aantal fabrikanten levert beeldschermfilters. De beste typen zijn gemaakt van keramisch gecoate optische kunststof. Enkele verschillende taken van een filter: Antireflectie; Beter contrast; Het wegvangen van elektromagnetische straling; Minder last van (geladen) stof; Krasbestendigheid. In de praktijk blijken de betere beeldschermfilters goed te werken. Zij werken ook tegen oog- en huidirritaties. Beeldschermfilters zijn te koop voor zowel monitoren als LCD-schermen. U doet er goed aan ook een monitor arm te kopen, op die manier kun je makkelijk de hoogte en afstand instellen. Een nieuw probleem zijn de laptops. Ze zijn bedoeld om bijvoorbeeld op de trein op schoot neer te zetten. Maar onderzoek wijst uit dat door straling ernstige letsels worden opgelopen in het been zelf. Ook was er lange tijd het probleem van de kleine tekens op de schermen. Maar de schermen zijn nu ook al vaak van even goede kwaliteit en grote als een gewone monitor. 4 Computer advies Deze PC heeft 512mb werkgeheugen en een opslagcapaciteit van 200 gigabyte. De Intel Pentium 4 processor voert berekeningen in een zeer snel tempo uit. Het systeem is verder uitgerust met een LG DVD player en LG 4 speed DVDRW brander. Specificaties

Silver Midi tower + floppy drive
MSI moederbord
Intel Pentium 4, 3,2Gh
Maxtor 200 gigabyte, 7200 toeren
Nvidia Geforce FX5200, 256Mb geheugen
Intern 56k fax modem
6 usb 2.0 aanluitingen, 2 * firewire, ingebouwde netwerkkaart
USB keyboard en muis met USB hub
Zilveren multi-media speakers
Software
Windows XP Home 5 Pc software Soorten besturing systemen
Unix
Unix is een besturingssysteem dat in jaren 60, toen er nog geen pc’s bestonden, is ontwikkeld. Unix is ontwikkeld voor middelgrote tot zeer grote computers. Unix werd gezien als een standaard, veel latere besturingssystemen zijn ervan afgeleid. De gedachte achter het ontwikkelen van Unix was dat veel mensen tegelijk op 1 systeem moeten kunnen werken, dit wordt Multi-user genoemd. Ook kunnen gebruikers met Unix met verschillende programma’s tegelijkertijd werken. Dit wordt Multi-tasking genoemd
In het begin is Unix geschreven in een assembleertaal(machinetaal). Later in 1973 is Unix herschreven in een programmeertaal. De voordelen van Unix zijn: - Het besturingssysteem is Multi-users en Multi-tasking - Het bevat veel netwerksoftware - Het is zeer stabiel

Linux
Linux is variant van het Unix besturingsysteem. Linux is nu ook bekend onder de mensen die zich intensiever met de computer bezig houden. Linux is ontwikkeld rond 1991 door Linus Torvalds. Linux heeft net zoals Unix veel voordelen: - Het is een open source besturingssysteem. Dat betekent dat de broncode voor iedereen beschikbaar is en dat je zelf dingen kan aanpassen. Zo kan je een programma dus verbeteren. - Linux heeft veel voorzieningen op heb gebied van netwerken. - Het is gratis, je kunt het dus gewoon downloaden en legaal kopiëren. - Het is zeer stabiel. Het nadeel is dat er niet zoveel programma’s voor bestaan. PCDOS, later MSDOS
IBM was het eerste bedrijf dat de een personal computer op de markt bracht. Een klein bedrijf, Microsoft van Bill Gates, werd uitgenodigd het besturingssysteem te ontwerpen. Dat ontworpen besturingssysteem heette PCDOS (Personal Computer Disk Operation System). IBM had er geen probleem mee dat Microsoft een eigen versie van het zelfde besturingssysteem op de markt bracht: Microsoft DOS, ofwel MSDOS. De belangrijkste bijdrage van Microsoft aan de ontwikkeling is het zetten van een standaard voor pc’s. Computerfabrikanten ontwikkelden niet meer hun eigen systemen, maar kozen meestal voor MSDOS. MSDOS is een besturingprogramma dat bedoeld is voor een enkele pc. Er is geen mogelijkheid om aan Multi Tasking te doen. Je kunt ook maar met een enkele gebruiker aan een programma werken. Iedere ‘gang’ die je kunt nemen als je naar een programma of bestand toe gaat wordt Directory genoemd. Programma’s kun je herkennen aan de naam. In MSDOS bestaat die uit twee gedeelten. Het eerste deel geeft de naam van het bestand aan en het tweede deel, de extensie maakt duidelijk om wat voor soort file het gaat. De diskdrives worden aangegeven met bijvoorbeeld A: of C:. De lijst van directory’s voor de bestandsnaam (bijvoorbeeld: ezel.gif) wordt het ‘pad’ genoemd. Een pad kan bijvoorbeeld zijn: C:mijn documentenplaatjesvuurwerk
DR-DOS is ontwikkeld uit DOS door Digital Research. In veel opzichten is DR-DOS hetzelfde als MS-DOS. Het besturingssysteem had in het begin weinig succes. Tijdens de opkomst van grafische besturingssystemen werd geprobeerd DR-DOS succesvoller te laten worden. Novell kocht Digital Research en ontwrichte het hele project DR-DOS. Er viel bijna niets meer aan het besturingssysteem te redden. Caldera heeft een tijd geleden het DR-DOS project gekocht. Sindsdien word er hard gewerkt om DR-DOS te koppelen met Linux. Het DR-DOS besturingssysteem is uitgebreid met onderdelen zoals http, FTP, POP-3 en een aantal utilities (hulpprogramma’s). Zo kunnen oude computers met DR-DOS toch in deze tijd communiceren in veel soorten netwerken. Experts zeggen dat het vernieuwde DR-DOS project de automatiseringskosten bij bedrijven verminderen. Er hoeven namelijk geen nieuwe computers aangeschaft te worden om de vernieuwde software te draaien. Windows
Na MSDOS heeft Microsoft Windows ontwikkeld. Windows is een grafisch besturingssysteem. Een grafisch besturingssysteem is een besturingssysteem waarbij alles wordt uitgebeeld door middel van pictogrammen en knoppen die je met de muis kan aanklikken. Daardoor hoeven geen commando’s meer te worden ingetikt wat het werk veel eenvoudiger maakt. De eerste succesvolle versie van Windows was versie 3.1. Windows 3.1 kun je eigenlijk geen besturingssysteem noemen. Het was meer een manier om het werken met MS-DOS aantrekkelijker te maken. De opvolger, Windows 95 is het eerste echte besturingsysteem van de Windows versies. Ook de '95 versie werkt wel met MS-DOS bestanden, maar deze worden bij het programma geleverd. Windows 95 is inmiddels opgevolgd door Windows 98, Windows ME en Windows XP. Microsoft NT
Naast de boven genoemde versies heeft Microsoft ook Windows NT ontwikkeld. NT staat voor New Technologie .Deze versie is speciaal gemaakt voor het beheren van servers. Dit is de eerste versie die geen MS-DOS meer gebruikt. Microsoft NT is een hele nieuwe soort van Windows. Van Microsoft NT zijn verschillende versies op de markt: “server” en “workstation” . Microsoft NT server is eigenlijk alleen bedoeld voor de server van het netwerk. De workstations zijn dan de computers die aan het netwerk verbonden zijn. Toch kan een workstation kan ook heel goed als server binnen een netwerk dienen, maar de server versie is meer uitgebreid op het gebied van netwerkbeheer. De laatste versie van Windows is: NT 5, beter bekend als Windows 2000, dit is een besturingssysteem dat gebaseerd is op NT. Verschillen tussen Windows NT en Windows ’95 en’98 - Windows95 en 98 hebben een DOS ondergrond, NT echter niet. De ontwikkelaars van NT wilden zich niet meer aan DOS storen en hebben daarom NT ontwikkeld. - Microsoft NT is stabieler dan ’95 en ’98. - De beveiliging in NT is hoger. Bij Windows NT kun je niet zomaar inloggen zonder account en password. Mac OS
Dit is het besturingssysteem voor Apple computers. De eerste Apple computer was de Macintosh (1984). Dit was de eerste computer met een grafische interface en muisbediening. Feitelijk heeft Microsoft het idee van de grafische interface van Windows van de Macintosh overgenomen. Het Mac OS wordt nog steeds gebruikt voor de besturing van Apple computers, waarvan de i-Mac de laatste is. BeOS
BeOS is een vrij besturingssysteem dat optimaal gebruik maakt van de multimedia mogelijkheden en digitale communicatie. BeOS is gemaakt in 1990 door een ex-medewerker van Apple, genaamd Jean-Louis Gassée. BeOS kan net als Unix meerdere processoren aanspreken, en heeft een 64 bits bestandssysteem. Hierdoor vormen grote schijven geen probleem en kost het geen moeite grote bestanden op te halen. Het besturingssysteem kan zonder problemen draaien naast Windows NT en kan ook via het Windows NT opstartmenu worden gestart. De interface van BeOS is een kruising tussen Windows 95 en Mac OS. Hierdoor is het voor een gebruiker van een van deze twee besturingssystemen geen probleem is om aan de interface te wennen. De opstarttijd van dit besturingssysteem is zeer kort. De BeOS API (Application Programmers Interface) is bijzonder gebruikersvriendelijk. Hierdoor kan het ontwikkelen van applicatie's onder dit besturingssysteem zeer eenvoudig en snel. BeOS heeft veel voordelen: - BeOS kan meerdere processoren aanspreken. - Het heeft geen moeite met grote schijven en grote bestanden ophalen. - Het draait probleemloos naast Windows NT. - Wennen aan de interface is geen probleem. - De computer is snel opgestart. - Het is erg gebruiksvriendelijk. Structuur Monolitisch: DOS

Gelaagd: VMS
Client-server: Windows NT/2000 +Mac Os Compressie Compressie-algoritmen zijn algoritmen die gebruikt worden voor datacompressie. Ze zijn te verdelen in verliesvrije (lossless) en niet-verliesvrije (lossy) algoritmen. Uit een met een verliesvrij algoritme gecomprimeerd bestand kan het originele bestand weer identiek gedecomprimeerd ('geëxpandeerd') worden; er gaat daarbij niets aan informatie verloren. Voorbeelden hiervan zijn LZW-compressie (.arc, .lzw, Deflate (.zip .gzip) In tegenstelling tot lossless algoritme gooit een lossy algoritme informatie weg. De informatie die bij een lossy algoritme wordt weggegooid is idealiter niet zichtbaar (bij plaatjes, JPEG, PNG) of hoorbaar (bij muziek MP3, OGG) JPEG is een algoritme voor beeldcompressie en MP3 voor compressie van digitale geluidsbestanden
Echter, hoe groter de compressie hoe meer van de beeld- of geluidskwaliteit verloren gaat. Veel mensen werken met datacompressie doormiddel van compressieprogramma's voor algemeen gebruik. Bekende voorbeelden daarvan zijn: ACE/WinACE
ARC
ARJ Bzip2 GZip LHarc PKZip/Winzip Rar/Winrar 7-Zip Compress
Tar
Men vertelt dat dit het meest gebruikte formaat is om bestanden te archiveren. Hoewel ik zelf meestal winzip gebruik. Oorspronkelijk was het gemaakt voor tape-drives, maar je kunt het uiteraard voor alle andere disk-systems zoals diskette en harddisk ook gebruiken: het wegschrijven naar een gewone file. Gzip
Gzip is niet zoals tar in staat om archieven te maken, het werkt alleen op één enkele file. Het wordt meestal in combinatie gebruikt met bijvoorbeeld tar. Met het commando gzip bestandsnaam wordt het bestand gecomprimeerd. De bestanden krijgen de extensie .gz mee en het originele bestand wordt verwijderd. Met gunzip bestandsnaamwordt het weer uitgepakt en wordt de gecompresseerde file verwijderd. Dit is niet het Windows zip-formaat
Bzip2

Bzip2 is min of meer de opvolger van gzip die een wat betere compressie van het bestand bereikt. De werking van bzip2 en bunzip2 is verder identiek aan die van gzip. Dit is niet het Windows zip-formaat. Zip
Uiteraard is er wel een Linuxvariant van PKZip, die grote populariteit verkregen heeft door het programma Winzip. De commando's heten zip en unzip. De compressie is te vergelijken met die van bzip. Net zoals het tar-commando kan deze utility wel meerdere bestanden tegelijk verwerken om zo een archief te maken. De Linuxversie van PKZip is lang niet zo uitgebreid als die van Windows. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk meerdere diskettes te gebruiken voor een archief. In de praktijk zul je dus voornamelijk unzip gebruiken om het werk van Windows users uit te pakken. Anderen
Linux kent nog diverse andere formaten, soms alleen in een uitpakversie (unarj en unrar), soms in een volledige versie (bijv. stuffix en lhz). Deze worden echter in de praktijk nauwelijks gebruikt. 6 Netwerken Hardware Ethernet kaart
Ethernet kaart of netwerkkaart steekt men in de pc en doormiddel van kabel wordt zo een netwerk gevormd. Hub
Via deze stekkerkast zitten alle netwerkkaarten met elkaar verbonden in stervorm. Dit is erg gemakkelijk, want op deze manier zijn niet alle computers afhankelijk van elkaar zoals bij een verbinding zonder hub het geval is. Valt er dus één computer uit, dan kunnen alle andere computers nog wel met elkaar communiceren. Zitten er maar twee computers in het netwerk, dan is een hub overbodig. In dat geval kunnen de twee netwerkkaarten gewoon rechtstreeks via een crosscable met elkaar verbonden worden. Let er uitdrukkelijk op dat je een crosscable en geen gewone UTP-kabel koopt als je geen hub wilt gebruiken, anders werkt het netwerk namelijk niet. Router
Een router is een apparaat of software op een computer, dat twee of meer verschillende computernetwerken aan elkaar verbindt, bijvoorbeeld internet en een bedrijfsnetwerk. Een router kan gezien worden als een schakelapparaat voor datapakketten. Iedere computer heeft daarvoor een adres ( het IP nummer), en ieder pakketje op het netwerk heeft een destination (ontvanger) IP nummer in zich, en een source (verzender) IP nummer. De router weet welk pakketje naar welke kant van het netwerk moet worden doorgestuurd. Iedere PC ook nog een eigen IP adres. Uitgaande pakketjes moeten 'gewoon' via de modem (in dat geval werkend als 'gateway') het internet op gestuurd worden. Ook binnenkomende pakketten, als gevolg van deze uitgaande communicatie. De router onthoudt waarheen het lokaal door te sturen. Dit is bijvoorbeeld het geval als je een web-page opvraagt. Gateway

Een internet-gateway bestaat in verschillende vormen en maten en kan zowel een programma als een apparaat zijn. Linux en BSD beschikken van huis uit over een gateway-implementatie. De implementatie van een internet-gateway zoals wij die toepassen omvat één computer die gereserveerd wordt voor het beheer van de internetverbinding. Dit kan voor kleinere netwerken zelfs een oude (of heel oude) machine zijn. Deze machine blijft bij voorkeur 24u/24u, 7d/7d online en staat op een veilige en afgeschermde plek. Een gateway zorgt er voor dat alle gegevens die u verstuurt op uw computer zo verwerkt worden dat de rest van de wereld (het internet) denkt dat de gegevens afkomstig zijn van de gateway. Voor de buitenwereld lijkt het dan ook net alsof u maar met één computer aan het internet verbonden bent. Wanneer er gegevens toekomen die bestemd zijn voor een computer in uw lokale netwerk dan zal de gateway op zijn beurt de data vertalen en herschrijven zodat de juiste computer de juiste gegevens ontvangt. Bridges Verbinden twee delen van hetzelfde netwerk. Lezen alleen het bestemmingsadres van elke Ethernet-packet of Token Ring-frame voor maximale snelheid en efficiëntiey. Een bridge koppelt twee LAN-segmenten aan elkaar tot een groter, ononderbroken LAN. In tegenstelling tot routers bouwen
alle bridges een interne lijst op van adressen van de aangesloten netwerkapparaten aan beide zijden van de bridge. Als een bridge een pakket ziet, controleert deze het adres aan de hand van zijn interne lijst. Als het bestemmingsadres zich in het tegenoverliggende segment bevindt, of als de bridge het adres niet in zijn geheugen heeft, stuurt de bridge de informatie door. Bridges werken volgens de Data Link Layer van het OSI model. Zij kunnen onderscheid maken tussen lokale en remote data, zodat data die van het ene werkstation naar het andere in hetzelfde segment gaat, niet via de bridge hoeft te gaan. Bridges werken op MAC-layer adressen. Ze zijn protocolonafhankelijk, zodat ze data versturen tussen het protocol begrijpen. Dat betekent dat ze weinig of geen configuratie vereisen. Server en Workstation Normaal zien gebruikers alleen je 'home page' op de server van je provider (de paginas die je nu ziet staan bijvoorbeeld op de server van de HCC), maar kunnen ze niet direct bij je eigen computer. Soms wil je dat mensen direct op de web pages op je eigen PC kunnen kijken, om bijvoorbeeld zaken mogelijk te maken die de server van je provider niet ondersteund. FTP Server
Een ander voor beeld van een server is een FTP server: hiermee kan een ander (op een veilige manier, mits goed ingesteld) files up- en down-loaden direkt naar je computer, of kan je het bijvoorbeeld zelf vanaf je werk. Dit kan door een eigen FTP-server (File Transfer Protocol) te draaien. Game servers (Hosten van spelletjes) Ook als je spelletjes wilt hosten draai je in feite een server op de PC. 7 Internet Telefoonnet De meest gebruikelijke manier om verbinding te leggen met de internetaanbieder is via de telefoonlijn. Om je computer de telefoonlijn te laten gebruiken heb je een modem nodig. Dit is een apparaat dat er voor zorgt dat de digitale signalen van de computer worden omgezet in analoge signalen waar het telefoonnetwerk mee werkt en andersom. Nadeel is dat de lijn dan steeds bezet is. ISDN Er zijn ook digitale telefoonlijnen die ISDN-lijnen worden genoemd. Voor deze lijnen heb je een ISDN-kaart nodig. De kosten zijn wel redelijk hoog.
ADSL ADSL behoort tot de groep Digital Subscriber Lines (xDSL). Deze groep is allereerst te verdelen in twee soorten, de symmetrische en Asymmetrische DSL types
ADSL werkt met de standaard koperen telefoondraad die al wordt gebruikt sinds Bell de telefoon uitvond. Dit zou je in eerste instantie niet verwachten, aangezien de snelheid waarmee data over deze lijn tot nu toe werd getransporteerd (bv met ISDN) lang niet hoog genoeg was om over een nieuwe revolutie te spreken. Zoekend naar vernieuwing, werd in eerste instantie gedacht aan een transmissiemedium zoals de kabel of de schotel. Toch is het mogelijk gebleken d.m.v. deze oude lijn “een nieuw versneld medium” te maken. Dit komt door de techniek die bij ADSL gebruikt wordt. Des te hoger de frequenties zijn die worden gebruikt, des te meer data er kan worden verzonden. Nu wordt er voor een standaard analoge of ISDN verbinding al een frequentie gebruikt van 0 tot 4 kHz. Dit wordt in het Engels ook wel de “Voiceband” genoemd. Boven deze frequentieband* lag er echter nog een ongebruikt gebied open. ADSL maakt hiervan gebruik en benut deze voor de verdeling van Upstream- en Downstream-bandbreedte. Bij deze verdeling van de frequentieband is duidelijk te zien dat er een Asymmetrisch type afgebeeld is. Om de frequentieband op deze manier te verdelen maakt men gebruik van een splitter. Een splitter is een filter om de hoge frequentie (ADSL) en de lage frequentie (PSTN of ISDN) te splitsen. Telenet Bij Telenet krijgt u internet via de kabel. De kabel is namelijk veel geschikter om gegevens mee te verzenden en ontvangen. Daardoor is internet via de kabel veel sneller dan via de telefoonlijn of de ISDN-lijn. Ook voor het internet via de kabel heb je een speciale modem nodig. Een belangrijk voordeel is dat er geen telefoonkosten zijn. IP adres Een IP-nummer of -adres is het adres van een computer die verbinding heeft met internet. Door dit adres weet een andere computer waar hij zijn informatie naartoe moet sturen. Sommige computers hebben altijd hetzelfde IP-nummer (statisch IP-nummer). Andere computers krijgen elke keer een ander IP-nummer toegewezen wanneer ze het internet opgaan. In het laatste geval is dan sprake van een dynamisch IP-nummer. Het kan dus voorkomen dat een bepaald IP-nummer meerdere malen per dag aan verschillende personen wordt toegewezen. Het kan omgekeerd ook gebeuren dat dezelfde persoon meerdere malen inbelt, en daardoor verschillende IP-nummers krijgt. Nedstat Pro telt alleen de unieke IP-nummers en dus niet de unieke bezoekers. URL URL , Uniform Resource Locator, betekent: een unieke bestandsnaam of bestandslocatie binnen het volledige internet. Een dergelijke naam moet dus binnen het internet uniek zijn voor alle computers die op het internet aangesloten zijn. Om die web-pagina dan te bezoeken moet je in je BROWSER in het invoervakje "location" deze URL volledig correct overtypen en op de enter-toets drukken. Dan kom je op de gewenste internetpagina. HTTP protocol Het protocol is de taal waarin de server en de computer praten, ze gebruiken het HTTP protocol (HyperText Transfer Protocol). De huidige versie is HTTP 1.1. Het protocol is gebaseerd op tekst bestaande uit ASCII-tekens.
TSP/IP protocol Met het Internet Protocol (IP) alleen zijn we er nog niet, want er zijn nog diverse problemen die moeten worden opgelost. De meeste blokken informatie zijn groter dan 1 pakket. Daarnaast kunnen er dingen misgaan. Op internet raakt wel eens een pakket kwijt of wordt ze beschadigd. Internet kan dit oplossen. Als laatste is er nog het probleem dat de pakketjes niet altijd in de goede volgorde aankomen. Voor al deze problemen is er het Transmission Control Protocol, afgekort TCP. TCP neemt de informatie die verstuurd moet worden in ontvangst en verdeelt die in stukken. Ieder stuk krijgt een nummer, zodat de stukken bij ontvangst kunnen worden gecontroleerd en in de juiste volgorde gezet kunnen worden. De gegevens die verzonden moeten worden gaan dus eerst in een TCP-envelop en daarna in een IP-envelop. Voor beschadigde pakketjes heeft TCP ook een oplossing. Van de gegevens berekent TCP een zogenaamde checksum. Dit is een uitkomst van een berekening die alleen klopt als alle gegevens goed zijn aangekomen. Als dit niet klopt vraagt de ontvanger gewoon om het pakketje nogmaals te versturen. Zoek machines 1. De surfer typt een woord in. 2. De zoekmachine zoekt naar de internetpagina's die dat woord bevatten. 3. De zoekmachine geeft de lijst van gevonden websites. Nadat je de informatie hebt ingetypt, wordt er in de database van de zoekmachine waar jij zoekt (die wel uit miljarden pagina’s kan bestaan), zo snel mogelijk (een tiende seconde ongeveer) gezocht naar de sites waar jouw zoekcriteria in voorkomt. Van de sites die de zoekcriteria in zijn database vindt, wordt er een link gemaakt en een zeer korte samenvatting van de pagina waar jouw zoekcriteria op voorkomt. Deze krijg je dan in een bepaalde volgorde gerangschikt op je computer scherm. De rangschikking door de zoekmachine kan op verschillende manieren gebeuren; -sommige zoekmachines rangschikken de sites naar hoelang ze al bestaan, -sommige zoekmachines rangschikken de sites naar de hoeveelheid keer dat ze bezocht zijn, -andere zoekmachines rangschikken de sites naar het aantal keren dat jouw zoekcriteria in de pagina’s voorkomt, -bij sites als yahoo kan er zelfs voor betaald worden dat de site die jij bij hen upload in de top van de lijst gerangschikt wordt. Gericht zoeken Ten eerste moet je goed opletten naar wat je zoekt. -Kijk tot welke categorie de informatie hoort die je zoekt. -Kijk naar de zoekmachine die je het beste hiervoor kan gebruiken. -Typ de juiste zoek criteria in. -Bekijk zo veel mogelijk verschillende sites, soms lijkt het erop dat je precies hebt gevonden wat je zocht terwijl er op een andere site misschien betere dingen te vinden zijn. -Kijk altijd naar de bron als je informatie gevonden hebt. Dit kan je helpen om te kijken of de informatie wel relevant en betrouwbaar is. Ook kan dit je helpen om te kijken of het objectieve of subjectieve informatie is. -Als je informatie vind, probeer te kijken waar je de datum ziet wanneer deze informatie op internet is gezet.