Tropische vissen

1. Een tropische vis
De geschiedenis van vissen. 1000 Jaar geleden, voor onze jaartelling, hielden de chinezen zilverkroeskarpers in de grote vijvers. De vissen werden ‘Chi’s’ genoemd. Ze waren grijsbruin. De Zuid-Chinese bevolking kweekte deze vissen. De chinezen ontdekten ook zo nu en dan goud- of oranjekleurige vissen. Deze vissen werden apart van de rest gehouden. Ze werden ‘Goud Chi’s’ genoemd. Deze vis is de stapvader van de Goudvis. Nu wordt de goudvis over de hele wereld gekweekt. De eerst tropische vis. De eerste subtropische vis voor in de huiskamer is waarschijnlijk de ‘paradijsvis’.
De geschiedenis van aquaria. In en na de tweede wereldoorlog werd de tropische aquarium pas populair. Een tropische vis is een vis die in tropische wateren leeft. Daarom moet je altijd in een tropisch aquarium een verwarming doen. De temparatuur is in een tropisch aquarium 22 tot 28°C. Namen. Sommige soorten vissen komen aan hun naam omdat ze speciale kenmerken of eigenschappen hebben. Zoals de kersenbuikcichlide, de neontetra, de zwaarddrager, de kogelvis en de vuurkeelcichlide. De kersenbuikcichlide komt aan zijn naam omdat hij een kersenkleurige (paars rode) buik heeft. Een neontetra komt aan zijn naam omdat het lijkt dat ze een blauw licht geven en ‘neon’ betekent blauw licht. Een zwaarddrager heeft een soort zwaard en draagt hem als het ware, vandaar zwaard-drager. Kogelvissen komen aan hun naam omdat ze heel rond zijn. Een vuurkeelcichlide omdat hij een fel oranje keel heeft dat oranje zie je ook helemaal bij ze kin. Rond de paartijd heeft hij een extra oranje keel. 2. Levendbarende vissen
Levendbarende vissen. Levendbarende vissen zijn vissen die de jonkies levend op de wereld zetten. Een aantal levendbarende vissen zijn geschikt voor beginners. Bij alle levendbarende vissen kan je het verschil tussen een mannetje en een vrouwtje makkelijk zien, aan de aarsvin. De gup. Eén van de bekendste levendbarende vissen is de gup. Dit is een visje die ook in koud water kan. Guppen zijn er nu in ontelbaar veel kleuren. De guppen in het wild zijn veel sterker dan kweekvorm. De oorspronkelijke vindplaats van de gup is in zuid- en midden Amerika (Brazilië Barbados.) Maar nu leven de vissen over de hele wereld want de mensen hebben deze visjes verspreidt om de malariamuggen te bestrijden. De mannetjes guppen kunnen tot 6 centimeter lang worden. De temperatuur waar de visjes in leven is 17 tot 27°C. Een goudvis. Een goudvis is niet echt een Tropische vis maar kan in Tropische aquaria. De temperatuur waar ze in kunnen leven 2 tot 25°C. Goudvissen kunnen de winter doorbrengen, ook onder het ijs. 3. Scholenvissen, alleen levende vissen en wat vissen eten
Vissen die in scholen leven. Er zijn vissen die graag in scholen zwemmen zoals de Kardinaaltetra en de Neontetra. Deze vissen lijken heel veel op elkaar maar de Kardinaaltetra heeft een rechtere splitsing van de 2 kleuren. Nog een verschil is dat de neontetra kleiner blijft. Allebei de soorten leven graag in scholen van 20 tot 30 soortgenoten. Vissen die alleen leven. Sommige soorten leven graag alleen, zoals de kempvis (Betta). Als hij een soortgenoot of zichzelf ziet gaat hij er tegen vechten dan krijgt hij een heel raar gezicht. Ook maakt hij zich heel groot om de vijand te verjagen. De Betta wordt zelfs boos als hij zichzelf ziet spiegelen.
Vissen die graag bepaalde dingen eten. Er zijn vissen die graag bepaalde dingen eten zoals de algeneter, die graag algen eet. Een kogelvis eet graag slakken. De hele dag zijn ze op zoek naar slakken. Er zijn veel soorten kogelvissen maar de kogelvis die in het aquarium zwemt eet ze graag. 4. Hoe haalt een vis adem, de huid, ingewanden, staarten en ziektes
De ademhaling van een vis. Een vis haalt adem door zijn kieuwen en door af en toe boven water een hapje lucht te scheppen. De kieuwen werken als volgt: De vis hapt water naar binnen en houdt zijn kieuwdeksels dicht om te voorkomen dat er water ontsnapt. In de kieuwen zitten dunnen bloedvaatjes. Het water wordt daar buitengesloten, en de lucht blijft in het bloedvaatje zitten. De huid van vissen Bij de meeste vissen bestaat de huid uit schubben bij sommige vissen zijn het beenplaten zoals bij de meervallen. De schubben van een vis beschermen de vis. Als de schubben van een vis beschadigen kan de vis doodgaan. Ingewanden van een vis. Bij alle beenvissen (dat zijn ook tropische vissen) zitten dezelfde organen of ingewanden als bij de meeste zoogdieren en ook bij de mens. Bij de meeste beenvissen zitten de ingewanden dicht bij elkaar, voor en onder in de vis. Verder is er ruimte besteed aan spieren. Ziektes die vissen kunnen krijgen. Vissen kunnen om veel redenen ziek worden. Een van de bekendste ziekte is de witte stip. Deze ziekte is makkelijk te herkennen. De vis is dan helemaal bedekt met witte stippen. Zo’n stip is zo groot als een speldenknop. De witte stip ontstaat door protozoën. Er bestaan nog veel meer soorten ziektes. 5. Cichlides
Wat zijn Cichlides. De Cichliden familie is de grootste vissen familie die we kennen. De meeste Cichlides leven in Midden- en Zuid-Amerika en in Afrika; in andere delen van de wereld zijn ze ook wel te vinden. Cichlides zijn roofvissen, dus soms kunnen ze kleinen visjes aanvallen en opeten. Een van de bekendste Cichlide is de maanvis. Cichlides zijn vaak fel gekleurd zoals het antennebaarsje (Microgeophagus Ramirezi) Hij heeft veel felle blauwe stippen en de vuurcichlide heeft een felle oranje keel.
Het aquarium voor Cichlides. Als je Cichlides neemt is het verstandig om de keien vast te kitten en fijn zand te nemen om te voorkomen dat de Cichlides beschadigen als ze aan het spitten zijn. Hoe groot zijn Cichlides. De Cichlides die uit Zuid- en Midden-Amerika komen zijn groter dan die uit andere gebieden komen. Ze kunnen wel 20 cm worden of soms wel langer worden. Jonge Cichlides. Als Cichlides eitjes leggen worden ze meestal door de ouders bewaakt tot dat ze uitkomen. De jongen eten algemeen droogvoer, maar willen af en toe ook wel graag levend voer zoals muggenlarven, tubifex en watervlooien. 6. Meervallen
Wat zijn meervallen. Er zijn heel veel soorten meervallen, die over de hele wereld leven. Er zijn evenveel tropische als koud water soorten bekend. De meeste soorten zijn nachtactief, planten eters of alleseters. De alleseters zitten vaak vlak of op de bodem. De huid van meervallen. Meervallen zijn anders dan andere soorten vissen de meeste hebben geen schubben. Sommige meervallen zijn gedeeltelijk of helemaal bedekt met beenplaten. Maar er zijn ook meervallen die helemaal naakt zijn. De ademhaling van meervallen. Alle meervallen kunnen behalve door hun kieuwademhaling ook zuurstof door de darmen of maag krijgen. Sommige soorten zuigen zuurstof op, Zelfs via hun huid.
Pantsermeervallen. Een van de familie die onder de meervallen valt, zijn de pantsermeervallen. Die vissen komen voor in het regenwoud in het Amazonegebied. Ze voelen zich daar thuis door de warme, langzaam stromende riviertjes en de dichtbeplante oevers. Tussen de planten zijn de vissen veilig voor roofvissen en worden ook niet snel opgemerkt door vleesetende vogels. Harnasmeervallen. De meeste meervallen vallen onder de harnasmeervallen. Ze zijn erg geschikt voor aquaria. Harnasmeervallen heten zo door hun sterke beenplaten waarmee ze bedekt zijn. Ze leven in het noorden van Zuid-Amerika en ook in het Amazonegebied. In bergbeekjes waar ze leven staat veel stroming maar met hun sterke bek, wat een soort zuignop is, zuigen hun zich vast aan de stenen, zodat ze niet door de stroming meegenomen worden. Ook in aquaria houden ze van stroming. Het water waar de vissen leven moet beslist helder zijn, ook in aquaria. De vissen kunnen namelijk niet in vervuild water leven. De harnasmeervallen gaan pas in de avond op zoek naar eten. Harnasmeervallen zijn planteneters en hebben behoeften aan algen.