Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Gotiek

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2411 woorden
  • 6 mei 2004
  • 160 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
160 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Gotische bouwkunst
Ontstaan en naam gotiek
Gotiek is de benaming voor een stijl in de Europese, middeleeuwse (bouw)kunst. De tijd van de gotiek was van ca.1150 tot ca. 1420 en in Noord-Europa tot ca. 1500. De term gotiek werd oorspronkelijk gebruikt door 15de-eeuwse humanisten om een bepaald type middeleeuws schrift tegenover het ‘romeinse’ schrift aan te duiden. De naam Gotiek komt van de Italiaan Giorgio Vasari, die alle niet- Romeinse kunst 'barbaars of van de Goten' noemden. Het was dus eigenlijk bedoeld als scheldwoord. De Goten waren een Germaanse stam die in de 5de eeuw na Christus een koninkrijk stichtte in Italië(onder Theodorik de Grote). De Goten veroorzaakten mede met andere volksstammen (Friezen, Saksen etc.) de val van het West-Romeinse Rijk. De Gotiek Was aan het begin eigenlijk alleen maar in Frankrijk bekend, later, zo rond de dertiende eeuw was hij over bijna heel Europa verspreid. Alleen in Italië werd de gotiek niet echt aanvaard. Men wilde er nog steeds de klassieke bouwkunst nabootsen en bleef dus bij de romaanse stijl. Guarino Guarini onderzocht de verschillen tussen de romaanse en gotische bouwkunst: de gotische kathedraalbouwers probeerden hun kerken een ogenschijnlijk zwakke structuur te geven, zodat het een wonder zou lijken dat zij overeind bleven; ze maakten bogen die leken te zweven en volledig geperforeerde torens, enorm hoge ramen en overkappingen zonder de ondersteuning van muren. Vanaf de tweede helft van de 18de eeuw, tijdens de Verlichting, is er in Italie, Frankrijk en Duitsland een nieuwe belangstelling voor de techniek in de gotische bouwkunst. Kenmerken gotiek Door veel mensen wordt de gotiek gekenmerkt door de spitsboog en de ribgewelf. Geen van beide behoort echter uitsluitend tot de gotiek. De spitsboog komt ook al in de romaanse bouwkunst voor (Bourgondië). Ook de gewelfrib was bekend in verschillende regionale romaanse stijlscholen (o.a. Lombardije, Normandië en Engeland). Een van de eigenschappen van de gotiek was de enorme ijlheid ervan, wat werd veroorzaakt door de enorme pijlers, bogen en gewelfribben binnen in de kerk, de bogen, pijlers en gewelfribben waren bedoeld om de enorme druk van het dak te verdelen. [plaatje0] Pijlers, bogen en gewelfribben

Het werd erg hoog gebouwd zodat het een beeld van een onmeetbare hoogte opriep. Dit was door de gelovige middeleeuwers bedoeld om maar zo ver mogelijk naar de hemel te kunnen reiken. Verder vertoonde de gotiek in tegenstelling tot het romaans geen grote, overzichtelijke blokken. Maar doordat ook aan de buitenkant de verticale lijnen veelvuldig werden herhaald werd het juist onoverzichtelijker, wat suggereert dat het enorm groot is. Doordat veel van de muren en torens die in gotische stijl waren gebouwd boven het feit dat ze al erg hoog waren, ook nog eens enorme ramen en vensters herbergden, moesten de muren van buiten verstevigd worden. Hiervoor werden steunberen en luchtbogen gebruikt. De steunberen waren kleine, stenen muurtje die dwars op de wanden waren geplaatst. Deze steunberen konden hierdoor de enorme buitenwaartse druk van de gewelven en bogen weerstaan. De luchtbogen werden over de zijbeuken van een kerk geslagen en vingen eveneens de buitenwaartse druk op, die de ribgewelven en de bogen op de muur uitoefenden. En, wat natuurlijk ook erg typerend is, zijn de enorme glas-in-lood ramen. Deze prachtige gebrandschilderde ramen zorgden voor een prachtige lichtinval in de kerk. Meestal beelden de figuren op de ramen een voorstelling uit de bijbel uit. [plaatje1] Glas-in-lood
De grondplan van een gotische kerk was grotendeels gebaseerd op het grondplan van een romaanse kerk, het Latijnse kruis. Alleen werd het grondplan nu uitgebreid met de steunberen en luchtbogen aan de zijkanten van de kerk en later, in de hooggotiek, ook met straalkapellen (vooral in grote kathedralen): kleine, naar buiten gebouwde, halfronde kapelletjes in de muur van het koor. In deze straalkapellen waren vaak afbeeldingen van heiligen te zien. Naarmate de gotiek vorderde, veranderden de kenmerken ook. De uiterlijke versieringen werden nog overdadiger, terwijl binnen in de kerk de ramen steeds mooier en gekleurder werden. De bouwwerken waarin de gotiek het best tot zijn recht kwam zijn de kerken, omdat daar vrijwel alle kenmerken in naar voren kwamen: de skeletachtige bouw, de prachtige glas in lood raampjes, de kruisvorm en de verticale lijnen en ook de steunberen, luchtbogen, kruisgewelven en bogen. Ook in stadhuizen, paleizen, woonhuizen en burchten was in die tijd duidelijk de invloed van de gotiek te merken, maar daarin waren niet alle kenmerken van de gotiek aanwezig, wat in een kerk meestal wel het geval was. Verschillende soorten gotiek Het is duidelijk dat de ontwikkeling van de gotiek in de verschillende landen telkens anders is verlopen, maar er zijn ook bijzondere bouwvormen zijn die overal navolging hebben gevonden, zoals de kerkbouw van de cisterciënzers. Ook in Frankrijk, de oorsprong van de gotiek, waren de verschillen groot. Het ideaal van de Noord-Franse gotiek was een kerk die nog wat weg had van een basilica. Maar na verloop van tijd ontstaan er ook andere typen. Tot de kerken die niet veel van een basilica weg hadden behoren de hallenkerken met twee, drie of meer beuken die even hoog waren. Ook de pseudobasiliek hoorde hierbij, dat is een tussenvorm tussen de eerste twee, maar de middenbeuk was hier alleen wel hoger dan de zijbeuken, het heeft alleen geen eigen ramen. Vooral in Spanje, Zuid-Frankrijk en Italië komen kerken voor, die enorme afmetingen hebben, maar toch maar één beuk hebben, met bogen waar enorme spanning op staat. Wat in Italië vaak voorkomt zijn kerken met een simpel houten dak. [plaatje2] Kathedraal van Salesbury
Op andere plaatsen in Europa wordt erg veel gedaan met baksteengotiek. Het gebruik van baksteen in de kerken heeft tot een aparte vorm van gotiek geleid, deze gotiek had als kenmerken van hoge en slanke spitsboogvensters met daarnaast nissen die meestal wit waren, of met vlechtwerk versierd waren. De diepe insnijdingen die bij andere gotische kerken voorkomen, zijn hier niet terug te vinden om de eenvoudige reden dat het bouwmateriaal er te hard voor was. De toppen van de gevels liepen vaak uit in kanteelvormen. Deze vorm van gotiek begon zo rond het jaar 1000 in Noord-Italie, en verspreidde zich ongeveer een eeuw later naar Noord-Spanje en Zuid-Frankrijk. In de dertiende eeuw waren de kenmerken van deze vorm van gotiek ook in Duitsland, Denemarken en Nederland merkbaar. In Spanje wordt voornamelijk de stijl van de Franse gotiek nagedaan, maar in de dertiende eeuw kwamen daar vaak de Moorse elementen bij. In Italie zijn de gevolgen van de gotiek in het uiterlijk van de kerken goed te merken. Maar van binnen houden de bouwers van de Italiaanse kerken toch vast aan de vroegchristelijke basilica. Van binnen waren deze kerken niet ingedeeld door de dunne, typisch gotische, zuilen. 1.1 Regionale ontwikkelingen Gdansk Gdansk, de vroegere Duitse stad Danzig, is uitgegroeid tot een belangrijke industrie- en handelsstad met een grote haven voor zeeschepen. Gdansk kwam internationaal in de belangstelling in de jaren zeventig en tachtig, toen arbeidsonrust de stad beheerste en leidde tot de oprichting van de vakbeweging Solidariteit in 1980. Ondanks de industrialisatie biedt Gdansk nog steeds een middeleeuwse aanblik, met smalle, kronkelige straatjes en huizen met puntgevels boven.Ter beschikking gesteld door Embassy of the Republic of Poland Notre-Dame-kathedraal te Lausanne Het interieur van de dertiende-eeuwse Notre-Dame-kathedraal in het Zwitserse Lausanne heeft onversierde ribgewelven die een indrukwekkende hoogte kunnen bereiken.Denis Tremblay Labtex Inc. Als het begin van de gotische bouwkunst beschouwt men thans algemeen de onder leiding van abt Suger tussen 1132 en 1144 tot stand gekomen abdijkerk van St-Denis (bij Parijs). Hoewel men de vorm van de sculpturen aan het westportaal van de St-Denis (voor zover dit aan de reconstructies kan worden beoordeeld) romaans kan noemen, moet men de inhoud en de symboliek van het geheel ook toeschrijven aan de ideeën van Suger: de het portaal betredende gelovigen worden symbolisch van het Oude naar het Nieuwe Testament geleid. Dit idee, evenals dat van de van een (heiligen)beeld voorziene zuilen aan weerszijden van het portaal, heeft de compositie en de inhoud van vele gotische portalen voor het vervolg bepaald. York Minster De bouw van York Minster, de Sint-Petruskathedraal, vond voornamelijk plaats in de 12de en 13de eeuw en werd voltooid in de 15de eeuw. Het is het grootste gotische gebouw van Groot-Brittannië. Wereldberoemd zijn de glasramen met bijbelse afbeeldingen.John Bethell/Bridgeman Art Library, London/New York Omstreeks 1140 ontstaan ook de oudste delen van de kathedraal van Sens, welke ongeveer terzelfder tijd in aanbouw waren. Gedurende de tweede helft van de 12de eeuw verrijzen in verder ontwikkelde stijl de kathedralen van Parijs, Laon en Noyon. Zij vertonen nog verschillende archaïsche bijzonderheden, die op den duur verdwijnen, zoals galerijen boven de zijbeuken en een rijke groepering met torens zowel aan de voorzijde als bij de einden van de dwarsschepen. In aanleg zijn ook nog te Chartres, Reims en Rouen dergelijke torens aan de einden van de dwarspanden aanwezig. De klassieke fase van de gotiek begint met de kathedraal van Chartres (ca. 1200), spoedig gevolgd door die van Reims (kort na 1210) en bereikt haar hoogtepunt in de kathedraal van Amiens (begonnen 1220). Kathedraal in Wells De kathedraal in Wells is een van de mooiste gotische kathedralen van Engeland. De gecompliceerde bogen (gordelbogen) werden in 1338-1340 gebouwd om het gewicht van de centrale toren te ondersteunen, die begon te verzakken en scheef ging staan.Robert Harding Picture Library Gotische architectuur In de 12de eeuw bereikte de architectuur in Europa een hoogtepunt met de ontwikkeling van de gotiek. Kenmerken van deze stijl waren de spitsbogen en ribgewelven, luchtbogen, een fijne tracering en een rijk gebruik van gebrandschilderd glas.Culver Pictures In elk land heeft de gotiek aldus een eigen ontwikkeling gekregen, hoewel men steeds is uitgegaan van de Franse vormen. Voor Frankrijk onderscheidt men de volgende perioden: vroege gotiek, tweede helft 12de eeuw (o.a. St-Denis, Sens, Laon, Parijs); hoge gotiek, ca. 1190 – ca. 1250 (Chartres, Reims, Amiens); rayonnante gotiek, ca. 1250 – ca. 1400; late of flamboyante gotiek, ca. 1400 – ca. 1500. Engeland heeft zich wat betreft de gotiek zeer zelfstandig ten opzichte van Frankrijk ontwikkeld. De indeling in perioden is er als volgt: early English, tot ca. 1275; curvilinear of decorated, ca. 1275 – ca. 1300; perpendicular, tot in de 16de eeuw. Voor de Duitse landen gelden de perioden: Frühgotik, ca. 1250 – ca. 1300; Hochgotik, ca. 1300 – ca. 1400; Spätgotik, ca. 1400 – 16de eeuw. Hier (en in de Nederlanden) had men voorkeur voor de hallenkerk. Achtergrondinformatie In de tijd geplaatst
De vroege middeleeuwen (500-1100 na Chr.)
De periode van de vroege middeleeuwen vangt aan na de ineenstorting van het Romeinse rijk door invallen van (barbaarse) Noord-Europese volkeren (o.a. Friezen, Franken, Saksen). Dit was rond het jaar 500. Hierna volgde een barbaarse periode waarin veel oorlogen werden gevoerd en veel schade werd aangericht. De bescherming van de Romeinse soldaten was immers weggevallen? De steden liepen leeg en werden kleine dorpjes, de perfecte Romeinse infrastructuur raakte in enorm verval en de feodaliteit kreeg de overhand: de mensen waren afhankelijk van de plaatselijke machthebbers. De elite van de bevolking beschermde het volk en de kerk in ruil voor trouw en arbeidsdiensten. Er waren maar drie standen bekend: Adel, Geestelijkheid en het plebs. De mensen voorzagen in hun levensbehoeften door landarbeid te verrichten, West-Europa veranderde in een agrarische samenleving. In deze tijd breidde de Katholieke kerk haar macht steeds verder uit. Zij zorgde voor de mensen die tot het bedelen waren gedwongen, ook bepaalde zij het verdere leven en denken van de mensen. In feite beheersten niet de koningen, maar de bisschoppen het land. Ook de kunst in de middeleeuwen was doorspekt met het christelijk geloof. Neem bijvoorbeeld het Gregoriaans gezang maar. Langzamerhand verschoof het middelpunt van de kunstontwikkeling zich vanaf het Middellandse Zeegebied naar Oost- en West-Europa. In deze periode zorgde de kerk, door middel van haar kloosters voor conservering en uitbreiding van de kunst en de literatuur. De late middeleeuwen (1100-1500 na Chr.) De late middeleeuwen waren, in tegenstelling tot de vroeg middeleeuwen, een redelijke stabiele periode. In deze tijd trokken de mensen weer terug van het land naar de stad. De groei van de steden was de oorzaak van alle veranderingen die er plaatsvonden. In de stad was er een redelijk geregelde samenleving, iedereen kende zijn plaats, dus je wist waar je aan toe was. In deze tijd werden de mensen ook steeds welvarender vanwege de goede oogsten, wat natuurlijk weer nauw verband hield met uitvindingen als de molen. Maar in de veertiende eeuw ging het mis, door de verstoorde verhouding tussen productiviteit en de bevolking kwam er een einde aan de welvaart. Dat kwam doordat het land uitgeput was geraakt van de overbebouwing. Daarbij kwam dat er een ingrijpende klimaatsverandering plaatsvond die de temperatuur aanzienlijk deed dalen. Volgens de theorie bestond de middeleeuwse maatschappij uit drie standen: adel, geestelijkheid en plebs, maar in de praktijk waren er slechts twee standen: die van de machtigen (adel en geestelijkheid) en die van de onderlaag. Binnen het gezin was simpelweg de man de baas. Een huwelijk werd voor je geregeld door de familie en het huwelijk hoefde ook niet in de kerk gesloten te worden. In de late middeleeuwen begon het ideaalbeeld van de geharnaste, stoere ridder te paard ook invloed af te staan. Het hele feodaliteitssysteem was afhankelijk van de onaantastbaarheid van de ridder te paard. Maar door nieuwe uitvindingen (o.a. de kruisboog, het buskruit) was de ridder niet meer zo onaantastbaar als vroeger. Er vonden zelfs grote boerenopstanden plaats, de boeren waren dus niet meer weerloos. Bovendien was een horige die een jaar in een stad had gewoond weer een vrij man. In de steden kende men de zogenoemde gildesystemen: groepen mensen die hetzelfde beroep uitoefenden. Aan het eind van de late middeleeuwen ontstonden er ook centrale wetten en regels, daarvoor namen veel mensen zelf het recht in handen als iets hen niet goed leek. Ook de hygiëne nam in de late middeleeuwen sterk toe. De “ziekenhuizen” van die tijd werden betaald door de rijken. Toch bleef de dood nadrukkelijk aanwezig in het leven van de middeleeuwers, wat ook duidelijk in hun kunst te zien is. Een van de grootste rampen van die tijd is ongetwijfeld de pest geweest, bij de eerste en hevigste epidemie is minstens een derde deel van de Europese bevolking overleden. Vanaf het jaar duizend vonden er ook kruistochten naar onder andere het land Israël plaats om de Arabieren die Jeruzalem bezetten eruit te verdrijven. Daardoor ontstonden er op knooppunten van wegen grote steden. In de middeleeuwen stond alles wat met de kerk en geloof te maken had centraal. Vaak werd daar misbruik van gemaakt door kloosters die schatrijk werden door de handel in van alles.

REACTIES

S.

S.

Hé je info was erg bruikbaar bij mijn presentatie !
Dankjewel!

Groetjes Sacha

17 jaar geleden

I.

I.

mooi geschreven ! ik heb er veel aan gehad !

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.