Beleggen

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vmbo | 2563 woorden
  • 16 maart 2004
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
16 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoudsopgave:

1 Inleiding
2 Wat is een beleggingsfonds?
3 Minder risico
4 Lage kosten
5 Aandelen kopen en verkopen
6 De waarde van je aandelenportefeuille
7 Automatisch beleggen
8 Aandelen, obligaties en opties
9 De calloptie
10 De putoptie
11 De rol van de beurs
12 Waarin beleggen?
13 Kopen, wachten of verkopen?
14 Eigen mening en conclusie.
15 Bronnen

1. Inleiding.

Veel mensen willen graag beleggen, omdat ze verwachten daarmee een hoger rendement te behalen dan met sparen mogelijk is. Beleggen biedt wel minder zekerheid dan sparen, maar op lange termijn zijn rendementsverwachtingen veel gunstiger. Daarnaast zien veel mensen beleggen als een spannende bezigheid. Alleen heeft niet iedereen de tijd of de interesse om zich daar mee bezig te houden. Dat hoeft helemaal geen probleem te zijn.

Want als je wel het rendement van beleggen wilt, maar er niet veel tijd aan wilt besteden, maar beleg je gewoon in een beleggingsfonds. Beleggen is eigenlijk een hele leuke bezigheid. Het is vaak erg logisch, bijvoorbeeld het weer: zelfs het weer kan invloed hebben op de koersen. Dan kan je bijvoorbeeld denken aan aandelen Heineken, in een warme zomer zal er veel meer bier verkocht worden dan in een slechte zomer. De winstverwachting zal groter zijn.

Gevolg: de koers van het aandeel Heineken zal stijgen.

2. Wat is een beleggingsfonds?

Een beleggingsfonds beheert een groot pakket beleggingen, bijvoorbeeld aandelen. Als je deel neemt in een beleggingsfonds beleg je dus direct in een groot aantal verschillende bedrijven.
De beheerders van een beleggingsfonds houden dagelijks het economische en financiële nieuws voor je bij. Zij kopen en verkopen aandelen en beleggen je dividenden( die je gekregen hebt door dit beleggingsfonds) opnieuw. Zij weten precies welke economische en financiële ontwikkelingen invloed hebben op jouw beleggingsfonds, en zij volgen kritisch de bedrijven waarin belegd wordt. Kortom je hebt er geen omkijken naar. Je hoeft je dus alleen met beleggen bezig te houden als je daar zelf zin in hebt. Nodig is dit dus niet, want alles wordt voor je geregeld en bijgehouden.

3. Minder risico.

Doordat heel veel beleggers deelnemen, bedraagt het totale vermogen van een beleggingsfonds vele miljoenen guldens.
Hierdoor kan het fonds in een groot aantal verschillende bedrijven beleggen.
Gaat het met een van die bedrijven minder goed, dan kan dit rechtgetrokken worden door de goede resultaten van de andere beleggingen.
Je beleggingen zijn daardoor minder gevoelig voor koersschommelingen.

Bijna alle grotere beleggingsmaatschappijen, zoals ABN AMRO, OHRA, AMEV en Spaarbeleg adviseren je alleen te beleggen met geld dat je minimaal de komende drie jaar niet nodig denkt te hebben.
Bij een korte looptijd is de waarde van je beleggingen te gevoelig voor koersschommelingen.
Elke soort van beleggen brengt risico’s met zich mee. Beleggen geeft je de kans op een hoger maar ook een lager dan gemiddeld rendement.


(In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst)

4. Lage kosten.

Het fonds koopt en verkoopt aandelen in het groot. Dit zorgt voor lage kosten. Je hoeft alleen rekening te houden met de aanschaf en verkoop kosten.
Die worden berekend als je aandelen in het fonds koopt of verkoopt.
Vaak hebben beleggingsmaatschappijen acties, dit kan bijvoorbeeld zijn dat je de komende tijd op een beleggingsfonds geen aankoopkosten hoeft te betalen.
Ja kan dus gratis instappen.
Als je over beleggingen praat met duizenden kan dat toch een heel groot bedrag besparen. Door deze acties proberen de beleggingsmaatschappijen de twijfelaars over de streep te trekken.

5. Aandelen kopen en verkopen.

Het kopen en verkopen van je aandelen in een beleggingsfonds gaat heel eenvoudig. Je belt gewoon je beleggingsmaatschappij en vertelt voor welk bedrag je wilt kopen en verkopen.
Deze opdracht wordt dan tegen de openingskoers van de volgende beursdag uitgevoerd. Om een idee te geven wat voor bedrijven in zo’n fonds kunnen zitten zal ik een paar voorbeelden noemen: KONINKLIJKE OLIE, ING, ABN AMRO, AEGON, KPN EN UNILEVER. Beleggingsmaatschappijen hebben uitgebreide assortimenten van beleggingsfondsen.
Zo’n assortiment bevat alle belangrijke beleggingscategorieën en economische regio’s landen en bedrijfstakken.


6. De waarde van je aandelenportefeuille.

Eens in de zoveel tijd ontvang je van je beleggingsmaatschappij een overzicht van de waarde van je beleggingen. Maar als je wilt kan je natuurlijk ook de koers van je beleggingen dagelijks volgen via de beurspagina van de krant, teletekst of via internet.

7. Automatisch beleggen.

Dat is echt heel eenvoudig. Je hoeft alleen maar aan te geven hoeveel je per maand in wilt leggen en in welk beleggingsfonds van een bepaalde maatschappij, de rest doen anderen voor je.
Ze schrijven dan maandelijks een vast bedrag van je bankrekening af.
Hier is wel een minimum per maand vastgesteld en dit is bij elke maatschappij ander. Nu heb je er geen omkijken naar.
Je kunt natuurlijk je inleg altijd verhogen of verlagen of (tijdelijk) stopzetten.
Dit kun je allemaal met een telefoontje regelen.

8. Aandelen, obligaties en opties.

Een aandeelhouder stelt geld te beschikking aan een onderneming.
Met dit geld koopt hij een stukje van die onderneming. Dit heet een aandeel. Het geldbedrag dat een aandeel kost wordt de koers genoemd. Een aandeelhouder is dus een soort mede-eigenaar van een onderneming. Voor hun deelname in die onderneming wordt een beloning gegeven en deze beloning heet dividend. Maakt het bedrijf veel winst, dan kan er een hoog dividend worden uitgekeerd. Maakt een onderneming weinig winst, dan kan het dividend lager uitvallen. Een aandeelhouder zoekt daarom een onderneming met een goede winstverwachting.

De koers van een aandeel stijgt als de vraag naar het aandeel toeneemt. Dan is je ingelegde geld meer waard geworden. Maar de vraag naar een aandeel kan ook afnemen. Dan wordt hij minder waard: koersverlies. De vraag naar een aandeel wordt bepaald door de vooruitzichten van dat bedrijf, en het vertrouwen in de economie. Ik zal een voorbeeld geven: de heer Keizer koopt een aandeel Heineken tegen de koers van 60 euro. Omdat het vertrouwen in de markt waarop Heineken deel neemt groot is en het bedrijf aangeeft om veel nieuwe producten uit te geven, neemt de vraag toe. De koers stijgt nu tot bijvoorbeeld 70 euro. Als meneer Keizer zijn aandelen nu verkoopt heeft hij 10 euro per aandeel winst.


Maar nu krijgen alle aandeelhouders van Heineken een dividend uitkering van 5 euro omdat het zo goed met het bedrijf gaat. Als hij nu die aandelen verkoopt heeft Dhr.Keizer al 15 euro per aandeel winst gemaakt. Een obligatiebelegger leent zijn geld uit aan een onderneming of overheidsinstelling. Er zijn dan ook veel staatsobligaties, dit zijn staatsleningen. Met een obligatie wordt geld uitgeleend voor een bepaalde periode tegen een vooraf gestelde rente. Een obligatiehouder weet dus van tevoren op welk bedrag hij kan rekenen. Opties geven beleggers het recht om tot een bepaalde datum voor een bepaalde prijs een bepaalde hoeveelheid aandelen te kopen of te verkopen. Er bestaan twee soorten opties: callopties en putopties. Ook wel calls en puts genoemd.

9. De calloptie.

Stel dat je denkt dat een bepaald aandeel in waarde zal gaan stijgen, maar je wilt ze voor de zekerheid nog niet kopen. Dan kan je een calloptie kopen op dat aandeel. Een call die je het recht geeft om bijvoorbeeld tot december 2002 50 van die aandelen te kopen voor de prijs die je er vandaag voor zou betalen. Je kunt dan dus in december (als de aandelen inderdaad meer waar zijn geworden) 50 van die aandelen kopen. Je hebt dan als je ze direct verkoopt meteen een winst. Je kunt altijd als je een calloptie hebt, besluiten om het niet te kopen, namelijk als de koers helemaal niet is gestegen. Je hebt dan alleen de kosten van de call, namelijk de optiepremie. Met een optie is je risico beperkt.

10. De putoptie.

De putoptie is precies het tegenovergestelde van een calloptie. Je koopt namelijk bij een putoptie het recht om je aandelen tegen een bepaald bedrag tot een bepaalde periode te verkopen. Je kunt putoptie gebruiken om je aandelen tegen een mogelijke koersdaling te beschermen. Als je aandelen inderdaad minder waard worden, dan kun je ze tegen die hogere koers verkopen, maar stijgt de waarde dan heb je voor niks die optiepremie betaald.

Je kunt met opties handelen zonder dat je van plan bent om die aandelen echt te kopen of verkopen. Opties worden net als aandelen op de beurs verhandelt (optiebeurs). De prijs van opties verschillen dus net als de prijs van aandelen. Is er veel vraag naar? Dan kosten ze veel. Is er minder vraag naar? Dan zijn ze goedkoper. De optiepremie is afhankelijk van een aantal factoren: de belangrijkste is de hoogte van de koers. Verder wordt de optiepremie berekend door de rentestand, de looptijd van de optie en de dividendverwachting.

11. De rol van de beurs.

De beurs is een soort markt. Er wordt veel gehandeld in aandelen, obligaties, opties en veel andere financiële producten. Banken en andere grote financiële instellingen zijn hier de tussenpersoon. Zij krijgen de aan- en verkoop bevelen binnen en geven die door aan de beurs tegen een bepaalde vergoeding. Op de beurs komen de bevelen (orders) bij elkaar. Door vraag en aanbod worden hier de koersen bepaald. In Nederland zitten de beurzen op Beursplein 5 in Amsterdam. De beurs heet Amsterdam Exchanges N.V. Zowel de aandelenbeurs als de optiebeurs zitten op deze plek. Over de hele wereld zitten beurzen. De belangrijkste zitten natuurlijk in economisch welvarende landen met de hoofdsteden zoals New York, Londen en Tokio. De beursindex geeft een koersgemiddelde aan van de belangrijkste aandelen.

Aan de veranderingen van de index kun je een beetje zien in wat voor stemming de verschillende aandelen zijn. In Nederland is dan de AEX- index (Amsterdam Exchanges index). De AEX word samengesteld uit de 25 grootste aandelen, die 80 % van de aandelenmarkt vormen. Maar er is niet alleen de AEX. Er is ook nog de Amsterdam Midkap index (AMX). Hier zitten de 25 middelgrote fondsen in. In andere landen (Amerika) heb je de Dow Jones index van Wall Street. Maar ook de Amerikaanse Nasdaq index is een belangrijke. Daar zitten veel technologiefondsen in.


12. Waarin beleggen?

Waarin je kunt of wilt beleggen hangt helemaal van je zelf af. Je moet namelijk kijken naar je persoonlijke wensen, financiële mogelijkheden en het resultaat dat je wilt behalen.
Met welk doel wil je gaan beleggen? Hoeveel risico wil je lopen om je doel te bereiken? Welk bedrag wil je investeren? Hoelang kan je het geld missen? Hoeveel tijd ben je bereid uit te trekken om je doel te behalen? Hoe reageer je op flinke koersdalingen? Raak je in paniek en verkoop je alles? Of heb je stalen zenuwen?
Als je alle antwoorden weet op deze vragen dan ben je al een heel eind op weg. Het is bijna altijd zo dat hoe meer risico je loopt bij een belegging, hoe groter de kans is op een hogere winst. Een risicoloos hoog rendement bestaat gewoon niet. Met een risicoloze belegging zoal s een obligatie zal je ongeveer een winst van 4% tot 12% behalen. Met een risicovollere belegging zoals aandelen is de rendementverwachting op lange termijn ongeveer 10% tot 12%. Hierbij heb je natuurlijk altijd uitschieters. Uitschieters zitten vaak op een rendement van 30 % winst.

Wat heel belangrijk is, is om van tevoren te bepalen hoeveel risico je kunt en wil lopen. Is veel risico niks voor jou, dan kan je beter een iets veiligere weg bewandelen. Bijvoorbeeld je aandelen spreiden is een heel bekend woord in beleggingsland. Met spreiden maak je je aandelenportefeuille wat minder risicovol. Je kunt beleggen in verschillende beleggingsgroepen. Aandelen, opties, obligaties, maar ook in landen of in een soort handel en industrie. Als je al aandelen hebt in bijvoorbeeld industrie en je wilt meer aandelen, zoek dan (om risico te spreiden) naar een heel andere bedrijfskant. Zoals een verzekeraar of een automatiseringsbedrijf. Als je steeds iets nieuws in je portefeuille stopt dan wordt de spreiding van verschillende aandelen groter en het risico kleiner. Verliezen uit de ene sector kunnen dan worden opgevangen door goede resultaten uit de anderen. Je kunt dit dus krijgen als je aandelen in verschillende sectoren neemt, of door te beleggen in beleggingsfondsen. Beleggingsfondsen beleggen namelijk meer in meerdere aandelen.

Nu komt de vraag hoe lang je je geld kunt missen. Wanneer heb je je geld en het verwachte rendement daarop nodig? De maximum tijd die je naar aanleiding van deze vraag krijgt heet je beleggingshorizon. Ga je bijvoorbeeld beleggen voor de financiering van de studie van je kind die nu 5 jaar is, dan is je beleggingshorizon ongeveer 13 jaar. Maar wil je beleggen voor je pensioen en je bent nu 25 jaar, dan is je beleggingshorizon ongeveer 25 jaar. Is je horizon langer dan 10 jaar, dan kan je gerust overwegen om te gaan beleggen. Deze belegging brengt wel een risico met zich mee op korte termijn. Maar met een grote kans op een hoger rendement van 10 jaar. Je zal dan wel te maken hebben met een tussentijdse koersschommeling. Als je aandelen voor meer dan 10 jaar hebt, dan moet je er eigenlijk pas na 10 jaar weer naar kijken. Als je minder tijd hebt, dan is het beter om op safe te spelen. Tenzij je stalen zenuwen hebt, risico wilt lopen en het geld makkelijk kan missen

Hoeveel risico je neemt is niet alleen afhankelijk van je beleggingshorizon maar ook van het uiteindelijke doel. Dit noemen de mensen het beleggingsdoel. Soms is dat, dat je je geld pas nodig hebt over een aantal jaar zoals je studie voor je kinderen. Je moet dan het geld hebben en niet een paar jaar later of helemaal niet. Natuurlijk kies je voor zo’n geval een belegging met minder risico. Maar beleg je met het doel om en Mitsubishi te kopen, dan kun je een risico vollere belegging aangaan. Het maakt dan namelijk niet uit of je het een paar jaar later hebt of niet. Als het geld wat eerder of later ter beschikking komt, heeft dat minder ingrijpende gevolgen.

13. Kopen, wachten of verkopen?

Wanneer is het juiste moment om te kopen of verkopen? Dit is de vraag waar iedere belegger mee speelt. Want als je verkoopt is dit het moment waarop je bepaalt wat je uiteindelijke winst of verlies is. Er is eigenlijk maar 1 tip, aankopen als de koersen op zo’n laagst staan en verkopen als ze op hun hoogtepunt staan. Maar wanneer is dit zo? Wanneer is dat punt bereikt? Valt er een verdere stijging te verwachte of is dit het moment van verkopen? Niemand weet dit en niemand kan daar een betrouwbaar advies over geven. Het is vaak zo dat de beurs rare stappen maakt.

14. Eigen mening en conclusie.

Eigen mening:
Mijn mening over beleggen is heel positief, omdat ik het via schrijven en surfen op internet veel te weten ben gekomen over het onderwerp: Beleggen.

Ook lijkt me het leuk om op latere leeftijd zelf aandelen te kopen en verkopen.
En dan maar hopen dat de aandelen die ik bezit omhoog schieten.

Conclusie:
Als je geld over hebt, dan is beleggen in aandelen het beste wat je kan doen, ook al gaat het niet goed met de economie.
Als je nog onervaren bent en het wat veiliger wil spelen, doe dan aan een collectieve belegging.
Als je er al wat meer verstand van hebt, dan kun je meer winst maken door individueel te gaan beleggen.

Je moet echt altijd als je aan een collectieve belegging doet, goed de koersen in de gaten houden.
Denk je dat je dat niet kan, of wil je gewoon het risico niet nemen, neem dan een spaarrekening op lange termijn.

15. Bronnen
www.amev.nl
www.ingbank.nl
www.kpn.nl
www.abnamrobank.nl
www.aegon.nl
www.google.nl
www.AEX.nl

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.