Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Dolfijnen

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas havo | 3822 woorden
  • 2 februari 2004
  • 232 keer beoordeeld
Cijfer 7
232 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Uiterlijk. (Tuimelaar dolfijn.)

Tuimelaar dolfijnen zijn grote dieren met een gewicht van 250 tot 300 kilo. Hun lengte ligt tussen de 2 en 3 meter. Ze hebben 3 soorten vinnen: borstvin dier ze gebruiken om te sturen, de rugvin die dient om stabiliteit te bewaren in het water en de sterke staart waaruit alle kracht voortkomt voor de voortbeweging en de sprongen. Dolfijnen zijn zoogdieren met een totale aanpassing aan het leven in het water. Ze is het lichaam gestroomlijnd om zo min mogelijke weerstand te ondervinden. De neus is verplaatst naar de bovenkant van het hoofd en wordt blaasgat genoemd. De oren bestaan uit zeer kleine gaatjes aan de zijkant van hun hoofd. Dolfijnen kunnen goed horen. Zelfs geluiden die voor menselijk gehoor te hoog zijn.
Er bestaan vele soorten locaties het karakter van deze soort dolfijn is speels en nieuwsgierig. Bovendien zijn het fanatiek sprongenmakers.


Huid.

De Tuimelaar dolfijn is niet helemaal grijs; de onderkant is wit. Ze hebben als het ware een schutkleur: van boven zijn ze donker en vanonder zijn ze licht. Je kunt bij de dieren onderling kleurverschillen zien. Ook hebben ze onderling een verschillende tekening die vooral op het hoofd duidelijk zichtbaar is. de huid van dolfijnen voelt aan als: een natte rubberlaars. De buik voelt zachter aan omdat zich daar het meeste vet bevindt. Van een afstand is het nauwelijks te zien, maar bekijk je een dolfijn van dichtbij dan zien je op de huid een aantal krassen. Deze krassen krijgen de dieren tijdens het stoeien en spelen. Ze gebruiken dan hun tanden en maken oppervlakkige krassen. Deze genezen vrij snel, maar blijven zichtbaar: er komt een andere kleur pigment voor in de plaats. Op het moment dat dolfijnen echt vechten gebruiken ze hun sterke harde neus. Door te staten op de vitale delen kunne ze zelfs een orka of haai doden. Aan het einde van de staart, borstvinnen en rugvin zien we rafels’’ een soort rimpels dit is een normaal verschijnsel. Naarmate dieren ouder worden krijgen ze meer rafels.
Hun gladde huid is heel gevoelig en kan het contact met het zeewater niet langer dan enkele minuten missen, want dat gaat hij barsten. Tijdens het vervoer van een dolfijn, in een soort hangmat met uitsparingen voor zijn vinnen, wordt het dier door een of meer verzorgers of dierenartsen ongeveer om de zeven minuten met zeewater nagesproeid.

Zicht.

Dolfijnen kunnen goed zien. Ze hebben sterke oogspieren en kunnen zo hun zicht aanpassen. Dolfijnen kunnen enkele kleuren onderscheiden. Groen en blauw kunnen ze goed zien. Rood en oranje minder goed. Microscopisch onderzoek heeft uitgewezen dat tandwalvissen wel staafjes en kegeltjes hebben. Dit heeft te maken met de mogelijkheid kleuren te kunnen zien. Dolfijnen kunnen zowel boven als onder water zien. Hun zicht past zich aan waardoor ze door het wateroppervlak kunnen kijken zonder last te hebben van de breking van het licht.

Ruiken/proeven.

Ruiken kan een dolfijn vrijwel niet. Hij heeft het reukzintuig ook niet nodig onder water en de reukpapillen zouden tijdens de krachtige ademhaling snel beschadigen. Proeven kan een dolfijn wel. Dit is onder andere te zien tijdens het voeren, waarbij de dolfijnen zeker een voorkeur voor bepaalde soorten vis laat merken.

Ademhaling.

De ademhaling verloopt via het blaasgat boven op het hoofd van de dolfijn. Dolfijnen hebben een longbeademing. Omdat het blaasgat kort boven water is moet de ademhaling snel en krachtig zij. Vaak zie je dolfijnen water omhoog spuiten als ze zich aan het wateroppervlak begeven. Dit spuiten ontstaat het temperatuurverschil van de uitgeademde lucht met de omgevingstemperatuur. Onder water wordt het blaasgat, dat omgeven is door veel spieren, afgesloten met een soort klepje. Tuimelaars dolfijnen kunnen zo 15 minuten onder water blijven en er zijn zelfs soorten die dit een uur volhoud.

Geluiden.

De geluiden die dolfijnen maken en die door de mens boven water hoorbaar zijn worden via het beweeglijk blaasgat gemaakt. Door het gedeeltelijk af te sluiten en de lucht naar buiten te persen kunnen de meest vreemde geluiden ontstaan. Hetzelfde effect verkrijg je door een ballon langzaam te laten lopen.


Sonar.

Dolfijnen beschikken over een sonar ook wel echolocatie genoemd. De werking is als volgt: vanuit de luchtzakken in het hoofd (bijvoorbeeld onder het blaasgat.) Worden klikken’ in een gerichte bundel uitgezonden. Dit signaal worden teruggekaatst door voorwerpen (bijvoorbeeld een vis.) een via de onderkaak weer opgevangen. Door een vetachtige substantie in de kaak wordt het signaal doorgeleid naar het middenoor. Bij de dolfijn wordt dit signaal door de hersenen verwerkt en geïnterpreteerd. De sonar reikt bij de tuimelaars tot ongeveer 100 meter.

Slapen.

Dolfijnen slapen anders dan landzoogdieren. Ze moeten regelmatig boven water komen om adem te halen (bewuste ademhaling). Ze nemen daarom korte rustperiodes/pauzes waarbij de hersenhelft om de beurt rusten. Dolfijnen kunnen dus niet helemaal gaan slapen. Je kunt deze rustperiodes herkennen aan het dobberen aan het wateroppervlak of aan het rustig rondzwemmen. Vaak zijn de ogen dan half gesloten.

Leeftijd.

De leeftijd van een dolfijn is af te lezen aan de doorsnede van eentand. Hier vormen zich jaarringen. Net als bij een boom. Deze jaarringen kun je zien als je een tand doorsnijdt en behandelt. Het is moeilijk de leeftijd te schatten aan de hand van het uiterlijk van het dier. Tuimelaar dolfijnen kunnen een maximaal leeftijd behalen van ruim 40 jaar.

Voedsel.

De dolfijn zijn menu is eigenlijk alle soorten vis, maar ook inktvis, krab en andere zeedieren. Dolfijnen volgen vaak de vissen die ze het liefst eten. Ze zijn in de winter dan ook in grote aantallen in de Zwartte zee. Omdat daar de scholen ansjovis samenkomen. Dolfijnen jagen vaak groepsgewijs, maar, als hun prooivissen geen scholen vormen, gaan ze ieder hun eigen weg en eten ze wat ze toevallig tegenkomen. Alles hangt er van af of de vissen dier hij wilt gaan vangen in scholen leven of niet. Als dat zo is, gaat hij met een hele groep soortgenoten op jacht: net als een herdershond, jaagt hij dan de vissen bij elkaar zodat hij ze gemakkelijk kan vangen. De jagende dolfijnen die als de school vissen echt de moeite waard is, soms in groepen van meer dan honderd individuen samenwerken, communiceren onderling met geluidssignalen om de aanval te coördineren. Eerst omsingelen ze hun prooi en dan drijven ze ze zover in het nauw dat ze, helemaal in paniek en buiten adem, allemaal naar de oppervlakte zwemmen. Daarna kunnen de dolfijnen naar hartelust eten. Zijn manier van eten hangt af van het tijdstip op de dag. ’s Nachts duikt een dolfijn naar de diepte om eens flink inktvis te eten, maar overdag jaagt hij net onder het wateroppervlak.

Voortplanten.

Een dolfijn is op een leeftijd van 6 tot 10 jaar geslachtsrijp. Op deze leeftijd krijgen de mannetjes en vrouwtjes belangstelling voor elkaar. Dit kan gepaard gaan met enorme stoei- en knuffelpartijen. De paring kan het hele jaar door plaatsvinden. Een mannetje kan aan het water proeven of er een bronstig vrouwtje in de buurt is. Het vrouwtje vertoont ook duidelijk bronstig gedrag. De paring vindt onderwater plaats, buik tegen buik.


Geboorte.

Na een draagtijd van 12 maanden vindt de geboorte plaats onder water. De geboorte bij dolfijnen vindt in een andere volgorde plaats dan bij andere zoogdieren het geval is. eerst komt de schaart en als laatste het hoofd ( af en toe wordt een jonge dolfijn met het hoofd eerst geboren en ook dat kan goed gaan. Toch schuilt er een gevaar dat het jong wil gaan ademhalen en dus kan verdrinken tijdens de bevalling). Binnen een aantal uren na de bevalling verliest de moeder de nageboorte. De navelstreng breekt af tijdens het laatste gedeelte van de bevalling. In het begin is er bij de jonge dolfijn nog een bobbeltje te zien op de plaats waar de navelstreng gezeten heeft. Langzamerhand wordt dit een deukje (de navel). Dit is bij de volwassen dieren goed te zien.

Geboortestrepen.

Als we het jong goed bekijken kunnen we de eerste paar weken een aantal strepen zien op het lichaam. Dit noemen we ook wel de geboortestrepen en deze verdwijnen vanzelf. De strepen worden gevormd omdat het jong gevouwen ligt in de baarmoeder.

Geslacht.

Zogen.

Tijdens het zogen legt het jong zijn tong om de tepel van de moeder. Het jong heeft geen zuigreflex, de moeder spuit de melk in de bek van het jong. Deze melk is vet, stroperig en voedzaam. Als het jong loslaat is vaak nog een wolk melk te zien. De tepels kun je vinden aan de buikzijde van de moederdolfijn, waar het witte gedeelte stopt. Tijdens een zoogperiode zijn de tepels opgezet en beter zichtbaar. Na ongeveer 3 maanden begint het jong met vis te spelen en langzamerhand ook te eten. Het zogen neemt dan geleidelijk af.

Risico.

De eerste periode na de bevalling blijft bij dolfijnen erg spannend. Het is belangrijk dat de moeder haar jong beschermt en regelmatig zoogt. Het jong heeft na de bevalling zelf geen weerstand. Het bouwt zijn afweersysteem op via moedermelk. Na de geboorte is het altijd afwachten hoe de moeder het jong beschermt en hoe de andere dieren gaan reageren. Op onderzoek uit. Na een paar weken zal de moeder toelaten dat andere dieren dichterbij komen. Op den duur zullen andere dieren het jong in de slipstream mogen meenemen. Andere dieren vervullen dan een tante-functie.

Slipstream.

Meteen na de bevalling gaat het jong in een reflex naar de oppervlakte om voor het eerst adem te halen. De moeder pikt het daarna meteen op en neemt het aan de zijkant van haar lichaam mee. Het jong komt in de zogenaamde slipstream terecht (een stroming die werkt als een magneet.) En hoeft zelf bijna niet te zwemmen. De moeder kan het jong goed sturen en zo afschermen tegen de andere dieren of obstakels.


Training en omgang.

In de omgang met dolfijnen gaan we uit van hun natuurlijke gedrag. Tuimelaar dolfijnen hebben van nature een speels en leergierig karakter. De beloning kan vis zij, maar ook een aai, een kriebel over de tong of een kusje van de trainer. De communicatie tussen trainer en dieren gaat via handgebaren en lichaamstaal. Oogcontact is ook belangrijk. Het contact is verdeeld in verschillende onderdelen.

· Spel: het stimuleren van de dieren om te spelen door ze verschillende speelvoorwerpen te geven. Ook et spelen met de trainer of een waterstraal vinden ze erg leuk.
· Relations.: het doel van deze training is het persoonlijke contact met de dieren zo goed mogelijk op te bouwen. Tijdens deze sessies krijgen de dieren vaak individuele aandacht en vragen we niets. Zo geeft het dier. Door deze interactie duidelijk aan wat het leuk vindt en leert de trainer de verschillende karakters we de dieren goed kennen.

· Gezondheidstraining. : dit is een training om de gezondheid van de dieren makkelijk te kunnen controleren. Zo trainen we de parallelpositie. Het dier ligt dan voor de trainer. Op deze manier kunnen we de dieren over het gehele lichaam bekijken en aanraken. We kunnen in de mond van de dieren kijken. Een uitademing opvangen, bloedtappen, temperaturen en zelfs een echoscopie is geen probleem. Ook worden de dieren gewogen via een vrij platte weegschaal op het platform.

· Training.: hierbij proberen we de dieren nieuwe gedragingen te leren, gebaseerd op natuurlijke gedragingen. Soms is het een van tevoren bedacht plan, maar vaak is het een interactie tussen mens en dier. De uitleg/ training kan per dier erg verschillend zijn doordat de band en de karakters van de dieren verschillende zijn.

Algemeen.

Dolfijnen behoren tot de walvisachtige. Er bestaan 2 soorten walvissen: baleinwalvissen en tandwalvissen. Baleinwalvissen worden zo genoemd omdat ze in hun bek geen tanden hebben. Maar een soort lange draden: baleinen. Deze dieren zijn erg groot en zwaar, soms wel 30 meter lang en een gewicht van 130.000 kg (de blauwe vinvis.) Baleinwalvissen eten plankton en soms kleine visjes die ze met hun baleinen uit het water vissen. Tandwalvissen worden zo genoemd omdat, de naam zegt het al, deze walvissen tanden in hun bek hebben. De
Tandwalvissen verschillen in lengte van 120 cm (de Heaviside dolfijn.) tot 70.000 kg! (potvis.)

Tandwalvissen eten verschillende soorten vis. Onder tandwalvissen vallen onder andere de potvis, de orka, de tuimelaar dolfijn en de Bruinvis.

Dolfijnen zijn zoogdieren, net als een poes, een hond, maar ook de zeehond, zeeleeuwen en de walrus. Of neem nu jezelf. U zou je bijna in de war raken; een walvisachtige die geen vis is, maar een zoogdier! Dit komt doordat men vroeger dacht dat walvisachtige vissen waren. Nu weten we dat walvisachtige zoogdieren zijn.

Een zogdier is een dier dat:

1. Levende jongen ter wereld brengt.
2. De jongen zoogt.
3. Adem haalt met de longen.
4. Warmbloedig is: een constante lichaamstemperatuur van ongeveer 37 graden heeft.
5. Behaard is.

Blaasgat.

Walvissen en dolfijnen moeten naar het wateroppervlak komen om te ademen. In de loop van de evolutie zijn de neusgaten van walvissen en dolfijnen naar boven verplaatst, waardoor het makkelijker voor ze is om te ademen zonder ver uit het water te komen. In tandwalvissen ( waar ook de dolfijnen bij horen) zijn de luchtkanalen en neusgaten versmolten tot één enkel luchtkanaal en één blaasgat. Het blaasgat wordt afgesloten door een krachtige klep, die zich slechts kort opent voor een snel ui- en inademing. Onder het blaasgat bevindt zich een stelsel van luchtzakken, die een rol spelen bij het sluiten van het blaasgat en bij geluidproductie.

Ogen en oren.

Tuimelaars kunnen zowel onder als boven water goed zien. Het dolfijnenogen is geoptimaliseerd voor het zien onderwater. In het menselijke oog zorgt het hoornvlies (de cornea.) voor de meeste lichtbreking, terwijl de lens dan zorgt voor een verdere scherpstelling van het beeld. onderwater is de lichtbrekende werking van het hoornvlies minimaal en de lens kan dat verlies aan lichtbreking niet opvangen. Onderwater kunnen we dus niet scherp zien: we zijn dan sterker, doordat de lens verder naar voren geplaatst is in het oog en vrijwel bolvormig is. in dat opzicht lijkt het dolfijnoog sterk op een vissenoog.


De pupil van het dolfijnen oog is bijzonder: in plaats van een rond gat dat smaller wordt bij helder licht is er een soort klepje (het operculum genaamd.) Dat naar beneden kan schuiven, waarbij het midden van de pupil afdekt. Bij helder licht blijven er nog twee kleine gaatjes aan weerszijden van het operculum over. Deze smalle spleetjes geven de dolfijn mogelijk meer scherptediepte boven water en daardoor een scherper beeld. Verder is het mogelijk dat speciale aanpassingen aan de randen van de lens eveneens helpen bij het verbeteren van het gezichtsvermogen boven water.

Het netvlies (retina.) van dolfijnen van dolfijnen is anders opgebouwd dan dat van de meeste landzoogdieren. In plaats van één gebied met een hoge gevoeligheid (de gele vlek.) heeft het dolfijnenoog twee van die gebieden. Vermoedelijk wordt één gele vlek gebruikt bij het naar voren kijken en de andere bij opzij kijken.

Dolfijnen hebben kleine, nauwelijks zichtbare externe ooropeningen, vlak achter de ogen (gemarkeerd met ‘’ear’’ op de foto) deze openingen hebben vermoedelijk geen, of in elk geval een zeer geperkte functie bij het horen. Het gehoor van dolfijnen is goed ontwikkeld. Het hersengebied dat verantwoordelijk is voor het verwerken van geluid, de auditieve cortex, is bij dolfijnen veel sterker ontwikkelt dan bij de mens. De sterke ontwikkeling van dit gebied is in elk geval voor een deel de verklaring voor de grote herseninhoud van dolfijnen. De gehoorzenuw bevat tweemaal zoveel zenuwcellen als die van een mens. Tuimelaars kunnen geluiden horen van 75Hz tot 150kHz ( mensen kunnen geluiden tussen de 10Hz en de 16 tot 20 kHz horen.) Dolfijnen zijn het meest gevoelig voor geluiden tussen de 40 en 70 kHz. In dolfijnen wordt het geluid via het vetweefsel (blubber). Het geen een goede geluidgeleider is, en de onderkaak naar het middenoor geleidt. De onderkaak is gevuld met een verachtig weefsel dat geluiden erg goed geleidt. Dat weefsel begint bij een dunne plek voor op de onderkaak en loopt tot aan het gehoororgaan. Experimenten waarbij een neopreen kap over de onderkaak van een dolfijn geplaatst had hebben aangetoond dat dolfijnen dan veel problemen hebben met het waarnemen van geluid. De onderkaak speelt dus een belangrijke rol bij het horen. De middenoren zijn onafhankelijk van elkaar opgehangen en omgeven door luchtgevulde weefsel. Dit vermindert het contact met de omringende botstructuren en dat helpt waarschijnlijk bij het richtinghoren. Het middenoor heeft 2 functies: het maakt het geluidsgeleidingssysteem stijver, waardoor het gevoeliger is voor hoger frequenties. Daarnaast speelt het een rol bij het opvangen van drukverschillen tussen het binnenoor en de buitenwereld. De geluidsdruk van een bepaald geluid in water is ongeveer 60 keer zo groot als dat van een verglijkbaar geluid in de lucht.

Snuit.

Deze foto is opgenomen omdat je er een aantal dingen aan kunt zien:

· De tuimelaar kan de mond erg wijd opensperren.
· De meloen puilt enigszins over de bovenkaak heen.
· Zowel de boven- als de onderkaak bevatten een groot aantal scherpe, kegelvormige tanden,
· Vanuit deze hoek zijn beide ogen zichtbaar. Het is dus aannamelijk dat dolfijnen in elk geval in een deel van hun gezichtsveld diepte kunnen waarnemen.
· De borstvinnen (flippers.) zijn enigszins gespreid om het lichaam stabiel te houden terwijl de kop beweegt..
· Dit vertoon met opengesperde mond is een onderdeel van het sociale gedrag van de dolfijn en kan een rol spelen bij het vaststellen van dominantie (dreiggedrag). In dit geval lag de dolfijn naar zijn eigen spiegelbeeld te dreigen.

Vinnen.

Dolfijnen hebben 3 soorten vinnen:


Borstvinnen (soms ook flippers genoemd.) Dit zijn de enige vinnen die botten bevatten. Die botten lijken sterk op de botten van de menselijk hand. (Zie ook afbeelding van het skelet.) De borstvinnen worden hoofdzakelijk gebruikt om mee te sturen tijdens het zwemmen en voor balans. In sociale groepen raken dolfijnen elkaar ook regelmatig aan met de borstvinnen.

Rugvinnen: de rugvin is onbeweeglijk. De belangrijkste functie is waarschijnlijk stabilisatie tijdens het zwemmen, zoals het zwaard van een schip.

Staartvin: de staartvin dient vooral de voorschouwing. Ze zijn via staartwortel verbonden met sterke spieren, die zorgen voor de op- en neergaande beweging.

Alle vinnen bestaan voornamelijk uit stevig bindweefsel (allen de borstvinnen bevatten ook botten.) ze hebben een netwerk van bloedvaten. Dit speelt een belangrijke rol bij thermoregulatie: een dolfijn kan overtollige warmte kwijtraken door extra bloed door deze bloedvaten te pompen. Het koude water zal dan de warmte afvoeren.

Skelet.

Het skelet van een dolfijn heeft een aantal aanpassingen ondergaan. De schedel is verlengd, zodat de kaken ver voor de neusopening (het blaasgat.) Uitsteken. Bij landzoogdieren zijn een aantal nekwervels versmolten. Dolfijnen hebben minder versmolten wervels. Waardoor de nek flexibeler is. De voorste ledematen zijn afgeplat en hebben zich ontwikkeld tot borstvinnen. De borstvinnen. De botstructuur van deze vinnen is in essentie nog hetzelfde als die van onze armen en handen. De achterste ledematen zijn nagenoeg verdwenen en zijn uitwendig niet zichtbaar. Er is nog een overblijfsel van het bekken over en in sommige gevallen is er ook nog een klein restantje van het dijbeen.
De structuur van de beenderen van het skelet verschilt wat van die van landzoogdieren. Ze zijn wat sponsachtige van structuur en daardoor lichter. Dit levert geen problemen op, omdat het skelet niet het volle gewicht van het dieren hoeft te dragen. In het water zijn ze eigenlijk gewichtloos.

Geslachtsorganen.

Je kunt het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes dolfijnen (stier en koe genoemd) door de geslachtsopening te bekijken. In de vrouwtje zie je aan de buitenkant slecht één enkele zogenaamde genitaal- anale opening. In deze opening komen de vagina, de urinebuis en de anus ui. Bij mannetjes zijn er 2 openingen zichtbaar: de genitale opening, waar de penis bevindt en de anale opening daarachter. Bij vrouwtjes kan je bovendien aan weerszijden van de genitaal- anale opening (ongeveer halverwege) kleine spleetjes zien, waarin zich de tepels bevinden. Deze tepelopeningen zijn overigens geen betrouwbare indicatie van het geslacht, want ze kunnen soms ook bij mannetjes voorkomen.( ook wel iets duidelijker uitgelegd.)

(Het verschil tussen mannen en vrouwen is bij dolfijnen moeilijk te zien. Er zit vrijwel geen verschil in grootte of vorm van het lichaam. Het verschil is zichtbaar op de buik: bij een vrouwtje zien we een spleet. Bij een mannetje zit er onder de spleet ook nog een gaatje.)


Leefgebieden.

Stille Oceaan, Atlantische Oceaan, Indische Oceaan, Middellandse Oceaan, Zwarte Oceaan.

Ongeluk en echo.

Een dolfijn is niet graag alleen en leeft gewoonlijk in groepen die variëren van twaalf tot enkele duizenden soortgenoten. Als het dier wel alleen is, is het meestal verdwaald of heeft een ongeluk gehad.
Omdat dolfijnen geen stembanden hebben, brengen ze allerlei fluittonen voort om met elkaar te communiceren. Het is geen echte taal maar op die manier, kunnen ze elkaar zeker heel nauwkeurige informatie doorgeven.
Een dolfijn brengt onderwater om de zoveel tijd geluid voort. Als het geluid een voorwerp raakt, kaatst het terug naar de dolfijn. Door de echo weet de dolfijn waar hij moet zwemmen. Een dolfijn bepaalt op deze manier ook vaak de plaats van de school vissen.

Springen en kilometer per uur.

Hij spring verticaal meer dan 5 meter uit het water omhoog, ondanks zijn gewicht van meer dan 100 kilo gram. Zijn gemiddelde snelheid is ongeveer 10 kilometer per uur, maar hij kan gemakkelijk boven de 45 kilometer per uur komen, en dat heel lang achter elkaar.

Speelse dolfijnen.

Dolfijnen zijn geweldig speels. In volle zee zijn ze dol op het maken van verticale sprongen en laten zich dan weer op hun zij in enorme schuimmassa vallen. Verder slaan ze graag met hun horizontale staartvin op het water. Tenslotte springen ze met enkele soortgenoten precies gelijktijdig in prachtige cirkelbogen. Daarom is het heel gemakkelijk om ze af te richten op basis van hun natuurlijke aanleg. Maar ze kunnen heel ondeugend zijn en zelfs met haring – hun leveringshapje – lukt het dan niet om ze over te halen om een kunstje te doen als ze geen zin hebben. Dan kunnen ze urenlang rondjes blijven zwemmen in hun dolfinarium en met elkaar spelen of buik tegen buik met elkaar flirten. De meest speelse dolfijn is de gewone dolfijn. Die zie je ook veel in het dolfinarium.

Natuurlijke vijanden.

De zwaardwalvis of orka heeft de naam de grootste vijand van de dolfijn te zijn. Maar in verschillende land zijn dressuurspecialisten er in geslaagd om verbazingwekkende nummers te vertonen waarin dolfijnen en orka’s samen optreden. Deze twee dieren zijn bijvoorbeeld samen te zien in de natuurlijke omgeving die is aangelegd in het Sealife Park bij Waikiki, op het Hawaiiaanse eiland Oahu. P.S. (de mens is ook een grote vijand van de dolfijn.)


De vragen uit het boek.

1. Waar behoort het dier? Het dier behoort bij de gewervelde dieren en in de groep van de zoogdieren..
2. Wat is de kenmerken van hem? Heeft is een tweezijdig symmetrisch en het heeft een inwendig skelet.
3. Zijn er meer soorten die in dezelfde afdeling en groep leven? Nee, omdat de dolfijn de enige zoogdier in de wereld is die in het water leeft.
4. De dier leeft in het milieu? Het water.
5. De dolfijn eet? Alle soorten vis, inktvis, krab en andere zeedieren.
6. De natuurlijke vijand van een dolfijn is? een dolfijn heeft een natuurlijke vijand en dat is de mens, maar ook de zwaardwalvis en de orka.

REACTIES

R.

R.

Ik vond dat je het leuk gemaakt hebt lekker veel informatie in bewerkt maar soms waren er moeilijke woorden in waarvan bijvoorbeeld een kind van groep 8 niks van snapt alleen aan dat moet je aan werken .Voor de rest vond ik dat ik dat je het heel goed gemaakt hebt.
Ik heb niet veel commentaar want ik kon het zelf niet beter doen.
Veel liefs Roselyn

19 jaar geleden

J.

J.

hallo sonny

ik vind het een goed werkstuk er staan alleen wel een paar foutjes in


groetjes jeanine

18 jaar geleden

V.

V.

deze werkstuk is hartstikke goed gemaakt ik wou dat ik zo goed kon maken ik heb zelfs stukken gekopieerd uit dit werkstuk ik vind eht egt super goed heeft degene van dit werkstuk misschien nog meer werkstukken gemaakt?? xxx mij

13 jaar geleden

L.

L.

sorry, ff een reactie op roselyn, is zit in groep 8, en ik vind dit werkstuk goed, en begrijp alles

12 jaar geleden

F.

F.

Hallo scholieren ik heb jullie website bekeken en ik keek bij de dolfijnen maar er staat nergens hoe dolfijn zich beschermt kunt er voor zorgen dat dat er vandaag op staat Met vriendelijke groeten Fiona

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.