Vliegtuigen

De eerste vlucht

Na de dood van Otto Lilienthal, raakten ze erg geïnteresseerd in de luchtvaart. De broers lazen alles wat ze erover konden vinden. Ze deden ook zelf waarnemingen en bekeken vooral hoe vogels in balans bleven als ze door een windstoot hun evenwicht kwijt raakten. Op die manier kwamen ze op het idee om de uiteinden van de vleugels van hun vliegtuigen te buigen, zodat ze windstoten konden opvangen. Dit was dus een soort besturing. Het toestel had twee vleugels en de piloot lag voorover op de onderste vleugel, iets wat een tijd lang in al hun vliegtuigen werd gebruikt. Er werden in de herfst van 1900 vluchten gemaakt van 90 tot 120 meter.
De winter daarop maakten ze plannen voor een verbeterd zweeftoestel en in juli 1901 kwamen ze in Kitty Hawk terug. Het toestel dat ze toen bouwden had een grotere vleugel en de vorm van de vleugel was ook veranderd. Ook was er een hoogteroer aan toegevoegd, zodat het nu hoger en lager kon vliegen. Het toestel zweefde goed. Op 24 oktober maakt Wilbur de eerste bocht naar rechts! Ze hadden na drie jaar studeren en experimenteren alle andere onderzoekers overtroffen. Ze waren zelfs zo vol zelfvertrouwen dat ze in het jaar 1903 een eerste gemotoriseerde vlucht wilden gaan maken.

Een paar weken later op 17 december om 10:35 schoot de flyel 1 langs zijn lanceerrail en verhief zich van de grond.
Twaalf seconden later landde het vliegtuig 30 m verderop bij Kill Devil Hills nabij Kitty Hawk in de Amerikaanse staat Norht Carolina.
Voor het eerst was het door een mens bestuurde machine op eigen vermogen opgestegen en had een gecontroleerde vlucht.
De piloot, Orville Wright en zijn broer Wilbur Wright hadden de machine gebouwd na vier jaar van experimenteren met vliegers en zweefvliegtuigen wouden ze een motorvliegtuig maken.
Het vliegen met dat eerste motorvliegtuig was moeilijk en gevaarlijk.
De Flyer 1 Had geen cockpit en zelfs geen stoel.
De piloot lag op de onderste vleugel en de bestuurde het toestel door van de ene naar de andere kant te glijden.
Het toestel lande op ski’s.

Vliegtuigen in de wo 2

De Eerste Wereldoorlog (1914 - 1918) was een tijd waarin de vliegtuigen heel snel verbeterden.de eerste bommenwerpers werden gebruikt voor verkenning. Want vanuit de lucht zie je vijand beter dan van de grond. Al snel daarna begonnen de piloten op elkaar te schieten, als ze de vijand tegenkwamen. Eerst met pistolen, daarna met mitrailleurs. Kort daarna werden er mitrailleurs voor op het vliegtuig gemonteerd. Op een speciale manier konden ze door de propeller van het vliegtuig schieten, zonder die te raken. Een ander voordeel van het vliegtuig was, dat je bommetjes uit het vliegtuig kon gooien, gewoon met de hand boven op de vijand.
Als de Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945) op uitbreken staat, hebben Duitsland en Engeland bommenwerpers die zo'n 400 km/u kunnen vliegen en jagers die bijna 600 km/u halen. In de Tweede Wereldoorlog werd er heel veel ontwikkeld met het vliegtuig. Toen werden de vliegtuigen sneller groter en zwaarder.in deze oorlog werden er tienduizenden bommenwerpers gemaakt. Tijdens deze oorlog werden er ook verkeersvliegtuigen gemaakt maar die werden gebruikt voor goederen en andere millitaire dingen.

Een belangrijke ontwikkeling is de straalmotor. Alle motoren daarvoor waren zuigermotoren, die net als een automotor werken. Dus op benzine en met op en neergaande zuigers. Benzinemotoren voor de luchtvaart moeten sterk, klein en licht zijn. Deze motoren laten altijd propellers draaien om het vliegtuig voort te bewegen. Zelden komen vliegtuigen met zuigermotoren boven de 700 km/u. De straalmotor is iets heel nieuws. een van de bekendste vliegtuigen uit de WO 2 is de messensmith.

De eerste passagiersvliegtuig

Na de Eerste Wereldoorlog waren er veel vliegtuigen die niet meer gebruikt werden. De belangstelling voor de luchtvaart was groot. De eerste luchtvaartmaatschappijen ontstonden. Een ervan was de KLM, die in 1919 werd opgericht. Eerst werd er alleen met mooi weer naar Londen gevlogen in oude militaire vliegtuigen. Passagiers kregen een dikke jas aan en een thermosfles koffie mee. Maar daarna werden er grotere en gesloten vliegtuigen ontworpen. En werd er door weer en wind gevlogen.

Vliegtuigen na de wo 2

In 1969 vliegt ook de Concorde voor het eerst. Dit toestel kan 2300 km/u vliegen. Er zijn er maar 16 van gebouwd. Van de Jumbo Jet zijn er meer dan 1500 gebouwd. Snel vliegen in de Concorde is veel en veel duurder dan wat minder snel vliegen in een vliegtuig dan de 747. De ontwikkelingen in de vliegtuigbouw zijn snel maar wordt vaak niet opgemerkt door de mensen. De meeste metertjes in de cockpit zijn vervangen door beeldschermen. De computer neemt de piloot veel werk uit handen. Eigenlijk kunnen vliegtuigen best zonder piloot vliegen, maar ze zijn er toch, voor het geval dat er nog wat gebeur kan er ingegrepen worden.
Ook worden er steeds lichtere en sterkere materialen gebruikt, bijv. sterke kunststoffen. Een voorbeeld hiervan is de Voyager, helemaal van kunststof, die in 1986 in negen dagen rond de wereld vloog. Een afstand van 35.000 km.
De straalmotoren waren altijd al betrouwbaar, maar ze zijn nu zo goed, dat er heel grote vliegtuigen, zoals de Boeing 777, met twee motoren over de oceanen vliegen.

Het besturen van een vliegtuig

Gieren, stampen en rollen

Een vliegtuig kan op drie manieren bewegen, gieren, stampen en rollen. Stampen is het omhoog komen of het zakken van de neus van het vliegtuig. Bij rollen komt de ene vleugel omhoog en zakt de andere. Bij gieren draait de neus naar links of naar rechts.

Luchtstroom

De luchtstroom die over de vleugels heen gaat, moet een lange weg afleggen dan de lucht die er onderdoor gaat. Hierdoor neemt de luchtdruk aan de bovenzijde af, waardoor er een opwaartse druk ontstaat dat word lift genoemd.

De besturing

Een vliegtuig wordt bestuurd met stuurvlakken:

De blauwe vlakken zijn de ailerons. Dat betekent gewoon: "vleugeltjes". Het rode stuurvlak is het (richtings)roer en de groene stuurvlakken vormen het hoogteroer.
De ailerons zijn eigenlijk kleine vleugeltjes in de grote vleugels. Ze zorgen voor deze beweging van het vliegtuig:
Hoogteroer(kleur groen)
Het hoogteroer zorgt voor deze beweging van het vliegtuig:
Richtingsroer(kleur rood)
De staart van een vliegtuig is eigenlijk geen vleugel, maar een groot vlak. Door de staart blijft het vliegtuig beter rechtuit vliegen. In de staart zit het richtingsroer, dat eigenlijk een stukje van het staartvlak is. Het richtingsroer zorgt voor deze beweging:

Voor de piloot is de stuurkolom. Beide piloten hebben er een en ze zijn met elkaar verbonden. Als de piloot aan het stuurwiel draait, dan beweegt hij de ailerons. Het stuurwiel zit op de stuurkolom. Als de piloot die kolom van zich af duwt, gaat de neus van het vliegtuig omlaag en als hij de kolom naar zich toe trekt, gaat de neus omhoog. De twee voetpedalen zijn voor het richtingsroer. Om een bocht te maken, gebruikt de piloot tegelijk de ailerons en het richtingsroer.

De straalmotor

Je kan bijna niet vliegen zonder een straalmotor want die zorgt voor de voortbeweging van het vliegtuig. De straalmotoren zijn zuiniger geworden. Een reisje Amsterdam - New York duurt nog maar 7 uur en vroeger met de zuiger 14 uur. De lucht wordt aan de linkerkant aangezogen door de compressors C. Die bestaan uit heel veel kleine vinnen op schijven. Ze draaien heel snel rond. Ze zuigen de lucht en persen die in elkaar, net als de fietspomp dat doet.
Dan komt de samengeperste lucht in de verbrandingskamer V.

Daar wordt brandstof ingespoten en in brand gestoken. De hete gassen laten de turbine T draaien. Omdat de turbine door een as verbonden is met de compressor, gaat die weer draaien.

Aantal onderdelen van een vliegtuig

De romp: een vliegtuig moet licht zijn, maar ook sterk. Dat is een lastig geval. Als iets licht is, is het vaak niet sterk. En als iets sterk is, is het meestal zwaar. Toch zijn er wel manieren te bedenken waardoor we iets sterk kunnen maken zonder dat het teveel weegt. Daarom maken ze gebruik van cirkels ze maken allemaal rondjes en daar komen de passagiers in te zitten. Ze maken ook gebruik van dwarsbalken om voor een nog betere stevigheid te zorgen.
De vleugel: in de vleugel zitten schotten gemaakt met daarin gaatjes.Dat is weer gedaan om het gewicht te verminderen. Ook zitten er ribbels in over de lengte van de vleugel. En de buiten kant is gemaakt van hetzelfde materiaal waar van ook de buiten kant van een vliegtuig van is gemaakt.
De banden: Dat is een van de vier "poten" van het hoofdlandingsgestel van een Boeing 747. Dat vliegtuig heeft ook nog een neuswiel, maar bijna al het gewicht komt op de vier poten terecht. Als het toestel startklaar is. Staat er op elke poot (A op de foto) een gewicht van 100.000 kg. Dat is evenveel als 100 auto's. een ander voorbeeld van een stuk metaal, zie je bij B. Dat is een van de twee steunen waardoor de landingspoot niet kan omklappen. Er zijn vakjes en gaten in gemaakt, zodat het wel sterk blijft, maar lichter is geworden.
De cockpit: de cockpit is eigenlijk het hoofd van het hele vliegtuig van uit hier wordt alles bediend. In de cockpit zit de bemanning van het vliegtuig. In deze cockpit zitten alle belangrijke metertjes, hendeltjes en knopjes. Vanuit deze cockpit houden ze contact met die grond (luchtverkeersleiding). De cockpit is in de jaren veel verander vroeg zat de bemaning bijv. op een stoeltje in de open lucht maar nu is alles bijna automatische. Ze zijn nu aan het experimenteren met een vliegtuig zonder bemanning. Nu is de mens nog de baas in de cockpit maar over 15 jaar denk ik niet meer. In een vliegtuig zit ook een zwarte box. Als een vliegtuig in moeilijkheden komt dan wordt er op deze box de gespreken die er werden gevoerd door de bemanning opgenomen. Als er bijv. een grote vliegtuig crash gebeurd dan gaan experts die doos onder zoeken. En dan kunnen ze zien wie er de schuld in van de crash.