Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Maleisie

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 14912 woorden
  • 9 juni 2003
  • 266 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
266 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoudsopgave Voorwoord
Oriëntatie
Geschiedenis
Bevolking
Staats Inrichting en politiek
Economie
Klimaat
Landschappen Flora en Fauna
Belangrijke steden
Toeristische attracties
Conclusie
Bronnenlijst Voorwoord Ik doe mijn werkstuk over Maleisië omdat ik het een mooi land vind met een mooie geschiedenis. Vooral de landschappen spraken mij veel aan en de verschillende culturen. Ik ben er zelf op vakantie geweest, dus ik wist al het een en ander te vertellen. Ik was zeer over de indruk over het land en had er ook al veel informatie van thuis liggen. 1. Oriëntatie Oppervlakte: water: 1,200 vierkante km

land: 328,550 vierkante km Totaal: 329,760 vierkante km
Lengte- en breedtegraad: 2 30 N, 112 30 E
Tijdzone: Plaatselijke Tijd : 02:51
Verschil met lokale tijd : 6 uur voor
Verschil met UTC: 8 uur voor
Hoofdstad: Kuala Lumpur
Bevolkingsaantal: 22,662,365 (Juli 2002) Taal: Maleis, Engels, in Malakka Nederlands
Religie : Moslim, boeddhisme, Hindoeïsme, Christendom
Munteenheid: ringgit (MYR) 2. GESCHIEDENIS Veel landen hebben te maken met de geschiedenis van Maleisië. In het kort ga ik u wat vertellen over de indrukwekkende geschiedenis van Maleisië. 2.1 Prehistorisch Maleisië Wanneer de eerste mensen in Maleisië woonden is niet bekend, maar we weten wel dat het volk van toen voor kwam uit oude Indische, Chinese en Arabische volkeren. Ze weten dat, omdat er in Niah in de staat Sarawak (op Borneo) een schedel is gevonden van 35.000 v. Chr., dat gelijk het oudste bewijs is dat er in dat er in Azië is gevonden, dat wees op het soort volk dat er in die tijd leefde. In de oertijd leefden de mensen in kalksteengrotten (rotswoningen), en gebruikten ze stenen werktuigen voor het malen en snijden. Op de jacht naar dieren gebruikten ze speren (iets wat daar nu nog gebeurt). Een typisch Maleisie’s gereedschap was de vuistbijl die ze tegen een stenen muur slepen zodat hij een spitse punt kreeg. Rond 2500 v. Chr. kwamen er prote-maleisiers die andere schiereilanden hebben ontdekt. Zij hadden betere werktuigen en waren niet alleen jagers maar ook landbouwers en zeevaarders. Rond 300 v. Chr. kwamen er nieuwe immigranten. Dit waren de deutero-maleisiers (dat waren Chinezen en Indiërs en volken uit Arabie en Siam (het huidige Thailand). Zij hadden gereedschappen van ijzer en namen een nieuwe manier van verbouwen met zich mee. 2.2 Indiase Invloed De bewoners van Maleisië kwamen door handel veel te weten over de beschaving en culturen van andere landen. Omdat het schiereiland precies op het punt lag, waar de grote handelsroutes over zee tussen het grote afzetgebied India en China samenkwamen, was het een perfecte plaats om te handelen met andere landen en het was een goed inkomen voor de bevolking: de mensen trokken naar de kust toe om daar werk te gaan zoeken. Er wordt vanuit gegaan dat de eerste reizen van India naar het schiereiland Maleisië rond het begin van de jaartelling gemaakt zijn. Omdat de afstanden zo groot waren en daardoor de reizen zo lang, hadden ze veel bemanning aan boord nodig en dus ook veel voedsel, soms wel voor meer dan een jaar. Daartoe namen ze levende kippen en geiten mee en maakte ze ook groentetuinen op het dek. De schepen stopten op het Maleisische schiereiland om nieuwe voorraden in te kopen. Door dat oponthoud ontdekten de Indiase kooplieden dat er op het schiereiland goud, aromatische houtsoorten, en specerijen te krijgen waren. Ook ontdekten ze dat ze ook via kusten en andere schiereilanden konden varen zonder dat ze door de gevaarlijke zeestraten en zeeën kwamen die door andere rovers en piraten onveilig gemaakt werden. Al snel ontstonden er langs deze zeestraten handelsnederzettingen. Door de vele Indiase handelaren die een hindoeïstisch of boeddhistisch geloof hadden werd het geloof snel overgenomen en kregen ze veel aanhangers. Ze bouwden daar tempels en anderen heilige bouwwerken. Alleen in Kedah zijn nog bouwwerken uit Maleisië teruggevonden. Verschillende Nederzettingen groeiden uit tot Koninkrijken.
2.3 De stichting van Malakka Maleisië is onder veel verschillend gezag geweest, door allerlei soorten volken. Zo groeide in de 14e eeuw een klein visser dorpje uit tot een waar handelscentrum. Het kleine schiereiland Tumasek (dat heet tegenwoordig Singapore) werd geregeerd door Iskander Shah, ook wel genoemd Parameswara. Toen de Javanen het eiland aanvielen, vluchtte hij met zijn volgelingen naar Muar, gelegen aan een rivier bij de grens tussen de staten Johor en Negri Sembilan. In 1403 trok hij weer verder naar een klein vissers dorpje.Toen hij daar ging jagen met zijn honden kreeg een hond van hem een schop van een dwerghert. De koning kon waardering opbrengen voor het lef en zei dat hij hier opnieuw wilde beginnen, omdat hij op dat moment net naast een Malakka- boom stond noemde hij het nieuwe dorpje maar Malakka. Onder zijn bevel werd Malakka ( nu Malakka, een schiereiland van Maleisië) een handelscentrum. Hij en zijn volgelingen plantten daar nieuwe gewassen en ontdekten toen tinafzettingen. En terwijl de gemeenschap groeide, kwamen er steeds meer passerende schepen in Malaka aan om proviand in te slaan. Toen de nieuwe welvaart bekend werd groeide het aantal inwoners in 2 jaar met zo’n 3000 nieuwe inwoners. In 1407 zond een Chinese keizer een marinier (Tsj’eng ho) naar Malakka om het dorpje stadsrechten te verlenen en het zelfs tot koninkrijk uit te roepen.Hierdoor moest hij wel trouw zijn aan China en andersom. Daardoor kreeg Malakka meer aanzien en werden ze beschermd tegen de Siamezen. Het vissersdorpje lag ook op de handelsweg van vele schepen uit het oosten en uit Europa maar de stad had een eigen haven die groot genoeg was voor alle schepen. 2.4 De Opkomst van de Islam Aan het eind van de 13e eeuw brachten islamitische handelaren uit India de islam met zich mee naar Maleisië.Tegen het eind van de 15e eeuw had heel Malakka deze godsdienst aangenomen. De heersers noemden zich vanaf toen sultans en het Jawi-schrift (maleis geschreven in Arabische letters) werd uitgevonden. Vanaf 1488 had heel de westkust het geloof aangenomen en bezat de sultanaat de gehele westkust . Zo werd nog in geen 100 jaar een klein vissersdorp de grootste en machtigste stad van heel zuidoost Azië, op het hoogtepunt van de stad telde ze 40.000 inwoners. 2.5 De belegering van A Famosa Toen de Nederlanders en Engelsen naar zuidoost Azië gingen varen, had dat een groot gevolg voor de Europese geschiedenis. Spanje had Portugal veroverd in 1580, en de haven van de stad Lissabon werd verboden terrein voor de Nederlandse en Engelse koopvaarders. Daardoor moesten zij hun specerijen en andere tropische producten wel gaan halen in Azië. Toen de Nederlandse handelsmaatschappijen samen gingen werken in 1602 richtte ze het VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) op. De Nederlanden waren eigenlijk alleen maar geïnteresseerd in Malakka door zijn goeie ligging, en om de door hun gehate Portugezen een hak te kunnen zetten. In 1640 gingen de Nederlanden eindelijk naar Malakka toe om het eiland over te nemen. Na hevige blokkades en schietpartijen gingen de Nederlanders aan wal bij de vesting van A Fomasa (een klein stadje) en omsingelde het. Naarmate de belegering langer duurde kregen de bewoners een tekort aan voedsel en kwamen er ziektes zoals malaria, tyfus en cholera. In 1641 bestormden de Nederlanders de vesting en namen het in. Jakarta werd gekozen als hoofdstad van hun nieuwe imperium. Het eiland op zich was voor Nederland niet belangrijk: het enige wat het voor de Nederlanders betekende, was dat het één van de vele buitenposten van de Nederlanden was. De Nederlanders waren toen nog de enigen uit Europa die de specerijen uit Oost-Azie konden halen. Door het monopolie op de handel verdienden ze veel geld omdat ze scherpe prijzen konden maken en iedereen die specerijen wou kopen moest eerst een vergunning vragen aan Nederland. Zo maakten ze een hoop vijanden, maar ondanks dat Malakka meer dan 150 jaar in de handen was van de Nederlanden hadden ze weinig invloed op de plaatselijke bevolking. 2.6 De Japanse Invasie tijdens de tweede wereldoorlog Op 8 december 1942 begonnen de Japanse oorlogsschepen om 01.00 uur met het beschieten van de stranden bij Kota Bharu. De Japanners ondervonden weinig tegenstand van het volk, de meeste mensen werden in de nacht verrast met grote bombardementen en kanonnen. 3,5 uur later werd Singapore plat gebombardeerd, en binnen 24 uur hadden de Japanners alle Britse vliegvelden veroverd. Op 10 december werden er talloze Britse schepen verwoest door de japanners en waren ze ook de baas op het water. De Japanse tanks en troepen trokken verder naar het zuiden van het Maleise schiereiland. De Britse troepen hadden weinig training gehad en kenden de jungle zeer slecht. Bovendien was er niet genoeg munitie meer om echt verzet te plegen. Behalve de guerrillatroepen, die uit Engelse en Maleisische officieren bestond, werd er weinig verzet geboden en zij verscholen zich in de jungle hoog in bomen. Voor de Engelse troepen betekende dit een nederlaag, terwijl de Japanners alle posten van de Britten overnamen en bezetten. Op 31 januari 1942 gingen de laatste troepen naar het schiereiland Singapore, op 8 februari vielen de Japanners Singapore voor de 2e keer aan en was er een felle strijd. Door de belegering van Singapore door de Japanners moest de generaal Singapore overgeven aan de Japanners. De Japanners hebben het 3,5 jarig bezet gehouden, maar de bevolking is steeds blijven vechten voor hun vrijheid. 3. BEVOLKING Er zijn veel verschillende volken en culturen in Maleisië, de mensen hebben allemaal een andere manier van leven en overleven.
3.1 Bevolking De Orang asli’s waren de vroegere bewoners van Maleisië, hun ouwe tradities zijn nu over- genomen door de Maleiers, die nu in Maleisië wonen. De bewoners die nu in Maleisië wonen hebben ook nieuwe tradities van andere landen over genomen, de Maleiers die nu in Maleisië wonen staan open voor andere invloeden, en culturen. 3.2 Orang asli? Wie zijn de Orang asli? Orang asli’s betekent in het maleis ‘’ oorspronkelijke mensen’’. Je kunt Maleisië in 3 verschillende culturen verdelen: - de Negrito’s zijn de oudste bewoners van het schiereiland, en ook gelijk de kleinste groep - De Senoi is de grootste groep, die 8 verschillende stammen omvat. - De proto-maleiers zijn de een na grootste groep. Zij lopen allemaal zeer ver achter op de mensen uit de stad en hebben een slechte welvaart. Hoe de Orang asli’s zijn ontstaan is niet helemaal duidelijk. Vermoedelijk zijn het verschillende hoofdgroepen, die zich qua cultuur,scholing, taal, en economie onderscheiden. De scholing loopt ver achter, daarom werken de meeste maleiers ook in de landbouw of visserij. Er is weinig werk voor hun te vinden omdat je in de grote steden bijna overal een diploma moet hebben om verder te kunnen komen. En de mensen hebben te weinig geld om de scholing van de kinderen te betalen. De Orang asli’s tellen in het totaal 60.000 mensen waarvan 60% in het oerwoud woont, en de andere 40% wonen aan het kust gebied. 3.3 Het Longhouse De meeste oude stammen in Maleisië wonen in een zogenaamd longhouse. Dat betekent dat er een heleboel gezinnen in zo’n huis wonen (kunnen wel zo’n 60 verschillende gezinnen zijn). Zo’n huis bestaat meestal uit zo’n 150 personen en de relatie onderling is zeer hecht. Ieder Longhouse heeft een hoofdman, vroeger werd het doorgegeven van vader op zoon, nu wordt de hoofdman in de meeste gevallen gekozen. Zij moeten de feesten organiseren, ceremonies, bijeenkomsten, en ze moeten conflicten op kunnen lossen. Een Longhouse heeft vier hoofdruimtes: - de grote gemeenschappelijke ruimte neemt al bijna de helft van de oppervlakte van het huis in beslag. Daar vinden alle vergaderingen plaats en daar worden de gasten ontvangen. - Dan heb je ook nog de gezinsvertrekken: elk vertrek heeft zijn eigen keuken. - voorts heb je nog een veranda: daar drogen de vrouwen hun rijst en word vaak gebruikt voor feesten. - Ten slotte heb je dan nog een zolder waar de vrouwen manden maken en andere souvenirs, en daar slaan ze graan op, en het wordt gebruikt voor logees. Vroeger moest je het Longhouse altijd betreden via een gekerfde boomstam die schuin tegen het Longhouse aanstond, dat was handig en noodzakelijk, want die konden ze dan s’avonds omhoog halen om te voorkomen dat er ongewenste mensen of dieren binnen kwamen. Tegenwoordig hebben ze vaste trappen. Bovendien staan de huizen op hoge palen zodat de Longhouse bij overstromingen droog blijft. De huizen staan altijd naast een rivier, waar de mensen zich in wassen. De rivier is ook belangrijk voor contact met andere dorpen die ook aan die rivier leven, en kunnen ze spullen transporteren. Reizigers of toeristen worden altijd heel gastvrij behandeld en ze kunnen er altijd blijven slapen, meestal in ruil voor wat geld of goederen. Maar niets weegt op tegen het verblijf dat je daar krijgt. Het kan voorkomen dat er een bijzonder teken bij de ingang van het huis staat, dat is een paal die is aangekleed met bladeren en op de kop zit vaak een witte stof. Dat houdt in dat je het huis niet mag naderen. Die paal staat er alleen maar als er een nare gebeurtenis heeft plaats gevonden zoals : een mislukte oogst of een overledene, of een vervloeking. Je bent dan pas weer welkom als het taboe is verwijderd, maar dat kan wel tussen de 2 weken en de 3 maanden duren. De regering wil dat de bewoners van de Longhouzen verhuizen naar de stad omdat ze weinig mee krijgen van de maatschappij en de rest van de wereld. De bewoners willen absoluut niet weg en geven verzet, maar het zal niet lang meer duren voordat alle bewoners zijn en vertrokken naar de grote steden, want daar ligt nou eenmaal hun enige goeie toekomst. 3.4 Mythes en Tradities Veel mensen denken dat er veel Koppensnellers wonen in Maleisië, waardoor vooral de stammen in Borneo in een zeer agressief daglicht worden gezet. Dat is verkeerd want de bevolking is daar juist heel aardig, en gezagsgetrouw. Het is wel waar dat er vroeger veel hoofden werden gesneld, maar dat werd alleen gedaan als de gemeenschap door een plaag werd bedreigd: men dacht namelijk dat de hoofden bescherming boden tegen de ziektes of plagen. Daarnaast konden de jongere strijders bewijzen dat ze man waren door bij een van de vijanden de koppen eraf te hakken als bewijs dat hij heeft gevochten. Nu is het koppensnellen verboden en hangen er alleen nog schedels in de longhouses die zijn gekregen van vorige generaties. De bevolking van vooral Sabah en Sarawak laat zich overal tatoeëren en versieren. Elke tatoeage heeft een speciale betekenis en is ook altijd speciaal ontworpen voor die persoon: de bevolking gelooft daar heilig in de bescherming van tatoeages. Vrouwen hebben dan vaak geen tatoeages maar laten gewichten aan hun oorlellen hangen, de oorlellen worden dan tot zover uitgerekt dat ze over hun borsten heen hangen. De Borneose stammen geloven in tekens.Veel van die stammen laten zich leiden door de geluiden van vogels: bij de rijstbouw bijvoorbeeld: een roep van een bepaalde vogel betekent dat de oogst goed gaat, maar als een ongeluksvogel tegelijkertijd roept dan betekent het dat de oogst mislukt. De jongeren worden steeds minder gelovig in de traditionele methodes, en verhuizen naar de stad om daar naar school te gaan en werk te zoeken in de industrie of beginnen daar zelf een winkeltje of restaurant. 3.5 Feestdagen Bijna nergens anders ter wereld is de kalender zo vol met religieuze feestdagen als in Maleisië, want deze samenleving kent een grote verscheidenheid aan geloofsrichtingen en alle belangrijke wereldreligies zijn hier vertegenwoordigd. Hoewel de islam de nationale religie is, garandeert de grondwet godsdienstvrijheid voor iedereen.
4. Staatsinrichting en politiek 4.1 Onafhankelijkheid In 1957 gaven de Engelsen de macht terug aan Maleisië en was hun onafhankelijkheid een feit. Er kwam een nieuw soort tijdperk voor de Maleisiërs: de mensen kregen weer hoop in een goede opbouw van hun land. De Maleisische overheid gaf de staten die geregeerd werden door sultans bepaalde bevoegdheden en rechten. De centrale regering had de macht over het land. In 1961 werd de eerste premie aan gewezen (Tunku Abdul Rahman), hij moest het boegbeeld en inspirator worden van Maleisië. Hij zou dan gaan regeren over: Malakka, Singapore, Noord-Borneo, Serawak en Brunei. Alleen Brunei lag dwars, want de sultan wou zijn olievoorraden niet gaan delen met andere staten. 4.2 Federation de Malaysia Toen in 1963 de Federation of Malaysia werd aangekondigd, verbraken de Filipijnen en Indonesië onmiddellijk hun diplomatieke betrekkingen met Maleisië. Ze waren namelijk van mening dat sommige gebieden aan hen toebehoorden. Indonesië begon met konfrontasi (confrontatie): vissersboten werden voor de kust van Serawak tot zinken gebracht. Boven Sabah was het gedreun van vliegtuigen te horen. Toen Soekarno (Indonesië) in 1966 werd afgezet, sloot de regering vrede met Maleisië en ook de Filipijnen lieten hun claim op Sabah vallen. In 1965 scheidde Singapore zich af van de Federatie en werd een aparte staat. 4.3 Noodregering Tijdens de algemene verkiezingen die sinds het uitroepen van de onafhankelijkheid werden gehouden, kon de Alliantie (tegenwoordig bekend onder de naam Barisan National ) gemakkelijk haar meerderheid in het parlement behouden. In 1969 verloor de coalitie echter haar tweederde meerderheid. Er brak onrust uit onder de bevolking. Dit resulteerde in de vorming van een noodregering. 4.4 Verdeel- en heerspolitiek In 1971 werd het parlementaire stelsel weer in ere hersteld. Sinds die tijd is het voornaamste doel van de regering het voltooien van de 'Nieuwe Economische Politiek'. Die werd in het leven geroepen om de schrijnende armoede aan te pakken en de koppeling van beroep aan ras uit te bannen. Dit was een overblijfsel van de Britse 'verdeel en heers'-politiek. De economische vooruitgang die in de jaren zeventig werd geboekt, zorgde ervoor dat de regeringen een belangrijke stap verder kwamen in het realiseren van bovengenoemde plannen. 4.5 Maleisië tegenwoordig Het land is een parlementaire democratie, bestaand uit totaal 13 deelstaten en 2 federale territoria. Van de 13 deelstaten hebben er 9 een sultan. Aan het hoofd van Maleisië staat een koning, een Yang Di Pertuan Agong, die voor een termijn van 5 jaar wordt gekozen. De 9 sultans kiezen de koning. Deze sultans waarborgen ook de belangen van de islam, zij bepalen o.a. wanneer de vastenmaand begint en eindigt. Het Huis van Afgevaardigden, de Dewan Rakyat, wordt eens per 5 jaar gekozen via een districtenstelsel. De Senaat, Dewan Negara, wordt gekozen door de deelstaten en door de koning. De uitvoerende macht is in handen van de regering, geleid door een minister-president. In elke deelstaat staat een sultan (9x) of gouverneur (4x) aan het hoofd.
5. Economie De jaren tachtig bracht nieuwe politieke richtingen en economische uitdagingen voort. De nadruk lag op het onderzoek naar nieuwe bestaansmiddelen en economische groei ( Look East Policy ) en vooral op het stimuleren van de zware industrie (de nationale automobielindustrie, staalindustrie en olieraffinaderijen), die vooral aan de oostkust van Maleisië ligt. Maleisië is nu hard op weg om zijn 'Derde Wereld-huid' te verliezen en stuurt met vaste koers aan op meer nationale welvaart. Maleisië spreekt nu dan ook een woordje mee op de wereldmarkt. Dat kun je vooral zien in Kuala Lumpur: dit is een westerse stad geworden: grote kantoorgebouwen van staal en glas torenen hoog uit boven de hoofdstad Kuala Lumpur. Na de Twin Towers in New York waren de twin towers in K.L. de hoogste ter wereld en met de aanslag van 11 september zijn zij nu de hoogste. De prijzen in K.L. zijn ook westers, net als de winkels en alles wat ze verkopen. Maleisië is één van de meest hygiënische landen in het verre Oosten en daardoor zeer geschikt om als toerist naar toe te gaan. Je moet wel gevaccineerd worden tegen bepaalde ziektes, maar de malariavlieg is er bijvoorbeeld niet. Het toerisme is dan ook een belangrijke bron van bestaan. Het is voor de toerist een goedkoop land om naar toe te gaan. Het enige wat duur is, is de drank: Maleisië is een moslimstaat en moslims mogen niet drinken. De belasting die op alcohol wordt geheven is hoog. De regering begreep dat toeristen dit niet leuk vonden en in het westen van Maleisië is toen een gebied vrijgesteld van de drankbeperking en daar kun je belastingvrij alcohol gebruiken. Bovendien was dit gedeelte van Maleisië niet erg in trek bij toeristen, omdat het niet echt interessant was, maar door de belastingvrije zone zijn er erg veel hotels bijgebouwd en komen er erg veel toeristen. Het is een luxe oord. In tegenstelling tot Europa en Amerika bestaat er geen duidelijk ‘niet-roken’-beleid. Roken, sigaretten en sigaren worden als een eerste levensbehoefte gezien en zijn bijna niet belast met belasting. In het oosten van Maleisië vindt je nog het ‘oude’leven terug, zoals de mensen ook vroeger al leefden, dat bestaat nog steeds. Dáár vindt je ook de handwerkslieden. Houtsnijwerk en andere oude ambachten worden voornamelijk daar uitgeoefend. Nieuwe snelwegen doorsnijden het bergachtige binnenland. Vijf jaar geleden was dit nog een ondoordringbare jungle, maar dankzij deze wegen is alles steeds beter bereikbaar. Het hart van Maleisië wordt gevormd door de jungle met z’n eeuwenoude regenwouden: de Taman Negara, een groot beschermd natuurgebied, wat ook een grote toeristische aantrekkingskracht heeft. Ten noorden hiervan vindt je in de bergen de theeplantages. Maleisië is met z’n theeplantages geen leider op de wereldmarkt, maar het zijn wel heel bijzondere en qua smaak heel specialistische theeën die daar vandaan komen. Het grootste gedeelte van Maleisië is echter begroeid met kokosoliepalmplantages: Maleisië is één van de grootste plantaardige olieleveranciers van de wereld. Daarnaast staat Maleisië bekend om zijn rubberplantages en ook hierbij is Maleisië een grote speler op de wereldmarkt. De auto-industrie wordt zorgvuldig afgeschermd. Sinds 1 januari van dit jaar is de AFTA-regeling (Asean Free Trade Area) ingegaan: een afspraak tussen 6 landen in het Verre Oosten (Indonesië, Thailand, de Filippijnen, Maleisië, Brunei en Singapore) om de lokale merken te kunnen beschermen. Het is de bedoeling dat Maleisiërs vooral hun, in eigen land, gemaakte auto’s kopen. Daarom zit er een bijzonder hoge invoerbelasting op auto’s uit andere landen. Europa en Amerika spannen daarbij de kroon: 300% invoerbelasting. Auto’s uit andere Aziatische landen worden ook belast, maar veel minder. Daarom is het voor Maleisiërs bijna niet te betalen om een auto uit Amerika of Europa te kopen. Je zou het misschien niet verwachten in een land als Maleisië, maar er is een indrukwekkende olieproductie en de raffinaderijen die in het oosten gelegen zijn, zijn dan ook heel groot. Ook dit is een belangrijke bron van inkomsten. In het eigen land wordt benzine slechts weinig belast, de benzine is er dan ook goedkoop. De afgelopen jaren is Maleisië druk bezig geweest zich te kunnen gaan meten aan het Westen en zich te ontdoen van het etiket ‘derdewereldland’. Na de crisis van 1997-1998 heeft de economie zich goed hersteld. Dat dit goed schijnt te lukken en de economie stabiel is te noemen, blijkt wel uit cijfers van de export, marktontwikkeling en groei nationaal product. Ook de aanslag op de WTC in New York en de daarna teruggaande economie wereldwijd, heeft Maleisië economisch heel goed op kunnen vangen en van een echte malaise is hier geen sprake. Maleisië is niet meer, zoals vroeger meer het geval was, afhankelijk van slechts één exportproduct, maar heeft veel exportproducten waardoor zij minder kwetsbaar is als het met de vraag naar een product minder zou gaan. Bovendien voert zij naar steeds meer landen een export en is dus ook niet meer afhankelijk van een beperkte groep landen (20% van de export gaat nog altijd naar Amerika, maar men rekent op meer export naar de ASEAN-landen en China mocht de economische situatie in Amerika verslechteren en daarom minder export zijn). 6 Klimaat 6.1 Heet en vochtig Maleisië ligt tussen één en zeven graden noorderbreedte. Het is een heet en vochtig land. De temperatuur schommelt gedurende het hele jaar tussen de twintig en dertig graden. In de steden is het aanmerkelijk warmer dan in de dorpen. Hier zorgen de palmen en fruitbomen voor de nodige schaduw. Het klimaat van Maleisië wordt beheerst door de noordoost - en zuidwest moesson, die omstebeurt waaien. In de tijd van de zeilscheepvaart zorgden ze ervoor dat het land een natuurlijk trefpunt werd voor kooplieden uit alle delen van de wereld. 6.2 Moessons Noordoost
De noord-oostmoesson waait ongeveer vanaf november tot april en de zuid-westmoesson tussen mei en oktober. De noordoostelijke winden zorgen in de maanden december, januari, en februari regelmatig voor overstromingen, en zware regenval aan de oostkust. Sabah en Serawak hebben in die maanden ook hun natste seizoen. Zuidwest
De zuid-westmoesson zorgt voor droger weer, maar in een tropisch land, valt er bijna iedere dag wel en buitje. De hoogste temperatuur worden bereikt in de loop van de middag, waarna een flinke bui voor een frisse en koele avond zorgt. De hoger gelegen gebieden zijn frisser. Omdat er niet echt een droog seizoen is, is Maleisië altijd groen. Dit zorgt ervoor dat het altijd koeler aanvoelt, dan in een droog woestijnlandschap. 6.3 Klimaatkaart Legenda

Tropisch Droog Equatoriaal Tropisch Woestijn Tropisch Steppe Warm gematigd Koude woestijn Subtropisch Mediterraan polair berg koel gematigd Arctisch Zee Subarctisch Landklimaat Berg en Plateauklimaat 7. Landschappen 7.1 Bossen Er zijn grote stukken oerwoud gekapt voor de aanleg van plantages. Het grootste gedeelte van Maleisië -ten minste 70 procent - is nog steeds dichtbebost. De Federation of Malaysia (het schiereiland Maleisië en Sabah en Serawak op Borneo) ligt ongeveer tussen de eerste en zevende graad noorderbreedte en heeft een oppervlakte van ongeveer 330.433 vierkante kilometer. 7.2 Rivieren en bergen In de Oost Maleisische staten Sabah en Serawak treft men langere rivieren en hogere bergen aan dan op het schiereiland. De rivier de Rejang in Serawak en de Kinabatangan in Sabah zijn beide 563 kilometer lang. Het binnenland van Oost-Maleisië is zeer bergachtig en de hoogste top vind je in het Crocker Massief in Sabah. Dit is de Kinabalu, met z'n 4101 meter, zo is het de hoogste berg van Maleisië en de hoogste top tussen Nieuw-Guinea en de Himalaya. 7.3 Rubberbomen Behalve diegenen die het land van oost naar west doorkruisen, zijn er niet veel reizigers die zich een beeld kunnen vormen van de uitgebreidheid van de bossen in Maleisië. Het overgrote deel van de kustvlaktes en de heuvels langs de westkust zijn begroeit met rubberbomen en oliepalmen van de grote plantages. Hoewel Maleisië de grootste rubberproducent ter wereld is, was er honderd jaar geleden nauwelijks een rubberboom te vinden. 7.4 Oliepalmen In 1980 werd het exportartikel nummer één ingehaald door de oliepalm, een nieuw succesnummer op de internationale markt. De boom werd in 1875 voor het eerst als sierpalm uit West-Afrika geïmporteerd en werd slechts in de jaren zestig van deze eeuw op grote schaal gekweekt.
7.5 Aardolie Hoewel Maleisië bekend staat als een agrarisch land, probeert het land toch dit beeld van zich af te schudden met het succes van zijn nieuwe aardolie-industrie. In 1978 werd een begin gemaakt met de exploitatie van de olievelden voor de kust van Terengganu. Het duurde niet lang, voordat de opbrengst van de olie die van de agrarische sector overtrof. 7.6 Oost en west Afgezien van de nieuwe oliecentra, is de oostkust nog steeds minder ontwikkeld dan het westen. Het lijkt wel of de tijd op bepaalde plaatsen heeft stilgestaan. Witte zandstranden, omzoomd door casuarinabomen met hier en daar een klein vissersdorpje tussen de palmbomen; dat is hier het normale beeld. Voor de kust vind je juweeltjes van eilanden, omgeven door koraalriffen en bedekt met een dicht tropisch regenwoud, waar hoge bergtoppen bovenuit steken. Achter de stranden tref je moerassen aan met diepe veenlagen, waar rotan en planten zonder stengels welig tieren. Waar de moerassen ophouden, begint het droge bos van het laagland. Dit is het regenwoud, waarin de bomen een hoogte kunnen bereiken van meer dan 45 meter. 8. Flora en fauna De natuur is daar één van de grootste schatten van het hele eiland. Een ruime 55% van het land is bebouwd met tropische regenwouden. Er lopen een hoop rivieren door het land, en van noord naar zuid loopt een hoge bergketen, met een gemiddelde hoogte van zo’n 1000 tot 1500 meter. Om echte wilde dieren tegen te komen moet je heel veel geluk hebben om er ééntje te zien (behalve dan de apen, die kom je wel wat makkelijker tegen). 8.1. Natuur en Milieu De Regenwouden van Maleisië behoren tot de oudste ter wereld. De wouden zijn al meer dan 130 miljoen jaar oud, daardoor hebben ze al veel verschillende soorten planten gecreëerd. Veel geleerden zijn naar Borneo gegaan om daar de indrukwekkende natuur te verkennen. In de oerwouden liggen nog zeer veel geheimen die niemand tot nu toe heeft kunnen ontdekken. Optimisten beweren dat de planten in die oerwouden alle ziektes zouden kunnen oplossen. Of dat waar is weet je natuurlijk niet, maar wat wel waar is, is dat de stammen die in de bossen leven alle planten gebruiken om hun medicijnen te maken. Voordat je een trektocht maakt door de oerwouden dan heb je maar een oppervlakkig idee over de dieren en planten die daar voorkomen. Daarom gaan veel wetenschappers weken of zelfs maanden daar zitten om er zoveel mogelijk van te weten te komen. Maleisië telt zo’n 8ooo soorten bloeiende planten waaronder 2000 boomsoorten, 200 palmsoorten en meer dan 1000 verschillende bloemen. In zuidoost Azië komt ook de grootste bloem ter wereld voor: de Rafflesia. Deze plant bestaat alleen maar uit een bloemhoofd, dat een doorsnede van meer dan 1 meter heeft, en meer dan 9 kilo weegt. Dit is een plant die begint als een rood knobbeltje in de grond en later uitbarst waardoor de roze, witte, en rode inhoud er van zichtbaar woord. Als je hem niet kunt zien door de dichte begroeiing kun je de vleeslucht, die er van af komt, al op een afstand van 50 meter ruiken. De Tualang is de hoogste boom van alle tropische bomen. Deze bomen kunnen wel 80 meter hoog worden, en de stam een omtrek van 3 meter. Verder is er nog de bijzondere vleesetende bekerplant: de Nepenthes. Deze groeit bijna alleen maar op de hellingen van Gunung Kinabalu. Deze planten hebben een beker met vocht erin waar insecten op afkomen. In de oerwouden van Maleisië wonen ook duizenden diersoorten, waarvan de meeste alleen in die gebieden voorkomen. De fauna van Maleisië kent meer dan 200 soorten zoogdieren, waaronder sterk bedreigde soorten als tijgers, luipaarden, Indische olifanten, sumatraanse neushoorns, maleisische tapir, miereneters, honingberen, dwerghertjes,verschillende soorten apen en civetkatten. In Borneo leven nog maar één van de weinige orang oetang’s, dat betekent in het maleis ‘’mens apen’’, de ‘orang hutan’s’ worden ook beschouwd als een stam. Er zijn zo’n 150.00 verschillende insecten rondom de oerwouden. 8.2 Vissoorten Van de snelstromende riviertjes in het oerwoud tot in de langzaam kronkelende rivieren in het kustgebied vind je de meest uiteenlopende vissoorten. De grootste van allemaal is de zeewolf, die 1,8 meter lang kan worden en soms meer dan 45 kilo weegt. Andere vissoorten zijn de kalesa, de toman en de kalui, die alle een lengte kunnen bereiken van een meter. De schuttervis is de meest vreemdsoortige, want hij schiet als het ware zijn prooi neer door er waterdruppels naar te spugen.
8.3 Reptielen Maleisië kent meer dan honderd soorten reptielen, maar slechts vijf ervan zijn gevaarlijk voor de mens. De gevaarlijkste is de koningscobra, die zes meter lang kan worden. Kenmerkend van deze slang is dat hij steeds een dreigende houding aanneemt, ook al is er er geen enkele reden voor. Andere gevaarlijke slangen zijn de koraalslangen en de adders, maar deze vallen zelden mensen aan. Pythons kunnen verbazingwekkend lang worden, maar bewegen zich traag en zijn niet giftig. 9. Belangrijke Steden 9.1 Kuala Lumpur Kuala Lumpur wordt wel "the Garden City of Lights" genoemd. Het ligt in West-Maleisië, dat wel het schiereiland of Peninsular wordt genoemd. De metropool heeft zo'n 2 miljoen inwoners zonder de voorsteden meegerekend. Natuurlijk is een hoofdstad altijd één van de belangrijkste steden van een land. Dat komt vooral door de grote werkgelegenheid die zo’n stad heeft, en dat geldt ook voor Maleisië.Kuala Lumpur is in nog geen 100 jaar uitgegroeid van een mijnkolonie tot een stad van zo’n 2 miljoen inwoners. De naam Kuala Lumpur betekent "modderige rivier" en is gegeven door de mijnwerkers. De stad bestaat uit veel nieuwe gebouwen zoals de Petronas Twin Towers, maar ook uit ouwe gebouwen zoals tempels. Kuala Lumpur is een echte multiculturele samenleving. Er werken en wonen mensen van over heel de wereld, met hun eigen geloof en cultuur. Bovendien is de stad ook gecreëerd en ontworpen door Europeanen. Vooral de grotere hotels en bedrijven zijn van Europese of Amerikaanse eigenaars. In Kuala Lumpur werken veel Chinezen, Portugezen, Afrikanen, Australiërs en Britten Zij wonen hier al sinds de jaren 60, en overal waar je komt zie je uithangborden van winkeltjes, en restaurantjes van allochtonen. Er is ook een hele grote China Town in Kuala Lumpur, alles is daar zeer goedkoop en de mensen verdienen een extra centje als ze op zo’n markt staan. Het is een hele belevenis om daar doorheen te lopen, er hangt een leuke sfeer en overal leuke kraampjes, maar het leukste van alles is nog het afdingen. Voor de mensen is het een sport om af te dingen en vaak krijg je er nog meer dan de helft van af. Aan het straatbeeld kun je ook goed zien dat de stad bestaat uit veel oude en nieuwe gebouwen. Er staat bijvoorbeeld naast een grote wolken krabber een heel klein moskeetje van zo’n 100 jaar oud. Er staan vooral oude Maleisische moskees in moorse stijl en hindoe tempels en Britse overblijfselen van de vroegere bezettingen. Er wordt veel gedaan aan de activiteiten voor de bewoners in Kuala Lumpur. Zo hebben ze bijvoorbeeld een honkbalveld aan gelegd midden in de stad voor allochtonen teams (bijv. Chinese, Afrikaanse, Britse, malaise, en Indiase teams). Er is een groot museum gebouwd, over de oude culturen en gewoontes van het Maleisische volk. In het museum kun je alles te weten komen over de Maleisische cultuur en geschiedenis: zo is er ook veel aandacht besteed aan de eerste bewoners van Maleisië: de Orang Asli’s. In dit museum hebben ze van alles nagebouwd: nagebootste kampongs tot en met theehuisjes van de sultan en het is een hele ervaring om dat te zien. 9.2 Malakka Hoe is het ontstaan: ‘’Toen hij daar ging jagen met zijn honden kreeg een hond van hem een schop van een dwerghert. De koning kon waardering opbrengen voor het lef van dat dwerghert en zei dat hij hier opnieuw wilde beginnen. Omdat hij op dat moment net naast een Malakkaboom stond noemde hij het nieuwe dorpje maar Malakka.’’ Malakka heeft in de loop der eeuwen verschillende heersers gehad: zoals Chinezen, Portugezen, Hollanders en Engelsen. Omdat Malakka zeer strategisch lag en veel specerijen te bieden hadden konden ze uitgroeien tot een handelscentrum. De stad lag precies goed voor de schepen, er was altijd goede wind en er was gegarandeerde veiligheid. Door de vele heersers heeft het volk veel geleerd en veel te verduren gehad. De laatste overheersing was door de Britten. Pas toen de de onafhankelijkheid van Malakka een feit was verlieten de Britten het land. Malakka is het belangrijkste centrum van Azië als het gaat over kruidenhandel, verder heeft Malakka een zeer boeiende geschiedenis. De sporen van de Engelsen, Portugezen en Nederlanders hebben hun sporen nog nagelaten uit de vroegere tijden. Aan de invloed uit andere landen heeft Malakka een rijk en cultureel erfgoed te danken: het meest bekende uit de stad (wat ook het meest bekende is van Malakka) is het grote, rode stadhuis. Het stadhuis is uit 1650 en was vroeger het kantoor van de voormalige Nederlandse gouverneur. Het stadhuis is nu een historisch museum geworden, waar de hele geschiedenis van Malakka te bezien is. Vlak naast het stadshuis is een tevens rood gekleurde kerk, die de oudste protestante kerk van Maleisië is. Er is ook een Nederlandse begraafplaats,die al bestaat sinds begin 18e eeuw en waar nu nog steeds bijzondere mensen worden begraven (zoals Prinsen, Koningen). In de Portugese wijken wonen de afstammelingen van de Portugese heersers. Deze families hebben een hechte band met elkaar en hebben ook een eigen cultuur
Er zijn ook Chinese straten, in die straten staan prachtige kleurrijke huizen. De auto’s, taxi’s en fietsen in Malakka zijn niet net zo als hier: in Malakka is ieder voertuig anders versierd. Sommige zijn zeer modern en hebben bijvoorbeeld een radio en hebben leren bekleding met airco, anderen zien er helemaal afgedankt uit en lijkt of dat het uit elkaar valt. Er is ook een dierentuin in Malakka: dat is in een zeer groot natuur gebied en kost maar 75 eurocent entree. Malakka is per auto met de North South Highway en over zee per schip gemakkelijk te bereiken. Malakka heeft een moderne haven die net buiten de stad ligt. Tevens heeft Malakka ook een luchthaven met een Nederlandse naam: Batu Berendam Airport. Als je vanaf de snelweg naar Malakka rijdt, zie je wat de stad bezit, zoals mooie grote huizen grote winkelcentra’s mooie parken, grote luchthaven en een soort Madurodam. Figuur 12 De haven van Malakka waar vroeger de schepen zich ankerden
De omgeving van Malakka is een gebied geworden met veel havenplaatsen en industrie, vroeger kwamen de schepen altijd aan in de Malakka-rivier nu speelt de rivier geen rol meer, want er kunnen hier geen schepen meer aanleggen. Er zijn nog wel mogelijk heden om over de rivier te varen. Er zijn nu een hoop moderne hoge kantoren gebouwd. De armoedige huisjes moesten plaats maken voor de modernere flats, je kunt er winkelen in de moderne winkelcentra’s, en eten in de mooiste Indische restaurants. Iets buiten de stad zijn een hoop hotels en ressorts te vinden, en is er voor iedere prijs wel een mooi hotel te vinden.
9.3 Langkawi Langkawi is een echt Maleisisch eiland. De bevolking bestaat dan ook echte uit Maleisiërs, van nature een rustig, aardig volk en hulpvaardig (moslim-)volk. In Penang bestaat de bevolking voor het meest uit Chinezen. Daarom is Langkawi een rustige stad. Alles gaat er kalm en relaxt aan toe. Langkawi is het hoofdeiland van alle 99 eilanden. De Maleisische regering heeft Pulau Langkawi (het hoofdeiland) een toeristische status gegeven. Dit betekende dat het eiland een grote haven en een vliegveld kreeg. Langkawi staat ook bekend als grotteneiland, je moet wel veel moeite doen om deze te bezoeken. Meestal moet je met een bootje naar zo'n grot. De bekendste grotten zijn: - Gua Cerita (legende grot - bij Tanjung Rhu), - Gua Kelewar (vleermuizengrot - boottocht van 1½ uur vanaf Kuah), - Gua Buaya (krokodillengrot - bereikbaar na een boottocht), - Gua Landak (stekelvarkengrot - over land te bereiken en je komt in een grote ruimte) Kuah is de hoofdstad van Langkawi. Sinds dat de belasting is afgeschaft in het stadje, is de stad veel veranderd. Het is een stad waar alles te krijgen is, en waar bijna alle producten belastingvrij zijn. Kuah was ook de enige plek vóór 1987 waar je bij mensen thuis, als vreemden zomaar kon overnachten. Over deze stad bestaat een legende: "Er woonden vroeger twee welgestelde families op Langkawi. Een zoon van de ene familie werd verliefd op de dochter van de andere. De ouders van de familie van de dochter waren het er echter niet mee eens en er ontstond een ruzie. Hierbij vlogen de potten en pannen door de lucht en op de plek waar de sauspan landde, werd Kuah gesticht. Het gevecht hield pas op, toen beide vaders in een bergtop waren veranderd". Lankawi is een vlinder- en vogelparadijs, er komen daar vlindersoorten voor die nergens anders in Maleisië voor komen. Maleisië heeft mooie maar ook zeer rustige stranden: er zijn veel mogelijkheden om te worden gebracht naar een onbewoond eiland waar je kunt zonnen, zwemmen, barbecuen, en kunt duiken. 10. Toeristische Attracties 10.1 Het onafhankelijkheidsplein De ‘’dataran merdeka’’ is een groot plein midden in Kuala Lumpur. Het plein heeft een grote geschiedenis in Maleisie. Hier werd op 31 augustus 1957 de Britse vlag naar beneden gehaald en de vlag van Maleisië gehesen. Er staat op dit plein de hoogste vlaggenmast ter wereld (100 meter), die al ruime 90 jaar bestaat en nog steeds in goede staat is. Naast het plein staat ook de oude Maria kathedraal, en de stadsbibliotheek ‘’Memorial Library’’. Onder het plein is een ondergronds complex, waar veel restaurants zijn en een shopping mall. 10.2 Het Sultan Abdul Samad gebouw Tegenover het onafhankelijkheidsplein ligt het Sultan Abdul Samad gebouw, met glanzende koperen koepels en een meer dan 100 meter hoge klokkentoren. Het gebouw werd door de architecten Norman en Bidwell ontworpen. Het kwam in 1897, na meer dan 2 jaar bouwen, klaar. Een lange tijd heeft de administratie van de Britten er in gezeten. Enkele jaren geleden trok de Maleisische rechterlijke macht erin en ook het textielmuseum. 10.3 Petronas Twin Towers De Petronas Twin Towers, behoren tot de hoogste torens van de wereld. Het gebouw bestaat uit 88 verdiepingen en is 452 meter hoog. Het gebouw moet het symbool voorstellen van het ultra-moderne Kuala Lumpur. Veel toeristen komen er heen om de towers van binnen te kunnen zien: met wat geluk mag je naar de brug die de towers met elkaar verbindt, maar er is dan wel een bepaald aantal mensen dat tegelijkertijd naar boven mag. 10.4 De "Kuala Lumpur Tower" De Kuala Lumpur tower is een moderne toren, die zo’n 421 meter hoog is. In 1996 is de toren geopend en is ook gelijk de hoogste toren van zijn soort, het gebouw heeft dan ook een buiten gewone architectuur. Bezoekers kunnen ook boven in de toren genieten van het uitzicht of dineren in een ronddraaiend restaurant. Naast het feit dat de toren is bedoeld als toeristische attractie is hij ook bedoeld voor telecommunicatie.
10.5 Het Hollandse Stadthuys Het museum van Malakka werd door de Hollanders tussen 1641 en 1660 gebouwd. Het is het oudste Nederlandse bouwwerk in Zuidoost Azië. Het heeft ook een echt typisch Hollandse bouwstijl .Daarom is het ook een echt attractiepunt in de binnenstad van Malakka 10.6 Het paleis van de Sultan van Malakka De stam van de Sultane van Malakka is al lang uitgestorven. Hun paleis werd opnieuw ingericht aan de hand van oude informatie en bewijsstukken. Nu is het paleis een zeer toeristisch cultuurmuseum. Het ligt naast het St Pauls Hill en is zeker het meest interessante gebouw van de stad. 10.7 De Christus Kerk Deze kerk is gebouwd in Nederlands koloniale stijl en stamt uit 1753. Christ Church heeft dezelfde rode kleur als het Stadhuis, waardoor het dan ook een mooi geheel is. Het mooie oude preek stoel is binnen in de kerk, en is nog in originele staat en nu dusi het meer dan 200 jaar oud. Enkele grafstenen met grafschriften liggen op de vloer van de kerk, en een verzameling zilveren bakjes is hier te zien, die allen het Hollandse wapen dragen. 10.8 Fort Cornwallis Het fort werd door de Britten gebouwd na de landing van Captain Francis Light, toen ze bezit namen van Penang in 1786. Oorspronkelijk bestond het alleen maar uit palen, in 1804 werd het vervangen door een massieve, stenen muur, die nog steeds overeind staat. Tegenwoordig is het fort een openluchtmuseum, maar het dient ook als een Open-Air-Theater. Vooral souvenirs en andere artikelen die met de hand zijn gemaakt, zijn te koop in de kraampjes. Hier staan ook de Hollandse kanonnen opgesteld, die ooit de Sultan van Johor had gekocht. Na de levering werden de kanonnen door de Portugezen gebruikt en verborgen. Daarna doken ze weer op in Java en werden ze door piraten in zee gegooid, waarna ze toch weer zijn teruggevonden en beland in het fort Cornwallis. De entree voor het fort kost RM 1 en het is dagelijks open van 8:30 tot 19:00 uur. 10.9 Het Penang Vogelpark In het vogelpark van Seberang Jaya leven ongeveer 400 soorten exotische vogels in een groot park van anderhalve hectare. Niet alleen de kostbaarheden uit Maleisië kun je hier zien, maar ook de vogels uit de gezamenlijke tropische wereld. Het park bestaat uit een weelderige plantengroei en uit een kleine vijver met eilandjes erin. Als bloeiende decoratie kun je ook diversen planten bezichtigen. Het Penang Vogelpark is dagelijks geopend van 10:00 uur tot 18:00 uur. 10.10 De Slangentempel

De slangentempel is waarschijnlijk de enige tempel in zijn soort, die er op de wereld is. Duizenden slangen leven in de tempel, de slangen zitten in iedere hoek van de afzonderlijke ruimtes, en zijn ook te voeden door de bezoekers. Ze zijn relatief onschuldig, want ze worden steeds goed behandeld en groeien al vanaf hun geboorte op met mensen. Doordat er veel wierook wordt gestookt worden de slangen rustiger. De entree is gratis. Conclusie Ik vind dat het een mooi werkstuk is geworden, dat er mooi en verzorgd uit ziet. Ik ben veel extra dingen te weten gekomen over Maleisië, en heb er dus ook een boel van geleerd. Ik had niet verwacht dat het zoveel zou zijn (mijn planning was ook niet al te best), dus het was de laatste dagen wel hard doorwerken. Ik ben zeer tevreden over het werkstuk, en heb er een hoop tijd in gestoken. Groetjes Ernst-Jan Bronnenlijst Maleisie.pagina.nl = daar heb ik een hoop links vandaan gehaald. Foxreizen.nl = daar heb ik een hoop informatie vandaan gehaald over Economie
Encarta 99 = Heb ik heel veel informatie uit kunnen halen, en plaatjes
Cia.gov = heb ik de oriëntatie vandaan gehaald
whatuwant.nl = Heb ik de meeste foto’s vandaan
molon.de = heb ik ook een hoop foto’s vanaf gehaald
Maleisië guides = Heb ik van alles wat uit kunnen halen Inhoudsopgave Voorwoord
Oriëntatie
Geschiedenis
Bevolking
Staats Inrichting en politiek
Economie
Klimaat
Landschappen Flora en Fauna
Belangrijke steden
Toeristische attracties
Conclusie
Bronnenlijst Voorwoord Ik doe mijn werkstuk over Maleisië omdat ik het een mooi land vind met een mooie geschiedenis. Vooral de landschappen spraken mij veel aan en de verschillende culturen. Ik ben er zelf op vakantie geweest, dus ik wist al het een en ander te vertellen. Ik was zeer over de indruk over het land en had er ook al veel informatie van thuis liggen. 1. Oriëntatie Oppervlakte: water: 1,200 vierkante km

land: 328,550 vierkante km Totaal: 329,760 vierkante km
Lengte- en breedtegraad: 2 30 N, 112 30 E
Tijdzone: Plaatselijke Tijd : 02:51
Verschil met lokale tijd : 6 uur voor
Verschil met UTC: 8 uur voor
Hoofdstad: Kuala Lumpur
Bevolkingsaantal: 22,662,365 (Juli 2002) Taal: Maleis, Engels, in Malakka Nederlands
Religie : Moslim, boeddhisme, Hindoeïsme, Christendom
Munteenheid: ringgit (MYR) 2. GESCHIEDENIS Veel landen hebben te maken met de geschiedenis van Maleisië. In het kort ga ik u wat vertellen over de indrukwekkende geschiedenis van Maleisië. 2.1 Prehistorisch Maleisië Wanneer de eerste mensen in Maleisië woonden is niet bekend, maar we weten wel dat het volk van toen voor kwam uit oude Indische, Chinese en Arabische volkeren. Ze weten dat, omdat er in Niah in de staat Sarawak (op Borneo) een schedel is gevonden van 35.000 v. Chr., dat gelijk het oudste bewijs is dat er in dat er in Azië is gevonden, dat wees op het soort volk dat er in die tijd leefde. In de oertijd leefden de mensen in kalksteengrotten (rotswoningen), en gebruikten ze stenen werktuigen voor het malen en snijden. Op de jacht naar dieren gebruikten ze speren (iets wat daar nu nog gebeurt). Een typisch Maleisie’s gereedschap was de vuistbijl die ze tegen een stenen muur slepen zodat hij een spitse punt kreeg. Rond 2500 v. Chr. kwamen er prote-maleisiers die andere schiereilanden hebben ontdekt. Zij hadden betere werktuigen en waren niet alleen jagers maar ook landbouwers en zeevaarders. Rond 300 v. Chr. kwamen er nieuwe immigranten. Dit waren de deutero-maleisiers (dat waren Chinezen en Indiërs en volken uit Arabie en Siam (het huidige Thailand). Zij hadden gereedschappen van ijzer en namen een nieuwe manier van verbouwen met zich mee. 2.2 Indiase Invloed De bewoners van Maleisië kwamen door handel veel te weten over de beschaving en culturen van andere landen. Omdat het schiereiland precies op het punt lag, waar de grote handelsroutes over zee tussen het grote afzetgebied India en China samenkwamen, was het een perfecte plaats om te handelen met andere landen en het was een goed inkomen voor de bevolking: de mensen trokken naar de kust toe om daar werk te gaan zoeken. Er wordt vanuit gegaan dat de eerste reizen van India naar het schiereiland Maleisië rond het begin van de jaartelling gemaakt zijn. Omdat de afstanden zo groot waren en daardoor de reizen zo lang, hadden ze veel bemanning aan boord nodig en dus ook veel voedsel, soms wel voor meer dan een jaar. Daartoe namen ze levende kippen en geiten mee en maakte ze ook groentetuinen op het dek. De schepen stopten op het Maleisische schiereiland om nieuwe voorraden in te kopen. Door dat oponthoud ontdekten de Indiase kooplieden dat er op het schiereiland goud, aromatische houtsoorten, en specerijen te krijgen waren. Ook ontdekten ze dat ze ook via kusten en andere schiereilanden konden varen zonder dat ze door de gevaarlijke zeestraten en zeeën kwamen die door andere rovers en piraten onveilig gemaakt werden. Al snel ontstonden er langs deze zeestraten handelsnederzettingen. Door de vele Indiase handelaren die een hindoeïstisch of boeddhistisch geloof hadden werd het geloof snel overgenomen en kregen ze veel aanhangers. Ze bouwden daar tempels en anderen heilige bouwwerken. Alleen in Kedah zijn nog bouwwerken uit Maleisië teruggevonden. Verschillende Nederzettingen groeiden uit tot Koninkrijken.
2.3 De stichting van Malakka Maleisië is onder veel verschillend gezag geweest, door allerlei soorten volken. Zo groeide in de 14e eeuw een klein visser dorpje uit tot een waar handelscentrum. Het kleine schiereiland Tumasek (dat heet tegenwoordig Singapore) werd geregeerd door Iskander Shah, ook wel genoemd Parameswara. Toen de Javanen het eiland aanvielen, vluchtte hij met zijn volgelingen naar Muar, gelegen aan een rivier bij de grens tussen de staten Johor en Negri Sembilan. In 1403 trok hij weer verder naar een klein vissers dorpje.Toen hij daar ging jagen met zijn honden kreeg een hond van hem een schop van een dwerghert. De koning kon waardering opbrengen voor het lef en zei dat hij hier opnieuw wilde beginnen, omdat hij op dat moment net naast een Malakka- boom stond noemde hij het nieuwe dorpje maar Malakka. Onder zijn bevel werd Malakka ( nu Malakka, een schiereiland van Maleisië) een handelscentrum. Hij en zijn volgelingen plantten daar nieuwe gewassen en ontdekten toen tinafzettingen. En terwijl de gemeenschap groeide, kwamen er steeds meer passerende schepen in Malaka aan om proviand in te slaan. Toen de nieuwe welvaart bekend werd groeide het aantal inwoners in 2 jaar met zo’n 3000 nieuwe inwoners. In 1407 zond een Chinese keizer een marinier (Tsj’eng ho) naar Malakka om het dorpje stadsrechten te verlenen en het zelfs tot koninkrijk uit te roepen.Hierdoor moest hij wel trouw zijn aan China en andersom. Daardoor kreeg Malakka meer aanzien en werden ze beschermd tegen de Siamezen. Het vissersdorpje lag ook op de handelsweg van vele schepen uit het oosten en uit Europa maar de stad had een eigen haven die groot genoeg was voor alle schepen. 2.4 De Opkomst van de Islam Aan het eind van de 13e eeuw brachten islamitische handelaren uit India de islam met zich mee naar Maleisië.Tegen het eind van de 15e eeuw had heel Malakka deze godsdienst aangenomen. De heersers noemden zich vanaf toen sultans en het Jawi-schrift (maleis geschreven in Arabische letters) werd uitgevonden. Vanaf 1488 had heel de westkust het geloof aangenomen en bezat de sultanaat de gehele westkust . Zo werd nog in geen 100 jaar een klein vissersdorp de grootste en machtigste stad van heel zuidoost Azië, op het hoogtepunt van de stad telde ze 40.000 inwoners. 2.5 De belegering van A Famosa Toen de Nederlanders en Engelsen naar zuidoost Azië gingen varen, had dat een groot gevolg voor de Europese geschiedenis. Spanje had Portugal veroverd in 1580, en de haven van de stad Lissabon werd verboden terrein voor de Nederlandse en Engelse koopvaarders. Daardoor moesten zij hun specerijen en andere tropische producten wel gaan halen in Azië. Toen de Nederlandse handelsmaatschappijen samen gingen werken in 1602 richtte ze het VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) op. De Nederlanden waren eigenlijk alleen maar geïnteresseerd in Malakka door zijn goeie ligging, en om de door hun gehate Portugezen een hak te kunnen zetten. In 1640 gingen de Nederlanden eindelijk naar Malakka toe om het eiland over te nemen. Na hevige blokkades en schietpartijen gingen de Nederlanders aan wal bij de vesting van A Fomasa (een klein stadje) en omsingelde het. Naarmate de belegering langer duurde kregen de bewoners een tekort aan voedsel en kwamen er ziektes zoals malaria, tyfus en cholera. In 1641 bestormden de Nederlanders de vesting en namen het in. Jakarta werd gekozen als hoofdstad van hun nieuwe imperium. Het eiland op zich was voor Nederland niet belangrijk: het enige wat het voor de Nederlanders betekende, was dat het één van de vele buitenposten van de Nederlanden was. De Nederlanders waren toen nog de enigen uit Europa die de specerijen uit Oost-Azie konden halen. Door het monopolie op de handel verdienden ze veel geld omdat ze scherpe prijzen konden maken en iedereen die specerijen wou kopen moest eerst een vergunning vragen aan Nederland. Zo maakten ze een hoop vijanden, maar ondanks dat Malakka meer dan 150 jaar in de handen was van de Nederlanden hadden ze weinig invloed op de plaatselijke bevolking. 2.6 De Japanse Invasie tijdens de tweede wereldoorlog Op 8 december 1942 begonnen de Japanse oorlogsschepen om 01.00 uur met het beschieten van de stranden bij Kota Bharu. De Japanners ondervonden weinig tegenstand van het volk, de meeste mensen werden in de nacht verrast met grote bombardementen en kanonnen. 3,5 uur later werd Singapore plat gebombardeerd, en binnen 24 uur hadden de Japanners alle Britse vliegvelden veroverd. Op 10 december werden er talloze Britse schepen verwoest door de japanners en waren ze ook de baas op het water. De Japanse tanks en troepen trokken verder naar het zuiden van het Maleise schiereiland. De Britse troepen hadden weinig training gehad en kenden de jungle zeer slecht. Bovendien was er niet genoeg munitie meer om echt verzet te plegen. Behalve de guerrillatroepen, die uit Engelse en Maleisische officieren bestond, werd er weinig verzet geboden en zij verscholen zich in de jungle hoog in bomen. Voor de Engelse troepen betekende dit een nederlaag, terwijl de Japanners alle posten van de Britten overnamen en bezetten. Op 31 januari 1942 gingen de laatste troepen naar het schiereiland Singapore, op 8 februari vielen de Japanners Singapore voor de 2e keer aan en was er een felle strijd. Door de belegering van Singapore door de Japanners moest de generaal Singapore overgeven aan de Japanners. De Japanners hebben het 3,5 jarig bezet gehouden, maar de bevolking is steeds blijven vechten voor hun vrijheid. 3. BEVOLKING Er zijn veel verschillende volken en culturen in Maleisië, de mensen hebben allemaal een andere manier van leven en overleven.
3.1 Bevolking De Orang asli’s waren de vroegere bewoners van Maleisië, hun ouwe tradities zijn nu over- genomen door de Maleiers, die nu in Maleisië wonen. De bewoners die nu in Maleisië wonen hebben ook nieuwe tradities van andere landen over genomen, de Maleiers die nu in Maleisië wonen staan open voor andere invloeden, en culturen. 3.2 Orang asli? Wie zijn de Orang asli? Orang asli’s betekent in het maleis ‘’ oorspronkelijke mensen’’. Je kunt Maleisië in 3 verschillende culturen verdelen: - de Negrito’s zijn de oudste bewoners van het schiereiland, en ook gelijk de kleinste groep - De Senoi is de grootste groep, die 8 verschillende stammen omvat. - De proto-maleiers zijn de een na grootste groep. Zij lopen allemaal zeer ver achter op de mensen uit de stad en hebben een slechte welvaart. Hoe de Orang asli’s zijn ontstaan is niet helemaal duidelijk. Vermoedelijk zijn het verschillende hoofdgroepen, die zich qua cultuur,scholing, taal, en economie onderscheiden. De scholing loopt ver achter, daarom werken de meeste maleiers ook in de landbouw of visserij. Er is weinig werk voor hun te vinden omdat je in de grote steden bijna overal een diploma moet hebben om verder te kunnen komen. En de mensen hebben te weinig geld om de scholing van de kinderen te betalen. De Orang asli’s tellen in het totaal 60.000 mensen waarvan 60% in het oerwoud woont, en de andere 40% wonen aan het kust gebied. 3.3 Het Longhouse De meeste oude stammen in Maleisië wonen in een zogenaamd longhouse. Dat betekent dat er een heleboel gezinnen in zo’n huis wonen (kunnen wel zo’n 60 verschillende gezinnen zijn). Zo’n huis bestaat meestal uit zo’n 150 personen en de relatie onderling is zeer hecht. Ieder Longhouse heeft een hoofdman, vroeger werd het doorgegeven van vader op zoon, nu wordt de hoofdman in de meeste gevallen gekozen. Zij moeten de feesten organiseren, ceremonies, bijeenkomsten, en ze moeten conflicten op kunnen lossen. Een Longhouse heeft vier hoofdruimtes: - de grote gemeenschappelijke ruimte neemt al bijna de helft van de oppervlakte van het huis in beslag. Daar vinden alle vergaderingen plaats en daar worden de gasten ontvangen. - Dan heb je ook nog de gezinsvertrekken: elk vertrek heeft zijn eigen keuken. - voorts heb je nog een veranda: daar drogen de vrouwen hun rijst en word vaak gebruikt voor feesten. - Ten slotte heb je dan nog een zolder waar de vrouwen manden maken en andere souvenirs, en daar slaan ze graan op, en het wordt gebruikt voor logees. Vroeger moest je het Longhouse altijd betreden via een gekerfde boomstam die schuin tegen het Longhouse aanstond, dat was handig en noodzakelijk, want die konden ze dan s’avonds omhoog halen om te voorkomen dat er ongewenste mensen of dieren binnen kwamen. Tegenwoordig hebben ze vaste trappen. Bovendien staan de huizen op hoge palen zodat de Longhouse bij overstromingen droog blijft. De huizen staan altijd naast een rivier, waar de mensen zich in wassen. De rivier is ook belangrijk voor contact met andere dorpen die ook aan die rivier leven, en kunnen ze spullen transporteren. Reizigers of toeristen worden altijd heel gastvrij behandeld en ze kunnen er altijd blijven slapen, meestal in ruil voor wat geld of goederen. Maar niets weegt op tegen het verblijf dat je daar krijgt. Het kan voorkomen dat er een bijzonder teken bij de ingang van het huis staat, dat is een paal die is aangekleed met bladeren en op de kop zit vaak een witte stof. Dat houdt in dat je het huis niet mag naderen. Die paal staat er alleen maar als er een nare gebeurtenis heeft plaats gevonden zoals : een mislukte oogst of een overledene, of een vervloeking. Je bent dan pas weer welkom als het taboe is verwijderd, maar dat kan wel tussen de 2 weken en de 3 maanden duren. De regering wil dat de bewoners van de Longhouzen verhuizen naar de stad omdat ze weinig mee krijgen van de maatschappij en de rest van de wereld. De bewoners willen absoluut niet weg en geven verzet, maar het zal niet lang meer duren voordat alle bewoners zijn en vertrokken naar de grote steden, want daar ligt nou eenmaal hun enige goeie toekomst. 3.4 Mythes en Tradities Veel mensen denken dat er veel Koppensnellers wonen in Maleisië, waardoor vooral de stammen in Borneo in een zeer agressief daglicht worden gezet. Dat is verkeerd want de bevolking is daar juist heel aardig, en gezagsgetrouw. Het is wel waar dat er vroeger veel hoofden werden gesneld, maar dat werd alleen gedaan als de gemeenschap door een plaag werd bedreigd: men dacht namelijk dat de hoofden bescherming boden tegen de ziektes of plagen. Daarnaast konden de jongere strijders bewijzen dat ze man waren door bij een van de vijanden de koppen eraf te hakken als bewijs dat hij heeft gevochten. Nu is het koppensnellen verboden en hangen er alleen nog schedels in de longhouses die zijn gekregen van vorige generaties. De bevolking van vooral Sabah en Sarawak laat zich overal tatoeëren en versieren. Elke tatoeage heeft een speciale betekenis en is ook altijd speciaal ontworpen voor die persoon: de bevolking gelooft daar heilig in de bescherming van tatoeages. Vrouwen hebben dan vaak geen tatoeages maar laten gewichten aan hun oorlellen hangen, de oorlellen worden dan tot zover uitgerekt dat ze over hun borsten heen hangen. De Borneose stammen geloven in tekens.Veel van die stammen laten zich leiden door de geluiden van vogels: bij de rijstbouw bijvoorbeeld: een roep van een bepaalde vogel betekent dat de oogst goed gaat, maar als een ongeluksvogel tegelijkertijd roept dan betekent het dat de oogst mislukt. De jongeren worden steeds minder gelovig in de traditionele methodes, en verhuizen naar de stad om daar naar school te gaan en werk te zoeken in de industrie of beginnen daar zelf een winkeltje of restaurant. 3.5 Feestdagen Bijna nergens anders ter wereld is de kalender zo vol met religieuze feestdagen als in Maleisië, want deze samenleving kent een grote verscheidenheid aan geloofsrichtingen en alle belangrijke wereldreligies zijn hier vertegenwoordigd. Hoewel de islam de nationale religie is, garandeert de grondwet godsdienstvrijheid voor iedereen.
4. Staatsinrichting en politiek 4.1 Onafhankelijkheid In 1957 gaven de Engelsen de macht terug aan Maleisië en was hun onafhankelijkheid een feit. Er kwam een nieuw soort tijdperk voor de Maleisiërs: de mensen kregen weer hoop in een goede opbouw van hun land. De Maleisische overheid gaf de staten die geregeerd werden door sultans bepaalde bevoegdheden en rechten. De centrale regering had de macht over het land. In 1961 werd de eerste premie aan gewezen (Tunku Abdul Rahman), hij moest het boegbeeld en inspirator worden van Maleisië. Hij zou dan gaan regeren over: Malakka, Singapore, Noord-Borneo, Serawak en Brunei. Alleen Brunei lag dwars, want de sultan wou zijn olievoorraden niet gaan delen met andere staten. 4.2 Federation de Malaysia Toen in 1963 de Federation of Malaysia werd aangekondigd, verbraken de Filipijnen en Indonesië onmiddellijk hun diplomatieke betrekkingen met Maleisië. Ze waren namelijk van mening dat sommige gebieden aan hen toebehoorden. Indonesië begon met konfrontasi (confrontatie): vissersboten werden voor de kust van Serawak tot zinken gebracht. Boven Sabah was het gedreun van vliegtuigen te horen. Toen Soekarno (Indonesië) in 1966 werd afgezet, sloot de regering vrede met Maleisië en ook de Filipijnen lieten hun claim op Sabah vallen. In 1965 scheidde Singapore zich af van de Federatie en werd een aparte staat. 4.3 Noodregering Tijdens de algemene verkiezingen die sinds het uitroepen van de onafhankelijkheid werden gehouden, kon de Alliantie (tegenwoordig bekend onder de naam Barisan National ) gemakkelijk haar meerderheid in het parlement behouden. In 1969 verloor de coalitie echter haar tweederde meerderheid. Er brak onrust uit onder de bevolking. Dit resulteerde in de vorming van een noodregering. 4.4 Verdeel- en heerspolitiek In 1971 werd het parlementaire stelsel weer in ere hersteld. Sinds die tijd is het voornaamste doel van de regering het voltooien van de 'Nieuwe Economische Politiek'. Die werd in het leven geroepen om de schrijnende armoede aan te pakken en de koppeling van beroep aan ras uit te bannen. Dit was een overblijfsel van de Britse 'verdeel en heers'-politiek. De economische vooruitgang die in de jaren zeventig werd geboekt, zorgde ervoor dat de regeringen een belangrijke stap verder kwamen in het realiseren van bovengenoemde plannen. 4.5 Maleisië tegenwoordig Het land is een parlementaire democratie, bestaand uit totaal 13 deelstaten en 2 federale territoria. Van de 13 deelstaten hebben er 9 een sultan. Aan het hoofd van Maleisië staat een koning, een Yang Di Pertuan Agong, die voor een termijn van 5 jaar wordt gekozen. De 9 sultans kiezen de koning. Deze sultans waarborgen ook de belangen van de islam, zij bepalen o.a. wanneer de vastenmaand begint en eindigt. Het Huis van Afgevaardigden, de Dewan Rakyat, wordt eens per 5 jaar gekozen via een districtenstelsel. De Senaat, Dewan Negara, wordt gekozen door de deelstaten en door de koning. De uitvoerende macht is in handen van de regering, geleid door een minister-president. In elke deelstaat staat een sultan (9x) of gouverneur (4x) aan het hoofd.
5. Economie De jaren tachtig bracht nieuwe politieke richtingen en economische uitdagingen voort. De nadruk lag op het onderzoek naar nieuwe bestaansmiddelen en economische groei ( Look East Policy ) en vooral op het stimuleren van de zware industrie (de nationale automobielindustrie, staalindustrie en olieraffinaderijen), die vooral aan de oostkust van Maleisië ligt. Maleisië is nu hard op weg om zijn 'Derde Wereld-huid' te verliezen en stuurt met vaste koers aan op meer nationale welvaart. Maleisië spreekt nu dan ook een woordje mee op de wereldmarkt. Dat kun je vooral zien in Kuala Lumpur: dit is een westerse stad geworden: grote kantoorgebouwen van staal en glas torenen hoog uit boven de hoofdstad Kuala Lumpur. Na de Twin Towers in New York waren de twin towers in K.L. de hoogste ter wereld en met de aanslag van 11 september zijn zij nu de hoogste. De prijzen in K.L. zijn ook westers, net als de winkels en alles wat ze verkopen. Maleisië is één van de meest hygiënische landen in het verre Oosten en daardoor zeer geschikt om als toerist naar toe te gaan. Je moet wel gevaccineerd worden tegen bepaalde ziektes, maar de malariavlieg is er bijvoorbeeld niet. Het toerisme is dan ook een belangrijke bron van bestaan. Het is voor de toerist een goedkoop land om naar toe te gaan. Het enige wat duur is, is de drank: Maleisië is een moslimstaat en moslims mogen niet drinken. De belasting die op alcohol wordt geheven is hoog. De regering begreep dat toeristen dit niet leuk vonden en in het westen van Maleisië is toen een gebied vrijgesteld van de drankbeperking en daar kun je belastingvrij alcohol gebruiken. Bovendien was dit gedeelte van Maleisië niet erg in trek bij toeristen, omdat het niet echt interessant was, maar door de belastingvrije zone zijn er erg veel hotels bijgebouwd en komen er erg veel toeristen. Het is een luxe oord. In tegenstelling tot Europa en Amerika bestaat er geen duidelijk ‘niet-roken’-beleid. Roken, sigaretten en sigaren worden als een eerste levensbehoefte gezien en zijn bijna niet belast met belasting. In het oosten van Maleisië vindt je nog het ‘oude’leven terug, zoals de mensen ook vroeger al leefden, dat bestaat nog steeds. Dáár vindt je ook de handwerkslieden. Houtsnijwerk en andere oude ambachten worden voornamelijk daar uitgeoefend. Nieuwe snelwegen doorsnijden het bergachtige binnenland. Vijf jaar geleden was dit nog een ondoordringbare jungle, maar dankzij deze wegen is alles steeds beter bereikbaar. Het hart van Maleisië wordt gevormd door de jungle met z’n eeuwenoude regenwouden: de Taman Negara, een groot beschermd natuurgebied, wat ook een grote toeristische aantrekkingskracht heeft. Ten noorden hiervan vindt je in de bergen de theeplantages. Maleisië is met z’n theeplantages geen leider op de wereldmarkt, maar het zijn wel heel bijzondere en qua smaak heel specialistische theeën die daar vandaan komen. Het grootste gedeelte van Maleisië is echter begroeid met kokosoliepalmplantages: Maleisië is één van de grootste plantaardige olieleveranciers van de wereld. Daarnaast staat Maleisië bekend om zijn rubberplantages en ook hierbij is Maleisië een grote speler op de wereldmarkt. De auto-industrie wordt zorgvuldig afgeschermd. Sinds 1 januari van dit jaar is de AFTA-regeling (Asean Free Trade Area) ingegaan: een afspraak tussen 6 landen in het Verre Oosten (Indonesië, Thailand, de Filippijnen, Maleisië, Brunei en Singapore) om de lokale merken te kunnen beschermen. Het is de bedoeling dat Maleisiërs vooral hun, in eigen land, gemaakte auto’s kopen. Daarom zit er een bijzonder hoge invoerbelasting op auto’s uit andere landen. Europa en Amerika spannen daarbij de kroon: 300% invoerbelasting. Auto’s uit andere Aziatische landen worden ook belast, maar veel minder. Daarom is het voor Maleisiërs bijna niet te betalen om een auto uit Amerika of Europa te kopen. Je zou het misschien niet verwachten in een land als Maleisië, maar er is een indrukwekkende olieproductie en de raffinaderijen die in het oosten gelegen zijn, zijn dan ook heel groot. Ook dit is een belangrijke bron van inkomsten. In het eigen land wordt benzine slechts weinig belast, de benzine is er dan ook goedkoop. De afgelopen jaren is Maleisië druk bezig geweest zich te kunnen gaan meten aan het Westen en zich te ontdoen van het etiket ‘derdewereldland’. Na de crisis van 1997-1998 heeft de economie zich goed hersteld. Dat dit goed schijnt te lukken en de economie stabiel is te noemen, blijkt wel uit cijfers van de export, marktontwikkeling en groei nationaal product. Ook de aanslag op de WTC in New York en de daarna teruggaande economie wereldwijd, heeft Maleisië economisch heel goed op kunnen vangen en van een echte malaise is hier geen sprake. Maleisië is niet meer, zoals vroeger meer het geval was, afhankelijk van slechts één exportproduct, maar heeft veel exportproducten waardoor zij minder kwetsbaar is als het met de vraag naar een product minder zou gaan. Bovendien voert zij naar steeds meer landen een export en is dus ook niet meer afhankelijk van een beperkte groep landen (20% van de export gaat nog altijd naar Amerika, maar men rekent op meer export naar de ASEAN-landen en China mocht de economische situatie in Amerika verslechteren en daarom minder export zijn). 6 Klimaat 6.1 Heet en vochtig Maleisië ligt tussen één en zeven graden noorderbreedte. Het is een heet en vochtig land. De temperatuur schommelt gedurende het hele jaar tussen de twintig en dertig graden. In de steden is het aanmerkelijk warmer dan in de dorpen. Hier zorgen de palmen en fruitbomen voor de nodige schaduw. Het klimaat van Maleisië wordt beheerst door de noordoost - en zuidwest moesson, die omstebeurt waaien. In de tijd van de zeilscheepvaart zorgden ze ervoor dat het land een natuurlijk trefpunt werd voor kooplieden uit alle delen van de wereld. 6.2 Moessons Noordoost
De noord-oostmoesson waait ongeveer vanaf november tot april en de zuid-westmoesson tussen mei en oktober. De noordoostelijke winden zorgen in de maanden december, januari, en februari regelmatig voor overstromingen, en zware regenval aan de oostkust. Sabah en Serawak hebben in die maanden ook hun natste seizoen. Zuidwest
De zuid-westmoesson zorgt voor droger weer, maar in een tropisch land, valt er bijna iedere dag wel en buitje. De hoogste temperatuur worden bereikt in de loop van de middag, waarna een flinke bui voor een frisse en koele avond zorgt. De hoger gelegen gebieden zijn frisser. Omdat er niet echt een droog seizoen is, is Maleisië altijd groen. Dit zorgt ervoor dat het altijd koeler aanvoelt, dan in een droog woestijnlandschap. 6.3 Klimaatkaart Legenda

Tropisch Droog Equatoriaal Tropisch Woestijn Tropisch Steppe Warm gematigd Koude woestijn Subtropisch Mediterraan polair berg koel gematigd Arctisch Zee Subarctisch Landklimaat Berg en Plateauklimaat 7. Landschappen 7.1 Bossen Er zijn grote stukken oerwoud gekapt voor de aanleg van plantages. Het grootste gedeelte van Maleisië -ten minste 70 procent - is nog steeds dichtbebost. De Federation of Malaysia (het schiereiland Maleisië en Sabah en Serawak op Borneo) ligt ongeveer tussen de eerste en zevende graad noorderbreedte en heeft een oppervlakte van ongeveer 330.433 vierkante kilometer. 7.2 Rivieren en bergen In de Oost Maleisische staten Sabah en Serawak treft men langere rivieren en hogere bergen aan dan op het schiereiland. De rivier de Rejang in Serawak en de Kinabatangan in Sabah zijn beide 563 kilometer lang. Het binnenland van Oost-Maleisië is zeer bergachtig en de hoogste top vind je in het Crocker Massief in Sabah. Dit is de Kinabalu, met z'n 4101 meter, zo is het de hoogste berg van Maleisië en de hoogste top tussen Nieuw-Guinea en de Himalaya. 7.3 Rubberbomen Behalve diegenen die het land van oost naar west doorkruisen, zijn er niet veel reizigers die zich een beeld kunnen vormen van de uitgebreidheid van de bossen in Maleisië. Het overgrote deel van de kustvlaktes en de heuvels langs de westkust zijn begroeit met rubberbomen en oliepalmen van de grote plantages. Hoewel Maleisië de grootste rubberproducent ter wereld is, was er honderd jaar geleden nauwelijks een rubberboom te vinden. 7.4 Oliepalmen In 1980 werd het exportartikel nummer één ingehaald door de oliepalm, een nieuw succesnummer op de internationale markt. De boom werd in 1875 voor het eerst als sierpalm uit West-Afrika geïmporteerd en werd slechts in de jaren zestig van deze eeuw op grote schaal gekweekt.
7.5 Aardolie Hoewel Maleisië bekend staat als een agrarisch land, probeert het land toch dit beeld van zich af te schudden met het succes van zijn nieuwe aardolie-industrie. In 1978 werd een begin gemaakt met de exploitatie van de olievelden voor de kust van Terengganu. Het duurde niet lang, voordat de opbrengst van de olie die van de agrarische sector overtrof. 7.6 Oost en west Afgezien van de nieuwe oliecentra, is de oostkust nog steeds minder ontwikkeld dan het westen. Het lijkt wel of de tijd op bepaalde plaatsen heeft stilgestaan. Witte zandstranden, omzoomd door casuarinabomen met hier en daar een klein vissersdorpje tussen de palmbomen; dat is hier het normale beeld. Voor de kust vind je juweeltjes van eilanden, omgeven door koraalriffen en bedekt met een dicht tropisch regenwoud, waar hoge bergtoppen bovenuit steken. Achter de stranden tref je moerassen aan met diepe veenlagen, waar rotan en planten zonder stengels welig tieren. Waar de moerassen ophouden, begint het droge bos van het laagland. Dit is het regenwoud, waarin de bomen een hoogte kunnen bereiken van meer dan 45 meter. 8. Flora en fauna De natuur is daar één van de grootste schatten van het hele eiland. Een ruime 55% van het land is bebouwd met tropische regenwouden. Er lopen een hoop rivieren door het land, en van noord naar zuid loopt een hoge bergketen, met een gemiddelde hoogte van zo’n 1000 tot 1500 meter. Om echte wilde dieren tegen te komen moet je heel veel geluk hebben om er ééntje te zien (behalve dan de apen, die kom je wel wat makkelijker tegen). 8.1. Natuur en Milieu De Regenwouden van Maleisië behoren tot de oudste ter wereld. De wouden zijn al meer dan 130 miljoen jaar oud, daardoor hebben ze al veel verschillende soorten planten gecreëerd. Veel geleerden zijn naar Borneo gegaan om daar de indrukwekkende natuur te verkennen. In de oerwouden liggen nog zeer veel geheimen die niemand tot nu toe heeft kunnen ontdekken. Optimisten beweren dat de planten in die oerwouden alle ziektes zouden kunnen oplossen. Of dat waar is weet je natuurlijk niet, maar wat wel waar is, is dat de stammen die in de bossen leven alle planten gebruiken om hun medicijnen te maken. Voordat je een trektocht maakt door de oerwouden dan heb je maar een oppervlakkig idee over de dieren en planten die daar voorkomen. Daarom gaan veel wetenschappers weken of zelfs maanden daar zitten om er zoveel mogelijk van te weten te komen. Maleisië telt zo’n 8ooo soorten bloeiende planten waaronder 2000 boomsoorten, 200 palmsoorten en meer dan 1000 verschillende bloemen. In zuidoost Azië komt ook de grootste bloem ter wereld voor: de Rafflesia. Deze plant bestaat alleen maar uit een bloemhoofd, dat een doorsnede van meer dan 1 meter heeft, en meer dan 9 kilo weegt. Dit is een plant die begint als een rood knobbeltje in de grond en later uitbarst waardoor de roze, witte, en rode inhoud er van zichtbaar woord. Als je hem niet kunt zien door de dichte begroeiing kun je de vleeslucht, die er van af komt, al op een afstand van 50 meter ruiken. De Tualang is de hoogste boom van alle tropische bomen. Deze bomen kunnen wel 80 meter hoog worden, en de stam een omtrek van 3 meter. Verder is er nog de bijzondere vleesetende bekerplant: de Nepenthes. Deze groeit bijna alleen maar op de hellingen van Gunung Kinabalu. Deze planten hebben een beker met vocht erin waar insecten op afkomen. In de oerwouden van Maleisië wonen ook duizenden diersoorten, waarvan de meeste alleen in die gebieden voorkomen. De fauna van Maleisië kent meer dan 200 soorten zoogdieren, waaronder sterk bedreigde soorten als tijgers, luipaarden, Indische olifanten, sumatraanse neushoorns, maleisische tapir, miereneters, honingberen, dwerghertjes,verschillende soorten apen en civetkatten. In Borneo leven nog maar één van de weinige orang oetang’s, dat betekent in het maleis ‘’mens apen’’, de ‘orang hutan’s’ worden ook beschouwd als een stam. Er zijn zo’n 150.00 verschillende insecten rondom de oerwouden. 8.2 Vissoorten Van de snelstromende riviertjes in het oerwoud tot in de langzaam kronkelende rivieren in het kustgebied vind je de meest uiteenlopende vissoorten. De grootste van allemaal is de zeewolf, die 1,8 meter lang kan worden en soms meer dan 45 kilo weegt. Andere vissoorten zijn de kalesa, de toman en de kalui, die alle een lengte kunnen bereiken van een meter. De schuttervis is de meest vreemdsoortige, want hij schiet als het ware zijn prooi neer door er waterdruppels naar te spugen.
8.3 Reptielen Maleisië kent meer dan honderd soorten reptielen, maar slechts vijf ervan zijn gevaarlijk voor de mens. De gevaarlijkste is de koningscobra, die zes meter lang kan worden. Kenmerkend van deze slang is dat hij steeds een dreigende houding aanneemt, ook al is er er geen enkele reden voor. Andere gevaarlijke slangen zijn de koraalslangen en de adders, maar deze vallen zelden mensen aan. Pythons kunnen verbazingwekkend lang worden, maar bewegen zich traag en zijn niet giftig. 9. Belangrijke Steden 9.1 Kuala Lumpur Kuala Lumpur wordt wel "the Garden City of Lights" genoemd. Het ligt in West-Maleisië, dat wel het schiereiland of Peninsular wordt genoemd. De metropool heeft zo'n 2 miljoen inwoners zonder de voorsteden meegerekend. Natuurlijk is een hoofdstad altijd één van de belangrijkste steden van een land. Dat komt vooral door de grote werkgelegenheid die zo’n stad heeft, en dat geldt ook voor Maleisië.Kuala Lumpur is in nog geen 100 jaar uitgegroeid van een mijnkolonie tot een stad van zo’n 2 miljoen inwoners. De naam Kuala Lumpur betekent "modderige rivier" en is gegeven door de mijnwerkers. De stad bestaat uit veel nieuwe gebouwen zoals de Petronas Twin Towers, maar ook uit ouwe gebouwen zoals tempels. Kuala Lumpur is een echte multiculturele samenleving. Er werken en wonen mensen van over heel de wereld, met hun eigen geloof en cultuur. Bovendien is de stad ook gecreëerd en ontworpen door Europeanen. Vooral de grotere hotels en bedrijven zijn van Europese of Amerikaanse eigenaars. In Kuala Lumpur werken veel Chinezen, Portugezen, Afrikanen, Australiërs en Britten Zij wonen hier al sinds de jaren 60, en overal waar je komt zie je uithangborden van winkeltjes, en restaurantjes van allochtonen. Er is ook een hele grote China Town in Kuala Lumpur, alles is daar zeer goedkoop en de mensen verdienen een extra centje als ze op zo’n markt staan. Het is een hele belevenis om daar doorheen te lopen, er hangt een leuke sfeer en overal leuke kraampjes, maar het leukste van alles is nog het afdingen. Voor de mensen is het een sport om af te dingen en vaak krijg je er nog meer dan de helft van af. Aan het straatbeeld kun je ook goed zien dat de stad bestaat uit veel oude en nieuwe gebouwen. Er staat bijvoorbeeld naast een grote wolken krabber een heel klein moskeetje van zo’n 100 jaar oud. Er staan vooral oude Maleisische moskees in moorse stijl en hindoe tempels en Britse overblijfselen van de vroegere bezettingen. Er wordt veel gedaan aan de activiteiten voor de bewoners in Kuala Lumpur. Zo hebben ze bijvoorbeeld een honkbalveld aan gelegd midden in de stad voor allochtonen teams (bijv. Chinese, Afrikaanse, Britse, malaise, en Indiase teams). Er is een groot museum gebouwd, over de oude culturen en gewoontes van het Maleisische volk. In het museum kun je alles te weten komen over de Maleisische cultuur en geschiedenis: zo is er ook veel aandacht besteed aan de eerste bewoners van Maleisië: de Orang Asli’s. In dit museum hebben ze van alles nagebouwd: nagebootste kampongs tot en met theehuisjes van de sultan en het is een hele ervaring om dat te zien. 9.2 Malakka Hoe is het ontstaan: ‘’Toen hij daar ging jagen met zijn honden kreeg een hond van hem een schop van een dwerghert. De koning kon waardering opbrengen voor het lef van dat dwerghert en zei dat hij hier opnieuw wilde beginnen. Omdat hij op dat moment net naast een Malakkaboom stond noemde hij het nieuwe dorpje maar Malakka.’’ Malakka heeft in de loop der eeuwen verschillende heersers gehad: zoals Chinezen, Portugezen, Hollanders en Engelsen. Omdat Malakka zeer strategisch lag en veel specerijen te bieden hadden konden ze uitgroeien tot een handelscentrum. De stad lag precies goed voor de schepen, er was altijd goede wind en er was gegarandeerde veiligheid. Door de vele heersers heeft het volk veel geleerd en veel te verduren gehad. De laatste overheersing was door de Britten. Pas toen de de onafhankelijkheid van Malakka een feit was verlieten de Britten het land. Malakka is het belangrijkste centrum van Azië als het gaat over kruidenhandel, verder heeft Malakka een zeer boeiende geschiedenis. De sporen van de Engelsen, Portugezen en Nederlanders hebben hun sporen nog nagelaten uit de vroegere tijden. Aan de invloed uit andere landen heeft Malakka een rijk en cultureel erfgoed te danken: het meest bekende uit de stad (wat ook het meest bekende is van Malakka) is het grote, rode stadhuis. Het stadhuis is uit 1650 en was vroeger het kantoor van de voormalige Nederlandse gouverneur. Het stadhuis is nu een historisch museum geworden, waar de hele geschiedenis van Malakka te bezien is. Vlak naast het stadshuis is een tevens rood gekleurde kerk, die de oudste protestante kerk van Maleisië is. Er is ook een Nederlandse begraafplaats,die al bestaat sinds begin 18e eeuw en waar nu nog steeds bijzondere mensen worden begraven (zoals Prinsen, Koningen). In de Portugese wijken wonen de afstammelingen van de Portugese heersers. Deze families hebben een hechte band met elkaar en hebben ook een eigen cultuur
Er zijn ook Chinese straten, in die straten staan prachtige kleurrijke huizen. De auto’s, taxi’s en fietsen in Malakka zijn niet net zo als hier: in Malakka is ieder voertuig anders versierd. Sommige zijn zeer modern en hebben bijvoorbeeld een radio en hebben leren bekleding met airco, anderen zien er helemaal afgedankt uit en lijkt of dat het uit elkaar valt. Er is ook een dierentuin in Malakka: dat is in een zeer groot natuur gebied en kost maar 75 eurocent entree. Malakka is per auto met de North South Highway en over zee per schip gemakkelijk te bereiken. Malakka heeft een moderne haven die net buiten de stad ligt. Tevens heeft Malakka ook een luchthaven met een Nederlandse naam: Batu Berendam Airport. Als je vanaf de snelweg naar Malakka rijdt, zie je wat de stad bezit, zoals mooie grote huizen grote winkelcentra’s mooie parken, grote luchthaven en een soort Madurodam. Figuur 12 De haven van Malakka waar vroeger de schepen zich ankerden
De omgeving van Malakka is een gebied geworden met veel havenplaatsen en industrie, vroeger kwamen de schepen altijd aan in de Malakka-rivier nu speelt de rivier geen rol meer, want er kunnen hier geen schepen meer aanleggen. Er zijn nog wel mogelijk heden om over de rivier te varen. Er zijn nu een hoop moderne hoge kantoren gebouwd. De armoedige huisjes moesten plaats maken voor de modernere flats, je kunt er winkelen in de moderne winkelcentra’s, en eten in de mooiste Indische restaurants. Iets buiten de stad zijn een hoop hotels en ressorts te vinden, en is er voor iedere prijs wel een mooi hotel te vinden.
9.3 Langkawi Langkawi is een echt Maleisisch eiland. De bevolking bestaat dan ook echte uit Maleisiërs, van nature een rustig, aardig volk en hulpvaardig (moslim-)volk. In Penang bestaat de bevolking voor het meest uit Chinezen. Daarom is Langkawi een rustige stad. Alles gaat er kalm en relaxt aan toe. Langkawi is het hoofdeiland van alle 99 eilanden. De Maleisische regering heeft Pulau Langkawi (het hoofdeiland) een toeristische status gegeven. Dit betekende dat het eiland een grote haven en een vliegveld kreeg. Langkawi staat ook bekend als grotteneiland, je moet wel veel moeite doen om deze te bezoeken. Meestal moet je met een bootje naar zo'n grot. De bekendste grotten zijn: - Gua Cerita (legende grot - bij Tanjung Rhu), - Gua Kelewar (vleermuizengrot - boottocht van 1½ uur vanaf Kuah), - Gua Buaya (krokodillengrot - bereikbaar na een boottocht), - Gua Landak (stekelvarkengrot - over land te bereiken en je komt in een grote ruimte) Kuah is de hoofdstad van Langkawi. Sinds dat de belasting is afgeschaft in het stadje, is de stad veel veranderd. Het is een stad waar alles te krijgen is, en waar bijna alle producten belastingvrij zijn. Kuah was ook de enige plek vóór 1987 waar je bij mensen thuis, als vreemden zomaar kon overnachten. Over deze stad bestaat een legende: "Er woonden vroeger twee welgestelde families op Langkawi. Een zoon van de ene familie werd verliefd op de dochter van de andere. De ouders van de familie van de dochter waren het er echter niet mee eens en er ontstond een ruzie. Hierbij vlogen de potten en pannen door de lucht en op de plek waar de sauspan landde, werd Kuah gesticht. Het gevecht hield pas op, toen beide vaders in een bergtop waren veranderd". Lankawi is een vlinder- en vogelparadijs, er komen daar vlindersoorten voor die nergens anders in Maleisië voor komen. Maleisië heeft mooie maar ook zeer rustige stranden: er zijn veel mogelijkheden om te worden gebracht naar een onbewoond eiland waar je kunt zonnen, zwemmen, barbecuen, en kunt duiken. 10. Toeristische Attracties 10.1 Het onafhankelijkheidsplein De ‘’dataran merdeka’’ is een groot plein midden in Kuala Lumpur. Het plein heeft een grote geschiedenis in Maleisie. Hier werd op 31 augustus 1957 de Britse vlag naar beneden gehaald en de vlag van Maleisië gehesen. Er staat op dit plein de hoogste vlaggenmast ter wereld (100 meter), die al ruime 90 jaar bestaat en nog steeds in goede staat is. Naast het plein staat ook de oude Maria kathedraal, en de stadsbibliotheek ‘’Memorial Library’’. Onder het plein is een ondergronds complex, waar veel restaurants zijn en een shopping mall. 10.2 Het Sultan Abdul Samad gebouw Tegenover het onafhankelijkheidsplein ligt het Sultan Abdul Samad gebouw, met glanzende koperen koepels en een meer dan 100 meter hoge klokkentoren. Het gebouw werd door de architecten Norman en Bidwell ontworpen. Het kwam in 1897, na meer dan 2 jaar bouwen, klaar. Een lange tijd heeft de administratie van de Britten er in gezeten. Enkele jaren geleden trok de Maleisische rechterlijke macht erin en ook het textielmuseum. 10.3 Petronas Twin Towers De Petronas Twin Towers, behoren tot de hoogste torens van de wereld. Het gebouw bestaat uit 88 verdiepingen en is 452 meter hoog. Het gebouw moet het symbool voorstellen van het ultra-moderne Kuala Lumpur. Veel toeristen komen er heen om de towers van binnen te kunnen zien: met wat geluk mag je naar de brug die de towers met elkaar verbindt, maar er is dan wel een bepaald aantal mensen dat tegelijkertijd naar boven mag. 10.4 De "Kuala Lumpur Tower" De Kuala Lumpur tower is een moderne toren, die zo’n 421 meter hoog is. In 1996 is de toren geopend en is ook gelijk de hoogste toren van zijn soort, het gebouw heeft dan ook een buiten gewone architectuur. Bezoekers kunnen ook boven in de toren genieten van het uitzicht of dineren in een ronddraaiend restaurant. Naast het feit dat de toren is bedoeld als toeristische attractie is hij ook bedoeld voor telecommunicatie.
10.5 Het Hollandse Stadthuys Het museum van Malakka werd door de Hollanders tussen 1641 en 1660 gebouwd. Het is het oudste Nederlandse bouwwerk in Zuidoost Azië. Het heeft ook een echt typisch Hollandse bouwstijl .Daarom is het ook een echt attractiepunt in de binnenstad van Malakka 10.6 Het paleis van de Sultan van Malakka De stam van de Sultane van Malakka is al lang uitgestorven. Hun paleis werd opnieuw ingericht aan de hand van oude informatie en bewijsstukken. Nu is het paleis een zeer toeristisch cultuurmuseum. Het ligt naast het St Pauls Hill en is zeker het meest interessante gebouw van de stad. 10.7 De Christus Kerk Deze kerk is gebouwd in Nederlands koloniale stijl en stamt uit 1753. Christ Church heeft dezelfde rode kleur als het Stadhuis, waardoor het dan ook een mooi geheel is. Het mooie oude preek stoel is binnen in de kerk, en is nog in originele staat en nu dusi het meer dan 200 jaar oud. Enkele grafstenen met grafschriften liggen op de vloer van de kerk, en een verzameling zilveren bakjes is hier te zien, die allen het Hollandse wapen dragen. 10.8 Fort Cornwallis Het fort werd door de Britten gebouwd na de landing van Captain Francis Light, toen ze bezit namen van Penang in 1786. Oorspronkelijk bestond het alleen maar uit palen, in 1804 werd het vervangen door een massieve, stenen muur, die nog steeds overeind staat. Tegenwoordig is het fort een openluchtmuseum, maar het dient ook als een Open-Air-Theater. Vooral souvenirs en andere artikelen die met de hand zijn gemaakt, zijn te koop in de kraampjes. Hier staan ook de Hollandse kanonnen opgesteld, die ooit de Sultan van Johor had gekocht. Na de levering werden de kanonnen door de Portugezen gebruikt en verborgen. Daarna doken ze weer op in Java en werden ze door piraten in zee gegooid, waarna ze toch weer zijn teruggevonden en beland in het fort Cornwallis. De entree voor het fort kost RM 1 en het is dagelijks open van 8:30 tot 19:00 uur. 10.9 Het Penang Vogelpark In het vogelpark van Seberang Jaya leven ongeveer 400 soorten exotische vogels in een groot park van anderhalve hectare. Niet alleen de kostbaarheden uit Maleisië kun je hier zien, maar ook de vogels uit de gezamenlijke tropische wereld. Het park bestaat uit een weelderige plantengroei en uit een kleine vijver met eilandjes erin. Als bloeiende decoratie kun je ook diversen planten bezichtigen. Het Penang Vogelpark is dagelijks geopend van 10:00 uur tot 18:00 uur. 10.10 De Slangentempel

De slangentempel is waarschijnlijk de enige tempel in zijn soort, die er op de wereld is. Duizenden slangen leven in de tempel, de slangen zitten in iedere hoek van de afzonderlijke ruimtes, en zijn ook te voeden door de bezoekers. Ze zijn relatief onschuldig, want ze worden steeds goed behandeld en groeien al vanaf hun geboorte op met mensen. Doordat er veel wierook wordt gestookt worden de slangen rustiger. De entree is gratis. Conclusie Ik vind dat het een mooi werkstuk is geworden, dat er mooi en verzorgd uit ziet. Ik ben veel extra dingen te weten gekomen over Maleisië, en heb er dus ook een boel van geleerd. Ik had niet verwacht dat het zoveel zou zijn (mijn planning was ook niet al te best), dus het was de laatste dagen wel hard doorwerken. Ik ben zeer tevreden over het werkstuk, en heb er een hoop tijd in gestoken. Groetjes Ernst-Jan Bronnenlijst Maleisie.pagina.nl = daar heb ik een hoop links vandaan gehaald. Foxreizen.nl = daar heb ik een hoop informatie vandaan gehaald over Economie
Encarta 99 = Heb ik heel veel informatie uit kunnen halen, en plaatjes
Cia.gov = heb ik de oriëntatie vandaan gehaald
whatuwant.nl = Heb ik de meeste foto’s vandaan
molon.de = heb ik ook een hoop foto’s vanaf gehaald
Maleisië guides = Heb ik van alles wat uit kunnen halen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.