Griekse goden

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • 2e klas aso | 3665 woorden
  • 15 februari 2003
  • 567 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
567 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding het oude Griekenland is één van de eerste beschaafde landen. Door verovering werd hun cultuur overal verspreid. Ook bij ons merken we deze invloed nog, denk maar aan ons rechtssysteem, het onderwijs, enz. . Maar de Grieken brachten ook heel wat beroemdheden met zich mee enkele voorbeelden zijn: Socrates, Plato, Aristoteles en nog vele anderen. Ook de mooie mythologische verhalen zijn een goede inspiratiebron voor moderne toneelstukken. Het is ook een feit dat de moderne Olympische spelen te danken zijn aan de Grieken. Maar omdat de Griekse cultuur zo uitgebreid is, hebben we besloten om vier stukken grondig aan te pakken nl. , de mythologie, Olympische spelen( samen met het dagelijkse leven) en de filosofie. Deel 1: de Griekse godsdienst De berg Olympos Op de berg de Olympos leefden de goden volgens de Grieken De goden zitten overal achter. Hoe komt het, dat gisteren de zon scheen en het vandaag regent? Wat is er eigenlijk aan de hand, als er een onweer losbarst? Waardoor is de zee het ene moment een rustig golvend watervlak en kort daarna een woeste kolkende massa? Hoe komt het, dat mensen zo maar op elkaar verliefd worden? Wat is de oorzaak van het feit, dat de ene partij de oorlog wint en de ander hem verliest? Een aantal van dit soort vragen kunnen wij, dank zij de wetenschappelijke ontwikkelingen van de laatste paar honderd jaar gemakkelijk beantwoorden. Maar veel andere zijn ook in onze tijd nog onopgeloste raadsels. Dit laatste was bij de oude Grieken nog veel meer het geval dan bij ons. Allerlei voor ons gevoel gewone verschijnselen en gebeurtenissen waren voor hen onbegrijpelijk en geheimzinnig. De enige 'verklaring', die zij eraan konden geven, was te geloven dat er goddelijke machten achter zaten. De goden maken je verliefd, laten je een oorlog winnen, veroorzaken stormen, aardbevingen enz.
Vele goden. Zo'n geloof in meerdere goden noemen we polytheïsme (afgeleid van de Griekse woorden poly = veel en theos, = god). Het tegenovergestelde is monotheïsme (mono = enig, één). Dit treffen we aan bij de moderne wereldgodsdiensten, zoals Christendom, Jodendom en Islam. De verering van de aanhangers van deze godsdiensten richt zich op één god, terwijl de oude Grieken - en vele volken met hen - met tientallen hogere en lagere godheden te maken hadden. Het was belangrijk dat je met zoveel mogelijk goden een goede relatie had. Zo niet, dan konden je wel eens minder prettige verrassingen te wachten staan: een erge ziekte of een ongeluk, het mislukken van de oogst, een nederlaag op het slagveld, tegenslag in zaken, een roofoverval enz. Natuurlijk was het onmogelijk om met alle goden tegelijk rekening te houden. Maar dit was ook niet nodig. De Grieken stelden hun goden voor als leden van één grote familie, waarin ieder zijn/ haar eigen taak had. De oppergod Zeus was zo'n beetje de baas over allen en alles. Poseidon zwaaide zijn scepter over de zee, Hades regeerde over de onderwereld en Aphrodite was deskundig op het terrein van de liefde. Men wist dus precies met welke god men rekening moest houden als men zich op een bepaald 'terrein' bevond of wilde begeven. Zeelui moesten Poseidon te vriend zien te houden en een verliefde jongeman moest zich tot Aphrodite wenden om zijn liefde beantwoord te zien. Goden supermensen. De Grieken stelden zich de goden voor als wezens met ongeveer dezelfde eigenschappen als zij zelf. Ze waren geboren en opgegroeid, konden niet zonder eten en drinken, hadden hun wensen en verlangens, maakten daarom vaak ruzie en waren dikwijls jaloers en humeurig. Behalve deze overeenkomsten waren er ook wezenlijke verschillen: de goden waren onsterfelijk en hadden veel meer macht dan de mensen. Ze konden onzichtbaar aanwezig zijn en nu eens deze, dan weer die gedaante aannemen. Zo waren ze in staat zich ongemerkt met allerlei zaken te bemoeien en hun invloed uit te oefenen. Hou de goden te vriend. Voor een Griek was er niets gevaarlijker dan zich de toorn van een god op de hals te halen. Als het even kon, moest hij proberen dit te vermijden. Hij beschikte hiervoor ook over de nodige middelen en had dus zijn lot voor een deel in eigen hand. Erg belangrijk was het te weten wat de desbetreffende god van de mensen verlangde op het gebied van levenswandel, tempeldienst, offers en gebeden. Hield men zich hier nauwkeurig aan, dan hoefde men van de kant van de goden geen al te groot gevaar te vrezen. Offers We zagen dat de oude Grieken over de nodige middelen beschikten om de gezindheid van de goden tegenover hen te beïnvloeden. Eén van die middelen was het offer: één of ander geschenk, dat de meeste mensen de goden regelmatig aanboden. Niet iedereen had dezelfde bedoeling met zijn offer. De één probeerde op die manier de hulp van een god te krijgen, een ander wilde hem bedanken of eren, weer een ander probeerde hem van zijn boze bui af te helpen. De meeste offers bestonden uit, landbouwproducten. Na het binnenhalen van de nieuwe oogst bijvoorbeeld werd een gedeelte hiervan - als blijk van dank - aan de goden geofferd. Graan, koeken, groenten en fruit legde men in een heiligdom op het altaar. Ook wijn, melk en olijfolie deden als offer dienst. Deze goot men uit op een altaar of zo maar ergens op de grond. We noemen deze vloeibare gaven plengoffers (plengen uitgieten). Dit soort offers werd na afloop meestal door dieren opgegeten of verdween in de grond. Maar in beide gevallen waren het gaven, die men onttrokken had aan eigen gebruik om te de goden aan te bieden. En men ging ervan uit, dat de volgende zet nu door hen gedaan moest worden. Vaak werden ook dieren geofferd. Hierbij kon men op twee manieren te werk gaan. In het eerste geval werd het dier, nadat het was geslacht, in zijn geheel verbrand, in het tweede slechts voor een deel, terwijl de rest tijdens een offermaal door de deelnemers werd opgegeten. Gebeden Een ander middel om de wil van de goden te beïnvloeden was het gebed. De god wordt eerst plechtig aangeroepen, vaak met meerdere eervolle benamingen en titels. Vervolgens herinnert men hem aan al eerder verleende hulp en de positieve houding van de gelovigen tegenover hem. Dan volgt het verzoek. Als het een gebed tot de goden van de Olympos betrof, stond men met de armen omhoog en de handpalmen naar boven gekeerd. Bad men tot de goden van de Onderwereld, dan hield men de handen omlaag met de palmen naar beneden.
Overzicht van de Olympische goden. Zeus De almachtige en hoogste god van de Grieken. Hij is de heerser van het heelal en van de natuur. Hij is 'de vader van goden en mensen en hij straft het kwade met zijn bliksem. Hij wordt meestal afgebeeld als een koninklijke figuur met lange lokken en een baard. Zijn attributen zijn een bliksemschicht en een scepter. De adelaar is aan hem gewijd. VERERINGSPLAATSEN: Kreta, Olympia, Dodóna. Hera Hera is de belangrijkste godin. Zij is de echtgenote en zuster van Zeus. Beschermster van het huwelijk en de geboorte. Zij wordt afgebeeld als een statige vrouw met een diadeem op het
hoofd of een sluier. Een scepter en de granaatappel (in de hand) zijn haar attributen. De koe en de pauw zijn aan haar gewijd. VERERINGSPLAATSEN: Argos, Samos. Athena Athena is de godin van de kunsten en wetenschappen, van de wijsheid en het vrouwelijk handwerk. Ze is de dochter van Zeus. Ze handhaaft recht en wet en ze is onoverwinnelijk. Ze wordt afgebeeld als een weerbare jonkvrouw met helm, speer en schild. Bijzonder aan haar gewijd zijn de olijfboom, uil, slang en haan. VERERINGSPLAATS: Attika (Athene) Hefaistos Hefaistos is de god van het vuur en de smeedkunst. Hij is de zoon van Hera en echtgenoot van Aphrodite. Hij is kreupel. Hij maakte de scepter voor Zeus en de drietand voor Poseidon. Hefaistos wordt voorgesteld als een man met baard, met een ronde of kegelvormige muts, en met smidsgereedschap in de hand. VERERINGSPLAATSEN: onder de vulkanen heeft hij zijn werkplaats: de berg Mosychos op Limnos; ook in Athene wordt hij vereerd. Apollo Apollo is de god van het schone en het licht (de zon). En hij is ook de god van de reiniging van het schuldige geweten. Apollo is het kind van Zeus en Leto. Als boogschutter straft hij met zijn pijlen het kwade bij de mannen. Ook is hij de god van de muziek en de dichtkunst. Hij wordt afgebeeld als lierspeler, met een boog of vergezeld van Artemis zijn tweelingzus. VERERINGSPLAATSEN: Delos, Delfi.
Artemis Artemis is de godin van de jacht. Zij wordt ook de maangodin
genoemd. Ze is de dochter van Zeus en tweelingzus van Apollo. Ze jaagt in de bergen en wouden van Arkadië en Lakonië (Pelopónnesos). Ze is de beschermster van de kuisheid. Ze straft de overspelige vrouwen met haar pijlen. Zij wordt
voorgesteld als de heerseres van de dieren, als jageres, en met een halve maan in de hand. VERERINGSPLAATSEN: Sparta, Egina. Aphrodite Aphrodite is de godin van de vruchtbaarheid, liefde en schoonheid. Zij is een dochter van Zeus. En ze is de enige godin die (half) naakt wordt afgebeeld. Haar attributen zijn de granaatappel en myrte. De duif is aan haar gewijd. VERERINGSPLAATSEN: Korinthe, Kos, Kythera, Cyprus en havens. Ares Ares is de god van de oorlog. Hij is de enige zoon van Zeus en Hera. Hij is de minnaar van Aphrodite. Hij wordt gehaat om zijn wreedheid en strijdlust. Hij heeft een donderende stem en hij overtreft de andere goden in snelheid. Deimos (Schrik) en Fobos (Angst) trekken met hem mee en ze worden soms als zijn zonen voorgesteld. Hij wordt als een krijger met schild en helm afgebeeld. VERERINGSPLAATSEN: Sparta, Ibrakië. Hermes Hermes is de god van alles waarbij handigheid te pas komt. Bode der goden en begeleider van de schimmen naar de onderwereld. Hij is de zoon van Zeus. Beschermer van de reizigers. Hij is de god van de koophandel (dieven en bedriegers). Hij wordt afgebeeld gekleed in een reismantel, met een (gevleugelde) plattereishoed, gevleugelde laarzen of sandalen en met een gouden herautstaf in de hand. VERERINGSPLAATS: Arkadië.
Poseidon God van de zee en het water. Hij woont op de bodem van de zee. Hij is de broer van Zeus en dus de zoon van Rea en Kronos. Hij is de beschermer van de visserij, scheepvaart en havensteden. Hij is ook de ‘aardschudder’, dat wil zeggen dat de Grieken geloofden dat hij voor de aardbevingen zorgde. Soms wordt hij afgebeeld in een lang gewaad en een mantel. Hij draagt een baard en heeft een krans/diadeem op het hoofd. De drietand is zijn attribuut. Het paard, de renbaan, de dolfijn en de pijnboom zijn aan hem gewijd. VERERINGSPLAATSEN: Sounion en de Isthmos bij Korinthe. Demeter Demeter is de godin van het koren en de landbouw. Ze is de zus van Zeus. Ze leerde de mensen ploegen. Daarom is ze ook vruchtbaarheidsgodin. Haar dochter is Perséphone. Zij wordt als een waardige vrouw met korenaar afgebeeld. VERERINGSPLAATS: Eleusis. Hades Hades is de god van het dodenrijk, van het binnenste der aarde. Hij is de broer van Zeus, Demeter en Poseidon. Soms wordt hij ook Plouton genoemd. Hij wordt afgebeeld in een chiton (mouwloos wollen of linnen hemd), met in de hand een staf met adelaar of een hoorn van de overvloed. De narcis en cipres zijn aan hem gewijd. Dionysos Dionysos is de god van de terugkeer van het leven in de natuur, van de blijheid dat de winter weer voorbij is. Als Bacchus ook bekend als god van de wijn. Hij is de zoon van Zeus. Hij plant de wijnstok en leert de mensen de wijnteelt. Hij wordt vergezeld door satyrs. Hij wordt afgebeeld als een baardige oude man, soms met wingerd omkranst. Hij wordt ook wel als klein kind voorgesteld. Zijn
Attributen zijn de klimop, de wijnrank en de thyrsosstaf (een rietstok met een pijnappel erop, met linten, klimop en

wijnranken omwonden). VERERINGSPLAATSEN: Delfi, Eleusis, Thebe. Hoe de mythen ontstaan zijn moeten we verklaren in drie antwoorden. Er zijn immers drie soorten mythen. De eerste soort zijn de historische mythen een voorbeeld daarvan is de mythe van de Trojaanse oorlog. Deze mythen zijn ontstaan door middel van waargebeurde feiten. Een tweede soort is de oorzakelijke mythe deze mythen helpen dingen uitteleggen die onverklaarbaar waar in de tijd. Denk maar aan de bliksem een andere mythe is die van de olijfboom, en deze mythe gaat zo: De legende van de olijfboom In Griekenland is de olijfboom erg belangrijk, immers de godin Pallas Athene schonk er één aan de stad. Waarom worden olijfbomen ook nu nog steeds twee aan twee geplant? Nou dat komt zo:Zeus vroeg zich af of de mensen wel goed voor elkaar waren. Waren ze vriendelijk en gastvrij ? Hij besloot samen met zijn zoon Hermes af te dalen naar de aarde om dat te controleren. Ze vermomden zich als arme bedelaars. Ze trokken van dorp tot dorp en van stad tot stad. Nergens waren zij welkom en niemand wilde hen te eten en te drinken geven. Honden werden op hen afgestuurd en de mensen bekogelden de beide goden met eieren en tomaten. Zeus was diep teleurgesteld in de mensen, maar gaf niet op. Op een gegeven moment kwamen ze bij een kleine hut, waar zij door een ouder echtpaar, Philemoon en Baukis gastvrij ontvangen werden. Philemoon en Baukis waren niet rijk, ze zeiden tegen Zeus, dat ze alles met de “arme bedelaars” wilden delen ! Ze boden hun eigen bed aan om te overnachten, terwijl ze zelf op de grond gingen slapen. De volgende ochtend vertelde Zeus aan Philemoon en Baukis, wie hij en zijn zoon werkelijk waren en de twee oudjes stonden perplex. Ze boden zelfs hun excuses aan voor het schamele maal dat zij hun gasten hadden voorgezet. Zeus was hen echter zeer dankbaar en bood hen aan een wens te doen !De twee wisten niets te wensen. “Wij zijn gelukkig met elkaar, wij hebben alles wat wij wensen”, zeiden zij. “Maar als het mogelijk is willen we graag samen oud worden en als de tijd daar is willen we graag samen sterven”. Zeus beloofde dit en keerde terug naar het godenrijk. Philemoon en Baukis leefden nog lang en gelukkig, maar daarmee zijn we nog niet aan het einde….Op een dag waren zij samen aan het werk op het veld, de olijvenoogst moest binnengehaald worden en ze waren ontzettend moe. Ze besloten wat uit te rusten en vielen in slaap op het veld.Ze werden niet meer wakker en zijn op vredige wijze in een omarming gestorven.Op de plaats waar zij lagen, groeiden plotseling twee olijfbomen, vlak naast elkaar, om iedereen eraan te herinneren goed, vriendelijk en gastvrij te zijn voor elkaar. Dus daarom worden in Griekenland de olijfbomen twee aan twee geplant. En daar mee zijn we dan gekomen aan de derde soort, de derde soort is ook de moeilijkste soort. Deze soort is de soort waarin de psychologie geïnteresseerd is. Het zijn mythen die een gedrag proberen uitteleggen van mensen. Deel twee: het dagelijkse leven en de Olympische spelen Mannen en vrouwen. De Griekse samenleving kende ‘vrije mensen’ en slaven. In de rijke families werkte alleen de man buitenshuis. De vrouw was thuis en leefde veelal in een eigen kamer. (de vrouwenkamer of gynaekonitis) Hier werd gekletst, geweven en met de kinderen gespeeld. Het was verboden terrein voor mannen ! De mannenkamer heette andron. Zij lagen op banken, spraken met vrienden, kletsten wat en aten en dronken. Slavinnen zorgden voor de hapjes en drankjes. Er was ook een groot leeftijdsverschil tussen mannen en vrouwen. Soms wel 15 jaar. Waarom was dat zo zul je misschien denken. Nou heel simpel: Men werd niet oud. De vrouw moest gemiddeld 6 kinderen krijgen om er voor te zorgen dat het Griekse volk niet uit zou sterven. De man kon je nog van alles leren als je zo jong was. De man kon mooi verzorgd worden als hij oud was. Kinderen. Ook hier is weer een verschil tussen rijk en arm. De rijke kinderen gingen vanaf hun 7de jaar naar school. De slaaf moest hen halen en brengen. Ze leerden rekenen, schrijven en lezen. ’s Middags kregen ze gymnastiek. De arme kinderen moesten meehelpen op het land en konden dus niet naar school. Soms werden ze verkocht als slaaf, omdat vader en moeder te arm waren om voor de kinderen te zorgen. Veel kinderen stierven al op jonge leeftijd. Spartaanse opvoeding. Misschien ken je wel de uitdrukking: “Hij krijgt een Spartaanse opvoeding”. In het zuiden van Griekenland ligt Sparta. Dat is een plaats in Lakonië. Daar komt ook de uitdrukking ‘hij/zij doet er nogal laconiek over” vandaan. Dat betekent dat het je niet zoveel kan schelen. Een andere betekenis is dat je met zo weinig mogelijk woorden zegt wat je bedoelt. Maar wat betreft de opvoeding waren de Spartanen niet zo laconiek. Sparta leek wel een legerkamp. Rond 900 v. Chr. leefde een man die Lycurgus heette. Hij wilde dat Sparta, zijn stadstaat, de grootste en sterkste stadstaat van de wereld zou zijn. Om erachter te komen hoe je het sterkst kon worden, reisde Lycurgus de belangrijkste landen in de wereld rond. Hij ontdekte, dat mensen die aan ontspanning en plezier dachten en lui waren, geen sterk en machtig land zouden krijgen. Het volk dat het hardst werkte en zijn plicht deed, kwam het verst. Toen hij terug kwam in Sparta, maakte Lycurgus een heleboel wetten, die ervoor moesten zorgen, dat Sparta het sterkst zou worden. Die regels worden de "code van wetten" genoemd. Hieronder staan er een paar... Een pasgeboren baby moest gekeurd worden of het gezond was. Was dit niet zo, dan moest de pasgeboren baby van de rotsen gegooid worden. Als jongens 7 jaar waren, werden ze van huis weggehaald en moesten ze naar school. De school was een soort soldatenkamp waar ze tot hun 60ste bleven. Op school kregen ze geen leervakken, maar alleen alles wat
nodig was om een goede soldaat te worden. Op bepaalde tijden kreeg een Spartaanse jongen altijd zweepslagen, ook al had hij niets gedaan. Het was de bedoeling dat de jongens zo pijn leerden verdragen. Ze mochten dus niet huilen en moesten leren om pijn te hebben. De Spartanen moesten doorwerken tot ze er bij neervielen, maar ze

mochten niet laten merken dat ze moe waren. Ze moesten het slechtste voedsel eten, lange tijd honger- en dorst lijden en ze mochten maar 1 kledingstuk aan wanneer het koud was en droegen geen schoenen. De Spartaanse jongens mochten geen lekkere dingen eten of op zachte bedden slapen of mooie kleren dragen. De Spartanen leerden kort en stug te spreken. Ze moesten alles zeggen met zo min mogelijk woorden. Deze manier van spreken noemt men ‘laconiek’. De oprichter van de moderne Olympische Spelen
Baron Pierre de Coubertin kwam in 1894 op het idee om de Olympische Spelen, dat ooit verzonnen is door de Grieken, weer te hervatten. Met gedachte erachter om het sporten te promoten, een nieuwe eeuw in te luiden en dat landen mekaar beter ging begrijpen. De Coubertin wilde de eerste Spelen in 1900 in Parijs hebben, want hij kwam uit Frankrijk. Maar het IOC (het Internationaal Olympisch Comité) zag andere kandidaten, Boedapest en Athene. Men stelde toen vast dat het in 1896 in Athene zou gebeuren. Maar de regering was er niet blij mee (financieel), maar de volksmond wilde het wel. De kans dat Boedapest het zou worden werd alsmaar groter, maar een Griekse rijke man wilde wel voor de kosten opdraaien, dus ging het door in Athene. SPELEN IN OLIMPIA Ruim duizend jaar lang (van 776 v.Chr-393 n.Chr.) werden in Olympia in de landstreek Elis om de vier jaar wedstrijden gehouden, die zijn uitgegroeid tot de bekendste sportgebeurtenis van de Oudheid. De oude Olympische Spelen hebben meer dan duizend jaar bestaan totdat de tot het Christelijk geloof bekeerde Romeinse keizer Theodosius ze als een 'heidense' instelling in 393 na Christus verbood. Het behalen van de eerste prijs was een geschenk van de goden. De Spelen waren voor de Grieken zeer belangrijk. Niets en niemand mocht het doorgaan ervan in de weg staan. Terwijl de moderne Olympische Spelen al drie maal - in 1916, 1940 en 1944 - wegens oorlog werden afgelast, zette men in de Griekse oudheid ten tijde van de Spelen juist de oorlogen stop. De deelnemers en toeschouwers moesten immers veilig de vaak maanden durende heen- en terugreis kunnen volbrengen. Het houden van de Spelen in Elis had politieke voordelen. Elis was een klein, afgelegen district zonder veel politieke macht of militaire kracht. Er was weinig kans dat de grote roem die van de Spelen afstraalde, de macht van Elis zou vergroten. De Coubertin en de moderne spelen Op het eind van de vorige eeuw rijpte bij de Franse baron Pierre de Coubertin het idee dat het goed zou zijn de Olympische Spelen te laten herleven. In 1870-1871 werd Frankrijk in een oorlog door Duitsland verslagen. Volgens de Coubertin was een van de oorzaken van deze nederlaag dat de Franse jeugd te weinig aan sport deed. Alleen fysieke fitheid en een gezonde wedstrijdmentaliteit bij de jeugd zou er voor kunnen zorgen dat Frankrijk weer meetelde in de wereld. Bovendien zouden de spelen het internationaal begrip, de broederschap en de vrede bevorderen. Vanzelfsprekend zouden de wedstrijden gehouden moeten worden tussen amateurs en even vanzelfsprekend moest grote waarde gehecht worden aan 'fair play'. Grote verschillen tussen de klassieke en de moderne spelen
In 1896 werden in Athene - uit praktische overwegingen kwam Olympia niet in aanmerking - de eerste Olympische Spelen van de moderne tijd gehouden. 285 deelnemers bestreden elkaar in 42 nummers in 10 sporten. Alleen het hardlopen, het verspringen, het discuswerpen en worstelen waren ontleend aan de klassieke spelen. De marathonloop, gewonnen door de Griek Spyridon Luis, heeft bijvoorbeeld nooit deel uitgemaakt van de oude spelen. Eigenlijk waren er zelfs meer verschillen dan overeenkomsten tussen de oude en de moderne spelen. Het ging de Coubertin dan ook niet zozeer om de realiteit van het oude Olympia, maar om een Olympische 'geest' zoals hij die zich voorstelde.

REACTIES

-.

-.

Apollo was de Zonnegod of ook wel God van de Beschaving en Orde, God van Muziek, God van Poëzie, God van de Wetenschap, God van het Licht, God van de Waarheid en de Genezing.


17 jaar geleden

F.

F.

Het klopt niet helemaal precies kijk maar in de encyclopedie

17 jaar geleden

E.

E.

ik vind het goed maar wel erg lang

19 jaar geleden

L.

L.

heel goed gedaan proficiat

18 jaar geleden

P.

P.

ja Het klopt niet helemaal precies kijk maar in de encyclopedie

13 jaar geleden

I.

I.

ik vind het niet kunnen dat hij/zij namen van steden of dergelijke die NIET BESTAAN in de tekst zet, mijn leerkracht gaf me 10 op 20 omdat er super veel woorden in stonden die volgens haar niet eens bestaan
IN DEZE TEKST DUS

12 jaar geleden

R.

R.

Heej leuk gedaan hoor,maar wat zijn de vereringsplaatsen van hades???

12 jaar geleden

J.

J.

hey zou ik tips kunnen krijgen voor mijn spreekbeurt over griekse goden

12 jaar geleden

A.

A.

Heee,
Van welke site heb je deze informatie afgehaald?
Voor mijn werkstuk ben ik deze info nodig, maar ik mag niet als site scholieren.com doen.

12 jaar geleden

A.

A.

Erg goed gedaan bedankt

11 jaar geleden

X.

X.

dankje voor de informatie ik had het nodig voor mijn werkstuk die ik nog in mijn eigen woorden ga verwerken thanx

10 jaar geleden

H.

H.

ik vindt zelf dat het veels te lang is en er zitten veels te moeilijke woorden in die ik zelf nog niet begrijp. sommige dingen kloppen niet eens!

10 jaar geleden

T.

T.

inderdaad!

6 jaar geleden

B.

B.

Goed

9 jaar geleden

B.

B.

ik vindt zelf dat het veels te lang is en er zitten veels te moeilijke woorden in die ik zelf nog niet begrijp. sommige dingen kloppen niet eens!

9 jaar geleden

J.

J.

super goed ect geweldig

9 jaar geleden

H.

H.

Aphrodite is niet de godin van dat maar Helena

6 jaar geleden

O.

O.

Kan kloppen. Heb ik ook zo geleerd.

5 jaar geleden

P.

P.

Weet iemand waarom Dionysus aanbeden werd?

Alvast bedankt!

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.