Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Rederijkers

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • 5e klas vwo | 976 woorden
  • 10 december 2002
  • 105 keer beoordeeld
Cijfer 6
105 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Ik doe mijn spreekbeurt over de rederijkers omdat eens wat anders wilde dan een spreekbeurt over een boek. Rederijkers is de benaming voor liefhebbers of beoefenaars van de Nederlandse dichtkunst. De rederijkerstijd was een overgangsperiode. De middeleeuwen waren afgelopen en de Renaissance was nog niet begonnen. In de steden gingen mensen met dezelfde beroepen bij elkaar wonen. Zij verenigden zich in Gilden, een soort vakbond. Deze vakbonden hadden ruimtes waar ze over o.a. literaire onderwerpen spraken. Iedereen, eigenlijk alleen de rijkeren, verzamelden zich in een ruimte die men de rederijkerskamer noemt. Deze kamer was in theorie voor iedereen toegankelijk maar in praktijk alleen voor de gegoede burgers. De gewone burgers hadden immers geen tijd, zij moesten werken. Vooral de periode tussen 1430-1550 is bekend om de Rederijkers. Overal in het Nederlandse taalgebied werden rederijkerskamers opgericht. De rederijkerskamers speelden een centrale rol in het literaire leven in de laatmiddeleeuwse stad. Ze hielden zich bezig met literaire wedstrijden en maakte propaganda. Grote steden hadden ook een stadsrederijker en was van groot belang voor een stad, omdat deze eigenlijk het visite kaartje van hen was. Steden deden dan ook veel moeite voor een goede stadsrederijker en kochten hen soms weg bij andere steden, of boden de stadsrederijkers een contract voor het leven aan. Rederijkers speelden in veel steden een belangrijke rol bij feesten en plechtige gebeurtenissen er werden dan allerlei bijbelse maar ook niet-bijbelse taferelen uitgebeeld. Ook tijdens officiële bezoeken van een vorst of hoge gast werd de stad versierd en stonden er vele podia langs de route die gevolgd werd. Meestal werd bij elke stellage gestopt en gaf een stedelijke functionaris uitleg bij het getoonde verhaal. De boodschap achter het verhaal was meestal moeilijk te begrijpen,wat ook de bedoeling was. Want de hoge gasten kon je geen simpele en lachwekkende stukken voorzetten, waarmee het lage volk benaderd werd. De Rederijkers hielpen bij de uitbeelding van de scènes die vaak een politieke boodschap hadden: Ze wilden de invloed van de stad laten zien en de goede verhouding met de vorst benadrukken. De festiviteiten hadden dan ook een hoog politiek belang en diende ook als propaganda voor de steden, die grotendeels in handen lagen van de rederijkers. Regelmatig werden er ook wedstrijden gehouden tussen rederijkers uit verschillende steden. Een beroemd voorbeeld is de Gentse wedstrijd uit 1539. De organiserende rederijkerskamer stuurde dan maanden van tevoren een uitnodiging naar alle steden in de wijde omgeving. Die kaart, zoals de uitnodiging werd genoemd, gaf aan wat de opdrachten waren en welke prijzen er vielen te verdienen. De rederijkers hadden een groot aandeel in het vermaak van de mensen in die tijd. Maar hun animatie was niet alleen vermaak, de burgers leerden ook dingen en de rederijkers gebruikten de momenten op het podium om hun idealen naar het grote publiek over te brengen. Het bleek ook de beste methode omdat analfabeten zo ook bereikt werden. In de rederijkerstoneel had je verschillende genres: Esbattementen (soort kluchten vol humor), moraliteitsspelen (waarin een moraal centraal stond) en mirakelspelen (zoals het woord al zegt, waar spelen wonderen een grote rol). De misschien wel belangrijkste rederijkerskamer bevond zich in Amsterdam. Deze kamer heette de Eglantier, maar hij wordt ook vaak met zijn motto of zinspreuk In Liefd' Bloeyende aangeduid. In deze rederijkerskamer zaten een paar bekende rederijkers: - Dirk Volkersz. Coornhert - Gerbrand Adriaensz Bredero - Hendrik Laurenz Spieghel - Roemer Visscher - Pieter Cornelisz Hooft - Joost van den Vondel
In de Rederijkerstijd zag men het kunstwerk als een gemeenschappelijk product van een rederijkerskamer en niet van één of enkele personen. Daardoor komt het dat we, de gehele vijftiende en de eerste helft van de 16e eeuw, zo weinig tot niets over de rederijkers weten. Pas toen in Nederland de Renaissance aanbrak, veranderde ook de opvattingen over de functie van het individu. Ze vermeldde voortaan hun naam of verwerkten hun zinsspreuk. De taal van de rederijkers bevatte veel vreemde woorden. De bastaardwoorden, die voor een groot deel door de rederijkers zelf gemaakt werden. Tijdens het dichten konden ze geen woorden vinden die goed konden rijmen met het daarvoor geschreven zin. Ze verzonnen daarom woorden met hun eigen betekenis om zo hun gedichten kloppend te maken. Vanaf het midden van de zestiende eeuw kwamen er stemmen op voor taalzuivering, steeds meer mensen zagen de bastaardwoorden als een bederf van de taal. De humanisten waren de felste die streden voor de taalzuivering. Het rare is dat juist diezelfde rederijkers die begonnen met de bastaard woorden, ook gingen pleitten voor het vermijden van het gebruik van vreemde woorden. In de 17e eeuw was Nederland nog steeds een gebied met verschillende dialecten maar zonder echte standaardtaal. In deze tijd begint in Nederland de ontwikkeling van een nieuw taalbewustzijn. De rederijkerskamers hadden hier een grote invloed op. Joost van den Vondel schreef hierover dit: Neemt hy voor in Nederduitsch, zijn moederlijcke tale te zingen; des hoeft hy zich zoo luttel te schamen als de Hebreen, Griecken, Latijnen...Wat onze spraeck belangt, die is, sedert weinige jaren herwaert, van bastertwoorden en onduits allengs geschuimt, en gebouwt, en geeft den leerling nu veel vooruit..." (J.van Vondel, Aenleiding ter Nederduitse Dichterkunste, 1650). Hij zegt dat als iemand in het Nederduits gaat zingen dan hoeft hij zich niet te schamen want sinds een paar jaar is de taal van bastert- en onduitse woorden gezuiverd. Hij is taalbewust, hij vindt dat het nu beter is, de Nederlandse taal gezuiverd. Het streven naar een algemene standaardtaal heeft de gehele 17e eeuw gedomineerd en heeft zich tot in de 20e eeuw voortgezet. De rederijkerstijd was een tijd waarom door een aantal mensen de ontwikkeling van de taal belangrijker werd gevonden dan hun eigen belang. De rederijkers hadden veel verschillende functies in de maatschappij en daarom een groot aanzien. Ze hebben ervoor gezorgd dat de taal en zijn ontwikkeling in de aandacht kwam en nog steeds is.

REACTIES

S.

S.

had nog ff 'n vraagje over dat werkstuk over rederijkers: heb je daar ook nog bronnen van?
groeten

Stefan

21 jaar geleden

E.

E.

erg bruikbaar, bedankt

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.