Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Brillen

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • Klas onbekend | 916 woorden
  • 7 april 2004
  • 184 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
184 keer beoordeeld

Brillen Ogen zijn ingewikkelde dingen. Omdat ze in de oogkassen liggen, zie je er maar een klein stukje van. In dat kleine stukje kun je de iris en de pupil zien. De iris is het gekleurde rondje. Een iris kan blauw, groen en grijs zijn. Het zwarte rondje daar omheen is de pupil. Die pupil is eigenlijk gewoon een gaatje waar licht door naar binnen komt. De pupil kan groter en kleiner worden. Als het donker is, wordt hij groter. Zo kun je meer zien. Als het erg licht is word de pupil klein. Teveel licht is niet fijn voor je ogen. Het licht komt via de pupil terecht op het netvlies. Het netvlies bestaat uit miljoenen cellen. Die cellen in het oog hebben twee vormen, staafjes of kegeltjes. De staafjes zijn gevoelig voor zwart en wit de kegeltjes voor kleuren. Als er licht op de staafjes en kegeltjes valt, maken ze signalen. Ze geven die signalen door aan de oog zenuw. Daarna stuurt de oog zenuw ze door naar de hersenen. In de hersenen wordt het signaal vertaald in een beeld. Om te zien, werken je ogen dus met je hersenen samen. Je ogen maken heel snel achter elkaar foto’s. Daarna gaan je hersenen met die foto’s aan de slag en maken ze er een filmpje van. Dat is wat je ziet. Aan je ogen zitten spieren. Die spieren zorgen ervoor dat je met je ogen kunt bewegen. Houd je hoofd maar eens stil en kijk naar boven, naar beneden, naar links en naar rechts. Je oogspieren doen het werk. Bij mensen die scheel kijken, is een van de oogspieren tekort. De oogarts kan die spier verlengen en zo het probleem oplossen. Naar de oogarts Als je merkt dat je minder goed ziet is dat lastig en is een bril misschien de oplossing. Als je voor het eerst een bril moet, stuurt je huisarts je door naar de oogarts. Hij doet ook operaties, maar dan moet er wel wat ernstigs met je ogen aan de hand zijn. De oogarts gaat allerlei testen doen. Hij schijnt met een klein lampje in je oog om te zien of je pupil zich goed klein kan maken. Hij laat je ook plaatjes zien, en cijfers en letters lezen. Die cijfers en letters staan in rijen op een bord. Bovenaan dat bord staan hele grote letters, onderaan zijn ze juist klein. De oogarts kan er zo achter komen wat je wel en niet kunt zien. Daarna krijg je een bril op je neus. De oogarts heeft een kistje met allemaal verschillende glaasjes erin. Die worden een voor een in de grote bril gedaan, net zolang tot jij er goed door kunt kijken. Nadat alle testen zijn gedaan, weet de oogarts hoe goed je kunt zien. Als je een bril nodig hebt, schrijft hij een recept uit. Daarop staat de sterkte van de glazen. Met het recept ga je naar een brillenwinkel om een bril uit te zoeken.
Brillen passen In een brillenwinkel werkt een opticien. Die helpt je met het uitzoeken van een montuur. Dat is de bril zonder glazen. Hij let daarbij op de vorm van je gezicht en de kleur van je haar. Hij vertelt ook over de soorten glazen die er zijn. Hou je van sporten en stoeien, dan is het handig om voor een bril met kunststof glazen te kiezen. Die glazen kunnen niet breken. Als je het montuur hebt uitgezocht gaat de opticien aan het werk. Op het recept van de oogarts kan hij zien hoe sterk de glazen moeten zijn. Hij gaat de glazen slijpen. Dat doet hij met een machine. De glazen krijgen een holle vorm als je bijziend bent en een bolle vorm als je verziend bent. Na het slijpen zijn de glazen op de goede sterkte. Daarna worden ze op maat gemaakt, zodat ze in het montuur passen. Hij moet lekker zitten, niet te strak en niet te los. Een opticien repareert ook brillen. Dus als er per ongeluk iemand op je bril is gaan zitten en de pootjes zijn verbogen, ga je gewoon terug naar de brillenwinkel. Als je jong bent, heb je regelmatig een nieuwe bril nodig. Soms worden je ogen beter of slechter. Voor een nieuwe bril hoef je meestal niet naar de oogarts. De opticien kan je ogen ook onderzoeken. Wat doet een bril Een bril zorgt ervoor dat mensen met slechte ogen toch goed kunnen zien. Mensen die dichtbij niet goed kunnen zien, dragen een bril met bollen glazen. Als je ze aankijkt, zie je dat hun ogen groter lijken. Mensen die veraf niet goed kunnen zien, dragen brillen met hollen glazen. Hun ogen lijken kleiner. De sterkte van de glazen wordt in cijfers uitgedrukt. Bolle glazen noem je plus glazen. Holle glazen noem je min glazen. Ben je erg verziend, dan heb je misschien plus 6. Je kunt dan niet zonder bril. Heb je + 1 dan valt het wel mee, dan hoef je de bril alleen op als je gaat lezen of schrijven. Hoe sterker je bril is, hoe dikker de glazen zijn. Vroeger waren ze dikker dan nu. Door de verbeteringen van de techniek kunnen nu ook sterke glazen dun geslepen worden. Ken je het spreek woord Ouderdom komt met gebreken. Slechte ogen horen ook bij kwalen waar oudere mensen last van krijgen. Als je ouder wordt kan het oog zich niet meer zo makkelijk aanpassen en sommige onderdelen van het oog zijn een beetje versleten. Daarom dragen oudere mensen ook vaak een bril.

REACTIES

D.

D.

Ik moet werkstuk maken en ik hbe hier heel veel info dingen ide ik nog nie eens wist maar wel fijn o een werkstuk de maken !

13 jaar geleden

P.

P.

meer plaatjes

13 jaar geleden

P.

P.

ik vind het super info

10 jaar geleden

D.

D.

ik wil mijn spreekbeurt er over houden echt super handig deze informatie maar plaatjes er bij zal nog mooier worden bedankt !!!!

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.