Pinguins

1. wat is een pinguïn? Een pinguïn is een vogel met vleugels die dienen als peddels bij het zwemmen en ze kunnen er niet mee vliegen. Een pinguïn is geen zoogdier. Als een pinguïn geboren wordt komt het uit een ei en heeft een bruine bontvacht. 2. mannetjes en vrouwtjes Op het zuidelijk halfrond zijn de seizoenen precies het tegenovergestelde van de onze. De zomer begint in November. Het seizoen voor de verliefde paartjes. De koningspinguïns komen uit de zee, waar ze zich vol gegeten hebben met vis. Ze steken het strand over en gaan op zoek naar een partner. Hebben een mannetje en een vrouwtje elkaar gevonden, dan gaan ze met hun buiken tegenover elkaar staan. Ze strekken zich zoveel mogelijk uit , met hun snavel omhoog en hun vleugels naar achteren gestrekt . Ze laten hun liefdeszang horen en daarna maken het mannetje en het vrouwtje allerlei buigingen naar elkaar. 3. geen last van de kou Zelfs in de zomer kunnen er in het zuidpoolgebied flinke stormen opsteken. Maar de koningspinguïns zijn daar wel tegen bestand. Onder hun Huid hebben ze een dikke vetlaag. Hun veren liggen net als dakpannen over elkaar. Onder elke veer zit wat dons. Samen vormen de veren een waterdichte laag .Het laagje dons houd de warmte vast. Zo goed dat de pinguïns, als ze druk bezig zijn, zelfs ‘warm lopen’. Ze moeten dan even hun veren schudden om de warme lucht tussen het dons te laten ontsnappen.
4. maar één ei Van de koningspinguïns die vroeg broeden, legt het vrouwtje begin november haar ei. Het is ongeveer zo groot als een forse appel en peervormig. Zo kan ze er zelfs mee lopen! Ze bedekt haar ei met een grote huidplooi onder haar buik. Daar groeien geen veren , zodat het ei direct tegen het warme vogellijfje ligt. Maar al na een paar uur nadat ze het ei heeft gelegd, trekt het vrouwtje voor een paar weken naar de zee, om te vissen. Dan neemt het mannetje het ei onder zijn hoede. Hij eet al die tijd niets en vermagert flink. Als het vrouwtje terugkomt, neemt zij het ei weer over. Nu kan het mannetje naar zee om te vissen en om weer op gewicht te komen. Zo wisselen ze elkaar ongeveer om de twee weken af 5. een wollige vacht De broedtijd duurt in totaal ongeveer anderhalve maand. Half januari is het voor het kuiken tijd om uit het ei te komen. Daar is het wel twee dagen mee bezig. Daarna kruipt het snel onder de huidplooi van een van de ouders. Het kuiken moet nog warm gehouden worden, want het heeft alleen nog maar een dun laagje grijs dons op zijn rug. Na drie weken heeft het een prachtige , wollige, chocoladebruine vacht. Omdat het nog geen waterdicht verendek heeft , kan het kuiken zelf niet op visvangst gaan. Het moet door zijn ouders worden gevoerd. Die lijken onvermoeibaar en lopen voortdurend van het kuiken naar de zee, om vis te vangen. Die bewaren ze in hun slokdarm. Als ze hun jong gaan voeren persen ze de vis terug naar boven. Een jonge koningspinguïn groeit snel en is al gauw even groot en zwaar als zijn ouders. 6. echte vissers Op de eilanden waar de koningspinguïns leven, is niets eetbaars voor hen te vinden. Aan de plantjes die hier en daar tussen de rotsen groeien, hebben ze niets. Maar in zee zwemmen miljoenen vissen en de ping. Aan de plantjes die hier en daar tussen de rotsen, hebben ze niets. Maar in zee zwemmen miljoenen vissen en de pinguïns eten er zo veel van als ze kunnen. Ook eten ze pijlinktvissen en kleine in het water zwevende garnalen. Met hun gestroomlijnde langwerpige lichaam en hun waterdichte veren zijn pinguïns prima duikers en zwemmers. In het water roeien ze met hun vleugels, ook wel ‘’ flippers ‘’ genoemd. Hun poten en hun staart gebruiken ze als roer. Het lijkt wel of ze door het water vliegen !ook al blijven ze dagen achter elkaar in het ijskoude water, ze hebben er geen last van. Want de met lucht gevulde donslaag tussen de huid en de veren én de stevige vetlaag onder de huid houden de warmte van hun lijf vast. 7. van superdik naar super mager Als de kuikens in januari geboren worden, wegen ze niet meer dan een grote appel. In de antarctische zomer worden ze door hun ouders volgepropt met vis. Na een paar maanden wegen ze 12 kilo! Maar aan het einde van de winter, in september, wegen de kuikens die de winter overleefd hebben nog maar 6 kilo. Ik zal vertellen hoe dat zit. Tijdens de wintermaanden blijven de kuikens in de kolonie. Ze staan in groepen, dicht bij elkaar. zo zoeken ze bescherming tegen de gure wind en tegen roofdieren. Hun ouders zijn op zee. Ze komen steeds minder op het land om hun jongen te voeren. Soms blijven ze weken lang weg. In die tussentijd krijgen de kuikens niks te eten en worden steeds magerder. Alleen de sterkste blijven leven. 8. Winter in Antarctica Op het zuidelijk halfrond is mei een koude maand. Bij ons is het dan lente. Maar in het gebied waar de pinguïns leven begint de winter. Vreselijke sneeuwstormen razen over de eilanden. De lucht wordt steeds donkerder en het landschap ziet er eng uit. Zo nu en dan komen een paar pinguïns de zee uit om hun kuikens te voeren en ze gaan door de ijskoude stormwind. In warmere tijden staan de pinguïns op een afstandje van elkaar. Nu kruipen ze zo dicht mogelijk naar elkaar toe.
9. Overleven Eindelijk is het september. De lucht wordt zachter. De volwassen dieren die dit jaar geen jong hebben gehad, komen terug van de zee om te ruien. Ze krijgen een nieuw, glad verenpak.. Daarmee kunnen ze het nieuwe visseizoen in. En dat is maar goed ook, want tijdens de rui, die een maand kan duren, hebben ze niets gegeten. Ook de vogels die wel een jong hebben, komen aan land. Ze geven het weer volop te eten. In oktober beginnen de kuikens te ruien. Ze raken hun chocoladebruine vacht kwijt en krijgen een prachtig nieuw verendek met gladde veren. Nu kunnen ze binnenkort zelf op visvangst gaan . Daarna komen de ouders aan de beurt om te ruien. 10. Even rekenen.............. De hele periode van broeden, jong verzorgen en ruien duurt bij koningspinguïns langer dan een jaar. De vogels die het ene jaar, broeden het volgende jaar later, vanaf januari. Het jaar daarop broeden ze niet. Koningspinguïns kunnen dus hooguit twee keer in drie jaar broeden .Maar ook omdat er al in het begin verloren gaan, hebben de meeste paartjes niet meer dan een broedsel per twee jaar. Pinguïns zijn in de eerste plaats zeevogels. Alleen in de paartijd, in de broedtijd en in de ruitijd krijg je de kans om de vogels in zulke enorme groepen bij elkaar te zien. De rest van het jaar leven ze bijna steeds in het ijskoude oceaanwater, waar ze het meest in hun element voelen. Weinig vogels zijn zo aan het waterleven aangepast. Ze zwemmen en duiken als de beste. Vliegen hoeft voor hen niet meer !