Kleding- en schoenenindustrie

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Sectorwerkstuk door een scholier
  • 4e klas vmbo | 2552 woorden
  • 9 juli 2006
  • 218 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
218 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding
Ik heb gekozen voor het onderwerp de kleding en schoenenindustrie, omdat ik met aardrijkskunde een boekje hadden over de internationalisering van de kleding en schoenenindustrie. En ik wou er wel meer over weten. Op het idee van de hoofdvraag kwam ik doordat er in het nieuws veel aandacht werd besteed van de kledingindustrie in China.De deelvragen en hoofdvraag die ik ga behandelen staan hieronder.

1. Wat houdt de kleding- en schoenenindustrie in?

2. Welke landen horen bij de oosterse wereld en wat zijn de kenmerken van die landen?
3. Welke rol speelt de oosterse wereld in de productie van bekende merken? (bijvoorbeeld Nike)
4. Waar komt de meeste kleding vandaan en waarom daar?
5. Wat zijn de voordelen en nadelen van de kleding en schoenenindustrie van de oosterse wereld?
6. Hoe gaat het met de Europese kleding en schoenenindustrie?
7. Wat doet Europa voor onze textielsector?

Hoofdvraag: wat is de invloed van de Oosterse wereld op de kleding en schoenenindustrie van Europa?

Deelvragen

1. Wat houdt de kleding en schoenenindustrie in?

De kleding en schoenenindustrie is:
• Ontwerpen
Ontwikkeling
• Productie
• Distributie
• Marketing

Ontwerpen het kledingstuk/schoen wordt ontworpen en getekend.

Ontwikkeling er wordt bepaald van wat voor materiaal het gemaakt moet worden.

Fabricage wordt het product gemaakt in de fabriek. Eerst voorbehandeling

Marketing het product wordt in de media gemaakt en wordt reclame gemaakt.

Distributie het product wordt van het productieland naar het verkoopland vervoerd.


Hieronder staat wat erbij de kleding en schoenenindustrie gebeurt.

Ontwerp:
-styling
-stoffen selecteren
-modellen ontwikkelen
- prototype productie
- kosten analyse
-evaluatie collectie definitie
-presentatie promotie

Ontwikkeling:
-productie voorbereiding en planning
-grondstoffen aankopen, grondstoffen behandeling
-patronen maken, intekenen, snijplanning
-methodestudie en productievoorbereiding, productieschema

Fabricage:
-snijden en voorbewerken
-confectie
-persen en finishen

Distributie
-logistiek controle
-marketing en promotie
-administratie en financiële controle
-verkoop


2. Welke landen horen bij de oosterse wereld en wat zijn de kenmerken van de landen?

De landen die ik in dit werkstuk bedoel met de oosterse wereld is:

• China
• Indonesië
• India
• Thailand
• Filippijnen
• Vietnam
• Bangladesh
• Taiwan

China

Het land telt meer dan 1 miljard inwoners, en heeft ook de meeste inwoners ter wereld. De hoofdstad is Peking. Het merendeel van de bevolking woont op het platteland. Landbouw is de belangrijkste tak in de economie. De industrie begint nu ook op gang te komen. China produceert vooral voor de wereldmarkt en veel multinationals vestigen zich in China. In de fabrieken werken vooral jonge vrouwen. De lonen zijn laag en de arbeidsomstandigheden zijn slecht. Tijdens een brand kwamen 80 mensen om, omdat alles op slot was. De vrouwen worden geïsoleerd van de rest van de wereld. China is de grootste producent van katoen.

Indonesië

Indonesië bestaat uit de grote eilanden Java, Sumatra, Borneo en Celebes en nog veel kleinere eilanden. De grond is heel vruchtbaar grond en er heerst een tropisch klimaat. De economische groei die Indonesië sinds jaren`80, maar dit komt door een groot deel door de investeringen van buitenlandse bedrijven. Het is een land waar de lonen laag zijn en de arbeidsomstandigheden zijn meestal slecht.. Er wordt veel overgewerkt door vrouwen in de kleding en schoenenindustrie


India

India is een schiereiland en heeft na China van alle landen ter wereld de meeste inwoners circa 1 miljard inwoners. Door de lage lonen en de hoge opleiding slaagt India er steeds meer in om westerse bedrijven naar hun land te trekken en daar zich te laten vestigen.

Thailand

Thailand is een schiereiland en is zeer dichtbevolkt. Er zijn verschillende bronnen van inkomen een van de belangrijkste bronnen is katoen.. Er zijn verschillende kledingfabrieken gevestigd die produceren voor Europa en de Verenigde Staten.

Filippijnen

De Filippijnen bestaan uit 7101 eilanden. De arbeidsomstandigheden en de lonen zijn slecht. In de Filippijnse economie gaat de industrie een grotere rol spelen. De handelspartners van de Filippijnen zijn de Verenigde Staten, Japan, Hongkong, Taiwan, Maleisië, Singapore, China, Zuid-Korea. De Filippijnen voeren de meeste handel met Thailand en Duitsland.

Vietnam

Vietnam is een republiek met ongeveer 81 miljoen inwoners. De kleding- en schoenenindustrie zijn een belangrijke industrie voor Vietnam. De woon en werkomstandigheden zijn slecht en de lonen zijn laag. De belangrijkste handelspartners zijn Singapore, Zuid-Korea en Japan

Bangladesh

Is een dichtbevolkt land, waar veel en vaak overstromingen voorkomen. Het is ook nog steeds een van de armste landen ter wereld. Veel kleding en schoenen die uit Bangladesh komen zijn door kinderen. De grote merken controleren wel of er kinderen werken, want dat willen ze niet want ze krijgen dan een slechte naam. Maar het blijft wel voorkomen.

Taiwan

Taiwan is een groot eiland met een aantal kleine eilandjes. Er zijn verschillende fabrieken gevestigd. De mensen de er werken hebben een laag loon en de fabrieken staan meestal in de wat grotere steden.


3. Welke rol speelt de oosterse wereld in de productie van bekende merken? (bijvoorbeeld Nike)

De oosterse wereld doet vooral de productie van bekende merken. De bekende merken kiezen meestal voor landen waar de lonen laag zijn, dat zijn vaak de landen in de oosterse wereld.

Als voorbeeld gebruik ik Nike. Nike is een Amerikaans bedrijf, maar de sportkleding en schoenen worden niet in de Verenigde Staten gemaakt. Nike zelf maakt helemaal geen spullen meer. Het laat de productie over aan bedrijven, vooral in Azië. Het productieproces is door Nike in stukken verdeeld. Nike zit in een web van ondernemingen, die allemaal een deel van de productie doen. Elk onderdeel gebeurt in een land of plek waar dat het goedkoopste kan. Dit is niet de enige reden waarom Nike voor een land of plek kiest.De beschikbaarheid van de kennis speelt ook een rol.

Productieproces Nike

1. Ontwerpers maken een nieuw model sportschoen in de Verenigde Staten.
2. De ontwerpen gaan naar bedrijven, in Taiwan bijvoorbeeld. Daar bepalen ze van welk materiaal de schoen het beste gemaakt zou kunnen worden. Als ze dat weten kan de schoen gemaakt worden.
3. De Taiwanese bedrijven maken de schoenen ook zelf niet. Ze laten dit doen in landen waar de lonen laag zijn. De onderdelen worden meestal in verschillende fabrieken gemaakt, het kan dat de veters uit Indonesië komen en de zolen uit Maleisië.
4. Alle onderdelen worden in China in elkaar gezet .
5. Als de schoenen klaar zijn, worden ze verpakt en in containers gedaan. Vanuit China wordt het over de hele wereld verspreid. Vanuit de havens worden ze naar winkels gevoerd.
6. De distributie wordt geregeld vanuit het hoofdkantoor in de Verenigde Staten.

Dus de bedrijven besteden hun werk uit. Ze besteden hun werk uit aan onderaannemers. Ze hebben wel veel contact met de leveranciers zodat het goed gebeurt en alles goed gaat. Ze besteden hun werk uit .Door veel opties te bekijken naar wie zet het werk laten uitbesteden, want er is concurrentie tussen de landen. Maar er zit ook verschil in kwaliteit. Het ene bedrijf is beter in enkele bepaalde onderdelen dan de ander. Het land moet ook niet te ver weg liggen, omdat het anders te lang duurt voordat het product in de winkel ligt en dan zou een trend weer over kunnen zijn. En het bedrijf moet ervaring hebben. Daarna bepalen de bedrijven aan wie ze het uit besteden. Het nut van uitbesteden is, dat de productiekosten laag gehouden worden. Zodat ze meer kledingstukken of schoenen te gelijk kunnen laten maken en zo dus meer winst maken. Daar gaat het zo`n bedrijf alleen maar om. Zo kan het bedrijf de spullen ook goedkoper verkopen, zodat meer mensen de producten kunnen kopen. In eigen land maken zou duurder zijn dan in bijvoorbeeld China.

4. Waar komt de meeste kleding vandaan en waarom daar?

De meeste kleding komt uit de oosterse wereld. Ze worden ontworpen in Europa of Verenigde Staten. Daar doen ze de marketing en regelen het vervoer. De producent kiest een plek waar het product geproduceerd gaat worden. Ze kiezen meestal voor een land met lage lonen en met kennis en kwaliteit. Meestal is een land uit de oosterse wereld zo’n land. De onderdelen worden vaak in verschillende landen gemaakt. Als de onderdelen klaar zijn gaan ze naar een ander land om het in elkaar te zetten. Vanuit dat land worden de producten naar landen vervoerd voor de verkoop.


Er zijn 5 dingen die winkelketens belangrijk vinden:
• Kwaliteit
• Voldoen aan regels
• Prijs
• Betrouwbaarheid
• Afstand

Als winkelketens snel een bepaald product nodig hebben, omdat het in de mode is. wordt meestal een land dichtbij gezocht. Dan is afstand belangrijk. De winkelketens moeten erop kunnen vertrouwen dat het product op tijd wordt geleverd en de goede kwaliteit De kwaliteit is vaak het belangrijkste. Als iets van goede kwaliteit is, gaan de mensen vaker naar de winkel om kleding of schoenen te kopen. Bekende merken vinden het voldoen aan regels belangrijk, ze willen niet dat hun product door kinderen gemaakt is. Ze willen een goede indruk maken op de klant. En dat de arbeidsomstandigheden goed zijn. Als dit niet zo is lopen ze de kans om minder te verkopen, omdat de klanten niet mee willen werken aan de slechte omstandigheden.

5. Wat zijn de voordelen en nadelen van de kleding en schoenenindustrie van de oosterse wereld?

Voordelen van kleding en schoenenindustrie van de oosterse wereld zijn:
• Goedkope productiekosten, doordat de lonen in de oosterse wereld laag zijn.
• Producten goedkoper

Nadelen van de kleding en schoenenindustrie van de oosterse wereld zijn:
• Toename onderlinge concurrentie tussen de landen.
• Verplaatsing van de productie van de oosterse wereld naar andere goedkopere landen op de exportmarkt.
• De lokale industrie kan niet tegen de oosterse wereld concurreren.

• Concurrentie met goedkoper producerende landen dan zij zelf.Heeft gevolgen voor hun poging de buitenlandse schulden het hoofd te bieden.
• De westerse invloed werkt door in de productie voor de lokale markt. Het gevolg is dat de traditionele kleding en plaatselijke kledingindustrie niet meer lang bestaat.
• Hoge kosten voor het vervoer, de productie gaat dan minder kosten dan het vervoer.

6. Hoe gaat het met de Europese kleding en schoenenindustrie?

De laatste tijd gaat het iets slechter met de kleding en schoenenindustrie van Europa. Dit komt vooral door de grotere invloed van China. In China worden de producten goedkoper gemaakt dan Europa. Dit komt vooral doordat er in China lagere lonen zijn. De Europese lonen zijn in vergelijking erg hoog. Daarom kiezen winkels eerder voor goedkope kleding zodat ze zelf meer winst kunnen maken. Als een product maar 10 euro kost uit China en €19 uit Europa kunnen de winkels het verkopen voor 19 euro en hebben ze 9 euro winst . De winkels die kiezen voor kleding en schoenen die geproduceerd zijn in Europa kosten 19 euro, en dan moeten de winkels ook nog winst maken en komt er geld bij. Dan worden de producten uit Europa goedkoper. De winkels kiezen voor kleding en schoenen die geproduceerd zijn in China omdat het goedkoper is en dat ze zelf winst kunnen maken. Omdat de winkels meer kiezen voor producten uit China gaat het met de Europese kleding en schoenindustrie achteruit.

De Europese kleding en schoenenindustrie heeft in mei van 2004 minder omgezet, wel 15% minder dan in mei 2003. Een daling van de gemiddelde dagomzet was 6.6% kleiner. De afzetprijzen bleven het gelijk. In het eerste kwartaal van 2004 was het volume van de toegevoerde waarde in de branche 3.3% lager dan in 2003. De gemiddelde dagomzet is al de achttiende maand achter elkaar achttiende gedaald . De daling was op alle gebieden in de branche. De daling van de gemiddelde dagomzet in de kledingindustrie was met bijna 30% het grootst.

De export waarde naar Azië groeide in 2004 met 32% tot €52 miljoen. De export naar zuidelijke Europese landen is iets gedaald. De totale invoer van kleding in Nederland steeg tot iets van €6 miljard. De invoer vanuit Turkije is ook weer gestegen, maar niet zoveel als in 2003

De import uit Azië, voornamelijk China is in 2004 met 8% gestegen tot 2,14 miljard De invoer vanuit China steeg met 15%. Vanuit Hong Kong daalde de invoer met 7%. De invoer uit India is ook gedaald. De kledingindustrie in Indonesië is verslagen door die van Thailand.

7. Wat doet Europa voor onze textielsector?

De Europese Commissie gekomen tot een actieplan voor textiel- en kledingsector in Europa. Om met voorstellen te komen die de textiel- en kledingsector moeten versterken in Europa. Er worden maatregelen genomen tegen China. Zodat de import uit China wordt beperkt. Er wordt spoed gezet achter het oprichten van de Paneuromedzone, de Europese vrijhandelzone voor textiel-en kledingproducenten met alleen in Oost-Europa en Noord-Afrika. Over de invoering van het label ``Made in Europe” en het algemene stelsel van tariefpreferenties is nog grote verdeeldheid.
Sommige willen dat alle bestaande quato met 3 jaar verlengd moet worden, om te voorkomen dat China vanaf 2005 de internationale handel in textiel en kledingproducenten zou monopoliseren. Het probleem is dat naast vertegenwoordigers van grootdistributie van de industrie en de Europese Commissie en van het industrie, het niet met elkaar eens zijn.. Die kiezen voor goedkope sourcingsmogelijkheden in lageloonlanden, terwijl meer liberale lidstaten de distributie boven de productie kiezen

Europa heeft in de zomer al een verbod gedaan van import vanuit China, maar die werd naar een paar dagen opgeheven .
Europa is nog steeds bezig om de concurrentie met de Oosterse wereld te verminderen. En proberen een betere concurrentie positie te krijgen op de wereldmarkt.
Hoofdvraag: Wat is de invloed van de Oosterse wereld op de kleding en schoenindustrie van Europa?

De invloed van de oosterse wereld op de kleding en schoenenindustrie is groot. Dit komt doordat in die landen de lonen laag zijn. Als je die lonen vergelijkt met de lonen in Europa is het verschil heel groot. De oosterse wereld heeft ook een steeds grotere invloed doordat Europese en Amerikaanse bedrijven zich gaan vestigen in die landen. Dit zie je vaak bij grote merken zoals Mexx en Nike. Die bedrijven laten alleen daar maar produceren, omdat die lonen lager zijn. Alleen als bedrijven iets snel moeten hebben, omdat het in de mode is, wordt er gebruik gemaakt van landen die dichterbij liggen. Een voorbeeld van een land die kleding produceert voor Nederland is Polen. De lonen zijn wel hoger, maar de afstand is korter en kan snel in de winkel komen te liggen. Zo zijn de vervoerskosten ook lager dan als je het uit China moet halen. Bij grote merken kiezen ze de landen niet waar het laagste loon is, ze kijken ook naar de kwaliteit, de kennis, betrouwbaarheid en het aan de regels houden. Ze willen geen slechte naam krijgen en zorgen dat in de fabrieken waar het geproduceerd wordt geen kinderarbeid is en de arbeidsomstandigheid goed zijn.. Ook gaan in de oosterse wereld zelf fabrieken opzetten, en kleding produceren. De kleding of schoenen gaan dan vaak naar Europa of Amerika. Maar de Europese kleding en schoenproducenten kunnen niet op tegen die landen. De lonen zijn daar veel lager ze werken daar soms voor €0.73 per uur. In Europa ligt dat meestal rond de €10.
Europa kan maar op twee manieren wat doen aan de concurrentie van de oosterse wereld. Ze kunnen de invoerrechten verhogen uit China. De Europese landen kunnen samen maatregelen nemen tegen de Oosterse wereld, door bijvoorbeeld de import te stoppen . Dit is in de zomer al gebeurd.

De oosterse wereld heeft een negatieve invloed op de Europese kleding en schoenindustrie, het is moeilijker geworden voor Europese bedrijven te concurreren tegen de oosterse wereld.

De oosterse wereld is belangrijk in de kleding en schoenindustrie, omdat het landen zijn waar de lonen laag zijn en de kwaliteit goed. Europa kan daar niet tegen concurreren, dus ze moeten een plan maken om de concurrentiepositie te verbeteren. Of ze moeten het laten gebeuren en handel met ze voeren.

De oosterse wereld heeft een grote invloed op de kleding en schoenenindustrie van Europa.

REACTIES

F.

F.

nice gedaan thanx voor info ;)

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.