Être
Zijn
Je suis
Ik ben
Tu es
Jij bent
Il est
Hij is
Elle est
Zij is
On est
Men is
Nous sommes
Wij zijn
Vous êtes
Jullie zijn/u bent
Ils sont
Zij zijn
Elles sont
Zij zijn
Avoir
Hebben
J’ai
Ik heb
Tu as
Jij hebt
Il a
Hij heeft
Elle a
Zij heeft
On a
Men heeft
Nous avons
Wij hebben
Vous avez
Jullie hebben/u heeft
Ils ont
Zij hebben
Elles ont
Zij hebben
Aller
Gaan
Je vais
Ik ga
Tu vas
Jij gaat
Il va
Hij gaat
Elle va
Zij gaat
On va
Men gaat/we gaan
Nous allons
Wij gaan
Vous allez
Jullie gaan/u gaat
Ils vont
Zij gaan
Elles vont
Zij gaan
Prendre
Nemen
Je prends
Ik neem
Tu prends
Jij neemt
Il prend
Hij neemt
Elle prend
Zij neemt
On prend
Men neemt
Nous prenons
Wij nemen
Vous prenez
Jullie nemen/u neemt
Ils prennent
Zij nemen
Elles prennent
Zij nemen
Venir
Komen
Je viens
Ik kom
Tu viens
Jij komt
Il vient
Hij komt
Elle vient
Zij komt
On vient
Men komt/we komen
Nous venons
Wij komen
Vous venez
Jullie komen/u komt
Ils viennent
Zij komen
Elles viennent
Zij komen
Aimer
Werkwoorden op -er
Houden van
J’aime
Ik houd van
Tu aimes
Jij houdt van
Il aime
Hij houdt van
Elle aime
Zij houdt van
On aime
Men houdt van/we houden van
Nous aimons
Wij houden van
Vous aimez
Jullie houden van/u houdt van
Ils aiment
Zij houden van
Elles aiment
Zij houden van
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden