Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Massamedia hoofdstuk 1 t/m 8

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1823 woorden
  • 26 maart 2002
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
18 keer beoordeeld

Hoofdstuk 1 Communicatie, informatie en massacommunicatie § 1.2 Vormen van communicatie
v Eenzijdige communicatie Eenrichtingverkeer
v Meerzijdige communicatie Zender en ontvanger reageren beiden op elkaar
v Feedback Ontvanger wordt zender en omgekeerd
v Verbale communicatie Communicatie door gesproken of geschreven woord
v Non-verbale communicatie Communicatie zonder woorden
v Directe communicatie Communicatie zonder hulpmiddelen - Gesprekken - Samen muziek improviseren - Geslachtsgemeenschap
v Indirecte communicatie Communicatie m.b.v. technische hulpmiddelen - Telefoongesprek - Briefwisseling - Radio-uitzending §1.4 Socialisatie

v Referentiekader Het geheel van kennis, ervaringen en verwachtingen
v Communicatiestoornis Storing in de communicatie - Een Chinees interpreteert het boeren heel anders dan een Nederlander
v Socialisatie Het proces waarbij de mens voorbereidt wordt op een rol
in de maatschappij. §1.5 Informatie
v Informatie Nieuws en kennis
Drie voorwaarden van nieuws: q Het moet uitzonderlijk zijn
q Het moet een zekere samenhang vertonen met andere feiten
q Degene die het nieuws ontvangt moet een voorkennis hebben van het feit §1.6 Massacommunicatie
v Massacommunicatie Communicatie gericht op een groot publiek
v Massamedia Massacommunicatie m.b.v. technische hulpmiddelen Hoofdstuk 2 De betekenis van de massamedia §2.1 De betekenis van de media voor het individu
De media kunnen 4 taken vervullen: q Ze kunnen de leverancier van informatie zijn
q Ze kunnen opinies en gedrag beïnvloeden

q Ze kunnen kennis en inzicht vergroten
q Ze kunnen verstrooiing bieden (strips, human interest, enz.) §2.2 De functies van de samenleving
De 5 functies van de massamedia voor de samenleving: q Overdracht van cultuur
q Bijdrage leveren aan blikverruiming
q Overdragen van kennis en informatie
q Informatie- en kennisoverdracht tussen burgers en overheid
q Uitwisselen van meningen §2.3 Media en cultuur
v Vooroordelen Negatieve oordelen gebaseerd op een gebrek aan kennis
v Stereotypen Clichébeelden - Woonwagenbewoners veroorzaken veel overlast §2.4 De media en het meningvormingsproces
Twee manieren hoe de massamedia de meningsvorming beïnvloeden: q Ze bepalen waar de mensen over denken en praten; zij vormen de publieke agenda
q Ze bepalen mede hoe over bepaalde dingen gepraat en gedacht wordt §2.5 De visies van McLuhan en Postman
Zij maken verschil tussen mensen die informatie uit boeken halen en mensen die hun informatie uit de massamedia halen. De mens is met de komst van de tv van het typografische in het televisietijdperk beland. Dat heeft grote gevolgen. De mens die zijn kennis uit gedrukte teksten moet opdoen, dacht volgens bepaalde, strikt logische patronen; punctueel, logisch en letterlijk. Alles moest in taal worden weergegeven. Dat is nu niet meer zo door de komst van de tv. §2.6 Kanttekeningen bij de functies van de media

De functies van de massamedia (§2.2) kunnen niet goed vervuld worden, want: q De meeste media zijn te marktgericht
q Meestal is er sprake van eenzijdige communicatie
q Voor de nieuwsvoorziening zijn pers en omroep vaak afhankelijk van persbureaus (niet pluriform) Hoofdstuk 3 Selectie §3.1 Selectie door de consument
v Selectieve perceptie Mensen nemen slechts een gedeelte waar van wat er
gebeurt. §3.2 Selectie door de media
De media kan geen objectief beeld geven van wat er in de wereld gebeurt, omdat ze een keuze moeten maken uit het grote nieuwsaanbod dat geleverd wordt door bijvoorbeeld de persbureaus. De media is altijd gekleurd, omdat de journalisten bepalen wat wel en geen nieuws is. §3.3 Persbureaus en redacties
v Persbureaus Zij zorgen voor een groot deel van het wereldnieuws - Associated Press (AP), Agence France Presse (AFP), Reuter, Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) §3.4 Selectiecriteria
Er zijn ongeschreven journalistieke regels: q Gebeurtenissen of uitspraken moeten uitzonderlijk zijn

q Gebeurtenissen moeten gevolgen hebben voor een grote groep mensen
q Gebeurtenissen moeten actueel zijn
q Gebeurtenissen moeten van belang zijn voor de doelgroep van het medium
q Gebeurtenissen waarover langere tijd geschreven kan worden hebben een grotere nieuwswaarde dan eenmalige incidenten
q Gebeurtenissen moeten eenvoudig uit te leggen zijn aan het grote publiek
q In het nieuwsaanbod moet een zekere afwisseling zitten §3.5 Objectiviteit en subjectiviteit
Er zijn een aantal journalistieke normen: q Journalisten moeten informatie die binnenkomt met zoveel mogelijk andere bronnen controleren - Ze komen er via via achter dat de burgemeester een krottenwijk in de stad wil afbreken. Ze moeten gaan bellen met de voorlichtingsdienst van de gemeente om het te controleren. Daarna mogen ze het pas publiceren
q Journalisten moeten hoor en wederhoor toepassen - Bij het verslaan van het nieuws moeten ze zoveel mogelijk de betrokken partijen aan het woord laten
q Ze moeten informatie (objectief) en eigen mening (subjectief) scheiden §3.6 Nieuws en de Derde Wereld
De Derde Wereld wil graag dat de 4 grote persbureaus (AFP, Reuter, UPI, AP) niet te veel spectaculaire beelden laten zien over de Derde Wereld. Daarom hebben ze hun eigen persbureaus opgericht nl. Inter Press Service (IPS) en Pan Africa News Agency (PANA). Helaas kunnen zij door te weinig geld niet concurreren met de westerse persbureaus. Alleen met de hulp van stichtingen zoals NOVIB kunnen zij een geringe invloed hebben op het nieuws van het Westen. Hoofdstuk 4 De werking van de beïnvloeding door de media §4.1 Injectienaaldtheorie

De injectienaaldtheorie legt er de nadruk op dat met de media de massa’s gemanipuleerd kunnen worden. §4.2 Tweetrapsmodel
De volgers luisteren vooral naar de goed geïnformeerde opinieleiders. De opinieleiders zijn daarom een soort filter. §4.3 Selectiviteitstheorieën
In tegenstelling tot de injectienaaldtheorie en het tweetrapsmodel gaan deze theorieën om de vraag: Wat doen mensen met de media? §4.4 Agendatheorie
De media bepaald de onderwerpen waarover in de maatschappij gesproken en gedacht wordt. Hoofdstuk 5 De overheid en de media §5.1 Pers & omroep
v De pers Alle gedrukte massamedia . v Omroep Radio & televisie
v Marktmechanisme De wet van vraag en aanbod bepaald welke bladen groot kunnen worden en welke
moeten verdwijnen. §5.2 De grondwet
v Grondwet Meest fundamentele wet van een land. Regelt de verhouding tussen overheid
en burger. v Censuur Controleren en eventueel verbieden. Hoofdstuk 6 De pers: een profiel §6.1 De inhoud van de dagbladen
Kranten kunnen zes soorten berichten bevatten: q Beleidsinformatie Nieuwsfeiten en achtergronden van politieke en maarschappelijke
ontwikkelingen. q Human-interest Artikelen over alledaagse of juist bijzondere mensen/gebeurtenissen. q Verstrooiing Strips, feuilletons, sportberichten, enz. q Praktische informatie Informatie die van direct praktisch nut voor de lezer is. Weerbericht, kooktips, uitgaansagenda’s, enz. q Opinie Ze geven de mening van de krant weer. q Advertenties Enige groep die niet onder verantwoording van de redactie valt. §6.2 Landelijke en regionale bladen

v Landelijke dagbladen Die zijn in alle delen van het land verkrijgbaar. v Regionale dagbladen Die hebben een bijzondere belangstelling voor het nieuws uit eigen regio. §6.3 Ochtend- en avondbladen
v Ochtendbladen Die brengen het nieuws van de hele vorige dag. v Avondbladen Brengt in vergelijking met het ochtendblad versere informatie. §6.4 Populaire massakranten en kaderkranten
v Populaire massakranten Geven veel aandacht aan human-interest en verstrooiing. v Kaderkranten Geven veel aandacht aan beleidsinformatie. §6.5 De kleur van de dagbladen
De identiteit van de kranten ligt niet voor eeuwig vast. Wel is deze identiteit moeilijk te bepalen. De volkskrant bijvoorbeeld is in de jaren zestig van een katholieke tot een linkse krant. Links = Progressief
Rechts = Conservatief
De landelijke dagbladen zijn: Krant Kleur Links / Rechts v Trouw Midden / Progressief Links van het midden
v De Volkskrant Progressief Links
v Reformatorisch Dagblad Conservatief Rechts
v Algemeen Dagblad Midden / Conservatief Rechts van het midden
v Het Financieel Dagblad
v Nederlands Dagblad v Telegraaf Conservatief Rechts
v Het Parool
v NRC Handelsblad §6.6 Tijdschriften
Tijdschrift Vrouw / Man Bijzonderheden v Libelle Vrouw Opgericht voor de gewone vrouw
v Margriet Vrouw Opgericht voor de gewone vrouw
v Viva Vrouw Opgericht voor de jonge vrouw
v Opzij Vrouw Opgericht voor feministen

v Cosmopolitan Vrouw Opgericht voor modebewuste, koopkrachtige
vrouwen
v Avenue Vrouw Opgericht voor modebewuste, koopkrachtige
vrouwen
v Panorama Familie Opgericht voor het hele gezin
v Nieuwe Revu Familie Opgericht voor het hele gezin
v Het beste Familie Opgericht voor het hele gezin
v Playboy Man Opgericht voor modebewuste, koopkrachtige man
v Penthouse Man Opgericht voor modebewuste, koopkrachtige man
v Actueel Man Opgericht voor de gewone man
v Story Familie Roddelblad (uitsluitend human-interest) v Privé Familie Roddelblad (uitsluitend human-interest) v Weekend Familie Roddelblad (uitsluitend human-interest) v Muziekexpress Jeugd Muziekblad
v Tina Meisjes Meisjesblad
v Donald Duck Familie Stripblad

v Kijk Familie Populair wetenschapsblad
v Omroepbladen Familie Voor het tv programma
v Hobbybladen Familie Behandelen één speciale hobby
v Sportbladen Familie Behandelen één sport
v Vaktijdschriften Familie Behandelen één beroepsrichting §6.7 Opiniebladen
Opiniebladen hebben de taak om de lezer te informeren over achtergronden van maarschappelijke, economische, politieke en culturele ontwikkelingen. Een aantal opiniebladen zijn: v Elsevier Rechts
v Vrij Nederland Links
v Hervormd Nederland Progressief-christelijk
v Groene Amsterdammer Links-intellectueel
v Haagse Post/De Tijd Midden
v Intermediair Het onderscheid zich van anderen omdat het gratis is
Veel mensen kiezen geen opinieblad omdat ze de meeste informatie al kunnen vinden in hun dagblad. Een dagblad is veel actueler, want die komt elke dag. De opiniebladen zijn weekbladen. §6.8 Huis-aan-huisbladen
Deze bladen komen gratis op ieder adres in de bus. Meestal verschijnen ze eenmaal per week. Inkomsten komen uit reclame. Daarom staat er in een huis-aan-huisblad veel reclame. Hoofdstuk 7 De pers: tussen commercie en overheid §7.1 Marktgerichtheid

v Marktgerichtheid Het streven naar een zo groot mogelijk publiek
Oorzaken van het verdwijnen van een groot aantal dagbladen: ¨ Ontzuiling ¨ Opkomst van de televisie ¨ Invoering van STER-reclame ¨ Adverteerders gaan weg, want hoe minder lezers hoe minder aantrekkelijk het is voor de adverteerders §7.2 Persconcentratie en monopolievorming
v Persconcentratie Steeds minder uitgevers krijgen een steeds groter deel van de totale
bladenmarkt in handen. Oorzaken van persconcentratie: ¨ Oplagespiraal Dat geeft het verband aan tussen de oplage, de advertentie-inkomsten en
de kwaliteit van de kranten ¨ Technologische veranderingen in de uitgeverijen
v Monopolievorming Uitgeverijen krijgen een bepaalde deelmarkt (bijna) volledig in handen §7.3 Marktsegmentering
v Marktsegmentering Publiek wordt onderverdeeld in verschillende groepen (segmenten) waarvoor
afzonderlijke bladen verschenen Hoofdstuk 8 De publieke omroep: een profiel §8.1 De kenmerken van het publieke bestel
De kenmerken van het publieke bestel zijn: ¨ Ze zijn niet commercieel maar publiek ¨ Het bestel is open: Iedereen die aan de wettelijke voorwaarden voldoet kan zendtijd en financiële steun van de overheid krijgen ¨ Het bestel kent programmatische autonomie: De overheid heeft geen mogelijkheid tot voorafgaand toezicht op de inhoud van programma’s §8.2 De regels voor de omroepverenigingen
De regels voor de omroepverenigingen zijn: ¨ Eigen identiteit ¨ Georganiseerd als vereniging of stichting (d.w.z. geen winst maken) ¨ Ze moeten een volledig programmapakket aanbieden: 20% Cultuur

5% Educatie
25% Informatie
25% Verstrooiing
25% Eigen invulling ¨ Minimum aantal leden: A-omroepen > 450000 leden
B-omroepen 300000 – 450000 leden
C-omroepen 150000 – 300000 leden
Aspirant-omr. > 60000 leden
Zendtijdverhouding = 5 – 3 – 1 – ½ Aspirantomroepen krijgen die zendtijd voor 2 jaar. Dan geen C-status?Zendtijd kwijt. §8.4 NOS en NOB
v NOS Nederlandse Omroep Stichting
NOS heeft de volgende taken: ¨ Coördinatie van programma’s van landelijke omroepverenigingen ¨ Vertegenwoordigen van omroepverenigingen in internationale organisaties ¨ Het beschikbaar stellen van programma’s aan het buitenland ¨ Het verzorgen van eigen programma’s over die zaken waaraan andere zendgemachtigden niet voldoende aandacht schenken ¨ Het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de omroepinstellingen
De NOS krijgt 2x zoveel zendtijd als een A-omroep

v NOB Nederlandse Omroepproductie Bedrijf
NOB heeft de volgende taken: ¨ Beheren en exploiteren van alle technische voorzieningen van de nationale omroep zoals: -Studio’s -Gebouwen -Apparatuur ¨ Het instandhouden en exploiteren van: -Muziekbibliotheek -De fonotheek -Het film- en beeldbandenarchief -Omroeporkesten en koren -enz. enz.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.