Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Afdeling 2, hoofdstuk 2 Middeleeuwen

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1245 woorden
  • 8 februari 2002
  • 90 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
90 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De Middeleeuwen Tijdsbeeld
De late Middeleeuwen vormden een redelijk stabiele periode waarin de ambachten en de handel een bloeiperiode doormaakten. Er was sprake van twee standen, de rijken en de machtigen. De dappere ridder was het ideaalbeeld, later begon dit beeld af te brokkelen. Burgerij speelde belangrijke rol in het economische en politieke leven, vormde stedelijke toplaag van de middeleeuwse maatschappij. Tegen het einde van de Middeleeuwen ontstonden er wetten en rechtspraak, daarvoor werd er rechtgesproken volgens de gewoontes van de streek. Mensen werden niet oud, stierven aan o.a. cholera, Zwarte Dood of de pest. Bij kruistochten lieten veel mensen het leven, en had veel maatschappelijke gevolgen. De middeleeuwse wetenschap was gebaseerd op zeven vrije kunsten. Het geestelijk leven stond volledig in dienst van God en de katholieke Kerk. Ook het volksgeloof was nog aanwezig. Kunst
Veel Middeleeuwse kunst was anoniem. Laatmiddeleeuwse kunst is sterk beïnvloed door de christelijke godsdienst. Primitieven hebben grote invloed gehad op West-Europese schilderkunst. Ze streefden realisme na door nauwkeurigheid in de details, en was symbolisch. Jeroen Bosch wordt nog steeds gezien als de grote meester van de schilderkunst. Hij schilderde bovennatuurlijke dingen en figuren. In de elfde en twaalfde eeuw was de Romaanse bouwkunst ontwikkeld, met kenmerken als een kleine binnenruimte en een horizontale bouw. In de dertiende eeuw was er de Gotische bouwkunst, met juist een grote binnenruimte en verticale bouw. In de Middeleeuwen was er ook veel muziek, zoals volksliederen. Literatuur

In de Middeleeuwen was de kijk op de wereld heel anders dan nu. Je kon toen niet openlijk je mening geven. Als je literatuur leest van die tijd moet je proberen die te bekijken vanuit de denkwijze van destijds. Wat er nog overgebleven is van literatuur uit de Middeleeuwen wat op papier staat, is erg weinig. Bovendien zijn veel werken aangepast. De meeste verhalen/gedichten zijn mondeling doorverteld. Het is dus riskant om een geschiedschrijving te maken van de literatuur. In de Middeleeuwen waren weinig boeken in omloop. De boeken werden met hand geschreven op perkament, dit wordt een manuscript genoemd. De boeken werden versierd met afbeeldingen en sierletters, de kaften werden ook versierd. Tot de dertiende eeuw was het particuliere bezit van bijna alle boeken verboden, omdat ze golden als gevaarlijk en slecht voor de goede zeden. Boeken werden veel meer gebruikt dan tegenwoordig. Ze werden (voor)gelezen, herlezen en ze werden uit het hoofd geleerd. Vanaf de twaalfde eeuw werd lezen en schrijven belangrijk. Niet iedereen kon toen lezen en schrijven, maar steeds meer mensen leerden het. Het was nodig voor administratie en correspondentie. Je had aanzien als je kon schrijven. Tot ver na de uitvinding van de drukpers, in de vijftiende eeuw, werd er naar literatuur geluisterd. Tot in de late Middeleeuwen as het normaal om hardop te lezen, stillezen werd alleen gedaan in bijzondere situaties. Vanaf de zestiende eeuw is stillezen pas goed op gang gekomen. In de veertiende en vijftiende eeuw werden literaire teksten in de volkstaal vaak aan het hof en in de stad voorgelezen en voorgedragen door de auteurs, vertalers of kopiisten. De sprookspreker trok langs hoven en in zijn onderhoud voorzag met het schrijven en voordragen van teksten. Auteurs moesten goed hun best doen op hun teksten om in de smaak te vallen; hij was volledig afhankelijk van zijn opdrachtgever, hij was dus broodschrijver. Hoge heren fungeerden als mecenassen voor de auteurs. Deze moesten worden gezocht bij de hoge adel in de top van de feodale piramide. Burgers traden nooit op. Dat gebeurde pas toen de ‘burgerlijke’ literatuur in een stroomversnelling liep na 1450, door de uitvinding van de boekdrukkunst. Het idee om voorstellingen op papier af te drukken is ontstaan in Noord-Europa teen het einde van de 14e eeuw. Deze afdrukken werden dan gemaakt met bewerkte houtblokken. Hiermee kon veel geproduceerd worden voor weinig geld en de massaproductie was ontstaan. Een serie bij elkaar horende houtsneden, heette een blokboek. De eerste boekdrukken werden met losse letters gemaakt, dat heette incunabelen of wiegendrukken. De uitvinding van de boekdrukkunst heeft veel bijgedragen aan de wetenschap van de Grieken en de Romeinen. In de middeleeuwen was plagiaat heel gewoon. Schrijvers leenden werk van elkaar zonder dat ze het van elkaar wisten. Er was nog geen sprake van oorspronkelijkheid en plagiaat was aan de orde van de dag. Proza
Eén van de oudste verhaalvormen is de ridderroman. Dat waren lange verhalen over de adel en ondernemende ridders. Ze waren op rijm geschreven, zodat ze makkelijk uit het hoofd te leren waren. Het woord roman komt van ‘geschreven in het Romaans, de volkstaal’. De eerste ridderromans gingen vooral over Karel de Grote en zijn leenheren. Er waren Karelromans (voorhoofse romans) en Arthurromans (hoofse ridderromans). De herkomst van het woord hoofs heeft 2 theorieën:  Hoofs verwijst naar de literatuur die aan het middeleeuwse hof gelezen en beluisterd werd.  Hoofs komt van hoofsheid en dat was het gedrag van de adel van de 12e eeuw. Voorhoofs komt van voor die tijd. Karelromans komen uit de Karolingische tijd. Het zijn heldenverhalen over ridders, die als voorbeeld werden gebruikt. Mensen zeiden dat de verhalen waar gebeurd waren, maar dat was niet zo. In de verhalen waren Christenen en heidenen vijanden. Edele vrouwen hadden nog geen belangrijke rol in de verhalen, ze werden soms ruw en onbeschoft behandeld. In dit soort verhalen stond Karel de Grote centraal. Zijn fysieke eigenschappen werden steeds meer overdreven. In Karelromans gaat het vooral om het thema trouw en ontrouw. Arthurromans zijn heel anders dan Karelromans. Ze zijn milder en romantischer. Het gaat ook om een ridder, mar die is altijd vriendelijk, ook tegenover vrouwen. Arthurromans zijn altijd verzonnen, het speelt zich af in een sprookjeswereld. In deze romans staat koning Arthur centraal, iedereen leeft in een ideale wereld. In deze verhalen is er meestal een probleem dat opgelost moet worden door een ridder. Frankrijk heeft de eerste Arthurromans geschreven. Volksboeken
Er kwamen geen nieuwe ridderlijke motieven meer bij en men ging andere verhalen schrijven. Toen het analfabetisme terugliep en de boekdrukkunst werd uitgevonden, herschreef men de oude, rijmende verhalen. Deze boeken werden volksboeken genoemd. Poëzie
De hoofse poëzie, die uit Zuid-Frankrijk kwam, heeft het grootste deel van de middeleeuwse dichtkunst beïnvloed. Het had heel veel succes in een groot deel van Europa.De troubadours uit Zuid-Frankrijk waren er vooral tussen 1075 en 1275. Het heeft een grote invloed gehad op de liefdespoëzie van Europa, maar je vindt het ook terug in ridderromans en toneelstukken. De troubadours werden vooral in kastelen uitgenodigd om informatie te geven over de oosterse en de klassieke cultuur. Kenmerkend voor de hoofse poëzie is de thematiek van liefde die niet beantwoord kan worden. Opvattingen over dit onderwerp leidden tot een verfijning in de omgangsvormen, zeden en gewoontes. Toneel
Het middeleeuwse toneel bestond uit religieuze toneelspelen, hoofse toneelstukken en kluchten. Het was ontstaan uit de Germaanse, Keltische en de Romeinse cultuur. Naar Romeins voorbeeld werden stukken gespeeld die zo luchtig waren, dat de kerk ze had verboden. Ze hadden een slechte invloed op de mensen. Er hebben toch altijd jongleurs bestaan. De kerk heeft ook meegedaan aan het toneel, ze wilden de bijbelse verduidelijken voor mensen. Eerst waren de spelers alleen maar priesters, later ook leken, maar dat waren uitsluitend mannen. De stukken werden na een tijd niet alleen meer in de kerk, maar ook op straat opgevoerd. De religieuze stukken namen een belangrijke plaats in, in de middeleeuwen. Er werden vooral mirakelstukken (waar een wonder in voorkomt) en mysteriespelen (waar geloofswaarheden centraal staan).

REACTIES

I.

I.

heel erg bedankt! jouw samenvatting van eldorado heeft mijn leven gered!
(nou ja, iniedergeval mijn cijfer voor literatuur geschiedenis..) heel erg bedankt!

21 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.