1000 Vroege Middeleeuwen
Hartmann von Aue: - “Gregorius” (oedipusmotief: trouwt eigen moeder zonder het te weten)
- “Der Arme Heinrich” (jong boerenmeisje wilt zich opofferen om melaatsheid ridder te genezen, god geneest ridder, ridder trouwt meisje)
Wolfram von Eschenbach: “Parzival” (verhouding tussen adel en christendom (geestelijkheid))
Gottfried von Straßburg: “Tristan und Isolde” (verheerlijking van de liefde, liefde overwint alles)
Walther von der Vogelweide: had lichamelijke liefde als thema, schreef direct wat hij bedoelde
Het Nibelungenlied: Versepos, combineert verschillende Germaanse sagen met het christendom
Late Middeleeuwen: Opkomst Burgerij, nieuwe literaire vormen (volkslied, -boek, klucht, toneel)
Hans Sachs: beschreef de burgerij, Griekse, Latijnse, Italiaanse en Franse literatuur, in de vorm van o.a. Fastnachsspiele, kluchten en fabels
1500 Humanisme: mens heeft als doel zich te ontplooien
Desiderius Erasmus: “Laus Stultitiae (Lof der Zotheid)” Hierin uitte hij kritiek op de kerk en hing hij het Humanisme aan.
Reformatie: Neuhochdeutsch ontstond
Martin Luther: Bijbelvertaling in een “Doorsneeduits”. Iedereen kon het begrijpen, heeft het Neuhochdeutsch (de nieuwe duitse taal) “gecreëerd”. Bijbel werd in grote oplage geproduceert en werd een volksboek.
1600 Barok: geloofsstrijd katholieken-protestanten, barok betekent letterlijk: onregelmatige Parel
Dertigjarige oorlog (1618-1648): Plunderingen, chaos en onveiligheid in “Duitsland”. 2/3 van de bevolking kwam om in deze oorlog. Was een oorlog tussen katholieken en protestanten, kwamen er aan het eind achter dat het niet door geweld op te lossen was.
Kunst: De kunst was erg uitbundig, er was een constante tegenstelling in de literatuur, tussen de Renaissance (Uitte zich in: Carpe Diem) en de Reformatie (uitte zich in: Memento Mori).
Andreus Gyphius: Belangrijkste barokdichter, had vak thema’s als ijdelheid en vergankelijkheid.
Silesius, von Spee en Gerhardt: schreven religieuze literatuur.
Hans Jakob Christoph von Grimmelshausen: was een van de weinige Romanschrijvers, “Der abenteuerliche Simplicissimus”, “Die Landstörtzerin Courasche”.
Bertolt Brecht: schreef “Mutter courage und ihre Kinder” (geïnspireerd door ”Die Landstörtzerin Courasche”)
1720 Verlichting: aanleiding van de verlichting was de 30-jarige oorlog, mens moest zich door verstand laten leiden, ook wel Rationalisme genoemd. Had twee onderstromingen: Klassicisme & Opvattingen van Lessing
Gevolgen verlichting: Gedachtevrijheid, tolerantie, ontwikkeling natuurwetenschappen, vrouwenemancipatie
Klassicisme: 1e onderstroming
Johann Christoph Gottsched: vond uiterlijk van de literatuur belangrijk maakt strenge regels voor het schrijven van literatuur. Literatuur moest nuttig zijn en plezant gevonden worden. Ideale vorm was de Fabel.
Opvattingen van Lessing: 2e onderstroming
Gotthold Ephraim Lessing: wilde minder strenge regels, was een hartstochtelijk persoon, vond dat er gemengde karakters gebruikt moesten worden, ook wel: mensen van vlees en bloed. Er was dus geen Puur slecht of goed. Baseerde “regels” voor de literatuur op Shakespear. Schreef “Miss Sara Sampson”, “Minna von Barnhelm”, “Emilia Galotti” en “Nathan der Weise”.
1770 Sturm und Drang: reactie op de verlichting, vervolg van het Sentimentalisme: Gevoelsliteratuur
Jean Jacques Rausseau: “Terug naar de natuur” was een tegenpool van de verlichting, mens moest uitgaan van eigen kracht.
Johann Gottfried Herder: bestreed de Tyrannie van de adel, conventies (ongeschreven regels) en strakke regels van de literatuur.
Johan Wolfgang von Goethe: “Götz von Berlichingen”, “Die Leiden des jungen Werther”, “Prometheus (dicht)”.
Friedrich Schiller: “Die Räuber (burgerlijke Tragedie)”, “Kabale und Liebe (burgerlijke Tragedie)” en “Don Carlos” Dit laatste was een overgangsboek van Sturm und Drang naar Klassik.
1785 Klassik: Ideaal was een evenwichtig mens die Harmonie bereikte.
Johan Wolfgang von Goethe: “Edel sei der mensch, hilfreich und gut! (citaat)”, “Iphigenie auf Tauris”, “Hermann und Dorothea”, “Faust”, “Erlkönig”.
Frau Charlotte von Stein: beïnvloedde Goethe om “Iphigenie auf Tauris” te schrijven.
Friedrich Schiller: schreef een Ideenballade (soort van collectie/reeks): “Der Handschuh”, “Der Taucher”, “Die kranische des Ibykus” en “Die Bürgschaft”. Schreef ook “Lied van der Glocke”.
Hartmann von Aue: - “Gregorius” (oedipusmotief: trouwt eigen moeder zonder het te weten)
- “Der Arme Heinrich” (jong boerenmeisje wilt zich opofferen om melaatsheid ridder te genezen, god geneest ridder, ridder trouwt meisje)
Wolfram von Eschenbach: “Parzival” (verhouding tussen adel en christendom (geestelijkheid))
Gottfried von Straßburg: “Tristan und Isolde” (verheerlijking van de liefde, liefde overwint alles)
Walther von der Vogelweide: had lichamelijke liefde als thema, schreef direct wat hij bedoelde
Late Middeleeuwen: Opkomst Burgerij, nieuwe literaire vormen (volkslied, -boek, klucht, toneel)
Hans Sachs: beschreef de burgerij, Griekse, Latijnse, Italiaanse en Franse literatuur, in de vorm van o.a. Fastnachsspiele, kluchten en fabels
1500 Humanisme: mens heeft als doel zich te ontplooien
Desiderius Erasmus: “Laus Stultitiae (Lof der Zotheid)” Hierin uitte hij kritiek op de kerk en hing hij het Humanisme aan.
Reformatie: Neuhochdeutsch ontstond
Martin Luther: Bijbelvertaling in een “Doorsneeduits”. Iedereen kon het begrijpen, heeft het Neuhochdeutsch (de nieuwe duitse taal) “gecreëerd”. Bijbel werd in grote oplage geproduceert en werd een volksboek.
1600 Barok: geloofsstrijd katholieken-protestanten, barok betekent letterlijk: onregelmatige Parel
Dertigjarige oorlog (1618-1648): Plunderingen, chaos en onveiligheid in “Duitsland”. 2/3 van de bevolking kwam om in deze oorlog. Was een oorlog tussen katholieken en protestanten, kwamen er aan het eind achter dat het niet door geweld op te lossen was.
Kunst: De kunst was erg uitbundig, er was een constante tegenstelling in de literatuur, tussen de Renaissance (Uitte zich in: Carpe Diem) en de Reformatie (uitte zich in: Memento Mori).
Andreus Gyphius: Belangrijkste barokdichter, had vak thema’s als ijdelheid en vergankelijkheid.
Hans Jakob Christoph von Grimmelshausen: was een van de weinige Romanschrijvers, “Der abenteuerliche Simplicissimus”, “Die Landstörtzerin Courasche”.
Bertolt Brecht: schreef “Mutter courage und ihre Kinder” (geïnspireerd door ”Die Landstörtzerin Courasche”)
1720 Verlichting: aanleiding van de verlichting was de 30-jarige oorlog, mens moest zich door verstand laten leiden, ook wel Rationalisme genoemd. Had twee onderstromingen: Klassicisme & Opvattingen van Lessing
Gevolgen verlichting: Gedachtevrijheid, tolerantie, ontwikkeling natuurwetenschappen, vrouwenemancipatie
Klassicisme: 1e onderstroming
Johann Christoph Gottsched: vond uiterlijk van de literatuur belangrijk maakt strenge regels voor het schrijven van literatuur. Literatuur moest nuttig zijn en plezant gevonden worden. Ideale vorm was de Fabel.
Opvattingen van Lessing: 2e onderstroming
Gotthold Ephraim Lessing: wilde minder strenge regels, was een hartstochtelijk persoon, vond dat er gemengde karakters gebruikt moesten worden, ook wel: mensen van vlees en bloed. Er was dus geen Puur slecht of goed. Baseerde “regels” voor de literatuur op Shakespear. Schreef “Miss Sara Sampson”, “Minna von Barnhelm”, “Emilia Galotti” en “Nathan der Weise”.
1770 Sturm und Drang: reactie op de verlichting, vervolg van het Sentimentalisme: Gevoelsliteratuur
Johann Gottfried Herder: bestreed de Tyrannie van de adel, conventies (ongeschreven regels) en strakke regels van de literatuur.
Johan Wolfgang von Goethe: “Götz von Berlichingen”, “Die Leiden des jungen Werther”, “Prometheus (dicht)”.
Friedrich Schiller: “Die Räuber (burgerlijke Tragedie)”, “Kabale und Liebe (burgerlijke Tragedie)” en “Don Carlos” Dit laatste was een overgangsboek van Sturm und Drang naar Klassik.
1785 Klassik: Ideaal was een evenwichtig mens die Harmonie bereikte.
Johan Wolfgang von Goethe: “Edel sei der mensch, hilfreich und gut! (citaat)”, “Iphigenie auf Tauris”, “Hermann und Dorothea”, “Faust”, “Erlkönig”.
Frau Charlotte von Stein: beïnvloedde Goethe om “Iphigenie auf Tauris” te schrijven.
Friedrich Schiller: schreef een Ideenballade (soort van collectie/reeks): “Der Handschuh”, “Der Taucher”, “Die kranische des Ibykus” en “Die Bürgschaft”. Schreef ook “Lied van der Glocke”.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden