Thema A, De rechtsstaat

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 3958 woorden
  • 7 november 2010
  • 33 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
33 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Inleiding:

Ideologie: een alomvattende visie op de maatschappij en de rol van de overheid daarin.

§1.1

Wat mensen belangrijk vinden noemen we waarden en uit die waarden kunnen normen ontstaan.

Iedereen wordt gelijk behandeld. Uit de normen zijn regels ontstaan die in de grondwet staan. Iedereen moet zich aan de grondwet houden, daarom zijn we een rechtsstaat.

De 4 belangrijkste waarden:

- Recht op menselijke waardigheid: je mag niet vernederd worden.
- Recht op leven: je mag je eigen leven leiden en je eigen keuzes maken.
- Recht op gelijkheid: ieder mens is even belangrijk voor de wet.
- Recht op lichamelijke integriteit: je hebt zeggenschap over je eigen lichaam.

Trias Politica (machtenscheiding): de volgende machten worden gescheiden zodat geen de suprematie heeft:

- Wetgevende macht: maken de wet > regering e.d.
- Rechterlijke macht: straffen wetovertreders > rechters e.d.
- Uitvoerende macht: voeren de wet uit/spreken overtreders aan > politie e.d.

Legaliteitsbeginsel: hierin staat dat de overheid precies moet handelen zoals de wet zegt. Ieder overheidsgeweld is dus gebaseerd op de wet. Ieder geweld gebruikt door bijvoorbeeld de politie is gelegaliseerd door de wet.

Als je een verdachte bent en inderdaad een misdrijf hebt gepleegd zijn er drie situaties waarin het gedrag niet verwijtbaar is:

- Overmacht: de verdachte kon niet anders dan de wet overtreden.
- Zelfverdediging: de verdachte moest geweld gebruiken om een directe aanval af te slaan.
- Ontoerekeningsvatbaar: de verdachte wist niet wat hij/zij op het moment van de misdaad aan het doen was.

De verdachte wordt door de rechter vrijgesproken als:

- Er geen bewijs is.
- De politie niet volgens de wet te werk is gegaan.
- Als de verdachte onschuldig is.

en/of

- Het gedrag van de verdachte niet strafbaar gesteld is (zie hierboven).

Geweldsmonopolie: dit betekent dat de overheid als enige in het land geweld mag gebruiken om ervoor te zorgen dat de burgers de wetten nakomen.

Al de drie bovengenoemde punten vallen onder de drie belangrijke kenmerken van een rechtsstaat:

- Machtenscheiding
- Rechtsbescherming
- Rechtshandhaving

Rechtsstaat: een vorm van samenleving tussen links en rechts.

Het proces van oppakken tot het straffen:

1. Arrestatie: het oppakken van de verdachte. Vanaf nu is de gearresteerde een verdachte van het misdrijf.

2. Interrogatie: de verdachte kan maximaal 6 uur achter elkaar verhoord worden. Als er een zwaar misdrijf is gepleegd kan de politie de officier van justitie (OvJ) vragen om de verdachte maximaal 96 uur op te sluiten voor verhoor (inverzekeringsinstelling).

* OvJ: de openbare aanklager en maakt deel uit van het Openbaar Ministerie (OM). Hij heeft de leiding over het onderzoek.

3. Huis van Bewaring: een plek waar de verdachte, geplaatst door de rechter-commissaris op verzoek van de OvJ, max. driemaal één maand in voorlopige hechtenis kan worden geplaatst.

4. De OvJ kan drie dingen doen als de verdachte voor de rechter moet komen:

- Seponeren: het bewijs tegen de verdachte is nog niet rond en er wordt niks met de verdachte gedaan.
- Schikken: de verdachte moet een boete betalen en als hij dat niet doet wordt hij alsnog voor de rechter gezet. De verdachte "koopt" zichzelf dus vrij.

- Vervolging: de verdachte wordt voor de rechter gebracht en kan een gevangenisstraf krijgen.

5. Rechtszaal:

1: De rechter wijst de verdachte op zijn zwijgrecht.
2: De OvJ leest de aanklacht voor.
3: De rechter neemt het dossier helemaal met de verdachte door.
4: De rechter verhoort de getuigen en de deskundigen samen met de OvJ en de advocaat.
5: De OvJ spreekt zijn strafeis uit.
6: De advocaat houdt zijn eindpleidooi.
7: De verdachte heeft het laatste woord.
8: De rechter doet uitspraak.

* De verdachte of OvJ kunnen in hoger beroep gaan als ze het niet eens zijn met de uitgesproken straf.

6. Veroordeeld: de veroordeelde moet de uitspraak van de rechter opvolgen. Dit kan een geldboete of een vrijheidsstraf zijn.

§1.2

Revoluties rond 1800: burgers kregen meer vrijheidsrechten.

Voor 1800 leefde veel Europeanen in grote onvrijheid. De adel had alle macht.

Absolutisme: De koning(in) maakte en keurde de wetten goed, voerde ze uit en was ook rechter. In feite lag alle macht bij hem/haar. De macht berust volledig bij één persoon.

Standenmaatschappijen: Voor 1800. Er waren aparte wetboeken voor verschillende standen:

- Geestelijkheid (Bisschoppen, priesters e.d.)
- Adel
- Gewone burgers

Rond deze tijd bestond het legaliteitsbeginsel (de overheid moet precies handelen zoals de wet zegt) nauwelijks.

Rond 1800 begonnen de rijke handelaren e.d. de bourgeoisie, het verzet van deze handelaren. Deze handelaren waren van mening dat de maatschappelijke positie (stand) niet bij je geboorte stond vastgesteld. Bijvoorbeeld: iedereen kon bisschop worden als hij/zij dat wilde.

1848: Opstanden in Europa: Willem II gaf Thorbecke (liberale staatsman) opdracht om een nieuwe grondwet samen te stellen. Hierin stond onder andere de Trias Politica.

Eind 18e eeuw: de verlichtingsideëen deden intrede in NLD.

1798: Staatsregeling: eerste NL grondwet: maakte NLD een eenheidsstaat

Grondwetswijzigingen in 1814-1815: vrijheid van godsdienst en drukpers.

1919: Algemeen kiesrecht voor iedereen van >18 jaar.

1948: Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: opgesteld door de VN --> Vrijheidsrechten en ook sociale grondrechten (recht op gezondsheidszorg, woongelegenheid e.d.).

1900: Leerplicht

1983: Discriminatieverbod

1860: Lijfstraffen verdwijnen volledig. Er kwam steeds meer opsluiting.

§1.3


Twee uitersten:

- Libertaire staat (links/conservatief/strafrechtafschaffers): alleen rechten.
- Totalitaire staat (rechts/progressief/strafrechtverharders): alleen plichten.

Criminaliseren of decriminaliseren?

* Definitie:

Criminaliseren: strafbaar maken.

Decriminaliseren: niet strafbaar maken.

- Rechts: de vrijheid van de burger is te veel doorgeschoten. Respect moet worden afgedwongen door duidelijke regels.
- Midden: de burgers mogen wel vrij zijn in hun keuzes maar het strafrecht moet altijd op de achtergrond aanwezig zijn voor als mensen misbruik maken van hun vrijheid.
- Links: de mensen moeten hun problemen rond leven, dood en seksualiteit zelf oplossen want het zijn persoonlijke aangelegenheden.

Big Brother is watching you of vrijheid blijheid?

* Definitie:

BB is watching you: de overheid kijkt overal en altijd mee d.m.v. b.v. camera's.

Vrijheid blijheid: je kunt doen en laten wat je wilt zonder dat de overheid meekijkt.

- Rechts: Iedereen moet zich aan de democratisch opgestelde regels houden. Preventief strafrecht is noodzakelijk (strafrecht ter voorkoming van een delict). Burgers moeten een paar vrijheden inleveren maar krijgen daar meer veiligheid voor.
- Midden: Er zijn voldoende opsporingsmiddelen. Er moet vooral een reactief strafrecht zijn (politieoptreden na het delict). Het vertrouwen van de burgers in de rechtsstaat daalt door aantasting van het recht op vrijheid.
- Links: De rechtsstaat is afgezakt naar het niveau van een "verlichte politiestaat": de politie is eerder een bedreiger dan een beschermer van de rechtsstaat. De staat overdrijft de criminaliteit om de burgers naar het gezag te laten luisteren. Meer repressie geeft meer verzet en een schijnveiligheid.

Straffen of heropvoeden:

* Definitie:

Straffen: de veroordeelde een straf (geld of vrijheid) opleggen.

Heropvoeden: de veroordeelde moet weer leren hoe om te gaan in de samenleving.

- Rechts: Er moeten langere gevangenisstraffen komen. Vergelding, afschrikking en beveiliging van de staat zijn de belangrijkste doelen van de straf. Criminelen hebben hun rechten verspeeld door andere mensen hun rechten af te pakken.
- Midden: Resocialisatie (heropvoeden) is het belangrijkste doel van de straf. De veroordeelde moet weer leren hoe om te gaan in de samenleving. Dit moet middels een taakstraf of alternatieve straf (werken of cursussen volgen die te maken hebben met het gepleegde delict) gedaan worden.
- Links: De reactie van de overheid moet gericht zijn op het herstel van de sociale vrede en veiligheid. Dit d.m.v. dading. Dit betekent dat dader en slachtoffer samen een regeling moeten treffen, zonodig met hulp van vrienden, familie en advocaten onder begeleiding van een rechter. De dader geeft het slachtoffer een geldbedrag als schadeloosstelling.

§2.1


Gelijkheidsbeginsel: Artikel 1 van de Nederlandse grondwet: allen die zich in Nederland bevinden worden in gelijke gevallen gelijk behandelt.

De Franse revolutie: ging vooral om de afschaffing van de privileges van de adel en de geestelijkheid.

Artikel 1 van de grondwet: discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is niet toegestaan.

Positieve discriminatie: een vorm van ongelijke behandeling dat ongelijkheid kan verminderen. Dit is door de gediscrimineerde groep een tijd lang voor te trekken.

CGB (Commissie Gelijke Behandeling): Hier kun je een klacht indienen als je je gediscrimineerd voelt. Het toetst de klacht aan alle Nederlandse wetten die gaan over gelijkheid. Hieronder vallen de grondwet en de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB).

AWGB: Deze geldt sinds 1994 en omschrijft welke situaties onder discriminatie vallen.

De regering en parlement zijn de strafwetgevers Zij bepalen of bepaald gedrag strafbaar is.

Privébezit is meer beschermd door de wet dan publiek bezit.

* Privébezit: de privéspullen van de mensen.

* Publiek bezit: gemeenschappelijke belangen en bezittingen zoals natuurschoon, werkgelegenheid en volksgezondheid.

Witteboordencriminaliteit wordt gepleegd door iemand die een hoge maatschappelijke positie heeft en betreft meestal fraude.

Blauweboordencriminaliteit wordt gepleegd door iemand met een lage maatschappelijke positie. Het vindt plaats in de privésfeer en gaat om direct geweld tegen mensen of goederen.

Technisch sepot wordt uitgesproken in een rechtszaak als er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen.

Een beleidssepot wordt uitgevoerd als een rechtszaak te veel nadelige gevolgen heeft voor een bedrijf.

Dadergericht straffen is dat de rechter kijkt naar de dader zelf. Hiermee wordt gekeken naar o.a. of de verdachte een strafblad heeft, wat de sociale en psychische achtergronden van de verdachte zijn, etc.

Bij daadgericht straffen kijkt de rechter naar het misdrijf: de zwaarheid van het delict.

Is er klassenjustitie in Nederland?

* Definitie:

Klassenjustitie: Selectieve werking van het strafrecht met bevooroordeling van maatschappelijk hoger gesitueerden.

- Rechts: Er is klassenjustitie. De politie zorgt ervoor dat door selectief op te sporen de statistieken scheef verdeeld zijn. De overheid treedt op onrechtvaardige gronden harder op tegen lagere sociale groepen.
- Midden: In het strafrechterlijk systeem zijn mensen met weinig geld niet bewust het slachtoffer van oneerlijke beslissingen. Politici en professionals moeten goed kijken of "Vrouwe Justitia" niet geblinddoekt is.
- Links: Het probleem van klassenjustitie wordt opgeblazen. Blauweboordencriminaliteit roepen in de samenlevingen de politiek TERECHT de meeste weerstand op. Aangezien de veroordeelden met een hoge maatschappelijke positie niet snel een tweede keer in de fout gaan (omdat ze sociaal veel te verliezen hebben) is een hoge straf ook niet nodig ter afschrikking.

§2.2

Het vinden van de juiste balans tussen rechtshandhaving en rechtsbescherming levert veel spanningen op.

Rechtshandhaving is het maken van wetten om te regelen dat burgers elkaars rechten niet schenden. Ook het uitvoeren van die wetten en optreden tegen wetsovertreders hoort hierbij.

Macht hebben betekent dat je mensen kunt dwingen om iets te doen.

De overheid heeft gezag: ze is de hoogste macht.

Mensen die voor de overheid werken worden gezagsdragers genoemd. Ambtenaren voeren wetten uit:

- De politie mag geweld gebruiken tegen wetsovertreders en ze arresteren.

- Officiers van Justitie kunnen namens de overheid wetsovertreders vervolgen.

De regering mag de rechten van de burgers die in de grondwet staan alleen afnemen door een grondwetswijziging. Hiervoor moet 2/3 van het parlement akkoord gaan.

Machtsmiddelen zijn middelen die de overheid kan gebruiken om de wet te handhaven. Er zijn preventieve machtsmiddelen (middelen om in te grijpen voordat een misdrijf kan plaatsvinden) en repressieve machtsmiddelen (middelen om criminelen te onderdrukken zodat ze informatie prijsgeven).

Taken van de politie:

- Het opsporen van wetsovertreders.
- Het handhaven van de orde/de wet
- Het verlenen van hulp aan burgers die dat nodig hebben/die daarom vragen.

Taken van de Officiers van Justitie:

- Het leidinggeven bij de opsporing van verdachten.
- De verdachten voor de rechter brengen.
- Het zorgen dat straffen worden uitgevoerd.

Burgers hebben privacy, de overheid mag niet overal camera's ophangen.

Als de pakkans met 1% stijgt dan daalt de geweldscriminaliteit met .5%.

Als de strafkans met 1% stijgt dan daalt de geweldscriminaliteit met .1%.

Als criminelen sneller opgepakt worden zal een meer effectieve straf uitgevoerd worden.

In prestatiecontracten wordt de hoeveelheid geld dat een organisatie van de overheid krijgt voor het oppakken, vervolgen en berechten van criminelen vastgelegd

Overtuigend bewijs:

- Verklaringen van getuigen (politie en slachtoffers).
- Verklaringen van de verdachte zelf.
- Verklaringen van getuige-deskundigen (b.v. psychologen of psychotherapeuten)
- Schriftelijke documenten, geluids- en beeldopnames.
- Voorwerpen, bijvoorbeeld het moordwapen of een shirt met bloedvlekken.

Ontlastende bewijzen zijn bewijzen die kunnen aantonen dat de verdachte het misdrijf niet gepleegd kan hebben (alibi).

Falen politie en justitie?

* Definitie:

Falen: hiermee wordt bedoelt dat politie en justitie fout bezig zijn.

- Rechts: Prestatiecontracten zijn een goede manier om pak- en strafkansen te verhogen. Berekende burgers moeten een "zerotolerance-overheid" over zich heen hebben.

Justitie en politie hebben te weinig menskracht en bevoegdheden.

Meer rechtshandhaving is nodig zodat verdiende straffen niet zo vaak meer worden ontlopen.

- Midden: Elke fout van de politie en justitie wordt door politiek en media uitvergroot. Politie en justitie worden onterecht beschuldigd van ondeskundigheid en onbetrouwbaarheid.

De criminaliteit en de druk bij politie en justitie is hoog.

De prestatiecontracten moeten worden aangevuld doordat politiemensen, aanklagers en rechters kritisch bewust moeten blijven van hun belangrijke werk rondom het strafproces.

- Links: Er wordt te veel nadruk gelegd op pak-, straf- en zitkans. Prestatiecontracten leiden alleen tot meer boetes voor verkeersovertredingen. De politie moet meer investeren in preventieve maatregelen.

De politie en justitie zijn meer gefocust op de kwantiteit dan de kwaliteit. Hierdoor wordt het gevaar "tunneldenken" (Een verdachte voortijdig als dader aanmerken en het als gevolg daarvan wegredeneren van ontlastend bewijs) werkelijkheid.

Officiers van Justitie zijn meer crime fighters dan waarheidsvinders. Rechters zouden vaak een blind vertrouwen moeten hebben in politie en justitie.

Niemand mag onterecht veroordeeld worden.

§2.3


De rechtsspraak is in handen van een onafhankelijke rechter. Dit betekent dat de rechter aan niemand verantwoording schuldig is.

Taken van de rechter:

- Het bepalen van de strafbaarheid van gedrag.
- Het bepalen van de schuld of onschuld van een verdachte.
- Het bepalen van de straf van een veroordeelde.

De rechter mag zich niet laten leiden door zijn vooroordelen en/of emoties.

Administratief recht: als je het oneens bent met de wet kun je naar de rechter stappen.

Civiel recht: als er ruzies tussen buren zijn kan daarme naar de rechter gestapt worden.

Strafrecht: als de politie iemand gearresteerd heeft wordt die voor de rechter gebracht.

Eigenrichting is het eigen rechter spelen van burgers.

Het is een plicht om andere mensen in nood te helpen. DIt wordt actief burgerschap genoemd.

Noodweer is het verdedigen van jezelf en anderen als je bedreigd wordt. Maar er zijn grenzen. Je mag alleen noodweer gebruiken als er gesproken wordt van:

- Acute dreiging.

- Als er geweld wordt gebruikt als gevolg van paniek wordt er gesproken van noodweerexces.

Het geweld moet proportioneel zijn in verhouding met de aanvaller.

Als mensen in hun eigen buurt gaan patrouilleren wordt het een buurtwacht of een burgerwacht genoemd. Deze burgerwacht mag zich niet preventief bewapenen (Een wapen bezitten ter zelfverdediging en voorkoming van een misdaad door anderen) met bijvoorbeeld pepperspray, geweren of honkbalknuppels.

Burgers mogen verdachten, criminelen, ex-gedetineerden en vrijgesproken verdachten niet in het openbaar bekend maken. Dit mag niet omdat het de belangen van de dader schaadt. Als je dit wel doet wordt het naming-and-shaming (openbaar maken van namen van (ex-)gedetineerden) genoemd.

Eigenrichting of actief burgerschap?

* Definitie:

Eigenrichting: Het eigen rechter spelen van burgers.

Actief burgerschap: Burgers helpen actief bij het bewaken van de rechtsorde.

- Rechts: Burgers zouden niet actief moeten worden ingeschakeld bij het bestrijden van de criminaliteit.

Er bestaat het gevaar van een "overgecontroleerde" samenleving, dit betekent dat iedereen elkaar in de gaten houdt en het recht op privacy verdwijnt.

Er is angst voor een geweldsspiraal, wat betekent dat het gebruik van geweld nieuw geweld oproept.

Als laatste onstaat er een klassenjustitie (een selectieve werking van het strafrecht met bevooroordeling van maatschappelijk hoger gesitueerden).

-Midden: Er moet een balans zijn tussen de overheid als ordehandhaver en de hulp van actieve burgers daarbij. Samenwerking is een centraal woord.

Actief burgerschap is een goede zaak maar het moet wel strict onder de regie van de politie zijn.

- Links: Er moet niet te snel van actief burgerschap gesproken worden. De overheid heeft geweldsmonopolie gekregen op voorwaarde dat zij haar burgers beschermt.

Door actief burgerschap laten burgers zien dat ze iets voor elkaar over hebben.

§3.1

De media manipuleert de burgers. Dit betekent dat ze met opzet feiten verdraaien of weglaten. Dit doen ze d.m.v. 4 manieren:

- Injectienaaldtheorie: De media kunnen mensen naar believen beïnvloeden; alsof ze een injectienaald in hun hersenen krijgen.

- Agendatheorie: De media bepalen waar de mensen over praten door veel over een bepaald onderwerp uit te zenden.

- Opinieleiderstheorie: Mensen nemen de mening over van opinieleiders (Iemand van hoog aanzien in een groep). Dit doen ze omdat er veel gezag aan hun mening wordt gehecht.

- Selectieve perceptie: Mensen vervormen informatie zodat die binnen hun referentiekader (Het geheel van eigen normen, waarden, kennis en ervaring) past. Mensen horen alleen wat hun bekend in de oren klinkt en zien alleen wat bij hun beeld van de wereld past.

Volgens aanhangers van een zachtere rechtsstaat wordt blauweboordencriminaliteit overschat en witteboordencriminaliteit onderschat door burgers en regering.

De objectieve veiligheid is de veiligheid zoals vatgesteld in de statistieken.

De subjectieve veiligheid is de veiligheid zoals die persoonlijk wordt ervaren.

- Als de objectieve veiligheid stijgt kan de subjectieve veiligheid ook stijgen omdat er minder criminaliteit en dus minder reden bang te zijn.

- Als de objectieve veiligheid stijgt kan de subjectieve veiligheid dalen want misdrijven maken geen deel meer uit van het gewone dagelijkse leven, daardoor worden de mensen steeds gevoeliger voor de uitzonderingen.

- De objectieve veiligheid kan de subjectieve veiligheid totaal niet beïnvloeden want gevoelens van veiligheid hebben te maken met of je je geaccepteerd weet en thuis voelt in je land en met de eisen die je aan de regering stelt als burger.

De verborgen criminaliteit of niet-geregistreerde criminaliteit is veel groter dan de werkelijke objectieve veiligheid.

Bij geweldscriminaliteit is vaak de immateriële schade (Niet-materiële schade, zoals slecht slapen en concentratieproblemen) veel groter dan de materiële schade.

5 dadergroepen met elk een eigen beleid:

- Risicojongeren: jongeren van 8 tot 16 jaar oud, vooral uit grote steden, die aan het begin staan van een criminele carrière door thuis-, werk- of schoolproblemen.

* Straffen door:

- verplichte intensive coaching van de ouders bij de opvoeding.
- meer controle op spijbelen.
- HALT-straffen geven.
- eventueel jeugdgevangenissen met zorg tijdens en na de celstraf.
- Veelplegers: meer dan 60% van de blauweboordencriminelen zijn veelplegers. Vaak zijn veelplegers ook drugsverslaafden.

* Straffen door:

- maximaal twee jaar gevangenisstraf en afkicken. Er wordt gewerkt aan een goede terugkeer naar de samenleving.
- taakstraffen (werken of cursussen volgen die te maken hebben met het gepleegde delict) opleggen.
- Elektronisch huisarrest opleggen: de veroordeelde moet thuis blijven en wordt middels een chipbandje constant gevolgd.
- Zware criminelen: moordenaars, verkrachters, overvallers en de georganiseerde criminaliteit (Maffia e.d.).

* Straffen door:

- langdurige gevangenisstraffen opleggen en eventueel TBS (Ter BeschikkingStelling).
- na de straf worden de veroordeelden begeleid door maatschappelijk werkers om recidivaties te voorkomen.
- Witteboordencriminelen: personen die een hoge maatschappelijke positie hebben en fraude plegen. Deze worden opgespoord door gespecialiseerde financiële medewerkers van het OM en andere overheidsorganen zoals de belastingdienst of de milieupolitie.

* Straffen door:

- Geldboetes opleggen.
-Terroristen: mensen die uit ideologische redenen politici, burgers en de rechtsstaat met geweld willen vernietigen.

*Straffen door:

- Preventief oppakken en voor de rechter slepen.

§3.2


Er zijn drie eisen waaraan een land moet voldoen om in aanmerking om toe te treden tot de Europese Unie (EU). Het land moet:

- Democratisch zijn en de mensenrechten eerbiedigen.
- Alle bestaande wetten en regels van de EU accepteren en doorvoeren in eigen land.
- Een goedwerkende markteconomie hebben en eventueel na een overgangsperiode volledig deel gaan uitmaken van de interne markt.

Turkije is drie keer (1963, 1989 en 1999) (in principe) in aanmerking gekomen voor lidmaatschap van de EU. Het enige dat nog betwist wordt is of Turkije de mensenrechten wel eerbiedigt en of het wel of niet een rechtsstaat is.

Het kan wel een rechtsstaat genoemd worden omdat:

- Er is een grote politieke vrijheid.
- Er zijn onafhankelijke rechtbanken.
- De kerk en staat staan gescheiden.
- Er is een meerpartijenstelsel (een politiek systeem waarin minstens drie politieke partijen mogen deelnemen aan verkiezingen met oog op het bekomen of het delen van de politieke macht).

Het kan geen rechtsstaat genoemd worden omdat:

- Minderheden worden slecht behandeld en hebben een slechte positie.
- Er is geen algehele geloofsvrijheid.
- De politie treedt te hard op bij demonstraties.
- De militairen hebben te veel macht.
- De doodstraf is nog steeds in gebruik.

De EU en de Verenigde Naties (VN) zijn opgericht na WWII om de veiligheid en de mensenrechten in de wereld te bevorderen.

In 1991 werd de EU officieel door het afsluiten van het Verdrag van Maastricht.

De EU-landen werken samen door het gezamenlijk bestrijden van de criminaliteit. Dit doen ze bijvoorbeeld door het uitleveren van verdachten naar hun land van herkomst.

De VN is geen rechtsstaat op wereldniveau want:

- Haar uitspraken zijn niet bindend.
- Niet elk land of wereldburger heeft evenveel te zeggen want de grote landen hebben vetorecht.
- er is geen geweldsmonopolie: de landen die troepen sturen voor het VN-leger houden uiteindelijk hierover zeggenschap.
- De VN is financieel onafhankelijk van de lidstaten want het heeft geen eigen budget en ze ontvangen geen VN-belasting van burgers.

Het Europese Hof van Justitie (EHJ) is een rechtbank die geschillen wondom Europese regelgeving beslecht (bijlegt/oplost).

De VN heeft vier organen die direct betrokken zijn bij het bevorderen van de internationale veiligheid:

- De Veiligheidsraad (VR) (permanente commissie van de VN ter bevordering van de internationale veiligheid) heeft 5 permanente leden en 10 wisselende leden. De 5 permanente leden hebben elk een vetorecht (Het recht om een besluit tegen te kunnen houden). De 5 permanente leden zijn:

- USA
- Engeland
- Frankrijk
- Rusland
- China

- Commissie voor mensenrechten (permanente commissie van de VN die de situatie van de mensenrechten internationaal onderzoekt).

- Het Internationaal Gerechtshof (IGH) (Rechtbank in Den Haag onder gezag van de VN die kan adviseren bij het oplossen van conflicten tussen staten.

- Het Internationaal Strafhof (ISH) (Rechtbank in Den Haag onder gezag van de VN die bindende straffen kan uitdelen aan personen die de mensenrechten op grove wijze hebben geschonden (d.m.v. b.v. verkrachting).

Voordeel van het vetorecht:

- Alle machtige landen in wereld staan achter een genomen besluit. Het zal dus eerder uitgevoerd worden.

Nadeel van het vetorecht:

- Niet ieder land heeft een gelijke stem (one state, one vote) en conflicten waarbij de grote, machtige landen betrokken zijn, zullen niet worden opgelost.

Grote landen als de USA en China erkennen het ISH niet omdat ze bang zijn dat hun militairen zich buiten hun eigen land moeten verantwoorden.

Mogelijkheden van de VN om de internationale rechtsorde te bevorderen:

- Peace Making ("Vrede maken"): voordat de veiligheid wordt bedreigd. Bemiddelen d.m.v. het IGH of het opleggen van economische sancties.
- Peace Keeping ("Vrede bewaren"): er wordt een bestand overeengekomen tussen de twee strijdende partijen.
- Peace Enforcing ("Vrede dwingen"): VN-militairen dwingen vrede af door het land binnen te dringen zonder toestemming van de regering van dat land.
- Peace Building ("Vrede opbouwen"): nadat de strijd heeft plaatsgevonden. VN-militairen gaan het land heropbouwen d.m.v. b.v. strijders te ontwapenen, scholen neer te zetten en rechters en politieagenten op te leiden.

Het beste internationale veiligheidsbeleid:

* Definitie:

Veiligheidsbeleid: beleid ter voorkoming en bestrijding van ongevallen, criminaliteit, vandalisme etc.

- Rechts: De wereld wordt onveiliger door derdewereldlandsregeringen, USA kan dit handhaven d.m.v. een unilateraal beleid.

* Unilateraal beleid: beleid zonder hulp van bondgenoten.

- Midden: De armoede in derdewereldlanden is deels door het overheersende, rijke Westen.
- Links: De VR moet representatiever worden samengesteld. Er moet niet te snel naar grootschalig militair optreden gegrepen worden. De buitenlandse politiek moet de oorzaken van onveiligheid, schending van mensenrechten en oorlogen wegnemen.

REACTIES

L.

L.

De regering mag de rechten van de burgers die in de grondwet staan alleen afnemen door een grondwetswijziging. Hiervoor moet 2/3 van het parlement akkoord gaan.

50% +1 iemand van het parlement moet er mee akkoord gaan 76 zetels.

10 jaar geleden

N.

N.

bij de wetgevende macht moet het parlement zijn in plaats van regering

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.