ANW hoofstuk 2, 4, 7 ( Leven op aarde - Ontwerpen en produceren - Zorg voor toekomst )
---------------------------------------------------------
Natuurwet. methode: Oriëntatie-Hypothese-Onderzoeksvraag-Voorspelling-Experiment-Conclusie
----------------------------------------------------------
HOOFDSTUK 2
Paragraaf 2.1
• Model: Technologische en sociale ontwikkelingen in de loop der tijd (nieuwe technologieën, methoden, gebeurtenissen)
• - bijv modellen: Malthus voorspelt in 1798 hongersnood op grote schaal. De bevolkingsgroei zou exponentieel zijn en voedselproductie lineair.
Kwam niet uit door: (technol) kunstmest -> meer voedsel geproduceerd en (social) geboortebeperking mogelijk -> bevolkingsgroei minder snel
Club van rome voorspelt ‘72:
- groeiende wereldbevolking
- toename voedselproductie zal tekort schieten voor al die mensen
- uitputting natuurlijke hulpbronnen
-toename industrialisatie
-toename milieuvervuiling
Voorspellingen kwamen niet uit door:
- meer geboortebeperking, grotere voedselproductie (genetische modificatie, kunstmest), ontrekken nieuwe natuurlijke hulpbronnen (recycling), minder milieuvervuiling schonere processen -> vergissingen in technologische en sociale ontwikkelingen
- HOE KUN JE BEVOLKINGSGROEI VOORSPELLEN?
dmv wetenschappelijke modellen. Tabel/grafiek/formule. (! invloeden van buitenaf: geboorte sterfte immigratie emigratie welvaartsniveau ontwikkelingsniveau). Wordt gekeken: exponentiële of lineaire groei? Variabele?
- HOE BETROUWBAAR ZIJN VOORSPELLINGEN?
Onzekerheidsmarge! (! Invloeden van buitenaf). Verder toekomst = minder betrouwbaar, moeilijk in te schatten. Verschillende toekomstscenario’s gebundeld kan.
Politieke+ economische+technologische+sociale ontwikkelingen in de loop der tijd (nieuwe technologieën, methoden, gebeurtenissen) moeilijk voorspelbaar.
hiërarchisch scenario: overheid invloed op burgergedrag, vaste economische groei.
egalitaire scenario: algemene zorg natuur en milieu, ‘economie van het genoeg’.
individuele scenario: zo groot mogelijke individuele zelfontplooiïng, vrije marktwering, zo groot mogelijke economische groei
-----------------------------------------------------------------------
Paragraaf 2.2
• Fotosynthese: planten hebben water, koolstofdioxide en licht nodig voor de fotosynthese waarbij glucose wordt gemaakt, dat vervolgens wordt omgezet in zetmeel (reservevoedsel). Ook nodig: mineralen (bv. stikstof)
Kooldioxide(gas) + water(vloeistof) > zon + glucose(opgelost) + zuurstof(gas)
6 CO2 (g) + 6 H2O- (L) -> zon + C6H12O6 (aq) + 6 O2 (g)
plant † = kooldioxide + water
• Kringlopen: fotosynthese: koolstofkringloop
ademhaling+platbranden bossen: zuur+koolstofkringloop
groenbemesting: stikstofkringloop ( elementkringlopen)
water: stofkringloop! = zelfde stof in andere fase
• Groene revolutie = nieuwe plantenrassen met hogere opbrengst
--------------------------------------------------------------
Paragraaf 2.3
• Atmosfeer: luchtlaag om aarde. Schild ruimtepuin(brokstukken), filter gevaarlijke straling (UV/röntgen/gamma), isolatiedeken.
- HOE BEINVLOEDEN DE ATMOSFEER EN HET LEVEN OP AARDE ELKAAR?
1e fotosyntheses veranderden atmosfeer ozonlaag ontstaan
- HOE REGELT WATER DE AARDSE THERMOSTAAT?
oceanen, stromingen en verdampen/condensatie.
- HOE WERKT ‘SYSTEEM AARDE’?
binnen de biosfeer (= deel atmosfeer+water op aarde) worden stoffen/elementen/energie via kringlopen (met bronnen en buffers) getransporteerd. Bronnen = mensen en dieren geven af, buffers = planten, van koolstof
---------------------------------------------
Paragraaf 2.4
Klimaatbronnen: weer, historische bronnen, jaarringen, stuifmeel, ijs, oceaansedimenten.
Terugkoppelingen:
Negatief: stabiliserend effect. oceaantemperatuur > = verdamping > : temperatuur <. Positief: destabiliserend effect. Temperatuur > = sneeuw+ijs < :Terugkaatsing zonnestraling < : temperatuur >: sneeuw+ijs <
2 soorten voorspellingen:
- hoe de atmosfer zich zelf ontwikkelt (bijv. weer). rijkweidte beperkt
- hoe de klimaatfactorveranderingen effect hebben (bijv. bevolking). rijkweidte ruim
IPCC denkt dat mensen de atmosfeer en andere aspecten veranderen.
critici: IPCC is te simpel
Karl Popper: onderzoek niet richten op hypothese (verificatie) maar op onjuistheid (falsificatie), geeft abstracte beweringen.
Verschillen klimaat- en bevolkingsmodellen: Klimaat verder terug in de tijd en meer verschillende bronnen te gebruiken
Overeenkomsten klimaat- en bev. Modellen: onzekerheid in voorspelling, toetsbaar op verleden
Klimaat VS weer. Klimaat gemiddelde over langere tijd, gaat geleidelijk, groot gebied.
- HOE ONDERZOEK JE KLIMAATVERANDERING?
gegevens verleden + kennis = klimaatmodel.
factoren: geologisch, astronomisch, atmosferisch, plotseling.
- WAT LEVERT KLIMAATONDERZOEK OP?
grote invloed voedselproductie en leefomstandigheden
-------------------------------------------------------------
HOOFDSTUK 4
Paragraaf 4.1
6 stappen ontwepcyclus: probleem analyseren en beschrijven - Programma van eisen opstellen - (deel)uitwerkingen bedenken - Ontwerpvoorstel formuleren - Ontwerp realiseren - Ontwerp testen en evalueren
Octrooi = alleenrecht
Eisen. Functioneel (verwachting, doelgroep), Egronomisch (gebruiksvriendelijk, lichaamsmaten {P-waarde:% kleiner}), Sociaal-economisch&etisch (mooi, kwaliteit, kosten&milieu, arbeid)
Ontwerpstrategieën: laagpercentiel, hoogpercentiel, gemiddelde, verstelbaarheids, varianten.
------------------------------------------------------
Paragraaf 4.2
(Stappen medicijnonderzoek, bron.)
-HOE VERBETER JE PROTOTYPEN?
Testprogramma’s.
------------------------------------------------------
Paragraaf 4.3
Natuurlijke stoffen uit grond, syntetische daaruit.
Spin-off: vanuit bestaande uitvindingen toepassingen maken voor andere sectoren.
-HOE MAAK JE NIEUWE MATERIALEN?
Computers maken eerst synthesevoorschrift.
-WAT IS INNOVATIE?
het in de praktijk invoeren van nieuwe technieken/materialen/producten.
------------------------------------------------------
Paragraaf 4.4
Fermentatie = gistingsproces
Biotechnologie = gebruik van levende organismen
Fundamenteel onderzoek = door nieuwsgierigheid
Toegepast onderzoek = door economische en maatschappelijke vooruitgang
-HOE PRODUCEER JE OP GROTE SCHAAL?
Toepassing technische+nw kennis en automatisering.
-WAT IS INTENSIEVE VEEHODERIJ?
Hogeproductie per dier door systematische toepassing kennis over erfelijkheid/groei/voeding/ziekten.
------------------------------------------------------
HOOFDSTUK 7
Paragraaf 7.1
Technologische en maatschappelijke veranderingen evt duurzamere samenleving.
Transitie = structurele maatschappelijke verandering
Revoluties. Neolithisch: jagers fokken. Industrieel: Stoommachine etc.
Reycling lost op: minder hulpbronnen-uitputting en minder biosfeer-druk door vervuilend afval.
er ontstaat gesloten kringloop.
Gat ozonlaag = deel aangetast door goedkope (chloor/fluor/koolwaterstof)gassen uit koelkasten en spuitbussen
-WAT IS DUURZAME ONTWIKKELING?
Goed gebruik maken van lucht/water/grond voor volgende generaties, maar toch in onze eigen behoeften voorzien.
-HOE BEPAAL JE DE MILIEUBELASTING VAN BLIKJES?
Milieubalans (kasboekje hoeveel energie en grondstof er nodig is, wat er in de biosfeer terechtkomt aan afval/gas ) met milieubaten en milieukosten.
------------------------------------------------------
Paragraaf 7.2
2 toekomstbeelden:
Ecologie: natuur en milieu voorop. Technologie: wetenschappelijke/technische oplossingen.
-WANNEER IS EEN GEBOUW DUURZAAM?
Herbruikbare materialen, zonne-energie, dubbele ramen. Ook dubbele waterleiding, maar: kans op vergissingen en duur.
-HOE ONTSTAAT EEN DUURZAME WOONWIJK?
uitgangspunten, toekomstbeeld schetsen, stappenplan, terugfilmen, project. Evt veranderingen. Kansrijkste eerst. (terugfilmen/backcasting: landelijk/wijk/huisniveau)
------------------------------------------------------
Paragraaf 7.3
Emissierecht= toegekend recht om een bepaalde hoeveelheid gas uit te stoten.
-WAT ZIJN DE GEVOLGEN VAN DE TOEGENOMEN MOBILITEIT?
bevordering fossiele brandstoffen-uitputting en uitstoot kooldioxide, overlast luchtvervuiling (smog).
-HOE KAN JE GEDRAG BEINVLOEDEN?
beloning, straf en beschikbaarheid van alternatieven motiveren. Motivatiefactoren: overleving, zelfbeeld, cultuur, rol, lid van groep, gewoonte, overmacht, emotie.
------------------------------------------------------
Paragraaf 7.4
Fossiele brandstoffen : kolen, olie, gas en benzine
Waterstof: water, loopt elektrische stroom door. + zuurstof = elektrische stroom opgewekt.
Subatomaire deeltjes: hieruit bestaan atomen
Argumenten voor kernenergie:
• Geen fossiele brandstoffen
• Geen uitstoot broeikasgassen
• Voldoende grondstoffen beschikbaar (genoeg uranium)
• Sluiting kerncentrales is slecht werkgelegenheid
Argumenten tegen kernenergie:
• Het transport van radioactief materiaal met treinen en schepen is risico
• Radioactief afval vrij
• Fabrieken lozen radioactief afval in lucht en zee
• Komt plutonium vrij wat in kernwapens gebruikt kan worden
• Kans op ongelukken met grote gevolgen (Tsjernobyl)
-WELKE DUURZAME ENERGIEBRONNEN HEBBEN TOEKOMST?
zon, wind, waterstof. Succes bepaald door mogelijkheden/veiligheid/prijs. Overige: aardwarmte, biomassa
-WAAROM KAN KERNFUSIE EEN BELANGRIJKE ROL SPELEN?
het is een onuitputtelijke energiebron zonder radioactief afval.
Succes!
---------------------------------------------------------
Natuurwet. methode: Oriëntatie-Hypothese-Onderzoeksvraag-Voorspelling-Experiment-Conclusie
----------------------------------------------------------
HOOFDSTUK 2
Paragraaf 2.1
• Model: Technologische en sociale ontwikkelingen in de loop der tijd (nieuwe technologieën, methoden, gebeurtenissen)
• - bijv modellen: Malthus voorspelt in 1798 hongersnood op grote schaal. De bevolkingsgroei zou exponentieel zijn en voedselproductie lineair.
Club van rome voorspelt ‘72:
- groeiende wereldbevolking
- toename voedselproductie zal tekort schieten voor al die mensen
- uitputting natuurlijke hulpbronnen
-toename industrialisatie
-toename milieuvervuiling
Voorspellingen kwamen niet uit door:
- meer geboortebeperking, grotere voedselproductie (genetische modificatie, kunstmest), ontrekken nieuwe natuurlijke hulpbronnen (recycling), minder milieuvervuiling schonere processen -> vergissingen in technologische en sociale ontwikkelingen
- HOE KUN JE BEVOLKINGSGROEI VOORSPELLEN?
dmv wetenschappelijke modellen. Tabel/grafiek/formule. (! invloeden van buitenaf: geboorte sterfte immigratie emigratie welvaartsniveau ontwikkelingsniveau). Wordt gekeken: exponentiële of lineaire groei? Variabele?
- HOE BETROUWBAAR ZIJN VOORSPELLINGEN?
Politieke+ economische+technologische+sociale ontwikkelingen in de loop der tijd (nieuwe technologieën, methoden, gebeurtenissen) moeilijk voorspelbaar.
hiërarchisch scenario: overheid invloed op burgergedrag, vaste economische groei.
egalitaire scenario: algemene zorg natuur en milieu, ‘economie van het genoeg’.
individuele scenario: zo groot mogelijke individuele zelfontplooiïng, vrije marktwering, zo groot mogelijke economische groei
-----------------------------------------------------------------------
Paragraaf 2.2
• Fotosynthese: planten hebben water, koolstofdioxide en licht nodig voor de fotosynthese waarbij glucose wordt gemaakt, dat vervolgens wordt omgezet in zetmeel (reservevoedsel). Ook nodig: mineralen (bv. stikstof)
Kooldioxide(gas) + water(vloeistof) > zon + glucose(opgelost) + zuurstof(gas)
6 CO2 (g) + 6 H2O- (L) -> zon + C6H12O6 (aq) + 6 O2 (g)
plant † = kooldioxide + water
• Kringlopen: fotosynthese: koolstofkringloop
ademhaling+platbranden bossen: zuur+koolstofkringloop
water: stofkringloop! = zelfde stof in andere fase
• Groene revolutie = nieuwe plantenrassen met hogere opbrengst
--------------------------------------------------------------
Paragraaf 2.3
• Atmosfeer: luchtlaag om aarde. Schild ruimtepuin(brokstukken), filter gevaarlijke straling (UV/röntgen/gamma), isolatiedeken.
- HOE BEINVLOEDEN DE ATMOSFEER EN HET LEVEN OP AARDE ELKAAR?
1e fotosyntheses veranderden atmosfeer ozonlaag ontstaan
- HOE REGELT WATER DE AARDSE THERMOSTAAT?
oceanen, stromingen en verdampen/condensatie.
- HOE WERKT ‘SYSTEEM AARDE’?
binnen de biosfeer (= deel atmosfeer+water op aarde) worden stoffen/elementen/energie via kringlopen (met bronnen en buffers) getransporteerd. Bronnen = mensen en dieren geven af, buffers = planten, van koolstof
---------------------------------------------
Paragraaf 2.4
Klimaatbronnen: weer, historische bronnen, jaarringen, stuifmeel, ijs, oceaansedimenten.
Negatief: stabiliserend effect. oceaantemperatuur > = verdamping > : temperatuur <. Positief: destabiliserend effect. Temperatuur > = sneeuw+ijs < :Terugkaatsing zonnestraling < : temperatuur >: sneeuw+ijs <
2 soorten voorspellingen:
- hoe de atmosfer zich zelf ontwikkelt (bijv. weer). rijkweidte beperkt
- hoe de klimaatfactorveranderingen effect hebben (bijv. bevolking). rijkweidte ruim
IPCC denkt dat mensen de atmosfeer en andere aspecten veranderen.
critici: IPCC is te simpel
Karl Popper: onderzoek niet richten op hypothese (verificatie) maar op onjuistheid (falsificatie), geeft abstracte beweringen.
Verschillen klimaat- en bevolkingsmodellen: Klimaat verder terug in de tijd en meer verschillende bronnen te gebruiken
Overeenkomsten klimaat- en bev. Modellen: onzekerheid in voorspelling, toetsbaar op verleden
Klimaat VS weer. Klimaat gemiddelde over langere tijd, gaat geleidelijk, groot gebied.
- HOE ONDERZOEK JE KLIMAATVERANDERING?
factoren: geologisch, astronomisch, atmosferisch, plotseling.
- WAT LEVERT KLIMAATONDERZOEK OP?
grote invloed voedselproductie en leefomstandigheden
-------------------------------------------------------------
HOOFDSTUK 4
Paragraaf 4.1
6 stappen ontwepcyclus: probleem analyseren en beschrijven - Programma van eisen opstellen - (deel)uitwerkingen bedenken - Ontwerpvoorstel formuleren - Ontwerp realiseren - Ontwerp testen en evalueren
Octrooi = alleenrecht
Eisen. Functioneel (verwachting, doelgroep), Egronomisch (gebruiksvriendelijk, lichaamsmaten {P-waarde:% kleiner}), Sociaal-economisch&etisch (mooi, kwaliteit, kosten&milieu, arbeid)
Ontwerpstrategieën: laagpercentiel, hoogpercentiel, gemiddelde, verstelbaarheids, varianten.
Paragraaf 4.2
(Stappen medicijnonderzoek, bron.)
-HOE VERBETER JE PROTOTYPEN?
Testprogramma’s.
------------------------------------------------------
Paragraaf 4.3
Natuurlijke stoffen uit grond, syntetische daaruit.
Spin-off: vanuit bestaande uitvindingen toepassingen maken voor andere sectoren.
-HOE MAAK JE NIEUWE MATERIALEN?
Computers maken eerst synthesevoorschrift.
-WAT IS INNOVATIE?
het in de praktijk invoeren van nieuwe technieken/materialen/producten.
------------------------------------------------------
Paragraaf 4.4
Fermentatie = gistingsproces
Biotechnologie = gebruik van levende organismen
Toegepast onderzoek = door economische en maatschappelijke vooruitgang
-HOE PRODUCEER JE OP GROTE SCHAAL?
Toepassing technische+nw kennis en automatisering.
-WAT IS INTENSIEVE VEEHODERIJ?
Hogeproductie per dier door systematische toepassing kennis over erfelijkheid/groei/voeding/ziekten.
------------------------------------------------------
HOOFDSTUK 7
Paragraaf 7.1
Technologische en maatschappelijke veranderingen evt duurzamere samenleving.
Transitie = structurele maatschappelijke verandering
Revoluties. Neolithisch: jagers fokken. Industrieel: Stoommachine etc.
Reycling lost op: minder hulpbronnen-uitputting en minder biosfeer-druk door vervuilend afval.
er ontstaat gesloten kringloop.
Gat ozonlaag = deel aangetast door goedkope (chloor/fluor/koolwaterstof)gassen uit koelkasten en spuitbussen
-WAT IS DUURZAME ONTWIKKELING?
-HOE BEPAAL JE DE MILIEUBELASTING VAN BLIKJES?
Milieubalans (kasboekje hoeveel energie en grondstof er nodig is, wat er in de biosfeer terechtkomt aan afval/gas ) met milieubaten en milieukosten.
------------------------------------------------------
Paragraaf 7.2
2 toekomstbeelden:
Ecologie: natuur en milieu voorop. Technologie: wetenschappelijke/technische oplossingen.
-WANNEER IS EEN GEBOUW DUURZAAM?
Herbruikbare materialen, zonne-energie, dubbele ramen. Ook dubbele waterleiding, maar: kans op vergissingen en duur.
-HOE ONTSTAAT EEN DUURZAME WOONWIJK?
uitgangspunten, toekomstbeeld schetsen, stappenplan, terugfilmen, project. Evt veranderingen. Kansrijkste eerst. (terugfilmen/backcasting: landelijk/wijk/huisniveau)
------------------------------------------------------
Paragraaf 7.3
Emissierecht= toegekend recht om een bepaalde hoeveelheid gas uit te stoten.
bevordering fossiele brandstoffen-uitputting en uitstoot kooldioxide, overlast luchtvervuiling (smog).
-HOE KAN JE GEDRAG BEINVLOEDEN?
beloning, straf en beschikbaarheid van alternatieven motiveren. Motivatiefactoren: overleving, zelfbeeld, cultuur, rol, lid van groep, gewoonte, overmacht, emotie.
------------------------------------------------------
Paragraaf 7.4
Fossiele brandstoffen : kolen, olie, gas en benzine
Waterstof: water, loopt elektrische stroom door. + zuurstof = elektrische stroom opgewekt.
Subatomaire deeltjes: hieruit bestaan atomen
Argumenten voor kernenergie:
• Geen fossiele brandstoffen
• Geen uitstoot broeikasgassen
• Voldoende grondstoffen beschikbaar (genoeg uranium)
• Sluiting kerncentrales is slecht werkgelegenheid
Argumenten tegen kernenergie:
• Het transport van radioactief materiaal met treinen en schepen is risico
• Radioactief afval vrij
• Komt plutonium vrij wat in kernwapens gebruikt kan worden
• Kans op ongelukken met grote gevolgen (Tsjernobyl)
-WELKE DUURZAME ENERGIEBRONNEN HEBBEN TOEKOMST?
zon, wind, waterstof. Succes bepaald door mogelijkheden/veiligheid/prijs. Overige: aardwarmte, biomassa
-WAAROM KAN KERNFUSIE EEN BELANGRIJKE ROL SPELEN?
het is een onuitputtelijke energiebron zonder radioactief afval.
Succes!
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
J.
J.
Geniale samenvatting. Mag ik vragen wat de 'nw' in deze zin betekent?: 'Toepassing technische+nw kennis en automatisering.'
Nieuwe?
Groetjes!
12 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Awesome
12 jaar geleden
Antwoorden