De Aarde

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 1442 woorden
  • 7 januari 2010
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
13 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
AK SE 2 Aarde
2 De opbouw van de aarde

Seismologen: aardbevingdeskundigen.
De aarde is zo opgebouwd: vast gesteente in de kern, daaromheen traag stromend gesteente in de mantel en aan de buitenkant een harde korst.

Aardkern: zo’n 5000 ‘C

Oceanische korst: 8km dik, bestaat vooral uit zware gesteente basalt
Continentale korst: 40 – 80 km dik, vooral lichter gesteente zoals graniet

Relief: hoogteverschillen,
Midoceanische rug: onderwater gebergten


3 Platentektoniek en aardbevingen

Aardbevingen hangen af van:
• Diepte
• Spanningsboog
• materiaal

Etna = pruttelaar
Vusuvius = ontplofvulkaan

Oorzaak vulkanen Italië: Afrikaanse plaat duwt naar het noorden

# Convergente beweging; platen botsen tegen elkaar.
Bijv. een oceaanplaat tegen een continent. De zwaardere oceaankorst zakt schuin weg onder het continent in een diepe trog en komt zo steeds dieper in de aardkorst. = subductie

# Divergente beweging: platen bewegen uit elkaar. Op plekken waar vloeibaar mantelgesteente tegen de aardkorst drukt kan hier lava naar buiten komen. Als dit stolt krijg je nieuwe oceaanbodem.

# Transforme beweging: platen bewegen langs elkaar. In tegengestelde richting.


Platentektoniek: het bewegen van de aardkorstplaten.
Convectiestromingen: Stromingen van gesteente in de mantel

De haard: exacte plek van de aardbeving in de aardkorst.

Epicentrum: de plaats aan het aardoppervlak die boven de haard ligt.


4 Vulkanisme

Spleeterupties: vulkaanuitbarstingen langs een breuklijn
Schildvulkaan: een vulkaan die ontstaat doordat de dun vloeibare basaltische lava vanuit de krater uitstroomt en een uitgestrekt gebied kan bedekken. (effusieve vulkaan)

Samenstelling magma veranderd. Magma wil eruit maar taaiheid houd dit tegen. Magma wil toch omhoog dus komen er gassen vrij. Hoe meer gassen hoe groter de knal.
Stratovulkaan: kegelvormige vulkaan die bestaat uit een gelaagde opbouw van afwisselend as en lavalagen. (explosieve vulkaan)

Er kunnen op de grens van aardmantel en aardkern bellen van heet mantelgesteente ontstaan die omhoog kunnen stijgen. De aardkorst word daarboven zwak en breekt. Waardoor lava naar buiten kan stromen. Hotspot=Vulkanen die niet liggen bij randen van aardkorstplaten

Voordelen valkanische gebieden:

- as-lagen vruchtbaar geworden
- warmte van de vulkanische grond.
- Buizenstelsel voor goedkopen verwarmingswater
- Groentekassen op lavavelden.
- Grondwater stoom om elektriciteit op te wekken

5 de levende aarde in Dts. En Marokko
Goudaders: ontstaan doordat stoffen met dezelfde soortlelijke massa een gelijke temperatuur hebben waardoor die stoffen bij elkaar gaan zitten.

6 Gesloopt gesteente

Verwering: het uiteenvallen van gesteente door inwerking van water, temperatuur ,wortels en zuren

Fysische verwering: het verbrokkelen van gesteente door het bevriezen van water, temperatuurverschillen of de werking van wortels.
- Insolatie = opwarmen en afkoelen
- Vorstwerking = water bevriest en ontdooit
- Bioloschiesche werking = afbraak door plantengroei
- Kristallisatie = maakt het bros, 1 aanraking en het breekt.

Chemische verwering: het oplossen van gesteente door inwerking van water, zuren en zuurstof


Humus: half vergane plantenresten in een zuurstof rijke omgeving. Het word veen als er weinig zuurstof is.

Mechanisch: blijft gesteente intact
Chemisch: valt gesteente uit elkaar.

Keileem: altijd in gebieden waar een ijstijd is geweest. Rivieren buigen af naar het westen voor de ijslagen
Door erosie en het kappen van bomen verdwijnt de laag

Laterietbodems: bodems die door roest en snelle erosie keihard en onvruchtbaar word.  olifantengras

7 Verweringsmateriaal in beweging

Erosie: Verweerde materiaal vervoerd door water, wind, en ijs.  ook uitgesleten en vermalen.

U- vormige uitscheuring vaak door gletjers
V- vormige uitscheuring vaak door water (begin van de rivier)

Aardverschuivingen:
* vallend gesteente: losse stenen of rotsblokken vallen loodrecht naar beneden.
* bergstorting: een grote rotsmassa glijdt naar beneden
* puinlawine: losse stenen van verschillende grootte rollen en glijden naar beneden
* modderstromen: een verweringslaag die bestaat uit klei en zand raakt met water en vloeit naar beneden (40 km/h)


Mens heeft zelf ook schuld aan puinlawines etc. : doordat skipistes worden aangelegd verwijdert men daarmee de natuurlijke bescherming tegen aardverschuivingen. Om wegen aan te leggen worden berghellingen ook vlak en minder stabiel.

Morene: materiaal dat door gletsjers wordt neergelegd.
Puinwaaier: ophoping van zand, klei, en grind op plaatsen waar de stroomsnelheid van een rivier plotseling afneemt.

In minder steile berggebieden blijft het verweringsmateriaal dat terplekke gevormd wordt liggen. Zo ontstaan dikke verweringslagen:
-maken begroeiing mogelijk
- regenwater tijdelijk wordt vastgehouden en niet direct naar de rivier stroomt.
Als die bomen worden gekapt krijg je problemen. Omdat de begroeiing op de verweringslaag ontbreekt, neemt het water de losse grond mee kunnen er modderstromen ontstaan. (rivier kan verstopt raken) en omdat de verweringslaag langzaam verdwijnt, verdwijnt ook de sponswerking waardoor rivieren steeds vaker overstromen.

8 De opbouw van het laagland

Sediment: afgezet gesteente
In de benedenloop neemt de stroomsnelheid van de rivier erg af, waardoor de kracht om grind , zand en klei te transporteren ook afneemt.
In de benedenloop stroom de rivier niet meer door een dal maar door een uitgestrekt vlak gebied = overstromingsvlakte

Als de rivier eenmaal in de zee terecht komt laat hij zo goed als alles vallen, als er veel water word aangevoerd hoopt het zich onder water steeds verder op totdat het boven water komt te liggen en zo het land uitbreidt. (vaak een vorm die lijkt op een driehoek) = delta

Deltamonding: Geringe verschil tussen eb en vloed


Het kan ook zijn dat de stroming langs de kust hoog is en het sediment zich dus niet kan ophopen, en geen delta dus.

De rand van een een delta bestaat vaak uit een zandbank.

Duinen: zandophoping die ontstaan door sedimentatie van zand door de wind
Eolische sedimentatie
Wind afzetting

Rijn: gemengde rivier
Maas: regenrivier
Rhône: gletsjerrivier

10 De vorming van gebergten.

Sedimentgesteente: Gesteente dat ontstaat door het samenpersen van sediment.

Als twee continentale platen tegen elkaar opbotsen kan geen van beide onder de ander duiken, dus kan een gebied alleen nog omhoog.

# Alle middelgebergtes zijn 360 miljoen jaar geleden ontstaan.

Breuken: gesteente dat onder invloed van rek of druk in de aardkorst breekt.
Slenk: zijde van de breuk die omlaag zijn bewogen.
Horst: zijde van de breuk die omhoog zijn bewogen.


11 Afbraak van gesteente

Endogene processen: krachten van binnenuit op de aardkorst inwerken. (aardbevingen, vulkanen, platentektoniek)
Exogene processen: krachten van buitenaf die op de aardkorst inwerken (verwering, erosie, sedimentatie)

Hydrologische kringloop: waterkringloop

12 De gesteentekringloop

Soorten gesteente ontstaat uit naam gesteente
Stollingsgesteente (dieptegesteente, magma, lava graniet, basalt, touwlava, puimsteen
Vulkanisch gesteente)
Sedimentgesteente zand, klei, plantenresten zandsteen, schalie, bruinkool, kalksteen
Koraal, schelpen

Metamorf gesteente zandsteen, schalie, bruinkool leisteen, kwartsiet, steenkool, kalksteen marmer

Stollingsgesteente: gesteente dat ontstaat doordat vloeibaar magma of lava stolt
Sedimentgesteente: gesteente dat ontstaat door samenpersen van sediment
Metamorfe gesteente: gesteente dat ontstaat doordat bestaand gesteente onder druk wordt gezet en daardoor vervormt.

Klei: klein plakjes vruchtbaar (zand combinatie  zavel)

Zand: groot hoekig onvruchtbaar
Leem: klein fijn onvruchtbaar
Kalk: kalkresten hoekig/fijn onvruchtbaar
Luss: kruimelstructuur fijn heel vruchtbaar (windafzetting)
Keileem: zie leem + keien

Gesteente verslijt en ontstaat door: verwering, erosie, riviertransport, sedimentatie, wegzakken, subductie, vulkanisme, gebertevorming

Van gebergte tot sediment en weer terug: exogene krachten maken kleine steentjes, gaat met water mee onderaan rivier, word sediment, door zwaar gewicht bovenste laag plakt aan elkaar, door botsing aardplaten opgeheven tot weer in de bergen.
Gesteentekringloop: de doorgaande omvorming van stollingsgesteente naar sedimentgesteente naar metamorf gesteente

15 Natuurlijke gevaren in de VS

Tornado: een zware windhoos, met een wervelwind die als trechtervormige slurf onder een buienwolk zichtbaar is.
- Komt niet uit de tropen
- Klein gebiedje
- Route: van Z-O naar N-W over de VS
- Ontstaantijd: van jan t/m maart en van jun tot nov
- Ontstaat: land
- Eindigd: land

- Soms wel 400 km/u

Hurricanes (orkanen): Een tropische orkaan in het caribisch gebied boven de VS. Gebied met een windkracht van 11 of meer. (118 km/u)
- Ontstaat: Tropisch gebied tussen kreeftskeerkring en steenbokskeerkring. En een hogere temperatuur dan 18 graden het hele jaar.
- Route: van Z-O naar N-W over de VS
- Jun tot nov
- Ontstaat: oceaan
- Eindigt: land
- Waait tegen de wijzers van de klok in
- Er is een oog

Zodra een orkaan boven land komt neemt de kracht af en verandert de orkaan in een storm.

Ontstaat allemaal door warme en koude lucht, temperatuurverschillen etc.

Intensiteit: hoe zwaar een natuurverschijnsel is.
Frequentie: om de hoeveel tijd een bepaald verschijnsel voorkomt.

16 De risico’s van natuurgevaar in de VS

Door de lage frequentie van veel natuurrampen kunnen mensen zich niet voorstellen dat zoiets nog eens gebeurt.

Risicoperceptie: de manier waarop bewoners van gebieden met natuurrampen de gevaren ervaren.


Risico dat mensen lopen hangt af van 2 dingen:
- De kans dat het natuurverschijnsel zich op die plaats en met een hoge intensiteit voordoet.
- Maatregelen

Maatregelen die mensen nemen tegen natuurrampen:

• Technische aanpassingen aan bouwwerken
• Zorgen dat de bevolking voorbereid is
• Het aanleggen van een waarschuwingssysteem
• Bouwen van schuilplaatsen
• Opstellen evacuatieplannen
• Het verzekeren van materiële schade.

Effecten van een aardbeving: (geen voorspelling)
- Bouwwerken grote schade
- Aardverschuivingen
- Hellingen naar beneden komen
- Tsunami’s veroorzaken

Effecten van een orkaan: (wel voorspelling)
- Lage delen van de kust overstromen
- Rivieren buiten oevers treden door veel regen
- Modderstromen

17 Waiting for the Big One

Los angeles ligt in een heel droog gebied en moet van ver water worden aangevoerd hiervoor worden aquaducten en stuwmeren gebruikt. Gevoelig voor aardbevingen.


18 Are you prepared?

omdat veel orkaanpaden Florida kruizen is de ligging gevaarlijk.
Orkanen:
Dennis, andrew, katrina

Omdat je geen hypotheek kan krijgen zonder orkaanverzekering heeft dit grote gevolgen voor de huizenmarkt.

REACTIES

M.

M.

wow vet vreemd, dit alles leer ik dus in havo 4.. ;o

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.