Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Conservatisme

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 628 woorden
  • 15 februari 2009
  • 42 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
42 keer beoordeeld

Het CONSERVATISME, een 19e eeuwse politieke ideologie.

Het woord
Het latijn kent het werkwoord conservare, d.i. behouden. Conservatisme betekent dus zoveel als het streven naar behoud en is van alle tijden. Een conservatief iemand is kennelijk een be-of vasthoudend type, geen vriend van nieuwigheden. Er zijn altijd mensen geweest, die de wereld, waarin zij leefden, als heel wel leefbaar beschouwden en zich al onderscheidden van diegenen, die (op al dan niet snelle wijze) veranderingen in die wereld nastreefden.

Echter als politieke term en al snel staand voor een politieke groepering (partij) van mensen met dezelfde overtuiging is het woord een 19e eeuws begrip. In 1818 verscheen in Frankrijk een nieuw dagblad van een literator en een priester, Chateaubriand en Lamennais, Le Conservateur.

Wat stelden de auteurs zich erbij voor? Handhaving en, waar mogelijk, versteviging van tradities, instellingen en denkbeelden, die de Franse Revolutie en de barre tijden van de Napoleontische oorlogen zowel in de praktijk als qua ideeën min of meer hadden verdrongen of waren verdwenen.
In 1830 dook de term op in Engeland, waar zij betrekkelijk snel inburgerde als synoniem ‘Conservatives naast de naam ‘Tories’.

Het probleem van de definiëring
De vraag, die zich nu voordoet, is uiteraard: waarom past in de loop der 19e eeuw op komst van een politiek stelsel, dat zich ten doel stelt verzet tegen veranderingen in de samenleving in een politieke leer (ideologie) samen te ballen? Of moet die vraag anders luiden: Is het conservatisme wel zo’n stelsel en moet men niet eerder spreken van een nader te bepalen maar niet-tijdgebonden menselijke houding (kortom voorkomend in iedere samenleving en elke tijd)? Hier duikt nog een probleem op: Het is nl. de vraag hoe conservatief men wel is. Er zijn vele mensen, die zich beroepen op tradities ed. van vroeger: echter willen zij de samenleving naar vroeger modelleren (herstellen), onverkort handhaven (behouden) of zijn zij bereid op bepaalde punten die samenleving naar de eisen van de tijd aan te passen (hervormingsbereid)

Definitie conservatisme als algemene term:
Een levenshouding, voortkomend uit een persoonlijke en karakterbepaalde binding aan het verleden of aan het bestaande, met als doel wezensvreemde veranderingen in/ aan die aldus gevormde levenshouding tegen te gaan.

Opkomst van de politieke ideologie Conservatisme
Met deze algemene definitie laat ze dit gemakkelijker verwoorden: De Verlichting en de Franse Revolutie met haar gevolgen hadden voor het eerst in de geschiedenis een omvattende maatschappelijke visie geformuleerd (en ook in de praktijk gebracht). Standenstaat of burgerlijke samenleving, macht op grond van geboorte of op grond van prestatie, Godsoevereiniteit of Volkssoevereiniteit, gehoorzaamheid der onderdanen of inspraak, geen of wel onvervreemdbare burgerrechten, e.d. vormden de discussiepunten en deden zich rond 1800 pas in deze vorm voor.
Na Napoleon was dit niet over. De opkomst sindsdien van niet-godsdienstig gebonden nationale gemeenschap, de emancipatie van de burgerij en daaraan gekoppeld het ontstaan van politieke partij vorming maakten die discussie tot een noodzakelijk oordeel van het openbare leven. Van de mensen met een conservatieve levenshouding gingen zich een aantal politiek groeperen en ontwierpen daarbij een eigen politieke ideologie.


Inhoud van het politieke Conservatisme:
A: Voorstaan van een zo praktisch mogelijk denken.
B: In de politiek zo zakelijk mogelijk zijn naar de eisen.
C: Uitgaan van een door God ingesteld gezag.
D: Het oog hebben voor een door God gewilde verscheidenheid en veelvormigheid van de (historisch gegroeide) samenleving.
E: Het geloven van een organische ordening van de gemeenschap, waarbij de gemeenschap geldt boven het individu en het individu over principes.
F: Het voorstaan van een eigen vrijheidsbegrip, geen vrijheid zonder bezit: zo geniet het orgaan in de samenleving van alle vrijheid binnen haar toebedeelde taak.
G: De mens is een onvolmaakt wezen en wordt primair door emoties geleid.
H: Geleidelijke veranderingen worden aanvaard, men ziet het als een groeiend proces (alleen als het noodzakelijk is)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.