Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Zuid-Amerika

Beoordeling 4.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 1234 woorden
  • 2 juli 2008
  • 46 keer beoordeeld
Cijfer 4.6
46 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting geschiedenis

Algemeen

Beeld van Zuid-Amerika:
- Alleen nog indianen in de binnenlanden van Brazilië.
- Zuid-Amerika is een kolonie van de VS.
- De Russen stichten er overal revoluties.

Klimaat Zuid-Amerika:
- Noorden: (sub)tropisch
- Zuiden: gematigd tot koud klimaat

Oorspronkelijke volkeren

± 40000 v.Chr. Eerste nomaden (Mongoolse volkeren) bereiken in Noord-
Amerika via de beringstaat.

± 15000 v.Chr. Eerste nomaden en indianenstammen in Zuid-Amerika.

Bestaansmiddelen van eerste nomaden:
Jagen / verzamelen tropische regenwouden en laagvlakten
Visserij en schaaldieren kustgebieden

>Bij gebrek aan jagen-verzamelen of ruimte:
Landbouw tropische regenwouden en hoog/laagvlakten

Inca’s: ± 1200 n.Chr. – 1500 n.Chr
Woonplaats: het oosten van Zuid-Amerika (ruwweg het Andesgebergte)

Bloeitijd: 1438 n.Chr. - 1532 n.Chr.

Kenmerken:
- Godsdienst: natuurgodsdienst, verering van goden: dieren offeren
- Cultuur: hoogontwikkelde bouwkunst, sieraden, geen wiel en schrift (wel kiphu’s = knopen) uitgevonden

- Verdeling grondbezit: grond beheerd door plaatselijke bestuurders en priesters
- Organisatie en bestuur: van boven naar beneden:
1. vorst vereerd als god (bijgestaan door raad van 4)

2. bestuurders, legeraanvoerders, ambtenaren, priesters 3. kooplieden, handelswerklieden
4. boeren

- Middelen van bestaan: voornamelijk akkerbouw, maar ook: visserij, jacht en landbouw

Maya’s: ± 400 v.Chr. – 1500 n.Chr.
Woonplaats: Het tegenwoordige Honduras, Guatemala en Yucatan

Bloeitijd: 400 n.Chr. – 1000 n.Chr. daarna verval

Kenmerken:
- Godsdienst: natuurgodsdienst> verering van goden: dieren offeren, ceremoniële bouwwerken en grafhevels (later piramides). zonnekalender en ceremoniële kalender

- Cultuur: steles> opgerichte stenen die daden van de koningen beschrijven. stadsstaten, beeldhouwwerken, schilderkunst, hiërogliefenschrift, hoogontwikkelde astrologie, balspel

- Verdeling grondbezit: grond beheerd door vorst of plaatselijke gemeenschap

- Organisatie en bestuur: hiërarchische maatschappij> van boven naar beneden:

1. vorst vereerd als God (bijgestaan door raad van 4)
2. bestuurders, legeraanvoerders, ambtenaren, priesters 3. kooplieden, handelswerklieden
4. boeren

- Middelen van bestaan: voornamelijk intensieve landbouw, maar ook: visserij, jacht en akkerbouw

Azteken: ± 1300 n.Chr. – 1500 n.Chr.
Woonplaats: De hoogvlakten van Mexico

Bloeitijd: 1300 n.Chr. – 1500 n.Chr.

Kenmerken:
- Godsdienst: natuurgodsdienst> verering van goden: mensen offeren, ceremoniële bouwwerken en grafhevels (later piramides).

- Cultuur: sterk leger

- Verdeling grondbezit: grond beheerd door vorst of plaatselijke gemeenschap

- Organisatie en bestuur: van boven naar beneden:
1. vorst vereerd als God (bijgestaan door raad van 4)
2. bestuurders, legeraanvoerders, ambtenaren, priesters 3. kooplieden, handelswerklieden
4. boeren

5. slaven

- Middelen van bestaan: voornamelijk intensieve landbouw, maar ook: visserij, jacht en akkerbouw

De Kolonisatie

1492 n.Chr. - Spanjaarden bereiken Zuid-Amerika en veroveren bijna alle
± 1550 n.Chr. gebieden waar Indianen wonen.

Verklaringen voor de snelle Spaanse verovering:
- De Indianen werden al snel door zware epidemieën getroffen.
- De Spanjaarden hadden paarden, honden en metalen (vuur)wapens, die effectief
en beangstigend waren voor de Indianen.
- De Spanjaarden maakten handig gebruik van de verdeeldheid onder de
Indianen, door onderworpen volkeren als (tijdelijk) bondgenoot te gebruiken.

Spaanse veroveraars wilden:
- Roem verwerven.
- Snel rijk worden.

Spaans koningen (gesteund door de katholieke kerk) wilden:
- Macht vergroten.
- Rijkdom vergroten.

- Christendom uitbreiden.

Maatregelen van de Spaanse koning om dit te bereiken:
1. bestuur: raad van Indië*
In Madrid gezetelde raad, waarvan de leden door de koning werden benoemd, zij:
- wetten uitvaardigen.
- benoemen van de belangrijkste bestuursfunctionarissen.

- toezicht op de kerk, rechtspraak, handel en financiën.

2. twee onderkoninkrijken onderverdeeld in kapitein-generaalschappen, bestuurd
door onderkoningen).

3. reglementen v/d handel
- Alleen producten (landbouwproducten en delfstoffen) naar Spanje uitvoeren.
- Alleen nijverheidsproducten uit Spanje invoeren.
> Ter controle maar 2 toegestane havens (Mexico en Panama).

4. kerstening
- Duizenden priesters moesten de Indianen bekeren.
- Overal verrezen kerken, kloosters en scholen.
- Ze doopten de laatste Azteekse/Inca vorst voor terechtstelling.


5. stichting van steden
- Uit Spaans cultuur standpunt, de Spanjaarden gingen hier ook zelf wonen.
- Dit was de basis voor de sterke tegenstellingen tussen stad en platteland.

± 1494 Het verdrag van Tordesillas wordt ondertekend

Het verdrag van Tordesillas
Verdeling van de wereld buiten Europa tussen Spanje en Portugal. De lijn liep 270 mijl (434,52 km) ten westen van de Azoren, dwars door de Atlantische Oceaan van noord naar zuid.

Verschillen tussen het Spaanse en Portugese bestuur:
- De Portugese kolonisten waren zelfstandiger dan de Spaanse, omdat de
Portugese regering zich weinig met Brazilië bemoeide.
- De plantages (en niet de steden) waren de kern van de maatschappij. Langs de
kust veel suiker-, katoen-, en koffieplantages.
- Veel meer slaven in Brazilië, door het gebrek aan Indiaanse werkkrachten.

Behandeling van de Indianen in de Spaanse gebieden:
- De Indianen werden als Spaanse onderdanen verklaard.
- De Indianen hadden dezelfde rechten als de Spanjaarden, mits ze het christendom

aannamen.
- Indianen werden door een Spaanse “vader” beschermd en tot volwaardig burger
ontwikkeld mits ze werkzaamheden voor de vader deden. In werkelijkheid
waren de Indianen tweederangsburgers die soms tot dwangarbeid werden
verplicht.

Behandeling van de Indianen in de Portugese gebieden:
- De Indianen waren totaal rechteloos
- De Indianen werden niet als onderdanen gezien.
- De Indianen werden slaven of vermoord.

De gevolgen van de kolonisatie
- De Indianen verloren (op de tropische regenwouden en savannen na) overal hun
zelfstandigheid.
- De Indianen namen in bevolkingsaantal enorm af. De oorzaken hiervan waren:
Besmettelijke ziekten (tyfus, mazzelen, poken, griep), oorlogen met de
Europeanen en de slechte behandeling door de overheersers. Nu zijn er ongeveer
30 miljoen, ongeveer net zoveel als bij de komst van de Spanjaarden.


De bescherming van de Indianen:
- De Kerk was de enige die zich inzette voor de bescherming van de Indianen.
- De Jezuïeten stichten dorpen waarin de Indianen beter beschermd waren dan op
het platteland.

De gelaagdheid van de bevolking:
De afkomst bepaalde tot welke bevolkingsgroep (die streng gescheiden waren) men hoorde. In volgorde van hoog naar laag:

1. Europese blanken
> belangrijkste bestuurfuncties

2. Creolen en halfbloeden (mestiezen en mulatten)
> landeigenaren, ondernemers, kooplieden of plaatselijke bestuursfuncties

3. Indianen
> boeren, arbeiders, mijnwerkers.

4. Slaven
> plantages

Nederland in Zuid-Amerika:
De WOC veroverde in 1639 Noordoost-Brazilië op de Portugezen. Dit gebied werd gebruikt voor plantages en slavenhandel. Na de Tachtigjarig-oorlog raakte Nederland het gebied kwijt aan de Portugezen die zich gingen richten op de Guyanas.

De Dekolonisatie

Oorzaken van de opstanden:
1. de ideeën van de verlichting

2. Amerikaanse revolutie en Franse revolutie als voorbeeld
3. Napoleon bezet Spanje en zet de Spaanse koning af
4. De creolen voelden zich gelijken met de koloniale overheersers.

De opstanden door creolen:
1. Tupac Amaru
Opstand in 1870 in Peru tegen de Spanjaarden gericht. Tupac Amaru werd
gedood maar bleef inspireren tot verzet tegen de onderdrukking.
2. Afrikaanse slaven op Haïti
Na een bloedige burgeroorlog (1791) versloegen de slaven het leger van
Napoleon, en werd als eerste land van Zuid-Amerika onafhankelijk (1804)
3. Simon Bolivar en Jose de San Martin
De leiders van de chaotische opstanden, wisten uiteindelijk veel aanhang te
krijgen en een groot deel van Zuid-Amerika te bevrijden.

De herverdeling van Spaans-Amerika:
Zeventien zelfstandige republieken: geen statenbond (idealen Simon Bolivar) mogelijk, omdat:
1. machthebbers wilden geen macht afstaan

2. weinig contact tussen de landen

111 De herverdeling van Brazilië:
Brazilië werd zonder strijd onafhankelijk, de zoon van de Portugese koning riep zelf de onafhankelijkheid (1822) uit. Deze zoon bleef keizer van Brazilië tot 1889 toen het leger een einde aan de monarchie maakte en de republiek Brazilië uitriep.

Veranderingen na de onafhankelijkheid:
1. nieuwe bovenlaag (rijke creolen en grootgrondbezitters)
2. grotere middenlaag (meer mulatten, Indianen en Afrikanen)
2. einde slavernij (deze gingen op in de benedenlaag: boeren en arbeiders)
3. afkomst minder bepalend, meer gericht op prestatie
4. slecht functionerend democratisch systeem
5. Er braken tussen verscheidene Zuid-Amerikaanse landen oorlogen uit

Oorzaken van het slecht functionerend democratisch systeem
(dictators, fraude, geweld, grondwet wordt niet gevolgd, grepen naar de macht):
1. geen democratische ervaring
2. de militairen wilden hun invloed op de politiek niet verliezen
3. de bevolking was grotendeels arm en analfabeet en geloofde niet in de regering

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.