Hoofdstuk 2, Echt klassiek

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 2430 woorden
  • 24 januari 2008
  • 44 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
44 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 2
In 155 voor christus stuurden de Atheners een delegatie naar rome .Dat waren de beste redenaars. Waaronder 3 filosofen. Zei betoverden de jongeren zo, dat ze hun andere vermaak en bezigheden lieten schieten.
Cato Griekse filosoof. Hij voorspelde dat de Romeinen alles zouden verliezen, als ze besmet zouden raken met de Griekse literatuur. Maar dat was juist tegen gedraaid. Ze kwamen op hun hoogtepunt. Cato had ook een afkeer van Griekse filosofen en artsen in Rome.
Grieken : Gebied rond Griekenland . volkeren vormden steeds meer een culturele eenheid, met dezelfde goden en dezelfde taal. Ze leefden van de landbouw.

Stadstaat: Door bevolkingsgroei ontstonden er kleine zelfstandige staatjes. (vaak niet meer dan een stad met omliggend land) dat is een stadstaat of een polis
Doordat er zoveel mensen waren, was er al gauw te weinig voedsel. Graan werd geïmporteerd en sommige Grieken trokken gewoon weg. Zoo ontstond er langs de hele Middellandse Zee een netwerk van Griekse stadstaten.
Kenmerken. In het oude Griekenland begonnen in de 6e eeuw oor Chris mensen kritisch na te denken over de wereld om hen heen. Kennis uit Mesopotamië en Egypte werd verder ontwikkeld. Dat was het begin van de wetenschap en filosofie in Europa. Ook waren de Grieken de grondleggers van de democratie.
Hellenisme: verspreiding van de Griekse cultuur.
Griekenland werd onder Alexander de grote steeds groter. Toen hij dood ging werd land verdeeld onder 3 generaals. Zo werd het dus verspreid.
Egypte hellenistisch koninkrijk. Romeinen veroverden de boel. Maar de Griekse cultuur overleefde. De architectuur, literatuur beeldende kunst en de Griekse wetenschap werden overgenomen. De Grieks- Romeinse cultuur was bijna in heel west europa van kracht. De volkeren leverden soldaten om zo het rijk te beschermen. Eerst werd het er nog goed geluisterd en gehoorzaamd maar na de 3e eeuw braken grote Germaanse volken vaak door de LIMES (grenssystemen) heen.
Na het vertrek van de Romeinen uit onze streken bleef nog wel grote steden over. Daar vestigden zich bisschoppen.
5 kenmerken: - De ontwikkeling van filosofie en wetenschap en het nadenken over de rol van de burger in de samenleving. - Klassieke vormen in beeldende kunst en architectuur - De groei van het Romeinse rijk, waardor de Grieks-Romeinse cultuur zich door europa verspreide. - Het contact tussen de Grieks Romeinse cultuur en de Germanen van Noordwest-Europa. – De ontwikkeling van de eerste monotheïstische culturen: Jodendom en christendom.

Cleopatra hoort bij de Egyptische cultuur omdat ze koningin was. Maar ze hoort dus ook bij de Griekse cultuur omdat Egypte een deel van het hellenisme is en zij van Griekse afkomst was. Ook hoorde ze bij de Romeinse cultuur omdat de Romeinen in 50 voor christus veel macht kregen en zij veel moest doen om haar rijk.

Volgens Cato schuilde het grootste gevaar in de Griekse cultuur in het feit dat mensen later miss beroemd wilden worden met moorden en militaire daden.
De cultuur werd overgenomen in de veroverde gebieden. Want de Griekse cultuur was verder dan de Romeinse, dat vonden ze zelf ook. Maar de Romeinen vond en ook weer dat zij op cultureel gebied weer verder waren dan de Kelten en de Germanen.

2.1
Aspasia. Zij had via haar vriend de veldheer en staatsman Perikeles een grote invloed in de democratie. Iets wat voor slaven noch vrouwen noch Metoikos ( inwoner van Athene uit andere stad) mogelijk was Op feesten waren geen vrouwen van mannen maar metoikos..
Soms werden ze sofistria genoemd. Sofisten zijn rondtrekkende redenaars die tegen betaling cursussen en presentaties gaven op het gebied van filosofie, politiek en communicatie.

Doordat men in Athene na ging denken over allerlei dingen zoals gedrag of het aangeboren is of niet, of god wel een belangrijke rol speelde enz.

Atheners en Spartanen hadden perzen verslagen. Maar hadden grote tegenstellingen. In sparta draaide alles om het leger. Soldaten waren de bovenlaag van de bevolking. Dat waren de enige burgers met alle rechten. Ze werden onderhouden door de HELOTEN. Volk in de polis. Het bestuur was een mengelmoes van monarchie, oligarchie en democratie.

In Athene: Aristocratisch bestuurd en een koning. Rijke klasse naast adel door handel enz. Economische veranderingen legden de basis oor de Atheense democratie. Onze staatsvorm is in de ogen van de Atheners niet echt democratisch want wij kunnen niet direct meebeslissen.

Zonen van rijke burgers gingen bij sofisten in de leer. Zo leerden ze zichzelf te verantwoorden enz.
Protagoras sofist van het scheppingverhaal. Nog een uitspraak: De mens is de maat van alles. Daarmee bedoelde hij dat er geen algemene waarheid is die voor iedereen geld en voor iedereen hetzelfde is.

Democratie had in athene veel tegenstand. De elites waren bang hun macht te verliezen. Ze verloren ook de directe macht maar voor de rest hadden ze nog wel veel macht. Sommige rijke atheners zetten zich ook in, andere trokken zich terug.


In 431 v. Chr. brak peloponnesische oorlog uit. Anti democraten waren verdacht. Toen sparta in 404 v Chr. De oorlog won, vervingen die de democratie in een oligarisch regime. Van dertig man. De dertig maakte zich zo gehaat dat democratie weer snel terugkwam.

Sokrates tegenstander sofisten. Hij wou de absolute waarheid weten. Hij beweerde een eigen god te hebben dat hem waarschuwde als hij iets verkeerds deed.(zijn geweten?!) Hij werd veroordeeld tot gifbeker. Zo weet je hoe er in de 5e eeuw gedacht werd over de invloed van de goden.

Agamemnon heerser, komt thuis wordt vermoord door vrouw+ minnaar. Zoontje overleeft vermoord hun later. 2 kanten:
- Hij is een goede zoon
- Hij is een moedermoordenaar.
Toch lijdt hij aan zijn geweten.
Hippokrates: leider van de school. Ging niet meer ervan uit dat god voor ziektes zorgden maar juiste verhouding lichaamsvochten was goed. Slijm gele gal bloed en zwarte gal.

Oligarchie: macht in handen van klein groepje (rijke) mensen
Tyrannos: Soort dictatorschap. 1 iemand heeft de leiding

Koning is als eerste ontstaan daarna had je tyrannos en daarna keizer.

Protagoras vindt dat alle mensen zich met de zaken van de polis moeten bezighouden omdat als er een mindernheid zou meedoen zou er geeneens een polis bestaan. Hij zou wel voor deelname van vrouwen en slaven zijn geweest mede omdat hij vrienden was met Perikeles. Maar aande andere kant vond hij het ook wel weer normaal.

2.2
Klassiek soort kwaliteitskenmerk

Periode 480 tm 338 v c geld als het klassieke tijdperk van de europese geschiedenis.

Romeinen veroverden in 3e eeuw italie. Griekse kolonies kwamen onder de macht. Italie werd langzaam overspoelt met imperialisme. Grieken moesten de Romeinen alles leren.

Scipio en Cato
Scipio paste zich aan. Was filhelleen. Cato is strenge vertegenwoordiger van de oude romeinse waarden. Toch sprak hij en schreef grieks Hij had zich wel aangepast. Ook die sciponen hadden zich aangepast maar hadden toch nog wat romeins behouden. Discipline in het legerkamp en op het slagveld, eerbied voor de wetten enz.

Cicero is er trots op dat de romeinen niet alleen lelementen uit de griekse cultuur overamen maar ze ook verbeterde.

Speerdrager heeft natuurlijke houding. In het begin werd deze griekse vormentaal nog vrijwel letterlijk overgenomen. Romeinen voegden steeds meer dingen toe. Beelden heel realistisch.

2 belangrijke romeinse verbeteringen in de bouwkunst: beton en boogconstructie. Doordat ze de bogen de druk anders vrdeeld is was de overspanning veel groter. Zo konden ze grote koepels overdekken. Beton: puin, kalk, vulkanisch zand, en water

Griekse cultuur werd pas echt overgenomen toen de grieken waren veroverd. Toen pas kwam de griekse cultuur echt naar Rome toe.

De hellinistische cultuur was een onderdeel van de griekse cultuur. Het verschil tussen grieks romeinse cultuur is dus: dat het eenonderdeel is van de griekse cultuur.

Latium: is de streek bij rome. Eigenlijk is het rome.
Landelijk en platteland wil eigenlijk zeggen: Achtergebleven onbeschaafd.

De buste van Scipio is realistisch want hij heeft een kale kop en een grote neus.

Bij de beelden zijn er overeenkomsten: de houding het standbeen houding van het hoofd ernstige blik enz. Augustus is niet naakt omdat het een keizer is. Zijn veldheerkunsten worden benadrukt dat vereist een veldheertenue
Het beeld van napoleon is wel naakt, Het klassieke beeld ven een heldenbeeld is een naakt beeld. Hij is keizer end at zie je aan zijn keizerstaf.

2.3
De Europese cultuur steunt op 3 pijlers. De verworvenheden van de industriële revolutie, het christendom en de klassieke cultuur.

Carthago: koloni van tyrus was in 5e eeuw een grootmacht. Veel conflicten met de grieken. Sinds 3e eeuw gevaarlijkere tegenstander: romeinen. Ze verloren sicilie in de punische oorlog. De carthagers trokken meer naar spanje. De romeinen sloten schijnheilig een verdrag en begonnen spanje te verkennen.

Scipio en Hannibal. Romeinen hadden een slag verloren. Verklaarden de oorlog. Scipio naar provincie van rome om met hannibal te gaan vechten. Die was op olifanten op weg nar rome. Hij kwam heel ver met zijn olifanten en won veel. Gebroeders scipio hielden de grens dicht en waren zo vol van vertrouwen dat ze de aanval openden op 3 punishce legers. Spaanse romeine waren omgekocht. Alles liep uit op fiasco. Beide scipios stierven Scipio wist in 206v.c. de carthagers uit spanje te verdrijven. Hannibal werd teruggeroepen en ze verloren de 2e punische oorlog. Daarna duurde het nog lang voor spanje in macht was.

De romanisering verliep traag. Romeinen kregen pas zelf de smaak te pakken van de grieken. Ook waren de verbindingen slecht. Spanje was niet aantrekkelijk voor koop en handelaren. Ook was het niet duidelijk of de romeine de macht wel konden houden.

Stamleiders die trouw waren konden soms het romeinse burgerrecht krijgen. Er kwamen zo nog vele meer burgers. Sommige mensen bleven ook gewoon in spanje of gingen in veteranensteden wonen. De romaniseren verging zo sneller en zelfs in de meest afgelegen gebieden zijn sporen gevonden. Men ging ook steeds meer in grote bedrijven produceren en exporteren.

In steden was invloed van de grieks romeinse cultuur goed te zien. Elke stad had in centrum een formu en thermen enz. een soort van ontmoetingsplaatsen. Ook werden toneeldingen gebouwd.

Kooplieden handelaren en het leger waren belangrijk voor de romanisering. Kenmerkend voor romanisering zijn: Beperkt burgerrecht, taal, opnemen van kolonisten en kleding. Er was een gemengde bevolking. De oorspronkelijke bevolking en bijv veteranen. Daarom verloopt de romanisering in een gemengde stad ook sneller. Een deel van de bevolking is gewoon romeins.


2.4
Ceasar: het was de gewoonte dat consuls na hun ambtstermijn proconsul werden. Ceasar kreeg smeekbeden van Gallische stammen om iets te doen aan de Germaanse koning ariovisitus. Ceasar veroverde heel gallie. Dat leverde hem een enorme oorlogsbuit op. Hij had heel veel macht, en dat was een reden om hem te vermoorden. Zijn adoptiefzoon kwam aan de macht. Hij slaagde de maatschappij weer op orde te brengen. Hij had de bedoeling het Germaanse gebied tot aan de elbe te veroveren natuurlijke grens. Later rijn en donau natuurlijke grens

Romeinen waren sterker in de open gevechten en beter georganiseerd. Germanen guerilla.

Limes-systeem: aanleggen van kleine kampen en wachttorens. De castella (kleine kampen) waren verbonden door een muur of met droge greppels. Het was als bescherming tegen de strooptochten. Aanvallen werden door rook en vuursignalen doorgegeven.

Rijngrens 1e en 2e eeuw stabiel. Bevorderde de economie. Steden groeiden. Vooral steden die waren aangewezen als administratief centrum (civitas.) Belangrijk hulpmiddel bij innen belasting.

Germanen in aanval. Tijdens regeerperiode van keizer Marcus Aurelius nam de druk op de grenzen toe. De welvaart die aan de romeinse kant van de limes heersten oefende een grote aantrekkingskracht uit op de germanen. Keizer liet een aantal stammen toe, maar haalde daarme de buffer naar binnen. Ook hadden de germanen betere bewapening en organisatie geleerd.

3e eeuw: eeuw van crisis. R rijk was niet meer berekend op grote militaire uitgave. Er kwamen geen inkomsten uit buit en oorlogsschatting. Gevolg veel keizers. Aan opdringende Germaanse stammen werden afkoopsommen betaald. Weigerde de keizer die te betalen, dan had dat meteen plundertochten tot gevolg.

Keizer diocletianus deelde het rijk op in een oostelijk (grieks) en een westelijke rijkshelft. Beide helften hadden keizer en onderkeizer. 4 nieuwe hoofdsteden gesticht. Dichter bij front. Kleine periode rust. Daarna moesten de romeinse keizers toestaan dat Germaanse stammen zich onder hun eigen leiders en bestuur in het romeinse rijk mochten vestigen.

Het leger zorgde voor de bouw van aquaducten, wegen, legerkampen maar ook voor kleinere gebouwen als steenovens en gebouwen voor de burgerbevolking,.

Na 25 jaar trouwe dienst: diploma en romeinse burgerschap. Veel konden daarna in bestuursfunctie terugkeren.


Doodskist van vrouw is van de romeinen over genomen.
Romeinen namen bijv goden over van de grieken.
Romanisering is het sterkst in de 1e 2 eeuwen.

Als je ceasars boek gebruik als bron heb je voordelen en nadelen. Voordeel: hij was een tijdgenoot. Nadeel is dat hij een voornmae speler in de gebeurtenissen is.
Als ee arhceologische bronnen voor de geschiedenis van kelten en germanen in de eerste eeuw van christus bekijkt zijn dr ook voor en nadelen aan. Voordeel: bron is objectief. Nadeel. Ze moeten geïnterpreteerd worden. Ze zeggen zelf niet veel.

Germanen waren in de 3e eeuw succesvoller omdat: De buffer naar binnen werd gehaald, kwetsbaardere grens, Germanen vochten in grote stamverbanden, minder geld, De organisatie was ook veel beter en de wapens ook.

2.5
Monotheïsme: aanbidden van 1 god.
Joden betaalden geld voor het monotheïsme. Jezus, dreigde zijn macht teveel uit te breiden en werd daarom veroordeeld tot kruis. Diaspora: verspreid. Doordat Jezus ter dood werd veroordeeld, gingen de christenen weg. Het christendom begon zich steeds meer af te keren van het jodendom.
Joden streefden er niet naar om andere tot hun geloof te bekeren. Christendom wel. Christendom beloofde beter leven na de dood. Veel slaven en vrouwen trok dat aan. ( Jezus maakte de boodschap extra geloofwaardig)

In de 2e eeuw werd het christendom strakker en beter georganiseerd. In 3e eeuw meer sprake van geloofsgemeenschap. Rijkere mensen voegden zich ook toe. Deel van het geld werd ingezet voor naastenliefde. (romeinen hadden dat ook wel maar dat waren alleen voor romeinse burgers, niet voor slaven en vrouwen)


Petrus en paulus werden gedood. Omdat keizer christendom verdacht van brand. Tot midden 3e eeuw kwamen grootscheepse christenvervolgingen nauwelijks voor. Maar christen zijn bleef strafbaar. Romeine waren opzich tolerant, maar joden en christenen wilden niet bidden voor romeinse goden. Dus stonden ze niet 8er de romeinse staat en keizer. Ondertussen werd het steeds moeilijker om de grenzen te verdedigen. Dat drukte zwaar op de schatkist belastingen moesten worden verhoogd. Zorgde voor economische crisis. Dit kwam allemaal omdat de traditionele goden verwaarloost werden…

Vervolgingen hadden weinig zin christendom breed zich uit.

In 312 gevecht 2 romeinse legers. Constantijn won de slag en werd keizer. Hij hief het verbod op christendom. Vanaf dat moment waren de christenen in de romeinse maatschappij niet meer in gevaar. Zelfs niet toen julianus keizer werd. De christenen moesten toen subsidie betalen en verloren hun voorrechten. Volgende keizer stelde christendom in als staatsgodsdienst.

REACTIES

S.

S.

Moah eigenlijk best wel slecht

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.