Hoofdstuk 18

Beoordeling 4.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 3932 woorden
  • 22 februari 2007
  • 55 keer beoordeeld
Cijfer 4.8
55 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
H 18 Laagland 1940-heden 18.1 De politieke achtergronden 1945 einde WOII (Europa & Azië) Op Japan atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Wereld verdeeld: scheiding SU gedomineerde Oostbloklanden – West Europese landen. Duitsland 2 staten. VS -> SU spanning koude oorlog. Korea-oorlog en cubacrisis -> ! Dreiging nieuwe WO! NL: verlies veel joodse landgenoten. Theun de Vries Het meisje met het rode haar. Harry Mulisch Het stenen bruidsbed, De zaak 40/61, de aanslag, siegfried. G.L. Durlacher Strepen aan de hemel, Drenkeling, Quarantaine. -wederopbouw
Vooroorlogse verzuiling bleef

Dekolonisatie: ’50 Indonesië->domineerde Nederlandse buitenlandse politiek
Soldaten naar Indonesië -> politionele acties. Graa Boomstra De laatste tyfoon 1992 Lotgevallen van kerst. Een Nederlandse soldaat tijdens politionele acties. Jaren later reist de zoon van die Nederlandse soldaat naar Indonesië om zijn zwijgende vader te begrijpen. ’60 gevestigde orde onder druk. Studenten: protest VS in Vietnam. Ook in Nederland: veel verzet huwelijk Beatrix en Claus in Amsterdam
Provo’s en activisten jongerengeneratie waar het gezag niet op had gerekend. Harry Mulisch Bericht aan de rattenkoning 1966: verslag deze roerige episode uit geschiedenis. 1989 einde Koude Oorlog: val Berlijnse muur. Hereniging Duitsland en Oostbloklanden los van SU. SU-> einde communisme (1917 Lenin Russische revolutie) 18.2 De sociaal- economische achtergronden ’50 verzet restauratie vooroorlogse situatie * Taboes en conventies doorbroken, vooral verzet onder jongeren (normen en waarden). Jan Wolkers -> bespreekt openlijk seksualiteit
Opkomst jeugdcultuur-> popmuziek-> Bob Dylan, Rolling Stones, Beatles. Films: Easy Rider, Eigen literaire voorkeuren: o.a. On the road – Jack Kerouac. Traditionele gezagsrelaties ter discussie • bezetting Sarbonne (Parijs) en Maagdenhuis (Amsterdam)-> eis medezeggenschap en inspraak in gezagsrelaties. Grote economische bloei-> consumptiemaatschappij: Televisie. Jongeren, feminisme -> traditionele rollenpatroon man en vrouw ter discussie. Anja Meulenbelt De schaamte voorbij 1977 -> verslag haar feministische ontwikkeling. Andreas Burnier Een tevreden lach 1965, Het jongens uur 1969, De huilende libertijn 1970
Hannes Meinkema En dan is er koffie 1976, De driehoekige reis 1981
Renate Dorrestein Buitenstaanders 1983, Noorderzon 1986, Het hemelse gerecht 1991, Ontaarde moeders 1992. Acceptatie en emancipatie homoseksualiteit. Dit heeft bij Gerard Reve Op weg naar het einde 1963 en Nader tot U 1966 een belangrijke rol gespeeld. Nederland-> Multiculturele samenleving. Hafid Bouazza De voeten van Abdullah
Kader Abdolah De reis van de lege flessen, Spijkerschrift. 18.3 De culturele achtergronden Na WoII -> Angst ( Koude oorlog en atoomwapens)-> Japan. Onzeker en bedreigend. Franse Existentialisme populair. Albert Camus 1913-1960-> mens in absurde wereld, geen vooraf gegeven zin/doel. (L’etranger, la peste (romans), Le mythe de Sisyphe, L’homme révolté (essays)) Jean Paul Sartre 1905-1980 God is dood en mens is verlaten in de wereld. Mens is wat hij zichzelf maakt. Frankfurter Schule: was erg populair bij kritische studenten in jaren ’60. Kritische theorie

Walter Benjamin 1892 -1940 kritiseerden (marx) eendemenisionale mens, mens
Th. W. Adorno 1903-1969 vervreemd in moderne industriële maatschappij van
M Horkheimer 1895-1973 zichzelf en medemens en door gewenning dit niet
H. Marcuse 1898-1979 opmerkt. Bedreigende gevolgen van de cultuurindustrie, waarin marktwaarde van culturele producten de overhand krijgt over artistieke gebruikswaarde. Avant gardistische kunst, moderne muziek (Schönberg) en literatuur (Kafka, Proust, Thomas Mann etc.) -> tegenwicht teen vervlakking en vervreemding van de ervaringen. Veelvormigheid van de culturele situatie. ’50 Cobra ’60 Popart en minimal Art in mode ’70 Landart en Conceptual art en Performance. Gebruik gemaakt van media-> VIDEO ’80 het nieuwe schilderen ( Anselm Kiefer ) en de verwerking van talloze stijlen in het postmodernisme. Expressionisme en De stijl werkten door na de Wereld Oorlog. Francis Bacon belangrijkste naoorlogse schilders die gevoelde dreiging en angst verbeeldde. Mens in vervreemdheid en isolement: aangeschoten wild. 18.4 Literatuur uit de periode 1940-heden. 18.4.1 Literatuur in de jaren vijftig
Doorbreken van taboes. De Poëzie
Na WoII
Ter Braak en Du Perron -> Forum-> werkte door. Hiertegen kwam verzet. Van Beweging van Vijftig->Lucebert, Gerrit Kouwenaar, Jan G. Elburg-> tijdschriften als Blurb, Braak en Podium en in bloemlezingen als Atonaal (1951 samensteller Paul Rodenko) en Vijf 5 tijgers (1955 samensteller Gerrit Kouwenaar ) Zij hadden contact met Cobra (o.a. Karel Appel, constant, Corneille) Ook gezamenlijke produkten. Net als expressionisme, surrealisme geen realistische weergave van de werkelijkheid. Niet werkelijkheidsgetrouwe kleuren en figuren of objecten, vervormd. • naoorlogs levensgevoel
Verwierpen anekdotische poëzie en traditionele vormen

Vrije vers
Maatschappijkritisch (met invloed van expressionisme, dada, surrealisme) -> Machtsmisbruik en onderdrukking
Gedicht als experiment: vorm en inhoud ontstonden tijdens gedichten, niet van te voren bedacht. Taal en taalgebruik belangrijk bij vijftigers. ( van betekenissen ontdoen, alle taalmateriaal bruikbaar) - dubbelzinnigheden en klank (alliteraties en assonanties) - complexe en duistere beeldspraak - onverwachte woordcombinaties en waren associaties en montage belangrijk - Vormgeving! - Experimenteren met typografie en onregelmatige strofenbouw en verslengte - Interpunctie vaak weggelaten - Stoorden zich niet aan regels spelling en grammatica
Gevolg: lezers ontregeld; zelf verbanden leggen; actieve leeshouding-> echte maatschappijkritische van deze poëzie. ’50 Lucebert (pseudoniem van L.J. Swaansdijk 1924-1994) belangrijkste dichter van de Vijftigers; erenaam; keizer der vijftigers. Ook beeldend kunstenaar bij Cobrabeweging. Op langere termijn Gerrit Kouwenaar 1923 meest invloedrijk - autonomiekarakter van gedicht benadrukken - gedicht als zelfstandig taalbrouwsel als ‘ding’ dat niet verwijst naar de persoon van de maker. - Het blindst van de vlek 1982: verschillende lagen beschreven: heden bezoek aan Artis in de winter, jeugdherinneringen aan een bezoek aan Artis met een alwetende vader en herinnering aan de WOII. Hij structureert zijn gedicht mbv herhalingen spiegelingen, contrasten en tegenstellingen. Autonoom gedicht. Besef duidelijk dat de vrede niet vanzelfsprekend is. In buurt rondom Artis woonden voor WOII veel joden. Ze verdwenen net als de exotische vogels uit de volière. Poëzie van de Vijftigers -> veel weerstand en onbegrip. Dada-achtige optreden niet altijd gewaardeerd. Lucebert 1954 verwijderd door Amsterdamse politie uit Stedelijk museum omdat de keizer der vijftigers verkleed als keizer met gevolg op de uitreiking van een poëzieprijs verscheen-> niet gewaardeerd. Het Proza
1947 Gerard Reve 1923 De avonden -> Frits van Egters-> obsessie lichamelijk verval, gruwelen, pesterijen en is eenzaam. Antiheld. Leven zin en doelloos. Zonder idealen en doel. Levensangst, wereld is vervelend en absurd. Weerspiegelde wereldbeeld naoorlogse jeugd. Optimisme en wederopbouw centraal. Het werk van Gerard Reve, Willem Frederik Hermans, Harry Mulisch, Hugo Claus en Louis Paul Boon -> kleinburgerlijke wereld die ontmaskerd werd. Wereld-> ontluisterend - egoïsme - antihelden - werkelijke communicatie blijkt onmogelijk - isolement, teruggeworpen op zichzelf - seksualiteit - toeval en absurde situaties - levens en doodsangst. Past binnen het existentialisme als het absurditeit van het bestaan benadrukt en weerspiegelt het mensbeeld van het tijdperk van de angst: de eenzame, in een isolement verkerende mens. Moreel verzet. Willem Frederik Hermans 1921 – 1995 De tranen der acacia’s en Ik heb altijd gelijk-> moreel verzet tegen het nieuwe proza in de jaren ’50. 1951 verscheen het boek, daarvoor fragmenten in podium. In dat fragment: beledigt Lodewijk Stegman (hoofdpersoon) de katholieken. Cals (staatssecretaris van onderwijs, kunst en wetenschappen) -> zorgde ervoor dat het tijdschrift een tijd niet kon verschijnen. De staat-> zedenmeester
1929 Hugo Claus 1929 De metsiers 1951: negatief oordeel in Vlaanderen. Verzet tegen burgerlijke conventies, huichelarij, almacht, christelijke geloof in de maatschappij. De metsiersclan leeft op afgelegen hoeve op Vlaamse platteland. Dochter Ana bezoekt vrouw in stad om abortus en heeft relatie met broer Bennie (INCEST?) Abortus en incest->Taboeonderwerpen. Immoreel, vies, beschamend. WOII ook belangrijke rol. Hermans De tranen der acacia’s 1949, Het behouden huis 1951->partizanen (verzetstrijders) als grote vernielers. Beschaving en cultuur achter zich laten, De donkere kamer van Demokles 1958->Henri Osewoudt voert opdracht uit van een zekere Dorbeck. Hij meent in het verzet te zitten, maar dit kan hij niet bewijzen. Hij kan het bestaan van Dorbeck niet bewijzen. Personale perspectief-> wereld objectief onkenbaar-> alleen plaats voor twijfel/onzekerheid en existentiële angst. Taboedoorbrekend. Osewoudt is antiheld en faalt in de wereld die zich geordend voordoet, maar is chaos. Nederlandse verzet zeer amateuristisch en veel fouten. Verzet was veel mooier voorgesteld in geïdealiseerde naoorlogse beelden. Deze boeken van Hermans laten zien dat het idee van de redelijke, beschaafde, verstandige mens een illusie is. Mulisch Het stenen bruidsbed 1959 hoofdpersoon is Amerikaanse tandarts Norman Corinth-> WOII vliegenier bombardementen Dresden. Keert na oorlog terug voor congres naar Dresden. Ook in homerische stijl sensaties beschreven van Corinth en medevliegeniers als ze Dresdenaren doden. Hij is geallieerd, maar wel oorlogsmisdadiger. Boon 1912-1979: Mijn kleine oorlog 1946 Pro Duits
Beschaving en cultuur gaan al gauw verloren-> in bijzondere omstandigheden (zoals oorlog). Beweging van Vijftig & Reve, Mulisch, Hermans, Claus, Boon -> weerstand en verzet
Pessimistisch wereldbeeld. Daarna gewenning en acceptatie. Nu belangrijkste van naoorlogse literatuur. Nu nog: Harry Mulisch: De ontdekking van de hemel, Siegfried, De procedure
Claus: De Geruchten. 18.4.2 Literatuur in de jaren zestig
Het Proza
Jan Cremer 1940 Ik Jan Cremer 1964-> aanslag op burgerlijke fatsoen-> onverbloemde taal, moderne schelmenroman. Avonturen hoofdpersoon aan de zelfkant van de samenleving. Commercieel succes: 17 drukken in een jaar. 1964-1985: 750 000 exempl. Jan Wolkers 1925-> seksualiteit-> aantasting burgerlijke fatsoen (ook afrekening geloof en relatie met strenge vader en dood). Serpentina’s Petticoat 1961, Een roos van vlees 1963, Terug naar Oegstgeest 1965, Kort Amerikaans 1962, Turks Fruit 1969->beeldend kunstenaar relatie met Olga->ziek, hersentumor en dood. Hartstochtelijke liefdesrelatie en kanker en lichamelijk verval. 1e boek zo expliciet ziekte beschreven. Gerard Reve –Op wegg naar het einde 1963, Nader tot U 1966 (Brievenboeken). Openhartig over zijn homoseksualiteit en voorstelling van God. Proces tegen blasfemie door Algra: nieuwe literatuur ’60 rumoer en rellen. Cremer, Reve en Wolkers schreven in ’60 veel explicieter autobiografisch. Schuilen niet meer achter de hoofdpersoon-> meer over zichzelf. VB: Wolkers – Terug naar Oegstgeest. Boeken Wolkers en Reve e.a. -> realistische traditie: werkelijkheid op realistische wijze beschreven. Defictionalisering-> als schrijvers de werkelijkheid zelf tot literatuur maken. VB: Mulisch De Zaak 40/61 1962 Studie/reportages over proces tegen oorlogsmisdadiger Eichmann. Bericht aan de rattenkoning 1966 over verzet tegen regentenmentaliteit in Amsterdam in de woelige jaren van Provo en het huwelijk tussen Beatrix en Claus. Vernieuwing van de roman -> vooral inhoudelijk. Geen interesse op verandering vorm van de roman. Spiegel van de werkelijkheid. ’50 L.P. Boon -> nieuwe vertelstructuren in Vlaanderen (Mijn kleine oorlog, De kapellekensbaan, Menuet) Nederland: Bert Schierbeek Het boek ik 1951 sterk associatief geschreven, uit fragmenten opgebouwd over mens in naoorlogse wereld. Titel is programmatisch. Boek ipv roman. Weinig navolging. Weerwerk 1977. Nouveau roman/ experimentele roman – zoeken naar vernieuwende romanvormen. Sybren Polet 1924 -> argwanende houding tegenover het gebruik van het traditionele realisme van veel psychologische romans. Personages geen gekarakteriseerde figuren met duidelijk herkenbare psychologische eigenschappen. Traditionele roman met duidelijk herkenbare personages en handelingen ter discussie. Experimentele roman: montage belangrijk. -> gebaseerd op overtuiging dat werkelijkheid niet als geheel, maar als verzameling fragmenten wordt ervaren (Joyce e.a. par. 17.4.3) Sybren Polet: romans met terugkerend personage Lokien-> elke keer iemand anders geen personage met psychologisch uitgewerkt karakter/vaste identiteit. Mannekino 1968 = realistische fabel. Lokien geconfronteerd wonderkind Guido Jagt. Realiteit moeilijk te scheiden van verbeeldingen van Lokien. Guido leidt dubbelleven, middelmatige leerling, succesvolle en keiharde zakenman -> zet volwassenen naar zijn hand en exploiteert een nachtclub. Boeken die Guido leest zijn letterlijk geciteerd als readymades -> herkenbaar aan ander lettertype->gemonteerd. Grens fictie- non-fictie, verbeelding en werkelijkheid ter discussie. De Poëzie
Neorealisme: literatuur aansluiten bij werkelijkheid ’60. Deze poëzie verschijnt in tijdschriften als Barbarber ( J. Bernlef, K. Schippers ), Gard Sivik (later de nieuwe stijl) met onder andere H. Sleutelaar en Armando. - nuchtere zakelijke toon. - Uitgangspunt: overtuiging dat alles materiaal voor gedicht kon zijn. - Alledaags materiaal voor zichzelf laten spreken zonder dat dichterlijke persoonlijkheid op de voorgrond trad. - Isoleerden en annexeerden gegevens uit de werkelijkheid -> poëzie (= selectie) De dichters van Barbarber: ongewone en verrassende dat in bekende schuilgaat, aantonen. Alledaagse is niet zo gewoon-> teksten uit context-> ‘vreemd’. Uitvoerige beschrijving van het alledaagse gegeven waar men niet bij stilstaat->bijzonder. Verwondering over het alledaagse!!!!!!!! Deze groepering kan men vergelijken met Popart->voorwerpen massacultuur, vergroten/ in vervreemde situatie/herhaling - revolutie van de waarneming. - Streven: deautomatisering van waarnemingen en verwachtingen-> alledaagse weer als ‘nieuw/bijzonder’ wordt gezien. - Weerspiegeling/bekritisering massaproductie van consumptiegoederen - Kunstwerk als individuele en unieke schepping ->KRITIEK. Andy Warhol: cola, soepblikken, beroemdheden. Roy Lichtenstein: illustraties goedkope stripboekjes. K. Schippers (pseudoniem van G. Stigter 1936) tekst: De autobezitter uit de bundel De waarheid als De koe uit 1963: laat het ongewone van het gewone zien. Gebeurtenis uit werkelijkheid (automobilist stapt in en rijdt weg)-> verrassend. Deautomatisering/revolutie van de waarneming. Een reactie op neorealisme is werk van

Rutger Kopland Onder het vee, Alles op de fiets ->gevoelens en emoties verpakt in ironie->belangrijke plaats
Gerrit Komrij-> terugkeerde naar traditionele versvormen. 18.4.3 Literatuur in de jaren zeventig
Het Proza ’70 niet schokkend. Harry Mulisch (ging weer over op schrijven romans en fictie)-> 1975 Twee vrouwen-> lesbische relatie. Liefdes relatie Sylvia en Laura-> elkaars tegenpolen loopt door toedoen ex-man Laura fataal af. De twee worden door Mulisch vergeleken met Orpheus en Euridyke (griekse mythe). Mens machteloos tegen over tijd en dood. Roman op minimaal 2 niveaus. Boek in verband te brengen met auteurs publiceren in tijdschrift Revisor 1974. - literatuur opgevat als vorm verbeelding - geen maatschappelijk engagement
Frans Kellendonk Bouwval 1977, De nietsnut 1979-> Frits Goudvis naar Mohrbach-St.Hubert-> wat is er met overleden vader gebeurd? -> vader was nietsnut. Frits brengt samenhang tussen verschillende feiten leven van zijn vader. Hij is ook een nietsnut. Vader en zoon spiegelbeeld: als Frits (5jaar) portret van zijn vader overtrekt: lijkt op zijn eigen portret. Doeschka Meijsing De hanen en andere verhalen 1974, Robinson 1976, De kat achterna 1977 - hechte structuur, gelaagdheid, dubbele bodems, toespelingen en verwijzingen en verhalen in verhalen - schrijven, ordening en structuur aanbrengen-> greep op de werkelijkheid - verteller construeert de werkelijkheid - afwijzing traditionele realisme
Vorm van literatuur is te beschouwen als reactie op vervlakking, versimpeling, vertrossing van de maatschappij. Individu door middel van verbeelding in staat coherentie en samenhang aan te brengen. Aantal schrijvers zoekt aansluiting bij realistische traditie ’70. - voorkeur verhalen en romans, herkenbare situaties-> identificatie en inleving bevorderd. - Verteltechniek: traditioneel/eenvoudig, zonder dubbele bodems en gelaagdheden. - Herkenbare beschrijving van de werkelijkheid, autobiografisch/ironisch/vanuit romantisch levensgevoel. - Engagement ontbreekt. J.M.A. Biesheuvel: In de boevenkooi 1972
Mensje van Keulen Bleekers zomer 1972, Allemaal tranen 1972, Van lieverlede 1975
F.B. Hotz Dood weermiddel 1976
Maarten ’t Hart Stenen voor een ransuil 1971, Ik had een wapenbroeder 1973, Het vrome volk 1974, Een vlucht regenwulpen 1978-> leven van een bioloog die als kind al eenzaam was. Onbeantwoorde jeugdliefde centraal. Troostende werking van natuur en geloof. Isolement. Maarten ’t Hart gebruikt thema;s als eenzaamheid en geloof die telkens terug keren. 1979 weekblad Haagse post -> over jaren ’70-> ik tijdperk, ontbreking engagement en meer met zichzelf bezig, problemen relaties en identiteit(ook van toepassing p de hierboven beschreven twee tendensen in het proza(mulisch en schrijvers revisor). Maatschappelijk engagement binnen realistisch kader. Frank Martinus Arion Dubbelspel 1973-> aan de hand van lotgevallen van vier dominoënde mannen de maatschappelijke verhouding op Curaçao blijkgeven. Feministisch perspectief-> Hannes Mijnkema En dan is er koffie 1976, Anja Meulenbelt De schaamte voorbij 1976-> herkenbare verhalen. Vrouwelijke hoofdpersonen krijgen inzicht in eigen situatie. Het postmodernisme
Louis Ferron De keisnijder van Fichtenwald 1976->1e 2 delen gebochelde (nep) Friedolien, de ik verteller, gefrustreerde kampbewaker, later gevangene van fictief concentratiekamp in nazi-Duitsland, Jankowski-> proeven op gevangenen. 3e deel Jankowski ikverteller, na bevrijding van kamp door VS-> andere visie. Friedolien dood tijdens toneelopvoering voor Himmler. Turkenverspers 1977 ->Kaspar Hauser=ikverteller. Wenen. Krijgt te maken met aartshertog Rudolf, Schubert en Freud, terwijl Turken de stad belegeren -> Onbetrouwbaar kikkerperspectief visie op verhaalwerkelijkheid. - tegenstellingen fictie – werkelijkheid - montagetechniek en bewerkt en verwerkt teksten van anderen zijn in romans. (o.a. Von Kleist in De keisnijder van Fichtenwald en Peter Handke in Turkenvespers) - Verwijzen naar andere teksten voortdurend->->-> intertekstualiteit. - Staan ver van traditionele vertelwijzen en vertrouwde realisme af - beschrijft mogelijke, talige wereld

Zijn romans typerend voor internationale richting: postmodernisme • onderscheid fictie – werkelijkheid geproblematiseerd • functionaliteit van werk benadrukt • montage en intertekstualiteit
De Poëzie - nadruk taligheid en autonomie van gedicht (invloed van Gerrit Kouwenaar par. 18.4.1, Vijftiger en benadrukte dit 1978: bundel Volledig volmaakte oneetbare perzik) Neorealisme jaren ’60 zette niet door. Rutger Kopland-> toonaangevend dichter ( Al die mooie beloften 1978) Onderwerpen-> persoonlijke ervaringen (ironisch) uitdrukken van gevoelens. Gerrit Komrij-> verschijning bloemlezing De Nederlandsche poëzie van de 19de en 20ste eeuw in 1000 en enige gedichten 1979 -> zorgde voor herwaardering van meer traditionele en vormvaste poëzie. Deze poëzie was door het avant-gardisme van de Vijftigers en het neorealisme tijdelijk overvleugeld. 18.4.4 Literatuur van ’80 tot heden
Het Proza ’80 verbeelding centraal
Frans Kellendonk -> verzette zich tegen realisme (van schrijvers zoals Maarten ’t Hart). Letter en geest 1989
Mystiek lichaam 1986-> dubbele bodem en verwijzingen. Hecht gestructureerde verhaal over vrekkige vader Gijselhart. Zijn dochter Magda (prul) die een kind wil en zijn homoseksuele zoon Leendert-> bepaalde levenshouding-> jodendom, geld, homoseksualiteit, vruchtbaarheid. Cees Nooteboom
Een lied van schijn en wezen
Rituelen 1980-> 3 periodes (1963, 1953,1973) verteld uit leven Ini Wintrop, ambitieuze man, handelt in schilderijen, horoscopen schrijft, leeft van een erfenis, maakt kennis met Arnold Taats en Philip Taats (vader en zoon) Hechten allemaal waarde aan rituelen. Leven in eigen gemaakt systeem. Bij Arnold en Philip is dit ondergang. Accent verbeelding nu nog steeds aanwezig. Afwijzing mogelijkheid van een directe en getrouwe werkelijkheidsweergave. Deze publiceerden verbeeldingrijke boeken in de jaren ’90. Charlotte Mutsaers De markiezin 1988, Rachels rokje 1994
Margriet Moor Eerst grijs dan wit dan blauw 1991, Hertog van Egypte 1996
Marcel Möring Het grote verlangen 1992, In Babylon 1997
En hun werk was te beschouwen als pleidooi voor behoud van individuele verbeelding in tijdvak waarin mensen worden overspoeld door clichématige, voorspelbare en seriematig gemaakte mediabeelden (zoals soaps) en de overdosis gewenste en ongewenste informatie. - geen (realistische) beschrijving van de maatschappelijke werkelijkheid - wel beschrijving mentale avonturen waarin het onder andere draait om vraag in hoeverre het geheugen en de herinnering betrouwbaar zijn. Bernlef: (deze problematiek bepaalt thematiek): Hersenschimmen 1984, Vallende ster 1989, Eclips 1993. A.F.Th. van der Heijden 1983 1e boek van de romancyclus De tandeloze tijd->Albert Egberts centrale figuur. In proloog De slag om Blauwbrug ->verslaafde Albert zwerft door Amsterdam 30 augustus 1980-> Beatrix gekroond. Albert ongewild in rellen n.a.v. inhuldiging. Flashbacks en herinneringen. Heden is spiegeling verleden en verwijst naar andere gebeurtenissen. Knooppunt gebeurtenissen en tijden meer tijdsmomenten naast elkaar. (‘het leven in de breedte’). - niet chronologisch, maar mentaal gelijktijdig. In ander deel Mr Ernst Quispel centraal: Advocaat van de hanen 1990-> aanleiding is dood in politiecel van kraker Hans Kok. - lotgevallen van Quispel en kraker Kiliaan Noppen op te roepen - Idee van leven in breedte krijgt vorm; mentaal netwerk van tijdlagen in geest van Quispel. Tegenwoordig publiceert hij onder de naam A.F.Th. ->1e werk onder deze naam is De movo tapes. Problematiek van de tijd in het idee van leven in de breedte, staat ook centraal in oeuvre Harry Mulisch. Harry Mulisch: 1975 Twee Vrouwen na defictionalisering (’60) -> gelaagde romans en toegankelijk verhaal vol gebeurtenissen en daaronder een diepere laag. De Aanslag 1982: proloog en 5 delen (structuur van een klassiek drama) over doorwerking liquidatie op leven Anton Steenwijk -> handelingsniveau. Op meer niveaus te lezen. Verhaal schuld en verantwoordelijkheid-> ander niveau. Romans na ’80 van Mulisch-> gelaagdheid en hechte structuur met filosofisch of levensbeschouwelijk probleem. 1992 totaal roman De ontdekking van de hemel: als tijdsbeeld van naoorlogs Nederland, verhaal over vriendschap Onno Quist – Max Delius en hun relatie met Ada, Verhaal over Quinten Wuist die testimonium (verbond God - mensheid) terug moet brengen naar de hemel. Dit is de gelaagdheid. De engelen vinden mensen en de steeds verder ontwikkelende wetenschap en biotechnologie (DNA ontdekking) een bedreiging. Hemel trekt de handen van de mensheid af omdat de hemelbewoners ontdekken dat de mensheid alle raadsels van het leven dreigt te ontrafelen. Quinten is de pion van de engelen op aarde. 1998 De procedure: thema is scheppen van het leven. In historische keizerlijke Praag, na ingewikkeld ritueel, golem, een soort kunstmens van klei tot leven gewekt. In ander deel lotgevallen biochemicus Viktor Werker centraal (anorganisch materiaal-> organische laten ontstaan en noemt het eobiont). 2001 Siegfried: niet problematiek van wetenschap en technologie aan de orde. Grip krijgen op Hitler door verbeelding. Hoofdpersoon is schrijver Rudolf Herter. Maken in wenen kennis met echtpaar Falk. Zij waren in nazi-tijd verantwoordelijk voor opvoeding van Siegfried, zoon Hitler en Eva Braun. Poging om Hitler te begrijpen door verzinnen. In werk Mulisch, Van der Heijden, Kellendonk, Nooteboom, Mutsaers, De Moor, Möring e.a. middelen van verbeelding en maatschappelijke gerichtheid niet dominant-> mentale/ levensbeschouwelijke problematiek! Renate Dorrestein: maatschappelijke gerichtheid en verbeelding. Koppelt grillige, originele fantasie aan een spel met de traditie van de gothic novel (gruwelroman). Rolpatronen, machtsrelaties mannen en vrouwen, ouders en kinderen en problematiek. Moderne gezin stond centraal. 1983 Buitenstaanders (debuutroman):keurig, traditioneel gezin door ongeluk terecht bij leefgemeenschap van psychiatrische patiënten. De bewoners van de inrichting hechter dan het gezin. Wie zijn nu de buitenstaanders? 1992 Ontaarde moeders:rolpatronen en machtsverhoudingen. Bonnie ontvlucht man Zwier en dochtertje Maryemma. Leidt haar eigen leven en denkt aan haar carrière. Zwier draait op voor opvoeding. Traditionele rolverdeling is omgedraaid. Bonnie leeft in veronderstelling dat de zwaarlijvige Meijken weten hoe het echt zit (familiegeheim). 1991 Het hemelse gerecht: familiegeheim. Hoe is vader van Ange en Irthe om het leven gekomen? 1996 Verborgen verbreken/ Hart van Steen: gezinnen waar iets vreselijks mee aan de hand is. In hart van steen komt Ellen er langzamerhand achter waarom zij en haar broertje de enigen zijn die de door de moeder veroorzaakte tragedie overleefd hebben. ’80 tot heden: Schrijvers die debuteren en aansluiten bij realistische traditie. Joost Zwagerman, Ronald Giphart, Arnon Grunberg: getypeerd als de Generatie van Nix: boeken: sex drugs en rock en roll, tegen verveling. Grunbergs Blauwe maandagen 1994 en Figuranten 1997: schelmenromans. Zwagerman en Giphart-> geïnspireerd Jan Wolkers en schrijven beiden in realistische stijl over romantische thematiek van (onmogelijke) liefde. Ronald Giphart (Ik ook van jou 1992, Giph 1993). Zwagermans Gimmick 1989:liefde van kunstschilder Raam voor ex-vriendin Sammie die relatie verbroken heeft. Liefdesthematiek in fel realistisch decor van moderne kunstenaars, discotheken, overmatig drankgebruik en verdovende middelen ->Turks Fruit
Vals licht 1991->onmogelijke liefde tussen student Simon en hoertje Lizzie. De Buitenvrouw 1994: middelbare school in West Friesland decor voor onmogelijke liefdesrelatie blanke leraar en zwarte lerares. Realistisch geschreven liefdesroman. Gekoppeld aan actualiteit racisme -> milieus. Zwagerman, Giphart en Grunberg debuteerden eind ’80, begin ’90. -> taboes al doorbroken. Seksualiteit. ’60 en jaren ’90 veel veranderd. Prozaschrijvers met interessant werk die meer of minder raakvlakken hebben met de besproken richtingen en tendensen. Kader Abdolah Spijkerschrift

Abdelkader Benali De langverwachte
Graa Boomsma Laagland, Stadsvlucht
Hafid Bouazza De voeten van Abdullah
Adriaan van Dis Indische duinen, Familiegeheim
H.S. Haasse De verborgen bron, De ingewijden, Berichten van het blauwe huis, De scharlaken stad, Een nieuwer testament, Heren van de thee, Fenrir
Kristien Hemmerechts Zonder grenzen, wit zand, Veel vrouwen, Af en toe een man, Donderdagmiddag, halfvier
Tom Lanoye Kartonnen dozen
Thomas Lieske Franklin
Erwin Mortier Marcel, Mijn tweede huid, Sluitertijd
Nelleke Noordervliet Het oog van de engel, De naam van de vader, Pelican Bay
Rascha Peper Russisch blauw, Oesters, Rico’s vleugels, Dooi
Thomas Rosenboom Vriend van verdienste, Gewassen vlees, Publieke werken, De nieuwe man
Nanne Tepper De eeuwige jachtvelden, De avonturen van Hillebillie Veen
Leon de Winter De (ver)wonrding van de jongere Dürer, Zoeken naar Eileen W, La Place de la Bastille, Supertex, Hoffman’s honger, God’s Gym. De Poëzie
1. Dominantie van de verbeelding

2. Realistische traditie
Er is een middengebied. Dit is bij PROZA. Ook bij poëzie 2 polen. 1. dichters die eigen leven als vertrekpunt kiezen en duidelijk autobiografisch werkzaam zijn
2. legt nadruk op autonomie van het gedicht. Bij 1 hoort Anna Enquist: 1991 debuteerde met Soldatenliederen: bundel gedichten met soms heftig beschreven gevoelens. Bij 2 hoort Gerrit Kouwenaar en Hans Faverey (bekendste) Tussen deze 2 polen (autobiografie versus autonomie): J. Bernlef, Eva Gerlach, W.J. Otten, Rutger Kopland-> beschouwende houding. Geven blijk van geëngageerde maatschappijkritische gerichtheid H.H. ter Balkt of dichters die werken vanuit meer traditionele dichtvormen Gerrit Komrij, Jan Kuijper. Proza en poëzie-> meerstromenland: richtingen en tendensen, maar geen enkele richting is overheersend. Zowel voor proza als poëzie-> geen duidelijke groepsvorming. In maatschappij in hoge mate geïndividualiseerd-> groepsvorming niet voor de handliggend.

REACTIES

A.

A.

Had iets korter gekund xD

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.