Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Criminaliteit, Hoofdstuk 1 t/m 4

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1176 woorden
  • 15 augustus 2005
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
24 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Criminaliteit 1.1 Wat is recht? Waarden zijn principes die mensen belangrijk en nastrevenswaardig vinden. (vrijheid, eerlijkheid) Normen zijn gedragsregels die voortvloeien uit waarden (respect tonen) Onmaatschappelijk of afwijkend gedrag: je houd je niet aan de geldende normen. Onmaatschappelijk of crimineel gedrag: wanneer iemand wetten overtreedt. Definitie recht: Het geheel van gedragsregels, vastgelegd door de overheid, die betrekking hebben op het handelen van mensen als leden van een samenleving. Doel: de belangen van mensen in hun onderlinge verkeer te ordenen en te beschermen 1.2 Wat is criminaliteit? Definitie criminaliteit: Alle gedragingen die bij de wet strafbaar zijn gesteld

Rechtsnormen zijn bedoeld om: - de samenleving te ordenen (bijv verkeer) - conflicten naar behoren te regelen, denk aan de vele belangentegenstellingen - onafhankelijke rechtspraak te waarborgen 1.3 Soorten criminaliteit Misdrijven: de meer ernstige strafbare feiten
Overtredingen: de minder ernstige strafbare feiten
Precieze omschrijving van criminaliteit: alle misdrijven die in de wet staan omschreven
Soorten delicten: - Delicten tegen de openbare orde en het gezag (vlag verbranden, telefoongesprek afluisteren) - Misdrijven tegen leven en persoon (moord) - Ruwheidmisdrijven (graffiti) - Vermogensmisdrijven (diefstal) - Seksuele misdrijven - Verkeersmisdrijven - Misdrijven tegen de Opiumwet (verkoop/ bezit drugs) - Economische delicten - Milieudelicten
Onderscheid tussen veelvoorkomende en zware criminaliteit: Zware: ernstige vormen (moord, inbraak, overvallen) zorgen voor een onveilig gevoel. Veelvoorkomende: minder zwaar (winkeldiefstal, graffiti, vernieling) - vaak voorkomen - gevoelens van onveiligheid versterken - relatief licht gestraft (geldboete) 1.4 Misdaadstatistieken Sinds de WOII heeft Nederland voortdurend stijgende criminaliteit
De politiestatistieken zijn niet geheel betrouwbaar vanwege de volgende redenen: - de aangiftebereidheid is niet groot bij fietsendiefstal of vernieling - sommige delicten worden niet ontdekt zoals dronken rijden - de opsporingsactiviteit is van invloed op de cijfers - registratiefouten
Nadelen slachtofferenquêtes: - de meningen over wat een misdrijf is. De gevoeligheid voor criminaliteit. - Het CBS meet alleen veelvoorkomende delicten - De slachtofferloze criminaliteit valt erbuiten. (hard rijden) De daderenquête vormt een tweede aanvulling op de politiestatistieken 1.5 Is Nederland onveilig? Gevoelens van onveiligheid hebben vooral te maken met de angst voor geweld.
1.6 Maatschappelijke gevolgen Materiële schade: in geld uit te drukken (vernieling, inbraak) Immateriële schade: niet in geld uit te drukken (mensen die slachtoffer zijn geworden, gevoelens) Criminaliteit: sociaal + politiek probleem 2. Oorzaken van criminaliteit 2.1 De crimineel - Geslacht -> meer mannen dan vrouwen - Leeftijd -> vaak iets oudere mannen - Maatschappelijke positie -> lage positie is meer kans - Etnische afkomst -> evenveel autochtonen als allochtonen - Locatie -> grote steden 2.2 Oorzaken Soms is criminaliteit aangeboren
Een belangrijke oorzaak van criminaliteit is de invloed van de omgeving. Dit speelt zich af op 2 niveaus: - op individueel niveau: de mate van socialisatie - op maatschappelijk niveau: de invloed van maatschappelijke omstandigheden
Definitie socialisatie: Het proces waarbij waarden, normen en andere kenmerken van een cultuur worden aangeleerd
Waarbij kunnen verkeerde waarden en normen aangeleerd worden: - in een gezin - school - leeftijdsgenoten
Wat crimineel gedrag bevordert: - Maatschappelijke en sociale achterstanden - Drugs en alcohol gebruik - De normen en waarden zijn in het algemeen vervaagd - De sociale controle is afgenomen - De pakkans is afgenomen
2.3 Theorieën over criminaliteit - Biologische theorieën: wel of niet geboren als misdadiger (Lombroso) - Psychologische theorieën: psychiatrische stoornissen bij de dader
Aangeleerd-gedrag-theorie: Sutherland vindt dat het gedrag is aangeleerd - Sociologische theorieën: de invloed van maatschappelijke omstandigheden. De anomietheorie: Merton-> het probleem wat mensen hebben om hun doelen te bereiken
De bindingstheorie: Hirschi -> ieder mens is voor een deel crimineel, maar gedraagt zich netjes vanwege zijn/ haar bindingen(familie, vrienden) 3. Bestrijding van de criminaliteit 3.1 Rechtsbescherming Door de bepalingen in de Grondwet wordt de burger beschermd tegen andere burgers en tegen machtsmisbruik van de overheid
Het overheidsgezag dient er in een staat voor te zorgen dat iedereen zich aan de wet houdt. Daarom zeggen we dat de overheid het geweldsmonopolie heeft. Definitie rechtsstaat: Een staat waarin de overheid is gebonden aan wettelijke regels en waarin de bevolking beschikt over politieke en sociale rechten
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: - men mag niet discrimineren - men mag mensen niet martelen - men mag niet zomaar iemand gevangenzetten - iedereen heeft recht op een eerlijk proces - iedereen heeft recht op vrijheid van meningsuiting
is vastgelegd in de Nederlandse Grondwet

Specifieke bepalingen waar de overheid zich aan moet houden: - Het legaliteitsbeginsel: je kunt alleen worden gestraft voor iets dat in de wet gesteld is. - Elk wetsartikel bevat een nauwkeurige omschrijving van het delict - Je mag niet een tweede keer voor hetzelfde strafbare feit worden vervolgd als de rechter al een uitspraak heeft gedaan - Een verdachte is onschuldig totdat hij door de rechter schuldig is bevonden
In een rechtsstaat moet de overheid erop toezien dat burgers elkaars rechten niet schenden. Dit doet de overheid door: - Wetgeving - Rechtshandhaving 3.2 Tweesporenbeleid Tegenwoordig voert de overheid heel duidelijk een tweesporenbeleid: 1. Bij veelvoorkomende criminaliteit wordt gezocht naar preventieve maatregelen (preventie = voorkomen), zoals versterking van de sociale controle. 2. Bij zware, georganiseerde misdaad (drugshandel, overvallen) wordt de oplossing gezocht in repressieve maatregelen zoals hogere vrijheidsstraffen 3.3 Procedure in vogelvlucht De procedure die moet worden gevolgd als een strafbaar feit wordt geconstateerd ziet er als volgt uit: 1. Proces-verbaal (politie + officier van justitie) 2. Opsporingsonderzoek (officier van justitie) 3. Rechtszaak (rechter) 3.4 De politie De politie heeft 3 taken: - Hulpverlening - Handhaven van de openbare orde - Opsporingstaak
Wanneer is iemand verdachte: Er moet een redelijk vermoeden moet zijn dat de persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit - De politie heeft iemand op heterdaad betrapt - Er is aangifte gedaan
Het basisrecht van een verdachte is dat hij niet actief hoeft mee te werken aan zijn vervolging en bijv. mag weigeren iets te zeggen
Dwangmiddelen: - Staande houden: iemand vasthouden om hem te vragen naar zijn personalia - Legitimeren: met paspoort of een ander identiteitsbewijs aantonen wie je bent - Aanhouden/ arresteren - Fouilleren: aan zijn kleding en zijn lichaam worden onderzocht - Vrijheidsbeneming: enkele dagen op het bureau vasthouden - Huiszoeking: met een machtiging tot binnentreding/ machtiging tot huiszoeking - Inbeslagneming
4. Officier van justitie Het opsporingsonderzoek staat onder leiding van de officier van justitie. 4.1 Taken De officier van justitie is de openbare aanklager. Hij: - leidt het opsporingsonderzoek - brengt verdachten voor de rechter (vervolging) - eist een bepaalde straf in een rechtszaak - is verantwoordelijk voor de uitvoering van de straf
Alle officieren van justitie zijn bij elkaar het Openbaar Ministerie (OM) Opsporingsbevoegdheid: bevoegd om bepaalde opsporingsmethoden toe te passen 4.2 Keuzemogelijkheden De officier heeft 3 mogelijkheden: 1. seponeren (iemand wordt niet vervolgd) 2. een transactievoorstel aanbieden (geldboete, schikking of voortijdige afdoening) 3. vervolgen (rechtszaak) 4.3 Uitbreiding opsporingsbevoegdheden (niet echt belangrijk) Georganiseerde misdaad
Reactie overheid: - richtmicrofoons - infiltranten - gecontroleerde doorvoer - informanten - inkijkoperaties - kroongetuigen
De hoofdofficier van justitie moet telkens toestemming verlenen. Verder moet de opsporingsmethode in relatie staan tot de ernst van het strafbaar feit. De praktijk
Nieuwe richtlijnen
De enquêtecommissie van de Tweede Kamer kwam met de volgende aanbevelingen: - de opspring moest effectiever worden - de opsporingsbevoegdheden moesten duidelijker worden omschreven - de samenwerking tussen politie en justitie moest beter verlopen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.