Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 1 (Grandes Randonnées)

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1239 woorden
  • 6 november 2003
  • 22 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
22 keer beoordeeld

Frans samenvatting Mesure maatregelen
Travaux werkzaamheden
Lentement langzaam
Rejoindre opnieuw opkomen
Côtieres aan de kust
Refraîchissement fris
Insuffisante onvoldoende
Habriter schuilen
Humidité vochtigheid
Le bac de veerpont
Het verkeer la circulation
Verboden interdit
Vanmorgen ce matin
Vanmiddag cet apres-midi
Vanavond ce soir
Van 8 tot 10 uur de huit à dix-huit heures
Van 16 tot 18 uur de seize à dix-huit heures
De snelheid la vitesse

30 km per uur 30 kilomètres à l’heure
un accident een ongeluk
Nord noord
Est oost
Sud zuid
Ouest west
Une entrée een ingang
Une sortie een afrit
Un poids lourd/un camion een vrachtauto
Une voiture een auto
Une caravane een caravan
Une camionette een bestelwagen
Le sens de richting
Saturé overal
Emprunter (une route) (een weg) nemen, inslaan
Conseiler aanraden
Des nuages de wolken
Une éclaircie een opklaring
Un passage nuageux een voorbijkomende bewolking
Le froid de kou
Zéro degré nul graden Île-de-France de streek rond Parijs
La brume de mist

La neige de sneeuw
Au milieu de te midden van
Du côté de bij
Les massifs de bergen
Embêter hinderen
Par la suite vervolgens
Le Midi het zuiden van Frankrijk
Froid koud Éclaircies opklaring
Vent windrichting
Tempête storm
Neige sneeuw
Mauvais temps slecht weer
Dix degrés 10 graden
Chutes de neige sneeuwbuien
Mistral mistral
Gel vorst
Brouillard mist
Brume mist
Le centre hospitalier het verpleeghuis
L’adjoint au directeur de adjunctdirecteur
Mots croisés kruiswoordraadsel
Anglais renforcé extra engels
Heten s’appeler
Ik ben…jaar j’ai … ans
Wonen habiter
De ouders les parents
De broer le frère

De zus la soeur
Het vriend(innet)je l’ami(e) De studie faire des études
Werken travailler
Het eindexamen le bac
voorbereiden
het eindexamen halen passer la bac
aan karting doen faire du karting
aan crossfietsen doen faire du velo-tout-terain
de ervaring l’expérience
de wedstrijd concours
proberen essayer
spelen jouer
winnen gagner
verdienen au foyer
zich interesseren voor s’intéresser á leuk vinden ça plait
dat bevalt me ça me plu
dit jaar cette annee
nog ( niet) pas encore
in ieder geval en tout cas
niet slecht pas mal
goed, sterk fort
helemaal niet ne…pas du tout
echt vraiment
misschien peut-être
bijna presque

vaak souvent
niet zo erg ne…pastellement
de bovenbouwklassen le seconde
de klas la classe
in de vierde klas en quatrième
in de vijfde dans le cinqième
te voet á pied
met de fiets á vélo
met de bus á bus
ver loin
dichtbij ce ne pas loin
frans français
duits allemand
engels anglais
spaans espagnol
latijn latin
nederlands hollandais
geschiedenis histoire
aardrijkskunde géographic
wiskunde maths
natuurkunde physique
scheikunde chimie
biologie biologie
gymnastiek gymnastique
economie economie
het uur l’heure
per week le main
de les le cours
zaterdagmorgen samedi matin
het resultaat la resultat
tamelijk goed assez bien

zwak faible
voldoende suffiant
onvoldoende unsuffiant
de kans la chance
blijven zitten doubler
leuk vinden aimer
niet leuk vinden n’aimer pas
liever willen voudrais
het keuzevak option
bifurquer van richting veranderen
longer gaan/ lopen langs époustouflant adembenemend
le sommet de bergtop
prodigieux wonderbaarlijk
le cirque dal
le pic de bergtop
le grimpeur de bergbeklimmer
la source de bron
le lac het meer
la randonnée de tocht
la station thermale de badplaats
la cascade de waterval
le chemin balisé de uitgezette route
le téléphérique de kabelbaan
un isard een gems

le rapace de roofvogel
un aigle royal een koningsarend
le faucon de valk
le vautour de gier
le milan de wouw
savourer le repos van de rust genieten
Ik heet… je m’appelle… Ik ben … jaar j’ai … ans
Ik woon in… j’habite á… Ik heb ouders en een broer j’ai mes parents et un frère
Ik doe HAVO en zit in de 4e klas je fais type d’enseignement secondaire aux Pays-Bas et je suis en quatrième
Ik werk bij … je travaille á Mijn hobby zijn… mes hobbies sont.. U gaat rechtdoor vous allez tout droit
U loopt langs de park vous longez le parc
U passeert de postkantoor vous passez devant la Poste
U steekt de plein over vous traversez la place

u gaat de grote boulevard op Vous descendez le grand boulevard
u gaat alsmaar rechtdoor vous prenez toujours tout droit
u ziet van ver de kerk vous voyer de loin l’église
u loopt om de kerk heen vous contournez l’église
u arriveert bij uw bestemming vous arrivez à votre destination - excuseer me, kunt u me helpen? excusez- moi, pouvez- vous m’aider? - Ja hoor Oui - Ik wil naar het Musée d’Orsay Je voudrais au Musée d’Orsay - Oke kijk, je ga het uitleggen op uw Euh… le musée d’Orsay...voyons, je vais montrer
plattegrond akkoord? la route sur votre plan, d’accord? - oke d’accord - bent u te voet? Vous êtes à pied? - ja oui - u neemt de deze straat en u gaat vous prenez cette rue-là et vous allez tout droit
rechtdoor tot de pont daar jusqu’au pont là - vervolgens gaat ut naar rechts loopt u puis vous tournez à droit et vous longez la Seine
langs de Seine tot aan de nieuwe brug jusqu’au pont là - dan steekt u de brug over en gaat u naar puis vous traversez le pont et après vous tournez à rechts droit - en u loopt aan de andere kant van de et vous longez la Seine de l’autre côt
Seine - u gaat rechtdoor en u passeert 3 vous allez toujours tout droit et vous passez devant
bruggen trois ponts - en u arriveert voor het musée D’Orsay et après vous arrivez au musée d’Orsay - dus…( herhaalt alles in ik-vorm) donc…. - Dat is correct! C’est correct! - heel erg bedankt merci beaucoup - graag gedaan, tot ziens je vous en prie, au revoir - hallo met ... allo, ici ... - hallo! Allo! -ik heb een artikel over Cauterets j’ai un article sur Cauterets - ja, en? Oui, alors? - ik heb zin erheen te gaan, want ik hou je voudrais y aller à Cauterets, car j’aime beaucoup
erg van bergen les Montagnes - ik heb al andere plannen, ik ga iets doen j’ai d’autres projets, je vais faire quelque chose

met mijn familie avec ma famille - ik wil er toch erg graag heen, het liefst pourtant, je veux bien aller, je préfere avec ma
met mijn vriendin copine - misschien, ik zal erover nadenken peut- être, je penserai - oké, ik zal het artikel opsturen, daarna bonne, je l’envoyerai, et puis, nous parlerons
praten we verder - oke tot ziens d’accord, au revoir Grammatica parler (praten) finir ( eindigen) descendre (dalen) je parle je finis je descende
tu parles tu finis tu descends
il parle il finit il descend
nous parlons nous finissons nous descendons
vous parlez vous finissez vous descendez
ils parlent ils finissent ils descendent
aller (gaan) voir (zien) prendre (nemen) je vais je vois je prends
tu vas tu vois tu prends
il va il voit il prend
nous allons nous voyons nous prenons
vous allez vous voyez vous prenez
ils vont ils voient ils prennent
vraagzinnen kun je beginnen op 3 manieren: - vragende toon (onderwerp- werkwoord/vraagwoord achteraan of vooraan) - met est- ce que (onderwerp- werkwoord) - omgekeerde woordvolgorde (gebruik je alleen als het O een PSV is)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.