Paragraaf 5.1 De wereld wordt groter
Wereldbeeld rond 1450
In de Oudheid was men erachter gekomen dat de aarde rond was (de kerk heeft dit echter nog lange tijd ontkent). Deze kennis is niet verloren gegaan. Er was in de Late Middeleeuwen volop handel in de wereld. Handelaren deelden hun kennis met elkaar en de cartografen maakten kaarten met daarop alleen Zuid-Europa, Noord-Afrika en de Arabische wereld. De rest van de aarde was nog onbekend.
Portugezen gaan op ontdekkingsreis
De Portugezen begonnen met ontdekkingsreizen om te kunnen concurreren met de Arabische handel. De Portugezen (en later ook de Spanjaarden) maakten gebruikt van het scheepstype ‘karveel’, het kompas en het astrolabium.
Bartolomeus Diaz reisde als eerste om Afrika. Vasco da Gama vond via deze zeeweg de kust van India. De Portugezen hielden deze route geheim en bezetten eilanden en kustplaatsen, met daarop forten met soldaten. Dit worden factorijen genoemd. De Portugezen handelden in specerijen. Dit was erg winstgevend, maar een reis naar Indië was erg gevaarlijk; maar weinig schepen keerden terug.
De Portugezen geloofden dat in Noord-Afrika de priester Johannes leefde, die als christenvorst heerste. Samen met de priester wilden de Portugezen de moslims aanvallen. Toen bleek priester Johannes niet te bestaan. De Portugeen veroverden/koloniseerden geen gebieden, omdat er te weinig inwoners waren en ze hadden het geld niet.
Spanje volgt Portugal
Isabella en Ferdinand stuurden Columbus op reis om een eigen route naar Indië te vinden. Hij kwam in 1492 aan in het Caribische gebied (Amerika), waar hij de bevolking indianen noemde. De Florantijn Amerigo ontdekte zo’n 10 jaar later dat Columbus niet in Indië had aangemeerd, maar in de Nieuwe Wereld.
De Spanjaard Magalhães werd op pad gestuurd om een verbinding tussen de Atlantishce en de Indische Oceaan te zoeken (een reis om de aarde dus). Daarin slaagde hij, maar stierf bij een poging tot kerstenen van lokale bevolking. In 1522 ontdekten de Spanjaarden een westelijke route naar Indië, maar deze route zou niet winstgevend zijn, dus richtten de Spanjaarden zich op Amerika.
Azteken en Inca’s
In Midden- en Zuid-Amerika leefden de Azteken en de Inca’s. Zij hadden al een hoogontwikkelde cultuur met een soortgelijke samenleving als de oude Grieken. Na de ontdekking van Amerika trokken conquistadores gewapend het land binnen. Cortés veroverde de Azteken. Zo’n 10 jaar later veroverde Pizarro met slechts 200 soldaten de Inca’s (hij nam de keizer gevangen zodat de Inca’s kwetsbaar waren). De Spanjaarden hadden een aantal voordelen:
- Harnassen
- Betere gevechtstactiek
- Vuurwapens
- Meegebrachte honden en paarden
- Europese ziekten
- Inheemse volken die wilden helpen met vechten
Duizenden mensen stierven door ziektes die de Europeanen onbewust met zich meebrachten.
Spanje koloniseert Amerika
De conquistadores kregen als beloning grote landgoederen, haciënda’s, waarvan ze de opbrengsten en de bevolking mochten houden. De Spanjaarden verplichtten de lokale om de grond te bewerken en om in de mijnen te werken. Ze dwongen de bevolking ertoe met de encomnienda -> een systeem waarbij een Spanjaard een aantal indianen onder zijn hoede kreeg om te onderrichten in het katholieke geloof, in ruil voor een stuk land. De lokale bevolking werd gedwongen tot zware arbeid.
De indianen bleken niet bestand tegen het zware werk. Veel mensen vluchtten het binnenland in. De Spanjaarden hadden toestemming oorlog te voeren tegen inheemse mensen die zich verzetten. De Spaanse veroveringen en het harde optreden werden samen ook wel de Zwarte Legende genoemd. Missionarissen hadden wel goede bedoelingen voor de inheemse bevolking. Ze hielpen de mensen soms zelfs met vluchten voor de kolonisten. Een voorbeeld van zo iemand is Bartolomé de Las Casas, die boeken schreef over de behandelingen van de indianen en voorstelde om Afrikaanse slaven in te zetten voor het zware arbeid. Dit leidde tot de Nieuwe Wetten waarin stond dat de indianen als volwaardige mensen met rechten werden bestempeld.
Gevolgen voor Europa
De Middellandse Zee werd minder belangrijk, en de Atlantische Oceaan belangrijker, omdat hier de specerijenhandel en het contact met Amerika plaatsvond. Er ontstond een driehoekshandel (zie aantekening schrift). Door deze handel kwamen er nieuwe producten naar Europa. De specerijenhandel via de Middellandse Zee had hierdoor een korte stop.
Vanuit Amerika voeren schepen beladen met goud en zilver naar Spanje. Ze betaalden er hun oorlogen tegen de moslims en Europese vijanden mee. Toch ging Spanje meerdere malen failliet en werd het land op politiek gebied minder machtig. Door de toename van het goud en zilver trad er in Europa inflatie op, maar handelaren en ondernemers maakten met hun luxegoederen grote winsten. De overzeese handel zette een hele handelsmarkt op (schepen, wapens, kanonnen), maar de dagloners en handwerkers waren de dupe van de inflatie.
Paragraaf 5.2 Renaissance en humanisme
Renaissance
In de Middeleeuwen was er weinig belangstelling voor kennis uit de Oudheid. Veel kennis ging daardoor verloren, totdat de kruistochten en de handel ertoe leidden dat christen in contact kwamen met Arabische wetenschappers die de kennis goed bewaard en uitgebreid hadden. Noord-Italië hadden veel interesse naar de kunst en de luxegoederen. Ook de oude geschriften werden weer belangrijk. Vluchtelingen kwamen uit Constantinopel naar Italië toe toen Constantinopel in handen van de Turken kwamen. Ze namen klassieke idealen en denkbeelden mee. De klassieke kunst beleefde een renaissance (wedergeboorte). Toch zat er een verschil in de kunst; ze lieten meer emoties en individuele trekken zien. Tijdens de renaissance was homo universalis (verstand van veel verschillende dingen) het ideaal. Wetenschap was dus weer erg belangrijk.
Humanisme
Tijdens de Renaissance zagen de mensen de Middeleeuwen als een duistere periode waarin wetenschap verloren was gegaan. Geloof en de bijbel waren niet langer meer de basis van de kennis. Deze nieuwe manier van denken heet het humanisme; de mens staat centraal. De Vulgaat (de bijbel) werd onderwerp van studie voor humanisten. Ze onderzochten of hij wel juist was vertaald. Erasmus was zo iemand. Hij wilde een wetenschappelijk verantwoorde bijbelvertaling maken. Hij ontdekte veel fouten. Erasmus zette hiermee onbedoeld een stap naar kerkhervorming.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden