Nask hoofdstuk 4 Lucht

• 78% stikstof;
• 21% zuurstof;
• 1% CO2 ( koolstofdioxide).

Voor verbranding van een brandstof is aardgas & zuurstof nodig.
Door het verbranden krijg je koolstofdioxide, waterdamp en warmte.
Je kunt koolstofdioxide aantonen met kalkwater

Rond de aarde is een laag lucht die wordt de dampkring of de atmosfeer genoemd. Daarbuiten is geen lucht; het is een luchtdelige ruimte. Een ander woord voor luchtdelige ruimte is vacuüm

Alle lucht boven je hoofd is een behoorlijk gewicht. Dat noem je de luchtdruk of atmosferische druk. De tegendruk is even groot als de luchtdruk. Met een barometer kun je meten hoe groot de luchtdruk is. Deze is niet altijd even hoog: bij mooi weer is hij hoog en bij lage luchtdruk is het weer wisselvallig.

De eenheid van druk is Pascal (pa) of hecto-Pascal (hPa) 1 hPa = 100 pa.
1 millibar (mbar) is even groot als 1 hPa.

Hoe hoger je komt hoe lager de luchtdruk.

Buis van Eustachius = een buis van je keel naar je oor die de luchtdruk in je oor gelijk houdt met de luchtdruk van daarbuiten.

De druk die gas op de wanden van een afgesloten ruimte uitoefent noem je gasdruk; het woord luchtdruk gebruik je alleen maar bij atmosferische druk.
Met een manometer kun je de gasdruk meten in een afgesloten ruimte.

Overdruk is altijd 1 bar hoger.

De wet van Boyle: als je het volume n keer zo klein maakt, dan word de druk n keer zo groot.

Compressor Liter: door duikles = .... x
Het volume word dus kleiner en de druk word dus groter
Volume na x druk= volume voor

Isolerend = ervoor zorgend dat het warmte niet kwijtraakt. Warme lucht stijgt, koude lucht daalt.

De luchtstroom wordt ook wel convectiestroom genoemd. Lucht is een goede warmte-isolator. Dat betekent dat een voorwerp dat door stilstaande lucht wordt omringd maar weinig warmte kwijtraakt. Isolatiemateriaal bestaat voornamelijk uit lucht

Barometer = meet hoe groot de luchtdruk is.

Manometer= meet hoe groot de gasdruk is in een afgesloten ruimte.

Lucht om aarde= dampkring - atmosfeer.

1 hPa = 100pa

1 mbar = gelijk aan 1 hPa

Overdruk = het aantal bar dat de gasdruk hoger is dan de luchtdruk (-1 bar, dan is het hoger dan luchtdruk).

Wet van Boyale = als je het volume n keer zo klein maakt, dan word de druk n keer zo groot.

Convectiestroming = luchtstroom door kamer.