Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Aardrijkskundig onderzoek

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 380 woorden
  • 16 juni 2003
  • 61 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
61 keer beoordeeld

Aardrijkskunde H1 en 2 van Aardrijkskundig onderzoek: De drie perioden: - De fase van het ontdekken en verkennen (tot circa 1870) (reisverhalen) - De fase van het bestuderen (circa 1870-1950) (belangrijke kenmerken, verschijnselen) - De fase van het analyseren en voorspellen (vanaf 1950 tot nu) (ruimtelijke kenmerken van verschijnselen / processen, gedrag van de mens) De 4 ruimtelijke aspecten: - Ruimtelijke kenmerken van verschijnselen en processen (ruimtelijke spreiding van klimaten, steden, mobiliteit, godsdiensten, bergen) - Veranderingen in de inrichting van de ruimte (aardoppervlak via aardkorstplaten, landbouw- of woongebied) - De manier waarop verschijnselen en processen ruimtelijk met elkaar samenhangen (bijvoorbeeld snelwegen vanwege verplaatsing van woon-, werkgebied) - Het ruimtelijk gedrag van mensen (hoe richten mensen de ruimte in) De 5 stromingen: - De ruimtelijke benadering (ligging, ruimtelijke spreiding, afstand en ruimtelijke interactie van verschijnselen en processen) - De regiobenadering (eigenschappen tussen gebieden en samenhang van verschijnselen in een gebied) - De gedragsbenadering (menselijk gedrag) - De mens-milieubenadering (manier waarop het gedrag van de mens wordt bepaald door zijn natuurlijke omgeving en andersom) - De aardwetenschappelijke benadering (fysische (= natuurlijke) verschijnselen en processen van en aan het aardoppervlak) Aardrijkskundige werkwijzen: - Het bekijken van verschijnselen of gebieden vanuit verschillende invalshoeken of dimensies: - fysisch-biologische invalshoek: natuurlijke invalshoek - sociaal-culturele invalshoek: cultuur van een groep mensen - sociaal-politieke invalshoek: politieke invloed - economische invalshoek: invloed van wijze waarop mensen produceren en consumeren - Het leggen van verbanden tussen verschijnselen of gebieden: onderzoek of de locatie van een verschijnsel samenhangt met andere verschijnselen (ruimtelijke associatie en ruimtelijke interactie) - Het vergelijken van verschijnselen of gebieden: overeenkomsten en verschillen - Het aangeven van de ruimtelijke schaal: lokaal, regionaal, nationaal, continentaal, mondiaal, fluviaal - Het veranderen van onderzoeksniveau: gelding of opdeling (een gebied wordt opgedeeld op basis van bepaalde kenmerken) en aggregatie of toedeling (een gebied kan worden gezien als deel van een groter geheel) Kaartvaardigheden: - Kaartlezen (wat er op de kaart staat) - Kaartanalyse (classificeren (vergelijken en ordenen) en relateren (kijken naar ruimtelijke geledingen / spreidingen) - Kaartinterpretatie (verklaring geven met behulp van voorkennis) - Kaarproductie (zelf kaarten maken) - Vragen stellen (afbakenen vraagstuk, ruimtelijke schaal, tijd) - Plannen (activiteitenoverzicht, taakverdeling, tijdsplanning) - Informatie verzamelen (primaire en secundaire bronnen) - Informatie verwerken (ordenen, bewerken, analyseren, interpreteren) - Vragen beantwoorden (conclusies afleiden, standpunt bepalen) - Presenteren (voorbereiden, uitvoeren) - Leren leren (reflectie)

REACTIES

D.

D.

Echt super! ik heb er veel aan gehad! Heel erg bedankt!

groet,

Dikkertje Dap(klas 3F, UCG)

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.