Ontdekkers en Hervormers + Historische Contexten 1.1 t/m 1.3

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 2493 woorden
  • 22 mei 2017
  • 52 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
52 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Tijdvak 5: Ontdekkers en Hervormers

De Europese expansie

Kenmerkend aspect: het begin van de Europese overzeese expansie.

Economie: wat zijn de middelen die bestaan?
Politiek: hoe wordt de samenleving bestuurd?
Cultuur: wat denken en voelen de mensen en hoe uiten zij dit?

West-Europeanen hebben een beperkt wereldbeeld. Alleen Europa, Noord-Afrika en de Arabische wereld zijn bekend.

Reden voor de Europese expansie:

Economie: handel in specerijen, zijde, goud en zilver etc.
Politiek: veroveren van een groot rijk.
Cultuur: verspreiding van het christendom.
Cultuur: nieuwsgierigheid en zucht naar avontuur.

Spaanse conquistadores (veroveraars) koloniseren de rijken van de Azteken en de Inca’s. Gevolgen:

  • Indianen sterven door Europese ziektes;
  • Indianen worden gekerstend;
  • Indianen worden gedwongen tot arbeid;

Protest tegen behandeling indianen

Gevolg vanaf 1542: trans-Atlantische slavenhandel

Import van Afrikaanse slaven vormt het begin van de Driehoekshandel

Renaissance en Humanisme

Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.

Cultuur: wat denken en voelen de mensen en hoe uiten zij dit?
Politiek: Noord-Italiaanse stadstaten maakten zich los van de Duitse keizer en de paus.
Economie: groeiende handel met midden oosten en rijke Vlaamse handelssteden.

Nieuw mensbeeld voor bovenlaag van rijke handelaren:

Middeleeuwen; carpe diem (pluk de dag)--> Renaissance; memento mori (gedenk te sterven

Nieuwe belangstelling voor klassieke erfgoed (Grieken en Romeinen): wedergeboorte van de renaissance en architectuur en kunst op basis van de klassieke vormentaal.

Humanisme: heel erge kritische denkhouding; men moest leven als een universele mens (bezig zijn met van alles en nog wat). Hierdoor komt er een nieuwe wetenschappelijke belangstelling. Men probeert de wereld te verklaren op een rationele manier.

De kerkhervorming

De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.

Politiek: hoe wordt de samenleving bestuurd?
Cultuur: wat denken en voelen de mensen en hoe uiten zij dit?

Toenemende kritiek op de geestelijkheid:

  • Streven naar wereldlijke macht door de paus;
  • Luxe leven, corruptie en rijkdom van de hoge geestelijkheid;
  • Slecht opleiding van de parochiepriesters.

Mensen die afweken van de katholieke leer werden vervolgd door de inquisitie (kerkelijke rechtbank die niet-katholieken (ketters) opspoort en veroordeelt).

Vanaf de 15e eeuw: kritiek op de geestelijkheid kon snel verspreid worden via de nieuw uitgevonden drukpers. Gevolg hiervan is het begin van de kerkhervorming of reformatie: protestbeweging tegen misstanden en manieren van geloven in de katholieke kerk.

Katholieke kerk:

  • De kerk bepaalt de geloofsregels;
  • Geestelijkheid is nodig voor contract tussen god en gelovigen.

Humanisten:

  • Katholiek: Erasmus (1469-1536)
  • Protestanten: Luther (1483-1546) en Calvijn (1509-1564)

Zij waren allemaal erg gelovig en vonden dat de kerk niet bezig was met het geloof maar meer met bijgeloof, rijkdom en macht. Ze vonden de Bijbel basis van het geloof en meer had je niet nodig volgens hen. Geestelijkheid is niet nodig en daarom vinden ze dat de kerk hervormd moet worden.

Katholieken

  • De paus is de leider van de kerk;
  • Alle ambten in de organisatie van de kerk worden vervuld door geestelijken;
  • Geestelijken mogen niet trouwen;
  • In de kerkdienst staat de eucharistieviering centraal;
  • Geestelijken en heiligen zijn nodig als bemiddelaars tussen de gewone men en god.

Protestanten:

  • Er is geen aparte leider van alle protestantse groeperingen tezamen;
  • Alle taken in de kerk worden door leken vervuld, behalve het ambt van de predikant;
  • Predikanten mogen trouwen;
  • In de kerkdienst staat de preek van de predikant over een Bijbeltekst centraal;
  • Geestelijken en heiligen zijn niet nodig, iedereen kan zelf zijn weg naar god vinden.

Verschillen tussen Luther en Calvijn:

  • Kerkdiensten;
  • Weg naar de hemel;
  • Rol van de vorst.

Luther:

  • Verering van relikwieën en heiligen is bijgeloof;
  • Alleen door oprecht te geloven komt men in de hemel;
  • “Wiens gebied, diens gebed”: vorst mag het geloof voor zijn onderdanen bepalen.

Calvijn:

  • Verering van relikwieën en heiligen, branden van kaarsen en orgelspel is bijgeloof;
  • Predestinatie: God heeft al bepaald of jij naar de hemel gaat;
  • Gelovige mag zelf zijn geloof bepalen. Als een vorst dit niet toestaat, mag de gelovige in opstand komen.

Gevolgen van de reformatie:

  • Godsdienstoorlogen in het Duitse rijk;
  • Het gevolg: 1555 vrede van Augsburg: vorsten mogen zelf bepalen of hun gebied katholiek of protestants is.
  • Contrareformatie door de katholieke kerk (tegen de hervorming);
  • Het gevolg: bestrijding van het protestantisme en verbetering van de misstanden in de katholieke kerk.

De Nederlandse opstand

Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse staat.

Politiek: hoe wordt de samenleving bestuurd?
Cultuur: wat denken en voelen de mensen en hoe uiten zij dit?

15e eeuw: Nederlanden behoren tot Bourgondië. Bourgondische hertogen proberen Nederlanden te centraliseren.

Veel verzet van steden tegen uniformering, omdat zij hun privileges kwijt raakten.

Vanaf 1515 behoren de Nederlanden tot het Spaans-Habsburgse Rijk.

Politiek (centralisatie):

  • 17 gewesten met eigen regels en wetten;
  • Stadhouder aan het hoofd van een gewest;
  • Ook adel en steden hebben privileges.

Cultuur(inquisitie):

  • Toenemende invloed van calvinisme;
  • Hertog van Alva richt de raad van Beroerten op en stelt de tiende penning op (centrale belasting).

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

 

  • Nederlandse opstand (1568-1648);
  • 1568: Slag bij Heiligerlee;
  • 1572: Geuzen nemen Den Briel in;
  • 1576: Spaanse furie;
  • 1576: Pacificatie van Gent;
  • 1579: Unie van Atrecht;
  • 1579: Unie van Utrecht;
  • 1581: Akte van Verlatinghe (Phillips II wordt verlaten);
  • 1588: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden;
  • 1609-1621: 12-jarig bestand;
  • 1648: Vrede van Münster (Spanje erkent Nederland pas voor het eerst en laatstgenoemde is officieel een onafhankelijke staat geworden).

Waardoor brak er een opstand uit in de Nederlanden in 1515-1572?.

Luther en de Reformatie

Begin de 16e eeuw: kritiek van Maarten Luther op de katholieke kerk: geestelijken waren te veel bezig met roem, rijkdom en macht en hadden veel bijgeloof. Ze hadden een eigen staat en leger, veel rijkdom, handel in aflaten (kopen plek hemel) en veel luxe.

Alleen de Bijbel is nodig. Die moet daarom in de volkstaal worden verspreid.

De protestantse boodschap werd verspreid via de nieuwe media: pamflet en boek. Groeiende aanhang Luther in Duitse rijk. Volgens Luther mag de vorst het geloof voor zijn onderdanen bepalen. Daarom steunen veel vorsten de ideeën van Luther.

1521: Rijksdag van Worms (Karel V roept Luther op om in Worms te verschijnen. Luther moet ideeën herroepen. Luther weigert en verklaart Karel V Luther vogelvrij dit zorgt voor scheuring in de christelijke kerk.)

Luther krijgt steun van Duitse vorsten. Godsdienstoorlogen in Duitse rijk.

1555: Vrede van Ausburg (Duitse vorst mag voortaan geloof in zijn gebied bepalen).

Centralisatie van Karel V

Bestuur in de Nederlanden in de Middeleeuwen:

Duitse Keizer en een Franse Koning -> Hoge adel: graaf/hertog -> lage adel/ steden

De hoge adel reageerde samen met de staten.

Geen centraal bestuur, maar grote zelfstandigheid van de gewesten.

In de vijftiende en zestiende eeuw wordt in de Nederlanden de positie van de stedelijke burgerij sterker. Door de steden neemt de handel en nijverheid toe, de hoge adel krijgt belasting en geeft privileges.

Karel V: centralisatie. Centralisatiebeleid vormt een bedreiging voor de privileges van de steden.

1531: instelling van de drie collaterale raden:

  • Raad van State:
    - Belangrijkste Nederlandse edelen;
    - Advies geven over het beleid in de 17 gewesten.
  • Geheime Raad:
    - Rechtsgeleerden;
    - Opstellen van wetten en toezicht houden op bestuur van gewesten en steden.
  • Raad van Financiën:
    - Hoge edelen en rechtsgeleerden;
    - Uitvoering van en toezicht houden op het financiële beleid.

1555: Karel V wordt opgevolgd door Filips ll. Dagelijks bestuur over de Nederlanden komt in handen van een landvoogd.

Kettervervolgingen in de Nederlanden

In de Nederlanden kreeg de kerkhervormer Calvijn meer aanhangers dan Luther. Volgens Calvijn mag een gelovige zelf zijn geloof bepalen, zonder toestemming van de overheid.

1550: Instelling van de Bloedplakkaten door Karel V. Doodstraf en inbeslagname goederen als gevolg van:

  • Drukken, schrijven, verspreiden en bezitten van ketterse boeken en afbeeldingen;
  • Bijwonen van protestantse bijeenkomsten;
  • Huisvesten van protestanten.

Filips ll zet beleid van Karel V voort. Veel Nederlanders twijfelden aan de zin van strenge vervolging en waren bezorgd over de aantasting van hun privileges.

1566: Indienen smeekschrift door de lage Nederlandse adel, een verzoek tot matiging van de kettervervolgingen -> Belofte landvoogd: tijdelijk minder kettervervolgingen -> Beeldenstorm.

Reacties op Beeldenstorm:

  • Landvoogd eist trouw van de Nederlandse edelen. -> Hoogste edelman Willem van Oranje weigert en vertrekt naar Duitsland;
  • Filips ll houdt Nederlandse edelen verantwoordelijk. Hertog Alva wordt de nieuwe landvoogd;
  • Alva stelt de Raad van Beroerten in om de beeldenstormers te straffen, deze Raad treedt hard op;
  • Veel weerstand onder de katholieken. Veel calvinisten vluchten naar het buitenland.

Het begin van de Nederlandse Opstand

Willem van Oranje roept vanuit Duitse Ballingschap op tot verzet tegen het strenge optreden van Alva. Dit leidt tot de Nederlandse Opstand (1568-1648). In het begin is er weinig steun voor de Opstand. De gewone bevolking laat hun een beetje zitten en de watergeuzen komen helpen.

Watergeuzen: Nederlandse calvinisten die na de komst van Alva naar England en de Noord-Duitse kuststeden waren gevlucht. Willem van Oranje geeft watergeuzen toestemming om een guerrillaoorlog te beginnen tegen de legers van Alva.

1572: Watergeuzen nemen Den Briel in -> Andere steden in Holland en Zeeland sluiten zich bij de opstand aan.

Staten van Holland:

Gezamenlijke financiering van de strijd

Willem van Oranje wordt stadhouder.

Waardoor resulteerde de Opstand in het ontstaan van de Republiek van 1572-1588?

Willem van Oranje

Het lukte Alva niet om de opstand in de Nederlanden snel neer te slaan. Hierdoor ontstaat er een burgeroorlog tussen Spaanse soldaten (o.l.v. Alva) en Nederlandse opstandelingen (o.l.v. Willem van Oranje).

Het ontzet van leiden (KA: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat)

1572: Leiden sluit zich aan bij de Opstand.
1573: Spaanse troepen omsingelen de stad bijna een jaar lang en hongeren de stad uit.
1574: Staten van Holland laten gebieden om Leiden onderwater lopen. Spaanse troepen vluchten.

Willem van Oranjes ideaal was gelijke behandeling van katholieken en protestanten. In de praktijk was er veel onenigheid tussen katholieken en protestanten. Om aanhangers te krijgen gebruikte Van Oranje veel propaganda. Nadruk lag niet op vervolging van geloof, maar op verdediging van het ‘vaderland’. De propaganda was vooral tegen Alva, niet tegen Filips ll.

Het ontstaan van de Unie van Utrecht

Tot 1576 blijft de opstand beperkt tot Holland en Zeeland. Filips ll heeft niet genoeg geld om al zijn huurlegers te betalen. Hierdoor gaan Spaanse soldaten plunderen.

1576: Pacificatie van Gent: vredesvedrag tussen de opstandige gewesten Holland en Zeeland en de andere Nederlandse gewesten:

  • Spaanse troepen moeten verjaagd worden;
  • Holland en Zeeland protestants, andere gewesten katholiek;
  • Gewetensvrijheid (je wordt niet vervolgd).

1576: Pacificatie van Gent: vredesvedrag tussen de opstandige gewesten Holland en Zeeland en de andere Nederlandse gewesten:

  • Spaanse troepen moeten verjaagd worden;
  • Holland en Zeeland protestants, andere gewesten katholiek;
  • Gewetensvrijheid (je wordt niet vervolgd).

Calvinisme blijft groeien, vooral in Vlaamse en Brabantse steden.

1579: Unie van Atrecht: Verbond van zuidelijke katholieke gewesten met Spanjaarden om calvinisten te verdrijven

1579: Unie van Utrecht: Militair verbond van opstandige gewesten en steden tegen Spanjaarden. In de gewesten en steden kwam gewetensvrijheid.

1578: Alteratie van Amsterdam: (KA: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat)

Amsterdam is als enige Hollandse stad katholiek. Opstandelingen proberen Amsterdam aan hun kant te krijgen. Dit proberen ze door propaganda, aanval door opstandelingen (1577) en handelsblokkade. Calvinisten in Amsterdam krijgen meer invloed op de schutterij. Katholiek stadsbestuur wordt gedwongen om de stad te verlaten. Amsterdam wordt zonder bloedvergieten protestants.

Het ontstaan van de Republiek

1579: Unie van Utrecht;
1580: Filips ll verklaart Willem van Oranje vogelvrij;
1581: Plakkaat van Verlatinghe; “Tiran” Filips ll Wordt afgezworen als landheer; 1584: Willem van Oranje wordt vermoord door een katholiek.

Andere problemen voor de opstandelingen:

  • 1585: val van Antwerpen;
  • Zoektocht naar een nieuwe landsheer levert niets op.

1588: stichting Republiek der Verenigde Nederlanden.
1596: drievoudig verbond en krijgt erkenning van de Republiek door Frankrijk en England.
1648: vrede van Münster: erkenning van de Republiek door Spanje.

Filips ll voert vele dure oorlogen en is meerdere malen failliet gegaan. Republiek wint terrein op Filips ll (KA: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat).

1588: Spaanse Armada wordt verslagen bij Engeland. Filips ll zweert Engeland weer katholiek te maken. Hij onderbreekt zelfs de strijd in de Nederlanden, maar aanval van Armada mislukt.

Waardoor ontstond in de Republiek de Gouden Eeuw van 1588-1648?

Het bestuur van de Republiek

De Republiek is een statenbond:

  • Zeven gewesten (Holland, Zeeland, Friesland, Groningen, Overijssel, Gelderland en Utrecht) met elk eigen Statenvergadering die beslist over wetgeving, rechtspraak en belastingheffing;
  • Samenwerking tussen gewesten in de Staten-Generaal:
    Buitenlandse politiek, oorlog en defensie en bestuur van de Generaliteitslanden;
  • Holland belangrijkste gewest (52% van de belasting);
  • Beslissingen konden alleen met inspraak val alle gewesten samen gemaakt worden.

Belangrijkste persoon in de Staten-Generaal: Landsadvocaat (later raadspensionaris):

  • Hoogste ambtenaar van Holland;
  • Vertegenwoordiger van Holland in de Staten-Generaal;
  • Vertegenwoordiger van de republiek in het buitenland.

Andere belangrijk persoon in de Republiek is de stadhouder:

  • Hoogste gewestelijke functionaris;
  • Opperbevelhebber van leger en vloot;
  • Benoeming regenten in steden.

Het twaalfjarig bestand

Vanaf 1588 verovert de republiek onder leiding van raadspensionaris van Oldenbarnevelt en stadhouder Maurits van Oranje grote delen van de Nederlanden.

1609-1621: Twaalfjarig bestand

Politieke verdeeldheid tijden het twaalfjarig bestand.

Vrede met Spanje?

  • Johan van Oldenbarnevelt: -Vrede kost minder belastinggeld (voor Holland) en Vrede is beter voor de handel (van Holland);
  • Maurits van Oranje: Oorlog is beter voor de Republiek (en de macht van de stadhouder).

Religieuze verdeeldheid tijdens het Twaalfjarig bestand: heeft de mens zelf invloed op het verkrijgen van een plek in de hemel?

  • Johan van Oldenbarnevelt: mens heeft wel invloed op Gods keuze;
  • Maurits van Oranje is Orthodox: mens heeft geen invloed op Gods keuze.

Religieuze discussie zorgt voor onrust in de republiek.

Nationale kerkvergadering moet een einde maken aan de onrust.

1617: Staten van Holland

Geen nationale kerkvergadering, maar beslissing per gewest.

Hollandse steden mogen zelf soldaten inhuren om de onrust te verminderen.

1618: Maurits van Oranje laat Johan van Oldenbarnevelt arresteren;
1619: van Oldenbarnevelt wordt onthoofd. (KA: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat);
1621: de strijd tegen de Spanjaardern wordt hervat;
1648: Vrede van Münster:

  • Einde van de Nederlandse opstand;
  • Spanje erkent de soevereiniteit van de republiek;
  • Veroverde gebieden in het zuiden blijven in handen van de Republiek -> Generaliteitslanden.

De Gouden Eeuw

De opstand viel in de noordelijke Nederlanden samen met een periode van economische groei: Gouden Eeuw (groei van Landbouw, Handel en Nijverheid-> scheepsbouw).

Vanaf de 15e eeuw: Moedernegotie: import van goedkoop graan uit het Oostzeegebied. Adel had weinig macht in de landbouw.

Moedernegotie en vrije boeren zorgen voor:

  • Specialisatie: het produceren van een of enkele producten;
  • Commercialisering: het produceren van producten voor de verkoop in plaats van voor eigen gebruik.

Handel en de nijverheid profiteren van:

  • Moedernegotie: basis voor een internationaal handelsnetwerk;
  • Specialisatie en commercialisering -> nieuwe handelsproducten.

1585: Val van Antwerpen -> Opstandelingen sluiten de Schelde af -> minder handel in Antwerpen --> tienduizenden immigranten komen naar Holland en Zeeland. Amsterdam kan uitgroeien tot het nieuwe centrum van de wereldhandel.
1602: Staten-Generaal richt de verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) op.

Economie:

  • Monopolie op Nederlandse handel met Azië;
  • Belangrijkste producten zijn specerijen, zijde en porselein;
  • Kapitaal via aandelen.

Politiek

  • Bestuur over overzeese handelsposten en koloniën;
  • Afsluiten van verdragen;
  • Eigen soldaten.

1619: Coen verplaatst het bestuurscentrum van de VOC naar Batavia (KA: wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie).

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.