Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Historische Contexten H1

Beoordeling 9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 1255 woorden
  • 9 mei 2017
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 9
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Paragraaf 1

Karel V werd in 1515 in de Staten-Generaal in Brussel uitgeroepen tot heer der Nederlanden; hij werd ook koning van Spanje en keizer van het Duitse Rijk. De Nederlanden bestond uit zeventien gewesten; ze waren voor het eerst verenigd onder één heer. De gewesten bestuurden zichzelf; ze voelden zich onafhankelijk. Maar Karel probeerde een centraal bestuur in te stellen en het protestantisme door te drukken, hoewel de gewesten wilden vasthouden aan hun privileges (die ze in de middeleeuwen hadden gekregen in ruil voor geld en belastingen).

Luther had kritiek op de (rooms-)katholieke kerk. Hij wees de verzonnen wetten en regels af, waaronder de aflaat. Luthers mening werd snel verspreid door gedrukte boeken en pamfletten, ook sommige vorsten sloten zich aan bij Luther. Karel vocht, samen met katholieke vorsten, tegen Luther en zijn aanhang. In 1555 gaf hij het op; in de Vrede van Augsburg werd afgesproken dat in Duitsland de vorst het geloof in zijn gebied mocht bepalen: wiens gebied, diens godsdienst. In Nederland kreeg Luther ook aanhang, maar de vorsten sloten zich niet bij hem aan. Karel kon hard optreden met een inquisitie, een speciale rechtbank tegen ketters.

In 1555 volgde Filips II zijn vader Karel op. Filips liet zijn halfzus, Margaretha van Parma, regeren over de Nederlanden. Calvijn kwam toen in beeld; hij deelde de mening van Luther, maar ging verder. Luther zei dat je de overheid altijd moest gehoorzamen; Calvijn zei dat je tegen een goddeloze overheid in mocht gaan. Ook mocht je zonder toestemming organiseren, volgens Calvijn. In 1566 kwamen lage edelen in actie, met 400 man trokken ze met een smeekschrift naar het paleis om aan Margaretha te vragen de kettervervolging te staken. Margaretha legde een tijdelijke staking op. Dit had een onverwacht gevolg: de protestanten mochten weer samenkomen in zogenaamde hagenpreken. Een predikant in Steenvoorde riep op de katholieke beelden kapot te maken, hierop volgde een Beeldenstorm. Die begon in Vlaanderen en trok het hele land door.

Filips was woedend, hij benoemde Alva meteen tot nieuwe landvoogd en gaf hem een groot leger mee. Duizenden vluchtten daarvoor naar Duitsland, waaronder Willem van Oranje. Als Oranje dit niet had gedaan, zou hij, net als Egmont en Hoorne, geëxecuteerd worden in de Bloedraad. Opvallend was dat die twee katholiek waren, maar ze zouden te weinig actie hebben ondernomen. Oranje vormde in Duitsland een huurlingenleger om een tegenaanval op te zetten. Dat mislukte deels, dus hij ging verder met de watergeuzen: calvinistische vluchtelingen op zee. Oranje riep hen op om steden in te nemen, voor zover hij hen wat kon opleggen. De watergeuzen namen Den Briel in, Alva verloor zijn bril hier (zijn grip), want in de maanden daarna liepen meer steden (in vooral Holland en Zeeland) over naar de kant van de Opstand. Ze riepen Oranje uit tot nieuwe leider en benoemde hem opnieuw tot stadhouder. Hij had namelijk die gewesten al vanuit een erfenis, maar Karel pakte dat gewoon af.

Paragraaf 2

Alva vocht tegen de Opstand; het lukte hem niet deze snel genoeg te stoppen. Er ontstond daarop een burgeroorlog. Mensen in de Nederlanden kozen een kant: die van Filips II met zijn ambtenaarsaanhangers in Nederland óf de kant van Oranje. De katholieken kozen meestal de kant van Filips, want de watergeuzen vochten ook tegen katholieken, hoewel Oranje gelijkheid wilde op het gebied van geloofsuiting. Toch lukte het Oranje veel aanhangers achter zich te scharen, omdat hij opriep trouw te blijven aan je vaderland en niet aan de vreemde Spanjaarden.

De Spanjaarden kwamen in geldnood, Filips voerde namelijk ook oorlog met het Turks-Ottomaanse Rijk. De huursoldaten kregen geen soldij (soldatenloon), waardoor muiterij ontstond. De muiters trokken plunderend rond in Brabant en Vlaanderen. De zuidelijke gewesten waren er daarop ook klaar mee en gingen Filips zien als een vijand. Ze begonnen vredesonderhandelingen met Oranje in Gent. Dit werd de Pacificatie (betekend: vredesluiting) van Gent genoemd (zeventien gewesten). De zuidelijke gewesten wilden daarbij dat de katholieke kerk ook behouden werd. Dat lukte niet; de Pacificatie van Gent was mislukt. De zuidelijke gewesten kwamen in 1579 samen onder de Unie van Atrecht (tien gewesten), ze bleven hierin trouw aan Filips; de noordelijke kwamen samen onder de Unie van Utrecht (zeven gewesten), sommige zuidelijke steden als Gent of Antwerpen sloten zich hier ook bij aan. In die Unie van Utrecht spraken ze af zelfstandig te blijven maar militair wel samen te werken. Toen Willem van Oranje vogelvrij werd verklaard door Filips II, zwoeren ze hem in 1581 officieel af met het Plakkaat van Verlatinghe.

Maar de zeven opstandige noordelijke gewesten kregen het moeilijk; Filips had weer geld beschikbaar na zijn oorlog tegen de Turken. Daarop kon Parma, een legeraanvoerder, weer oprukken in het zuiden. De noordelijke gewesten zochten wanhopig naar een nieuw staatshoofd voor de oorlog die op de loer lag. De Franse koning wilde geen oorlog met Spanje; de Engelse koningin Elisabeth weigerde ook. Wel gaf ze troepen en geld, daardoor hielden de gewesten stand. Ze besloten verder te gaan zonder vorst, en riepen de Republiek der Verenigde Nederlanden uit. Engeland en Frankrijk erkenden de Republiek toen ze met gedrieën gingen samenwerken bij de oorlog tussen Engeland en Spanje. Een halve eeuw later, bij de Vrede van Münster, was er een internationale erkenning van de Republiek.

Paragraaf 3

De Republiek bestond uit zeven gewesten, het hoogste gezag was in handen van de Staten. Zij regelden wetgeving, rechtspraak en belastingheffing. De bestuurders in de Republiek werden regenten genoemd. De Staten-Generaal was de belangrijkste centrale instelling (een vergadering). Vaak werd er gepraat over oorlog/vrede, contact met het buitenland en het Staatse leger. Later kwam daar de VOC bij en veroveringen op Brabant, Limburg en Vlaanderen. Deze landen werden Generaliteitslanden genoemd. De kosten werden opgebracht door de gewesten, Holland nam daarvan wel 58% op zich. Daardoor hadden ze ook het meeste invloed. Maar een beslissing kon pas erdoor komen als alle gewesten het eens waren. Ruggenspraak is als een vertegenwoordiger van een gewest even met zijn gewest moet praten bij beslissingsmomenten. Hierdoor duurden onderhandelingen lang.

Ontstaan Republiek in chronologische volgorde

  • Karel V wil centralisatie;
  • Uitspraak Augsburg (1555) (zeventien gewesten worden staatkundig een eenheid);
  • Smeekschrift van lage, protestante, edelen (1566);
  • Beeldenstorm;
  • Margaretha van Parma weg, Alva nieuwe landvoogd;
  • Raad van Beroerten (ook wel Bloedraad genoemd; speciale rechtbank voor Beeldenstormactivisten, ingesteld door Alva);
  • Inval Willem v. Oranje vanuit Duitsland met huurlingenleger (1568), mislukt beetje;
  • Willem van Oranje gaat door met protestantse watergeuzen;
  • Inname Den Briel (1572);
  • Muiten leger Alva door geldnood.;
  • Pacificatie van Gent (1576) (zeventienlanden verenigd);
  • Unie van Atrecht (tien gewesten) schaart zich weer bij Filips na katholiekenonderdrukking in Pacificatie van Gent en Willem v. Oranje vogelvrij verklaard;
  • Overgebleven van Pacificatie van Gent (zeven gewesten) verenigt zich in de Unie van Utrecht;
  • Unie van Utrecht zweert Filips II officieel af met Plakkaat van Verlatinghe;
  • Nieuwe aanval van Spanje, nu door Parma;
  • Willem van Oranje wordt gedood, broer Maurits neemt het stokje over;
  • Val van Antwerpen naar Atrechtse Unie door aanval Parma;
  • Engelse koningin Elizabeth biedt militaire steun, Unie van Utrecht overleeft zo de aanval van Parma;
  • Proberen staatshoofd te krijgen vanuit Frankrijk of Engeland, dit mislukt;
  • Besluit vorstloos verder te gaan als Republiek der Verenigde Nederlanden;
  • 1596: Spanje valt Engeland aan, Engeland sluit bondgenootschap met Frankrijk en Republiek. Hiermee erkenning dat Republiek bestaat;
  • Twaalfjarige Bestand (1609-1621), niet vechten met Spanje, maar nadenken over hoe toepassing van calvinistische leer. Ook ruzie tussen Maurits en Oldenbarnevelt;
  • Oldenbarnevelt wordt onthoofd (1619);
  • 1621: hervatting oorlog Spanje;
  • Einde Gouden Eeuw;
  • Vrede van Münster (1648), want kostte te veel geld en mensenlevens.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.