De invloed van de bouwstijl van de Grieken en Romeinen op de bouwstijl uit de renaissance en Classicisme

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 5e klas havo | 2960 woorden
  • 24 oktober 2001
  • 358 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
358 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De invloed van de bouwstijl van de Grieken en Romeinen op de Renaissance en het Classicisme;

Deelvraag 1.
Wat voor Invloed had de bouwkunst van de Grieken en Romeinen op de renaissance


De renaissance betekent de opbloei van de kust van de wetenschap in de 15e en 16e eeuw die het gevolg was van een hernieuwende belangstelling voor de klassieke oudheid. Geleerden ontwikkelden nieuwe ideeën over het leven en ontdekten de leer en de kunst van de Grieken en Romeinen. Er kwam een eind aan de middeleeuwen, het was een van de hoogte punten in de Europese kunst. Men ging tijdens de renaissance wat realistischer schilderen, en ze wenden zich nieuwe stijlen aan. Maar het klassiek en heldere wat zo vanzelfsprekend was bij de Grieken en Romeinen kwam elke keer terug. Met de Renaissance eindigden de Middeleeuwen en begon de Nieuwe Tijd. Men zag de wereld als een goddelijke schepping, en om de harmonie hiervan beter te kunnen doorgronden, besloot men de wetten van de natuur te onderzoeken. Ook geloofde men dat harmonie en schoonheid in de kunst tot stand kwamen door het volgen van vaste regels. Dit leidde bijna automatisch tot een hernieuwde aandacht voor de klassieke Griekse cultuur. De humanisten pleitten toch al voor aansluiting bij de culturele tradities van Italië. Men leerde Grieks en ook Latijn (de taal van het oude Rome, die tot dan toe vrijwel volledig aan de geestelijken voorbehouden was. Men zocht, vertaalde en bestudeerde antieke geschriften, mat antieke ruïnes op en reconstrueerde ze, groef beelden op en plaatste die weer.De gotiek heeft bijna geen invloed gehad p de renaissance. De Italiaanse gotische architectuur, met haar plazzi, helder ingedeelde ruimten en rustige horizontale karakters, liep in feit al vooruit op de bouwstijl uit de renaissance en werd daarom “proto renaissance” genoemd. D e grootste invloed van de renaissance kwam toch wel van de Grieken, het klassieke en heldere wat de Grieken naar hun werken vertaaldenï Personen die van invloed waren op de ontwikkeling van de renaissance Renaissance in Frankrijk; als beeldhouwer wordt Jean Goujan genoemd die ondanks de vele Italiaanse invloeden zijn kunstwerken een heel eigen gezicht gaf. Renaissance in Duitsland; in de houten altaarstukken van Til Riemenschneide is de overgang van de middeleeuwen naar de renaissance goed zichtbaar. Hij had een voorliefde voor rustiger figuren. Opvallend waren de handen bij de beelden, die er slank uitzagen en subtiel waren uitgesneden.Renaissance in Holland: een voorbeeld van een kunstenaar die in Nederland rond 1665 was Pieter de Hooch. Hij was schilder, en probeerde dat klassieke wat zo kenmerkend was van de Grieken en Romeinen terug te laten komen in zijn schilderijen. Een voorbeeld van zijn schilderijen is: “Binnenhuis” uit 1663Een voorbeeld van de Romeinse stijl, ook terug komend in de renaissance, maar niet zo sterk als de Griekse stijl. Het Colosseum in Rome baadt in het zonlicht. Bogen, muren, gewelven, dat is al wat er van het reusachtige amfitheater uit de Romeinse tijd rest. Rechts is een stukje van de buitenkant te zien. Een stukje maar, want het onderste deel van de muur is voor een groot deel aan het oog onttrokken door zand. De pijlers lijken er diep in weg te zakken. De kunstenaar J.A. Knip gaf het bouwwerk nauwkeurig weer: de steenblokken, het metselwerk en het onkruid. In lichte, transparante tinten is de zuidelijke sfeer goed getroffen, met scherpe contrasten tussen licht en donker. Hij maakte deze aquarel over een tekening in potlood omstreeks 1812, tijdens een studiereis naar Italië

Deelvraag 2.
Wat zijn typische kenmerken van de bouwstijl in de renaissance, en waarom werd deze tijd zo genoemd?


Het tijdperk van de Renaissance beslaat ongeveer twee eeuwen: van omstreeks 1400 tot 1600. Het was een periode van grote bloei van kunsten, letteren en wetenschap in Europa. Dit ging samen met een grote belangstelling en bewondering voor de klassieke oudheid, de beschaving van het oude Griekenland en Rome. Kunstenaars en opdrachtgevers hadden het gevoel dat deze beschaving opnieuw tot leven kwam. Ze bedachten de term 'renaissance' (=wedergeboorte) om hun eigen tijd te beschrijven. De Renaissance begon in Italië en verspreidde zich van daar uit over de rest van Europa. Kunstenaars van de Italiaanse Renaissance zijn bijvoorbeeld Leonardo da Vinci, Michelangelo en Rafael. Jan van Scorel was één van de eerste Nederlandse renaissancekunstenaars.Kenmerken van renaissance· Een nieuw zelfbewustzijn. In de Middeleeuwen voelde de mens zich een nietig stofje in het heelal. In de Renaissance werd de mens een individu, het middelpunt van de wereld. Dat is goed te zien in de ontwikkeling van het portret.· Een grote honger naar kennis. Het menselijk lichaam wordt ontleed, dieren, planten en stenen bestudeerd. Kooplui en avonturiers wagen zich overzee naar onbekende gebieden. Prinsen en rijke burgers gaan zeldzaamheden uit de hele wereld verzamelen· Een sterke gerichtheid op de klassieke oudheid. Het schoonheidsideaal van de oude Grieken en Romeinen werd de standaard waaraan alle kunst moest voldoen. Het bronzen beeld van David, gemaakt door Donatello werd een symbool voor veel machtigen. David was gewoon een herdersjongen maar na zijn overwinning op Goliath (een reus) werd hij koning. Davit is een symbool voor de machtigen die evenals hij eenvoudig waren begonnen. De meeste beeldhouwers, zoals Ghiberli, Donatello en Verrocchio voerden hun kunstwerken uit in brons. Daarentegen werkte Michelangelo liever in marmer. Hij stelde in zijn werk de uitbeelding van het algemeen menselijke voorop. Hij deed vooral graftombes, die versierd werd door liggende, marmeren figuren. Zogenaamde personificaties van het actieve leven ('dag' en 'nacht') en het beschouwende leven ('ochtend- en avondschemering').Renaissance is Frans voor wedergeboorte. Aan het eind van de 14e en gedurende de 15e eeuw werd door Italiaanse humanisten het idee verspreid dat er een wedergeboorte van de klassieke cultuur plaatst vond. Deze wedergeboorte volgde verbolgens hun op de “duistere Middeleeuwen”. Hiermee bedoelden ze de gehele periode na de val van het Romeinse rijk tot de aanvang van de renaissance.De renaissance bestond uit drie tijdvakken:De vroege renaissance: Ca. 1400-1500De hoge renaissance : Ca. 1500-1530En het Manierisme (of late renaissance) : 1530-1600Voorbeeld van beeldhouwkunst uit de renaissance uit noord Italie Trots houdt deze onbekende man het hoofd opgeheven, de kin vooruit. Zijn haren liggen in dichte krulletjes op zijn hoofd. Ook zijn baard en snor zijn vol en gekruld. Zijn pupillen zijn met een kleine uitsparing aangegeven. Om zijn brede schouders hangt een toga. Zijn halsspieren en sleutelbeenderen zijn duidelijk aanwezig onder de huid. Men heeft lang gedacht dat dit bronzen borstbeeld uit de klassieke oudheid stamde, maar het werd gemaakt aan het einde van de 15de eeuw in Noord-Italië. De kunstenaar was mogelijk Severo da Ravenna of Tullio Lombardo.Voorbeeld van de stijl uit de renaissance in de Nederlanden.

Het kleine bronzen klokje is een tafelschel: hiermee belde de heer of vrouw des huizes een bediende. De schel is gemaakt door de Mechelse kunstenaar Johan van den Eynde, ook wel - op zijn Frans - Johan de Fine genoemd. Hij zette zijn naam de onderste rand van de tafelschel: ME FECIT PER IOHAN DE FINE A0 1544 (Johan de Fine heeft mij gemaakt in het jaar 1544). Zijn tafelklokjes horen tot de mooiste die er in de 16de eeuw gemaakt zijn.

Deelvraag 3.
Wat voor invloed had de bouwstijl van de Grieken en Romeinen op het Classicisme?


Classicisme is het teruggrijpen op de vormentaal van de Griekse en Romeinse (klassieke) oudheid. In de 15de en 16de eeuw werden de klassieken voor het eerst op grote schaal als voorbeeld genomen. Sinds deze periode, de Renaissance, zijn de klassieke onderwerpen en vormen niet meer uit de westerse kunst en architectuur weg te denken. Wanneer over 'Het' classicisme wordt gesproken, gaat het meestal om de stijlperiode tussen 1770 en 1850. Deze stijl wordt ook wel 'neoclassicisme' genoemd om hem te onderscheiden van eerdere vormen van classicisme.Als we aan de architectuur van de Grieken en Romeinen denken, moet je denken aan heel gedetineerd, en veel (zuilen)orden. Een orde is een vaste combinatie van architectonische vormen, maten en verhoudingen. Elke orde is te herkennen aan een vorm van zuilen en capitelen. De zuilen dragen een hoofdgestel, die weer verdeeld zijn in architraaf, fries en kroonlijst. Tot op de dag van vandaag wordt op de vormentaal van de klassieke bouwkunst teruggegrepen. De gebouwen hebben vaak versiersels (ornamenten). Bijvoorbeeld de zuilen van een tempel. Ook zie je vaak halfronde raampjes in de Neo-classicistische architectuur. In de tweede helft van de achttiende eeuw ging men opgravingen doen naar Romeinse en GriekseOverblijfselen. Toen kwamen ze er achter dat de gebouwen er anders uit zagen dan men had gedacht. Tijdens het Hollandse-classicisme (1630-1672) wist men dit nog niet. Men haalde zijn kennis toen meer uit boeken. Een voorbeeld van de bouwstijl uit het classicisme in Nederland, wat erg opvallend is, is het zeer gedetineerde werk uit de gevel. De klassieke stijl wat kenmerkend is uit de bouwstijl van de Grieken en de Romeinen. Het grote driehoekige reliëf van gebakken klei werd omstreeks 1655 gemaakt door de Antwerpse beeldhouwer Artus Quellinus. Het is een model voor het timpaan aan de achtergevel van het stadhuis van Amsterdam, het huidige Paleis op de Dam. In het midden van het timpaan zit de Stedenmaagd op de zijkant van een schip. Haar voeten rusten op een aardbol. Om haar heen zijn vele figuren en dieren afgebeeld. Vier van de figuren zijn personificaties van de vier, toen bekende, werelddelen: Europa, Afrika, Azië en Amerika. In al deze werelddelen had de stad Amsterdam handelscontacten. De werelddelen brengen door middel van geschenken hulde aan Amsterdam.

Deelvraag 4.
Wat zijn typische kenmerken van de Grieken en Romeinen op het classicisme, en waarom werd deze tijd zo genoemd.


Classicisme is het teruggrijpen op de vormentaal van de Griekse en Romeinse (klassieke) oudheid. In de 15de en 16de eeuw werden de klassieken voor het eerst op grote schaal als voorbeeld genomen. Sinds deze periode, de Renaissance, zijn de klassieke onderwerpen en vormen niet meer uit de westerse kunst en architectuur weg te denken. De klassieken vormden de norm waaraan alle kunstuitingen - beeldende kunst, architectuur en literatuur - werden getoetst. Wanneer over 'Het' classicisme wordt gesproken, gaat het meestal om de stijlperiode tussen 1770 en 1850. Deze stijl wordt ook wel 'neoclassicisme' genoemd om hem te onderscheiden van eerdere vormen van classicisme. Het Classicisme was een internationale stroming in de zeventiende eeuw die voldeed aan de smaak van edelen. Het Classicisme maakte zijn bekendheid in Frankrijk. De Classicisten keken naar de beeldhouwkunst uit de klassieke oudheid en de kunst van de hoge renaisance. Daaruit haalden zij dat het opvolgende van de natuur zeer belangrijk werd gevonden. Hiermee werd het menselijke naakt bedoeld. Het ging de classicten om helderheid en voornaamheid. Heftigheid, en wilden bewegingen kwamen niet aan de orde. Opvallend aan de werken van het classicisme was vaak het monumentale formaat. De schilderijen van de classicisten maakten vaak deel uit van de architectuur van hun inrichting. De belangstelling voor de klassieke oudheid nam in de eerste helft van de 18de eeuw toe onder invloed van opgravingen in Pompeii en Herculaneum. Dit waren twee stadjes aan de voet van de versius, ten oosten van Napels. De archeologische resten inspireerden kunstenaars en architecten. De strenge orde van de klassieke vormentaal sloot goed aan bij de filosofie van de Verlichting, waarin de rede verheerlijkt werd. De 'edle Einfalt und stille Größe' (edele eenvoud en stille grootsheid) van de klassieken werd afgezet tegen de ongebreidelde barok en rococo. In plaats van de klassieke vormen vrijelijk te interpreteren, zoals in de barok, golden de regels die al in de klassieke oudheid waren opgesteld. De geschriften over kunst van de Romein Vitruvius uit circa 25 voor Christus vormden een belangrijke rode draad.Deze stroming in de tijd werd vooral zo genoemd omdat het klassieke, dat terug kwam uit de tijd van de oude bouwstijl van de Grieken en Romeinen.De vier halfnaakte vrouwen zijn 'kariatiden': beelden van (meestal vrouwelijke) figuren die deel uitmaken van een bouwwerk. Ze vervangen de zuilen aan de buitenkant van een gebouw of in het interieur. Deze kariatiden van terracotta (gebakken klei) waren voorstudies voor de marmeren exemplaren in het nieuwe stadhuis van Amsterdam, nu het Paleis op de Dam. Ze zijn omstreeks 1650 gemaakt door de Antwerpse beeldhouwer Artus Quellinus. Quellinus en zijn medewerkers verzorgden al het beeldhouwwerk in en aan het stadhuis. Het stadhuis moest indruk maken op bezoekers en werd daarom rijk versierd met schilderijen en talloze classicistische beelden van marmer en brons.

Deelvraag 5.
Wat is er tegenwoordig nog bewaard gebleven van de ouden bouwkunst uit de Renaissance of het Classicisme, en wat voor invloed heeft het op de huidige bouwstijl?


Het stadhuis van Amsterdam is afgebeeld in het felle zonlicht, in volle glorie. Het gebouw was ontworpen door Jacob van Campen. In 1648, na het sluiten van de Vrede van Munster, werd de eerste steen gelegd. De technische uitvoering en de voltooiing van het gebouw liet Van Campen over aan de stadsbouwmeester Daniël Stalpaert. Al voordat het rond 1700 gereed kwam, was het enorme classicistische bouwwerk beroemd geworden. Het gebouw werd zelfs al snel 'het achtste wereldwonder' genoemd. Je ziet de oude stijlen van de Grieken en Romeinen duidelijk terug komen in dit plaatje.Ook in andere grote steden zie je de bouwkunst van de Grieken en Romeinen goed terug. In Maastricht bijvoorbeeld. De geschiedenis van Maastricht begint toen de Romeinen een nederzetting bouwden, nabij een doorwaadbare plaats in de rivier. De naam is afgeleid van Mosae Trajectum, de plek waar men de Maas kon oversteken. Deze nederzetting groeide uit tot een ommuurd castellum Dit is ook een goed voorbeeld van een bouwstijl die bewaard is gebleven, dit is de Vrijthof met de St. Servaas en de St. Janskerk.Ook in Gent (België) zie je de oude bouwkunst terug. Gent, hoofdstad van Oost-Vlaanderen, heeft een grote verscheidenheid aan bezienswaardigheden. Naast twee middeleeuwse burchten, vele musea, 5 abdijen en 3 begijnhoven, treft men er tientallen kerken en historische gebouwen aan. Geen enkele andere stad in België heeft zoveel beschermde monumenten. Zoals reeds aangegeven heeft Gent een aantal middeleeuwse monumenten. Voorbeelden hiervan zijn de Sint-Baafskathedraal, het slot gravensteen en de Sint-NiklaaskerkHieronder is een voorbeeld te zien van het middeleeuws stadsgezicht van Gent. Tegenwoordig kun je in veel gebouwen de oude bouwstijl van de Grieken en Romeinen terug vinden. Het meeste is bewaard gebleven. Veel wordt er niet bijgebouwd, maar dat komt omdat de stijl verandert. Er wordt tegenwoordig meer met abstracte vormen en kleuren gewerkt. Natuurlijk blijft de invloed van de Grieken en Romeinen, en hun klassiek tint altijd terug te vinden in de architectuur, maar minder sterk dan vroeger.

Het antwoord op de hoofdvraag/probleemstelling luidt als volgt:

In welke periode heeft de bouwkunst uit de oudheid als inspiratiebron voor nieuwe stijlen gediend?

De bouwkunst van de Grieken en Romeinen heeft veel invloed gehad op de bouwstijlen uit verschillende tijden.

Renaissance:

Het tijdperk van de Renaissance beslaat ongeveer twee eeuwen: van omstreeks 1400 tot 1600. Het was een periode van grote bloei van kunsten, letteren en wetenschap in Europa. Dit ging samen met een grote belangstelling en bewondering voor de klassieke oudheid, de beschaving van het oude Griekenland en Rome. Kunstenaars en opdrachtgevers hadden het gevoel dat deze beschaving opnieuw tot leven kwam. Ze bedachten de term 'renaissance' (=wedergeboorte) om hun eigen tijd te beschrijven. De Renaissance begon in Italië en verspreidde zich van daar uit over de rest van Europa. Kunstenaars van de Italiaanse Renaissance zijn bijvoorbeeld Leonardo da Vinci, Michelangelo en Rafael. Jan van Scorel was één van de eerste Nederlandse renaissancekunstenaars.

Kenmerken van renaissance


· Een nieuw zelfbewustzijn. In de Middeleeuwen voelde de mens zich een nietig stofje in het heelal. In de Renaissance werd de mens een individu, het middelpunt van de wereld. Dat is goed te zien in de ontwikkeling van het portret.

· Een grote honger naar kennis. Het menselijk lichaam wordt ontleed, dieren, planten en stenen bestudeerd. Kooplui en avonturiers wagen zich overzee naar onbekende gebieden. Prinsen en rijke burgers gaan zeldzaamheden uit de hele wereld verzamelen

· Een sterke gerichtheid op de klassieke oudheid. Het schoonheidsideaal van de oude Grieken en Romeinen werd de standaard waaraan alle kunst moest voldoen.

Het Classicisme:

Classicisme is het teruggrijpen op de vormentaal van de Griekse en Romeinse (klassieke) oudheid. In de 15de en 16de eeuw werden de klassieken voor het eerst op grote schaal als voorbeeld genomen. Sinds deze periode, de Renaissance, zijn de klassieke onderwerpen en vormen niet meer uit de westerse kunst en architectuur weg te denken. Wanneer over 'Het' classicisme wordt gesproken, gaat het meestal om de stijlperiode tussen 1770 en 1850. Deze stijl wordt ook wel 'neoclassicisme' genoemd om hem te onderscheiden van eerdere vormen van classicisme.

Als we aan de architectuur van de Grieken en Romeinen denken, moet je denken aan heel gedetineerd, en veel (zuilen)orden. Een orde is een vaste combinatie van architectonische vormen, maten en verhoudingen. Elke orde is te herkennen aan een vorm van zuilen en capitelen. De zuilen dragen een hoofdgestel, die weer verdeeld zijn in architraaf, fries en kroonlijst. Tot op de dag van vandaag wordt op de vormentaal van de klassieke bouwkunst teruggegrepen.

De gebouwen hebben vaak versiersels (ornamenten). Bijvoorbeeld de zuilen van een tempel. Ook zie je vaak halfronde raampjes in de Neo-classicistische architectuur. In de tweede helft van de achttiende eeuw ging men opgravingen doen naar Romeinse en Griekse
Overblijfselen. Toen kwamen ze er achter dat de gebouwen er anders uit zagen dan men had gedacht. Tijdens het Hollandse-classicisme (1630-1672) wist men dit nog niet. Men haalde zijn kennis toen meer uit boeken


De tegenwoordige bouwstijl:

Tegenwoordig kun je in veel gebouwen de oude bouwstijl van de Grieken en Romeinen terug vinden. Het meeste is bewaard gebleven. Veel wordt er niet bijgebouwd, maar dat komt omdat de stijl verandert. Er wordt tegenwoordig meer met abstracte vormen en kleuren gewerkt. Natuurlijk blijft de invloed van de Grieken en Romeinen, en hun klassiek tint altijd terug te vinden in de architectuur, maar minder sterk dan vroeger.

REACTIES

M.

M.

he hoe doe je dat mooi werkstuk ik had er een 8 voor thnx wat is jou e-mail dan kunnen we praten op msn thnx en ik zie je nog wel -xxx- mats

22 jaar geleden

J.

J.

veel aan gehad nou ja

22 jaar geleden

J.

J.

Een waardeloos werkstuk!!!

21 jaar geleden

E.

E.

He hallo

We gaan dit weekend eens een keer leuk uit he?! Maar over dit werkstuk!! Ja ik ben er wel tevreden over hoor!! Ik zou het ook goed keuren.

Groetjes Elsie

21 jaar geleden

D.

D.

dankje voor het briljante werkstuk van u , u wordt gehuldigd door ons

21 jaar geleden

K.

K.

Heey ik ben het karima, heel erg bedankt voor je pws uik heb 10 gehaald als je naar me huis komt krijg je 10 euro

13 jaar geleden

L.

L.

ik vind het een kut wekstuk voor school

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.