Tuinkers

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 1082 woorden
  • 29 januari 2009
  • 149 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
149 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding
Tuinkers is een bijzonder kruid. Dit kruid kun je als één van de weinigen zien groeien in de tuin als andere kruiden of planten en daarbij ook nog eens eten. De smaak van de tuinkers is pittig misschien ook nog wel een beetje scherp. De tuinkers groeit het beste op een vochtige voedingsbodem. Wanneer de tuinkers gaat groeien, zie je lange witgele steeltjes met op aan top kleine blaadjes (zaadlobben). Wanneer de tuinkers een paar dagen oud is kan deze rauw in salades worden gegeten. Voor een betere groei kun je de tuinkers onder glas laten groeien in plaats van in de openlucht, met als ondergrond een vochtige bodem. Ik heb onderzocht of tuinkers net zo hard groeit in een donkere omgeving als in een lichte omgeving. Voordat ik dit wil gaan onderzoeken heb ik een probleemstelling, een hypothese, een onderzoeksvraag en een verwachting geformuleerd.

Probleemstelling.
Groeit de tuinkers in het licht net zo snel als in het donker?


Hypothese.
Tuinkers zal licht nodig hebben om te groeien, de tuinkers zou in het licht dus sneller groeien.

Onderzoeksvraag.
Groeien planten in het licht evengoed als in het donker?

Verwachting.
Ik denk dat tuinkers in het licht beter zal groeien dan in het donker, in het donker kan geen fotosynthese plaats vinden dit kan in het licht daarentegen wel. De tuinkers die in het licht groeit, zal langere stengels hebben dan die in het donker.

Werkplan
Benodigdheden:
• Ongeveer 40 tuinkerszaden, 20 voor de groei in het licht en 20 voor de groei in het donker.
• 2 doorzichtige bakjes met voldoende randhoogte.
• 2 Plastic zakjes met gaatjes erin geprikt als deksel.
• Watten voor op de bodem.
• Water om de bodem vochtig te maken.

Proefopstelling.
Op de vensterbank in de zon zet ik één bakje neer. De bodem van het bakje is bedekt met vochtige watten. Op de watten strooi ik ongeveer 20 zaadjes, zodat alle zaadjes genoeg ruimte hebben om te groeien. Over het bakje span ik een plasticzakje, hier prik ik gaatjes in zodat er zuurstof bij kan komen.
Hierna zet ik een bakje in de donkere trapkast. Opnieuw bedek ik de bodem met vochtige watten. Op de vochtige watten strooi ik de overige zaadjes op. Om te zorgen dat ook deze zaadjes genoeg zuurstof krijgen bind ik ook hier een plasticzakje met gaatjes erin over heen.

Elke ochtend voor het ontbijt bestudeer ik de zaadjes in beide bakjes. Hierbij kijk ik naar de lengte, geur en uiterlijk. De waarnemingen schrijf ik op in een schriftje zodat ik ze later gemakkelijk terug kan vinden en er een mooi verslag van kan maken.

Resultaten
Mijn onderzoek verliep goed. De zaadjes ontkiemden en groeiden snel uit tot mooie stengels met aan de top blaadjes. Na een paar dagen ontdekte ik iets wat ik niet had verwacht. De plantjes in het donker waren in vergelijking met de plantjes in het licht veel meer gegroeid. De plantjes in het donker waren dan niet zo mooi groen als die in de zon maar de stengels waren aanzienlijk groter.

Lengte in een tabel.
Dag 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Plantjes in licht Lengte in cm 0 0 0,4 1,0 1,5 2,1 2,5 2,9 3,5
Plantjes in donker Lengte in cm 0 0 1,3 2,5 5,0 6,5 7,5 8,6 9,0

Waarnemingen.

Dag Plantjes in het licht. Plantjes in het donker.
1 Door het opzuigen van water zijn de zaadjes ongezwollen. Door het opzuigen van water zijn de zaadjes opgezwollen.
2 De Zaadjes zijn ontkiemd. De Zaadjes zijn ontkiemd.
3 Er zijn kleine witgele steeltjes te zien met groene topjes. Er is geen geur waar te nemen. Er zijn kleine witte, gele steeltjes te zien met groene topjes. Er is geen geur waar te nemen.
4 De steeltjes zijn gegroeid, ze zijn nog steeds witgeel. De topjes zijn donkergroen, voor het eerst kun je uitstekende kleine blaadjes zien.

Wanneer je goed ruikt, verneem je dat het iets muffig ruikt. De steeltjes zijn in het donker meer gegroeid dan in het licht, ze zijn nog steeds witgeel. Aan de top zijn kleine in elkaar gevouwen blaadjes te zien.
Wanneer je goed ruikt, verneem je ook dat het hier iets muffig ruikt.
5 De steeltjes zijn wat gegroeid en de blaadjes hebben een diepgroenere kleur gekregen, verder is er niet veel veranderd. De stengels zijn erg gegroeid aan de top van deze dunne steeltjes zijn nu kleine lichtgroene blaadjes te zien.
6 De stengels zijn wat gegroeid en de plantjes krijgen stevige groene blaadjes. Verder zien de plantjes er en mooi gezond groen uit. De muffe geur is iets scherper geworden. De witgele steeltjes zijn veel gegroeid ze zijn erg slap geworden net als de kleine blaadjes. Het lijkt of ze elk moment kunnen omvallen. De muffe geur is iets scherper geworden.
7 De steeltjes groeien gelijkmatig door. Er is niet veel verandering te zien in de stevige plantjes, alleen de steeltjes van de bladeren worden wat langer. Er is niet veel verandering te zien in het uiterlijk van de plantjes. Ze groeien maar door, wat ten koste gaat van hun gezondheid. Ze zien er niet gezond uit. De muffe geur is nu zelfs al door het plastic heen te ruiken.
8 De plantjes blijven gezond. Zelfs zo gezond dat er een nieuwe vertakking ontstaat met daaraan gezonde blaadjes. De plantjes blijven er ongezond geel uitzien. Omdat je ook nog eens de muffe geur waarneemt zul je denken dat ze dood zijn, maar ze groeien nog sterk.
9 De plantjes groeien niet veel meer ze zijn klaar om gegeten te worden, ze zien er lekker uit, uitgezonderd van de muffe geur die nu wel erg sterk is geworden. De plantjes groeien niet hard meer. De plantjes zijn nu zo daar aan de bovenkant geworden dat de lange, dunne, witgele plaatjes moeite hebben rechtop te blijven staan. Het is nu niet meer verstandig om te gaan ruiken, de geur is nu zo sterk dat de hele trapkast ernaar ruikt.

Conclusie
Ik had verwacht dat de plantjes in het licht langer zouden worden dan die in het donker. Dit had ik echter fout. De planten in het licht waren aanzienlijk kleiner dan die in het donker. De planten in het licht zagen er aan het eind van mijn onderzoek wel mooier en gezonder uit dan de witgele, lange, sullige plantjes in het donker, maar iedereen zou het met mij eens zijn dat ze veel kleiner waren. Mijn hypothese klopt dus niet.

Nieuwe hypothese.

De tuinkers in het donker zou beter groeien dan de tuinkers in het licht.


Om te onderzoeken of deze hypothese wel klopt, zou je het onderzoek opnieuw moeten uitvoeren. Waarschijnlijk zou de nieuwe hypothese wel kloppen.

Bronvermelding
Voor dit verslag heb ik gebruik gemaakt van mijn Biologie boek;
“Biologie voor jou, VWO B1”.

REACTIES

Z.

Z.

je hebt de hypothese en de verwachtig, dat is het zelfde...

12 jaar geleden

A.

A.

dit verslag is een goede manier om te kijken hoe je een eigen verslag moet maken over een ander onderwerp. het dit is dus heel handing geweest terwijl mijn verslag over de kruising van vliegjes gaat.

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.