Egypte, 10-puntenplan

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 7939 woorden
  • 21 februari 2005
  • 221 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
221 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
REGIONALE BEELDVORMING Volgens het 10-puntenplan voor het samenstellen van een geografisch beeld: Punt 1: 1.1: Egypte ligt op het noordelijk halfrond. 1.2: Egypte ligt in het noordelijke Afrika. 1.3: Egypte grenst aan de Middellandse Zee, tussen Libië en de Gazastrook en de Rode Zee ten noorden van Soedan en omvat het Aziatische Schiereiland, Sinaï. 1.4: Egypte is vierentwintig keer zo groot als Nederland en is dus in totaal 1.001.450 km². Waarvan 995.450 km² uit land bestaat en 6.000 km² uit water. kaartje van Egypte Punt 2: • Ligging in een groter geologisch geheel: 1: Het schiereiland Sinaï (ca. 6% van de totale oppervlakte) wordt door het Suezkanaal en de Golf van Suez gescheiden van de Oostelijke Woestijn en de Nijldelta. Van dit driehoekige plateau is het hoogste punt in het zuiden. Hier is de Dzjebel Katherina de hoogste berg van Egypte (2641 m), dit vormt een berggebied. Dit gebergte is ongeveer 50 miljoen jaar geleden ontstaan door het uit elkaar drijven van de continentale platen. Een andere hoge berg is de heilige Dzjebel Musa (Berg Sinaï), 2285 meter. 2: In de bosatlas editie 52, hebben we op een kaartje opgezocht, GB174d, en daar vonden wij dat er in Egypte geen aardbevingen of vulkanen voorkomen. Maar op het internet hebben wij gevonden dat er regelmatig aardbevingen zijn. • Ligging in een groter klimatologisch geheel: 1: Egypte heeft een woestijnklimaat met grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht en tussen zomer en winter. 2: De gemiddelde temperaturen in januari schommelen tussen de 10,5 en 18°C, in juli tussen de 23 en 29°C. (zie ook schema) het weerbericht voor zaterdag 29 januari 2005

3: De wadigronden, vooral ten oosten van de Nijl, zijn vooral begroeid met struikgewas. Het grootste deel van de woestijn is verder zo goed als onbegroeid. Typische woestijnplanten zijn bijvoorbeeld ruw gras, tamarisken en dwergmimosa's. Dadelpalmen bloeien in het Nijldal en in de oasen, waar je het grondwater dicht bij de oppervlakte aantreft. Verder is het er langs de Nijl bijna alleen nog sprake van cultuurlandschap, waar miljoenen dadelpalmen groeien en groenten en graan verbouwd worden. Overal verspreid zijn nog wel andere bomen en planten te zien, onder andere vijgenbomen, citrusbomen, mango’s, tamarindes, mimosa’s, cipressen en de uitheemse Australische eucalyptussen. Voor kleur en geur zorgen bijvoorbeeld rozen, bougainville en jasmijn. Langs de Nijl groeit de beschermde papyrus, een sierlijke rietsoort en een van de symbolen van Egypte. klimaatschema
Delta en Noordkust gem. minimum gem. maximum aantal uren zon neerslag in mm
april 15°C 23°C 10 3
juli 23°C 30°C 12 0
oktober 20°C 28°C 9 5
januari 11°C 18°C 7 48
Omgeving Cairo gem. minimum gem. maximum aantal uren zon neerslag in mm
april 14°C 28°C 10 3
juli 21°C 35°C 12 0
oktober 18°C 30°C 9 0
januari 9°C 19°C 7 5
Westelijke woestijn gem. minimum gem. maximum aantal uren zon neerslag in mm
april 20°C 37°C 11 0
juli 23°C 42°C 12 0

oktober 21°C 37°C 11 0
januari 5°C 21°C 10 0
Nijldal gem. minimum gem. maximum aantal uren zon neerslag in mm
april 18°C 34°C 9 0
juli 25°C 40°C 10 0
oktober 19°C 35°C 8 0
januari 8°C 24°C 7 0
Sinaï en Rode Zeekust gem. minimum gem. maximum aantal uren zon neerslag in mm
april 16°C 26°C 11 0
juli 25°C 32°C 12 0
oktober 23°C 30°C 11 0
januari 16°C 26°C 10 0 • Specifieke natuurlijke gebiedskenmerken: 1: Egypte bestaat voor een groot gedeelte uit laagvlakte en middelgebergte en een klein gedeelte uit hoogvlakte. 2: Egypte bestaat volgens de bosatlas editie 52, totaal uit woestijngrondsoort. 3: Er zijn niet veel grondstoffen in Egypte door de bodem, maar er zijn wel natuurlijke hulpstoffen zoals: aardolie (omdat Egypte geen lid is van de OPEC, kan de Egyptische regering zelf de prijs van de olie vaststellen), aardgas, fosfaten, mangaan, kalksteen, gips, talk, asbest, leiding, zink. Andere belangrijke delfstoffen zijn fosfaat, ijzer, zout en mangaan, grotendeels onontgonnen. Steenkool wordt gevonden in de Sinaï-woestijn en ijzererts in de Bahariya-oase en bij Aswan. Verder is er wat goud in de Arabische Woestijn, de Sinaï levert marmer en Aswan een beroemde, rode granietsoort. In de Arabische Woestijn wordt ook nog chroom en mangaan gevonden. Ten zuiden van Caïro, bij Heluan, staat de grootste staalfabriek van Afrika en bij Naj’Hammâdî de grootste aluminiumsmelterij. 4: Zie ook punt 3. Voor de energievoorziening is Egypte sterk afhankelijk van de Aswan-dam. Zoals in 1959 bedroeg de Egyptische energieproductie via kolen- en dieselcentrales ongeveer 2 miljoen kilowattuur, terwijl de Aswan-dam met zijn twaalf turbines een capaciteit heeft van 10 miljard kilowattuur. Daarvan wordt maar een klein gedeelte gebruikt, maar laat wel goed zien hoe erg Egypte afhankelijk is van de stuwdam. Punt 3: • De ligging van het gebied in een groter geheel

1: Nomadische veeteelt is het type landbouw. Ook intensieve landbouw in oasen komt er voor. Voor de landbouw zijn de fosfaatmijnen in de Arabische en Libische woestijn van belang, die de grondstof leveren voor de kunstmest die de grond vruchtbaar moet houden nu het slib van de Nijl achterblijft in het Nasser-meer. En in het Zuidwesten, komt er grotendeels geen of weinig landbouw voor. Egypte is 's werelds belangrijkste leverancier van langvezelige katoen en de zesde katoenproducent van de wereld. De Egyptische katoen wordt voor een deel geëxporteerd, terwijl Egypte voor zijn eigen behoeften mindere kwaliteiten katoen importeert uit Syrië, Turkije en de Verenigde Staten. De rijstverbouw wordt steeds belangrijker.Egypte heeft de grootste rijstproductie van Afrika en neemt de tweede plaats in bij het verbouwen van maïs en rietsuiker. Verder worden er granen, groenten, (citrus)vruchten en aardappels verbouwd. Egypte produceert enkele tientallen soorten fruit en groente. Er zijn meer kassen dan 20.000 met een productie van ongeveer 80.000 ton. De meest gekweekte kasproducten zijn komkommers, tomaten en paprika’s. Egypte zorgt voor 50% zelf voor de landbouwproducten in hun eigen land. Uitgevoerd worden aardappelen, uien, citrusvruchten, meloenen, witte druiven, aardbeien, paprika’s en kruiden. Nederland kent vooral de Egyptische sperziebonen. Voedselproductie in Egypte (x 1.000 ton) Product 1997/1998 2001/2002
Suiker 1.287 1.503
Vis 8 9
Vers vlees 672 755
Glucose 71 76
Spijsolie 140 210
Gevogelte 5.951 6.619
Pasta 450 547
Meel 13.669 14.484
Brood 6.111 6.416
Cacao 20 25
Koek 85 91
Zetmeel 40 48
Zuivel 329 400
Groente en fruit 65 78
De veehouderij levert een kwart van de landbouwbijdrage aan het bruto nationaal product. De meest voorkomende soorten groot vee (voornamelijk gebruikt voor melk- en vleesproductie, maar ook als last- en trekdier) zijn runderen, buffels, schapen en in mindere mate ezels en geiten. Toch moeten veel zuivelproducten en vlees ingevoerd worden. Met name veel jong vee wordt geïmporteerd. De totale melkproductie in 2000 werd geschat op 2,8 miljoen ton, dit is te weinig voor de totale binnenlandse bevolking. Ook worden kamelen gehouden. De uit Perzië afkomstige Camelus dromedarius, de eenbultige kameel of dromedaris, is onmisbaar in Egypte. Ze worden naar het Arabische ‘kemal’ meestal kameel genoemd. Deze reusachtige hoefdieren hebben eeuwenlang, tot vandaag de dag, het vervoer van goederen en personen verzorgd door de woestijnen van Afrika en het Midden-Oosten. De kameel heeft zich in de loop van duizenden jaren zeer goed aangepast aan het harde leven in de woestijn. Door de bouw van de Aswandam is de visvangst in de Middellandse Zee (sardines, garnalen) grotendeels verloren gegaan. De binnenvisserij (o.a. in het Nassermeer, achter de dam) levert 80% (1986) van de totale vangst. In 1998 bedroeg de totale visvangst 365.000 ton, waarvan ongeveer 140.000 ton gekweekt werd. De belangrijkste handelspartners zijn: Italië, Verenigde Staten, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Nederland en Israël. 2: De industriële productie steeg tussen 1950 en 1970 met ongeveer 20% en sindsdien jaarlijks met ongeveer 5%. Er is een overschot aan goedkope arbeidskrachten, maar een tekort aan technisch geschoolden. De meeste bedrijven staan bekend om hun onderbezetting en tekort aan kapitaal. Sinds 1977 voert Egypte een beleid om meer buitenlands kapitaal aan te trekken en de vele staatsbedrijven zich te laten overplaatsen naar Egypte. De meeste industrieën liggen in en rond de grote steden van de Nijldelta (Cairo, de vrijhandelszone Port Said, Alexandrië); de voornaamste industriële sectoren zijn de textielindustrie en de voedingsmiddelenindustrie (ongeveer 57% van de industriële productie). De zware industrie wordt steeds belangrijker, zoals de ijzer- en staalindustrie in Helwan en de aluminiumindustrie in Nag Hammadi. Andere kleine industrieën zijn o.m. cement-, auto- en elektronische industrie. Sinds 1980 is er een sterke ontwikkeling van de wapenindustrie. De textielindustrie is één van de belangrijkste industrieën in Egypte. Er werken ca. 1 miljoen mensen in deze sector, en dat is ongeveer 25% van de beroepsbevolking. De katoenplant
De belangrijkste textielcentra zijn Mahallah al-Kubra en Kafr al-Dawar. De productiewaarde is ruim 4 miljard euro en de export van textiel is goed voor ongeveer 155 van de totale export. Door verouderde technologieën en machines zullen veel bedrijven hun deuren moeten sluiten. Deze machines kunnen namelijk alleen dure geïmporteerde katoen verwerken. Modernisering van het machine park heeft dan ook de meeste voorrang. In 2001 bedroeg de Egyptische textielimport 250 miljoen euro, waarvan meer dan de helft afkomstig was uit Azië en een kwart uit de Europese Unie. Vele bedrijven hebben allemaal een eigen eigenaar, maar de echte grote bedrijven, die van groot belang zijn voor de staat zelf, zijn meestal wel van de overheid. • Specifieke inrichting: 1: Als je naar het kaartje van Egypte (punt 1) kijkt zie je het meest verwachte beeld qua plek van de grote steden. De grote steden en handelsposten liggen grotendeels allemaal langs de Nijl. Hier is de grond ook vruchtbaar door de Nijl en hier wordt er ook veel gehandeld. Er zijn ook een aantal industriegebieden. Caïro, je ziet hoe groot en hoe druk het is, maar ook de overgang naar woestijngebied in de verte. Er zijn niet zo veel steden en/of dorpen ten westen van de Nijl-vallei en de Delta. Maar er zijn wel bewoonde plekken hier, deze worden oases of ‘wahat’ genoemd. Deze zijn dan te vinden in de Libische woestijn. Op zeven plaatsen komt genoeg water naar boven om de bewoning mogelijk te maken. Het is ook mogelijk dat het water in de waterbronnen word “bijgevuld”door regenwater dat in de omringende bergen is gevallen en dan in het grondwater komt. Het is ook mogelijk dat er water omhoog komt uit hele oude voorraden, ook wel “fossiele watervoorraden (25.000-50.000 jaar oud) genoemd. Dit komt uit oude periodes, toen was het klimaat in de Sahara veel vochtiger dan nu. De grootste ‘oase’ is die van al-Fayyum, met ongeveer twee miljoen inwoners. Dit is eigenlijk geen echte oase, omdat dit water uit de Nijl komt door middel van allerlei kanaaltjes. Er is een oase genaamd: Wadi al-Natrun, wat steeds meer in contact komt met de ‘bewoonde‘ wereld, grotendeels door de weg Caïro-Alexandrië die er vlak langs loopt. Wadi al-Natrun is ongeveer 40 km lang, tussen de 8 en 10 km breed. Doordat Wadi al-Natrun 24 meter beneden zeepeil ligt, bereikt het grondwater uit de Nijl de vallei, waar het weer aan de oppervlakte komt. Dit in combinatie met de sterke verdamping, zorgde voor het vormen van zoutmeren, deze zoutmeren drogen in de zomer helemaal op! Wat achterblijft is keukenzout en natriumhydroxide, een stof die vroeger in de tijd van de farao’s gebruikt werd als een onderdeel van balsem. Siwa is de meest afgelegen oase en heeft het goed voor mekaar. De oase heeft honderden bronnen, 400.000 dadelpalmen en een overvloed aan olijven, sinaasappelen en druiven. Het is een on-Egyptische wereld, waarvan de mensen die er wonen geen Arabisch spreken, maar een Berbers dialect, het Siwi. Het gebied rond de oase was tot 1991 een verboden militaire zone, maar is nu opengesteld voor toeristen en buitenlandse investeerders. De oases Dakhla, El-Kharga en Bahariya zijn langgerekte linten van dorpen en plantages. De oase El-Kharga, op 1065 km van Caïro, is zeer lang, het heeft een lengte van bijna 200 kilometer. In Bahariya is een grote ijzerertsmijn, en vlak bij de Dakhla-oase is een fosfaatmijn geopend. De kleine oase Farafra ligt op een vlakte te midden van zandduinen. 2: Landbouw is belangrijk voor het eigen land. 40% van de bevolking werkt in de landbouw. Ze verbouwen het meest: katoen, rijst, tarwe, suikerriet en maïs. Vruchtbare grond is alleen langs de rivier de Nijl te vinden op een smalle strook van 2 tot 5 kilometer aan beide kanten. Bij de Nijldelta in het noorden is het gebied uiteraard een stuk groter. De Nijl laat daar al eeuwenlang zijn vruchtbare modder achter. In heel Egypte komt er nomadische veeteelt voor. Er komt ook intensieve landbouw in oasen voor. En in het Zuidwesten, komt er grotendeels geen of weinig landbouw voor. 3: Wegen: Een aantal goede wegen verbinden Caïro en Alexandrië, de steden langs het Suezkanaal en die in Opper-Egypte. Dit zijn best wel belangrijke verbindingswegen die de handel en al het contact vermakkelijken. Het Egyptische wegennet is in de jaren tachtig sterk uitgebreid en zo alles bij elkaar is nu in totaal meer dan 45.000 km lang. De kustweg naar Libië en de verbinding met Soedan zijn de afgelopen paar jaren verbeterd. Vervoer via het spoor: Zoals vele andere landen heeft Egypte natuurlijk ook spoorwegen. Al in 1851 had Egypte een spoorwegnet. In 1990 bedroeg de totale lengte 7726 km. Het spoorwegnet heeft nu een totale lengte van 9.400 km en is het op één na oudste ter wereld. Modernisering is hard nodig. Het Egyptische spoor vervoert ongeveer 800 miljoen passagiers per jaar (dat is het zelfde als 2,3 miljoen passagiers per dag) en circa 12 miljoen ton goederen per jaar. De metro verwerkt 2,6 miljoen passagiers per dag via de eerste en tweede lijn. Caïro bezit een uitgebreid metrosysteem, dat met veertig bestaande en vijftien geplande stations nog steeds uitbreidt. Het beeld op het spoorwegnet wordt bepaald door de Egyptische nationale spoorwegen (ENR). Deze spoorwegmaatschappij is de enige eigenaar en beheerder van alle dienstverlening op het gebied van het goederen- en passagiersvervoer. De ENR is ook in Egypte het enige bedrijf dat trein- en spoorwegmaterieel inkoopt. Al het materieel wordt in het buitenland aangeschaft. Alleen passagierswagons worden door het Egyptische staatsbedrijf SEMAF plaatselijk vervaardigd en aangepast

Vervoer over water: Er zijn drie grote havens aan de Middellandse Zee: Alexandrië met het aangrenzende El Dekheila, Damietta en Port Said. Aan de Rode Zee zijn er ook twee vrij grote havens: Suez en Safaga. Momenteel worden verschillende bouwprojecten ontworpen of gerealiseerd bij Port Said East Bank, Ain Sokhna en Caïro (de haven van Athar El Nabi). Egypte heeft goede kansen om een belangrijke rol te spelen bij de doorvoer en distributie van goederen. Egypte bezit ongeveer 3.100 kilometer bevaarbare routes. Alexandrië is de grootste haven, waar jaarlijks ongeveer 22 miljoen ton goederen wordt afgehandeld. Deze haven ligt wel nogal onder vuur vanwege de gebrekkige infrastructuur. Ongeveer 85 tot 90 procent van de buitenlandse handel met Egypte vindt via deze havens plaats. Het containervervoer en de containeroverslag neemt ongeveer met 22 procent per jaar toe. De opslagruimte van de containerterminals steeg tot 1,56 miljoen TEU's (Twenty feet Equivalent Unit), wat nog eens zal verdubbelen als de havens North Sokhna en Port Said East Bank in gebruik worden genomen. Er wordt verwacht dat deze twee havens regionale overslagcentra gaan worden. Totaal aantal afgehandelde containers in Egyptische havens in de periode 2000-2003 (TEU): 2001 2002 2003
Lokaal Doorvoer Lokaal Doorvoer Lokaal Doorvoer
Alexandrië/ Dekheila Import
Export 300.335
254.622 7.408
7.741 303.654
256.025 8.748
8.545 291.282
228.657 9.926
10.819
Port Said/ El Arish Import
Export 55.497
77.506 223.221
213.212 49.373
67.273 227.732
217.516 45.669
76.163 282.353
254.454
Damietta Import
Export 41.277
52.197 257.927
248.287 30.986
65.393 315.008
288.371 28.682
80.463 406.267
372.651
Rode Zee Import
Export 48.807
13.532 - - 54.239
20.237 - - 48.877
84.688 56.454 - Totalen Import
Export 445.916
397.857 488.556
469.240 438.252
408.928 551.488
514.432 414.510

469.971 755.000
637.924
De binnenvaart is in de afgelopen jaren een steeds grotere rol gaan spelen bij de ontwikkeling van de infrastructuur voor het toerisme en transport. Voorheen hadden de binnenwateren vooral een irrigatie- en watervoorraadfunctie. De rivier heeft met ruim 290 drijvende hotels tussen Luxor en Aswan, die bij elkaar goed zijn voor een ruimte voor 26.673 passagiers, een belangrijke toeristische functie. De hoeveelheid goederen die over de Nijl wordt verscheept, is in totaal 2,9 miljoen ton. Daarvan wordt 1,5 miljoen ton wordt vervoerd tussen Caïro en Aswan en 1,4 miljoen over het Beheira- en Nubareyakanaal. Luchthavens: Momenteel zijn er 24 luchthavens in Egypte, waarvan 10 ook gebruikt worden voor internationaal vliegverkeer. De Egyptische luchthavens handelen ruim 15 miljoen passagiers af en in totaal meer dan 2,5 miljoen vluchten per jaar. Het meeste vliegverkeer vindt plaats via de grote luchthavens (Caïro, Luxor, Sharm El Sheikh en Aswan). In 2000 bereikte het passagiersvervoer in de Egyptische luchtvaart een hoogtepunt met 8,9 miljoen passagiers. Sindsdien is het aantal passagiers gestabiliseerd rond 8,4. De nationale luchtvaartmaatschappij Egypt Air verzorgt binnenlandse en buitenlandse vluchten.Caïro en Alexandrië beschikken over een internationale luchthaven, in totaal heeft Egypte achttien luchthavens. 4: Het gemiddelde jaarlijkse toename van de stedelijke bevolking in de periode 1980-1989(in procenten) is in heel Egypte 1,5-3,0. Rond Cairo zijn er 3 agglomeraties in totaal, waarvan 2 agglomeraties met 1-5 miljoen inwoners en 1 met meer dan 5 miljoen inwoners. Punt 4: • Kenmerken van de bevolking: 1: De bevolkingsomvang in Egypte is in juli 2004 was: 76.117.421 mensen. 2: In Egypte is het aantal geboorten per 1000 inwoners (2000) is 27-36. Het aantal sterfgevallen per 1000 inwoners (2000) is 8-11. En het migratiecijfer is -0.22 per 1.000 mensen (2004). De totale bevolkingsgroei kun je ook meten, door te kijken naar het aantal jaren dat verloopt voordat de bevolking zich zal hebben verdubbeld, op basis van het huidige groeitempo (2000). In Egypte het aantal jaar 25-50. En volgens andere gegevens is de bevolkingsgroei: 2,2% (gemiddelde 1980-2001) 3: In Egypte is de levensverwachting bij de geboorte in jaren (2000) 45-55. 4: 0-14 jaar: 33.4% (man 13.038.369; vrouw 12.418.254) 15-64 jaar: 62.2% (man 23.953.949; vrouw 23.419.418) 65 jaar en ouder: 4.3% (man 1.407.248; vrouw 1.880.183) (2004) Egyptische mannen
5: In Egypte wonen er langs de Nijl 100 of meer mensen per km². Cairo is een stad met meer dan 5 miljoen inwoners. In het westen en in een klein stukje van het oosten woont er minder dan 1 inwoner per km². 6: Bijna 95% van de totale bevolking woont in het Nijldal en de delta, op maar 3,5% van het grondgebied. De bevolkingsdichtheid in het bewoonde en in cultuur gebrachte land bestaat uit meer dan 1600 inwoners per km2 (het landelijk gemiddelde bestaat uit ongeveer 66 inwoners per km2). Wat een probleem vormt is de toenemende verstedelijking met Caïro (Groot Caïro, inclusief voorsteden, ruim 12 miljoen inwoners), Alexandrië (3 miljoen inwoners) en Gizeh (3 miljoen inwoners) als grootste stedelijke concentraties. In sommige stadsdelen van Caïro en Alexandrië bedraagt de bevolkingsdichtheid het gigantische aantal van 140.000 inwoners per km2. Groot Caïro is Afrika’s grootste stad en qua bevolking is Egypte na Nigeria Afrika’s grootste land. Door de bouw van steden in de woestijn en de ontwikkeling van de Suezkanaalzone probeert de regering de bevolkingsdruk in het Nijldal te verlichten. Ook zijn er grote bouwprojecten gestart in de westelijke oases. Punt 5: • Kenmerken waarmee de cultuur van het gebied is aan te duiden: 1: Het merendeel in Egypte heeft als godsdienst de islam (90%). En een heel klein gedeelte is Oosters-orthodox (9%). Vooral in het zuiden, waar de mensen zich veel minder sterk met de Arabieren hebben vermengd, is het oude, pre-islamitische Egyptische geloof nog niet helemaal verdwenen. De mensen zijn daar vaak nog erg bijgelovig. Dus het Soennisme is de staatsgodsdienst (90%) en dan heb je ook nog het Koptisch Christendom (9%), minderheden van andere christenen en joden
2: De mensen in Egypte spreken voornamelijk Arabisch, en in sommige streken met een dialect. Er wordt ook Engels en Frans gesproken door ontwikkelde Egyptenaren. Maar om alles even op een rijtje te zetten, dit zijn de gesproken talen in Egypte: Arabisch (officiële taal), Engels, Frans (handelstalen), Arabische (Egyptisch, Soedanees e.a.), Nubische en Berbertalen. Hieronder enkele Arabische woorden en uitdrukkingen in een eenvoudige fonetische transcriptie: Ja = naAm

Nee = laa
Dank u = sjokran
Ik begrijp het niet = ma afham
Links = jasaar
Rechts = jamien
Een = waaHed
Twee = ethneen
Drie = thalaathah
Honderd = me’ah
Duizend = alf
Zondag = jom al-aHad
Woensdag = jom al-arbeAa
Zomer = aS-Seef
Winter = asj-sjeta
Ik weet het niet = ma aAref
Het spijt me heel erg = aasef jeddan
Waar is het toilet = wien at-towaaliet
3: De identiteit is Egyptenaar. 4: In Egypte wonen er blanken, arabieren en negers. 5: Na de revolutie van 1952 werd het onderwijs ingrijpend vernieuwd waarbij de algemene schoolplicht vanaf zes jaar in de grondwet werd opgenomen. Het onderwijs in Egypte is gratis en tot twaalf jaar verplicht (al sinds 1923), maar veel kinderen, vooral op het platteland, ontvangen geen of te weinig onderwijs. Veel kinderen moeten daar meehelpen op het land. Zo’n 80 tot 90% van de kinderen gaat op zijn zesde naar school, maar helaas verlaat ongeveer 30% binnen enkele jaren de school alweer. Hierdoor is het aantal analfabeten hoog, vooral onder vrouwen. Doordat er elk jaar nieuwe plattelandsscholen bijkomen, is er een steeds groter gebrek aan gekwalificeerde leerkrachten en modern lesmateriaal. Door de snelle bevolkingsgroei wordt er soms in twee of drie ‘ploegen’ lesgegeven. Na de basisschool volgen nog drie jaar middelbaar onderwijs; als dat succesvol doorlopen wordt geeft het recht op inschrijving aan een van de twaalf universiteiten van Egypte. Er zijn ook verschillende zogenaamde ‘Training Centres’, een soort beroepsonderwijs waar vaklieden op verschillende gebieden worden opgeleid. Deze opleidingscentra vallen onder verschillende ministeries. De verbetering van het onderwijssysteem, zorgt voor een toename van verplicht onderwijs van zes tot negen jaar in, inclusief een uitgebreide technische opleiding. Hiermee wil men een toekomstig gebrek aan geschoolde arbeiders voorkomen. Punt 6: • Ligging van het gebied in een economisch geheel: 1: Egypte is geen lid van de OPEC, hierdoor kan de Egyptische regering zelf de prijs van de olie vaststellen. Het aardgas wordt uitsluitend gebruikt voor binnenlandse consumptie; aan uitvoer wordt pas gedacht wanneer het land zelf voor minstens 40 jaar genoeg heeft. Voor de energievoorziening is Egypte sterk afhankelijk van de Aswan-dam. Bijvoorbeeld: in 1959 bedroeg de Egyptische energieproductie via kolen- en dieselcentrales ongeveer 2 miljoen kilowattuur, terwijl de Aswan-dam met zijn twaalf turbines een vermogen heeft van 10 miljard kilowattuur. Daarvan wordt maar een klein gedeelte gebruikt, maar laat wel zien hoezeer Egypte afhankelijk is van de stuwdam. 2: Egypte ligt in een economisch zwak gebied, het grenst namelijk aan het ontwikkelings''land'' Afrika. In de bosatlas staat dat de kredietwaardigheid voor buitenlandse investeerders in Egypte matig is. (2000) • Specifieke economische kenmerken

1: Het Bruto Nationaal Product (BNP) per hoofd van de bevolking is in Egypte gemiddeld €1000-2500. 2: De hoogte van het inkomen, is een middeninkomen. Dit is rond de 1500 t/m 3000 dollar gemiddeld. 3: In Egypte is het percentage van de beroepsbevolking werkzaam in de landbouw en visserij: 10-30% (1996). Het percentage van de beroepsbevolking werkzaam in de industrie en mijnbouw: 12-20% (1996). Het percentage van de beroepsbevolking werkzaam in de dienstensector, inclusief toerisme en informele sector: 45-55% (1996). Het type economie wat Egypte heeft is diensten (inclusief diensten uit gastarbeid en toerisme). 4: Werkloosheid en een moeizame economie zorgen voor grote armoede in Egypte. Er zijn op dit moment ongeveer 10,7 miljoen Egyptenaren niet in staat om voor zichzelf te zorgen. De grootste armoede heerst in de gebieden rond Boven-Egypte (Het zuiden van Egypte). Vooral op het platteland is de armoede wijdverspreid. De werkloosheid onder hoog opgeleiden is erg hoog, ongeveer 45%. Veel hoog opgeleiden, trouwens ook steeds met laag opgeleiden, zoeken in het buitenland naar werk. 5: In Egypte zijn er verschillende indicatoren voor welvaart, zoals het aantal personenauto’s per 1000 inwoners (1998): 5-25. En telefoons per 1000 inwoners: 25-100, het aantal inwoners per arts is minder dan 500 en hun levensomstandigheden zijn in totaal redelijk voldoende. Punt 7: • Ligging van het gebied in een groter politiek geheel. 1: Egypte is lid van de Unie van de Arabische Maghreb, U.M.A. Ook is Egypte sinds 1945 lid van de Arabische Liga. In 1979 was Egypte tijdelijk geschorst vanwege toenadering tot Israël. De Arabische Liga (ar: جامعة الدول العربية) is een organisatie van 23 Arabische en islamitisch-Afrikaanse landen, die op 22 maart 1945 werd opgericht om samenwerking tussen de lidstaten te bevorderen en de gemeenschappelijke belangen te behartigen. De belangrijkste doelen voor de Liga zijn omschreven als: Het gemeenschappelijke goed te dienen van alle Arabische landen, het verzekeren van betere condities voor alle Arabische landen, de toekomst van alle Arabische landen garanderen en de hoop en verwachtingen van De vlag van de Arabische Liga, en de landen die er lid van zijn. alle Arabische landen ten uitvoer brengen. Dit komt neer op een bevrijding van Arabische/islamitische landen van westerse overheersing (veel landen waren nog onder imperialistisch Brits of Frans bestuur) en beïnvloeding en bevordering van de 'Arabische eenheid' (oemma). Een doel in het verleden was het voorkomen van de oprichting van een joodse staat binnen Palestina en de bestrijding van de staat Israël, nadat deze werd opgericht. Ook nu nog zijn veel landen van de Arabische Liga tegen het bestaan van de staat Israël. Vier leden van de Arabische Liga onderhouden echter diplomatieke relaties met het democratische land: de Comoren, Egypte, Jordanië en Mauritanië. Sommige andere landen onderhouden betrekkingen op een lager niveau. Het hoofdkwartier van de Arabische Liga is gevestigd in Caïro, Egypte. 2: Over de militaire bondgenootschappen die Egypte heeft, hebben wij niets kunnen vinden, maar wij weten wel dat de het leger uit verschillende takken bestaat zoals: het leger, de luchtmacht, de marine en het bevel over de luchtverdediging. • Aanwezigheid van politieke rechten
1: De regeringsvorm in Egypte is een republiek. De vrijheid van meningsuiting is mogelijk in Egypte. Je mag door middel van stemmen je mening uiten over de regering. 2: Mensen hebben vanaf 18 jarige leeftijd stemrecht. Het politieke systeem is: Eenkamerparlement met 454 leden (444 elke 5 jaar gekozen, 10 door de president benoemd), daarnaast een raadgevend orgaan met 210 leden (140 gekozen, 70 door de president benoemd). De president wordt elke 6 jaar door het parlement genomineerd, daarna door het volk gekozen. Deze heeft aanzienlijke macht, en kiest zelf de regering en de opvulling van diverse hoge posten. president: Mohammed Hosni Said Moebarak (sinds 1981) premier: Atif Obaid (sinds oktober 1999) minister van buitenlandse zaken: Ahmed Maher (sinds mei 2001) Partijen: Nationaal-democratische partij (NDP) 388 zetels (van 444) Moslimbroederschap 17 zetels
Wafd-partij 7 zetels (liberaal) Progressieve Nationaal Unionistische Partij 6 zetels
Overige partijen 4 zetels
Onafhankelijken 20 zetels
Er zijn 2 zetels beschikbaar. 3: De mensenrechtensituatie in Egypte is iets om je zorgen over te maken. In 2003 zijn er wel staatszekerheidsrechtbanken ontstaan, hier kunnen personen in snelrecht zonder voldoende bewijs veroordeeld worden. Ook de dwangarbeid is afgeschaft, maar er wordt nog steeds rechtgesproken door speciale militaire en noodtoestandstribunalen. Punt 8: • Specifieke kenmerken
1:Egypte bestaat voor het grootste deel alleen maar uit woestijn. In Egypte heb je bijna geen bosbouw, namelijk 10-30% bestaat uit bosbouw in Egypte. woestijnkaravaan
2: Egypte heeft al duizenden jaren steden met waterleidingen. De Nijldelta zorgt voor de watervoorzieningen in de steden en een aantal steden eromheen. Doordat er een woestijnklimaat heerst in het grootste gedeelte van Egypte, is water wel een belangrijk iets. In de oasen, die dus ook in het westen te vinden zijn, tref je het grondwater dicht bij de oppervlakte aan. De bevolkingsgroei is een cruciale factor in de toenemende waterschaarste. Dezelfde hoeveelheid water moet immers over steeds meer mensen worden verdeeld. Zo was er voor de 21 miljoen Egyptenaren in 1950 nog 2.661 kubieke meter water per persoon aanwezig. In 1995 hadden 62 miljoen Egyptenaren nog maar 936 kubieke meter en in 2025 zullen 95 miljoen inwoners van Egypte nog maar 607 kubieke meter water tot hun beschikking hebben. 3: In Egypte wordt de bodem niet of nauwelijks gebruikt door de mens, dus is er bijvoorbeeld niet zoveel verontreiniging zoals in Nederland. Nederland is daarentegen wel veel meer dichtbevolkt. Maar in het noorden van Egypte is de bodem aangetast door de wind. Rond de steden, bij de Nijl is de bodemverontreiniging erger dan de rest van Egypte, dit komt door de industrie in de steden. 4: Egypte kent twee belangrijke problemen op gebied van waterverontreiniging. • drinkbare water; 90% van de bevolking heeft dit. • En de riolering; 50% van de bevolking heeft dit. Dat maar 50% van de bevolking riolering heeft, betekend dat die andere 50% het niet heeft! Wat misschien heel dom klinkt, maar het is daardoor wel zo dat die 50% zonder riolering, hun uitwerpselen dus ergens anders moeten doen. Dit gebeurt dan in de goot, of gewoon ergens, het maakt niet uit. Dit kan zorgen voor stankoverlast, maar ook voor watervervuiling. De Nijl is de hoofdbron van water in Egypte, maar deze raakt steeds meer vervuild door de industrie (zie tabel) en het riool. Maar ook door agrarisch drainagewater. De bevolking groeit en dus ook de vraag naar voedselproducten. Dit zorgt ervoor dat de boeren moeten opboksen tegen de snelgroeiende en veel koopkrachtigere vraag naar water vanuit steden en industrieën. Ten slotte gaat de intensieve geïrrigeerde landbouw gepaard met waterverontreiniging door meststoffen en landbouwchemicaliën. Het lozen van industrieel afvalwater, het hoofdprobleem in de industries van Egypte

Industrie Sector No. van Faciliteiten De ontlading van afvalwater (miljoenen van m3/jaar) Chemische stoffen 35 42
Meststoffen 6 46
Metalen 15 93
Olie en zeep 35 59
Pulp en papier 11 41
Suiker 13 136
Textiel 72 81
Andere stoffen 134 42
Het totaal 321 540
5: Er zijn twee grote oorzaken van luchtverontreiniging in Egypte: • het verkeer, vooral in Caïro, hier rijden meer dan een miljoen auto’s; • en de industrie in de grote steden, zoals in Alexandria en Caïro. De meest schadelijke industrieën zijn: de olieraffinaderijen en de productie van staal, koper, lood, aluminium (ook het smelten ervan) zorgt voor veel luchtvervuiling. 60% van de cement industrie, zorgt voor de meeste luchtvervuiling van allemaal. Dit komt door de natte producten, dit kost veel meer energie dan droge processen. Om precies te zijn, twee keer zoveel energie wordt hierbij gebruikt! Dit zorgt dus ook voor veel meer luchtvervuiling. Ook een klein beetje de stankoverlast helpt mee aan de luchtverontreiniging, zie 4. 6: In Egypte bestaat uit extreem droge gebieden: de bestaande woestijnen. Alleen in het noorden zijn er gebieden die bedreigd worden door de uitbreiding van de woestijnen. Punt 9: 1: De export in Egypte is: $4.1 miljard (2001). De exportpartners van Egypte zijn: Italië 9%, Verenigde Staten 9%, Nederland 7%, India 6%, Israël 5%, Frankrijk 4%, Spanje 4% en dan heb je ook nog de voormalige Sovjet-Unie. En de exportproducten van Egypte zijn: olieproducten, halffabrikaten, voedingsmiddelen. De import in Egypte is: $12.6 miljard (2001). De importpartners van Egypte zijn: Verenigde Staten 11%, Duitsland 8%, Saoedi-Arabië 5%, Italië 5%, China 4%, Frankrijk 4%. En de importproducten zijn: voedingsmiddelen, machines, consumptiegoederen, chemische producten. De handel met Arabische landen is nog maar beperkt, 4,9% van de totale invoer en 8% van de totale uitvoer, dit is natuurlijk niet zo veel! De belangrijkste Arabische afzetmarkten zijn Libië, Saudi-Arabië, Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten. Om de handelsbetrekkingen met de Arabische te versterken streeft Egypte naar een Arabische vrijhandelszone in 2007. Handel schema: Buitenlandse handel (x miljoen Egyptische dollars) invoer uitvoer

1997 44.769 13.286
1998 54.771 10.606 1999 54.399 12.086
2000 48.645 16.274
2001 50.660 16.336
belangrijkste handelspartners in 2001 (in % van het totaal) uitvoer
Italië 14,9% Verenigde Staten 14,4% Verenigd Koninkrijk 9,3% Duitsland 4,1% Invoer
Verenigde Staten 19,2% Italië 6,8% Duitsland 6,7% Frankrijk 5,1% Handel met Nederland 1999-2002 (x 1 miljoen euro) invoer uitvoer saldo
1999 143,1 433,6 290,5
2000 210,2 419,3 209,1
2001 143,8 399,3 255,5
2002 230,0 407,2 177,2
2: Doordat Egypte flink wat tegenslagen heeft gehad, ging het niet zo goed met het toerisme. De tegenslagen werden veroorzaakt door de oorlogen met Israël, maar ook door de Golfcrisis en aanslagen door moslimfundamentalisten. Om maar even een voorbeeld te noemen: de bezettingsgraad van hotels in de periode na de aanslagen in Amerika lag rond de 30%. In het eerste kwartaal van 2002 was dit percentage alweer gestegen tot 60%. Als je dit allemaal zo bekijkt, zie je wel hoe belangrijk het toerisme is voor de economie in Egypte. In de tweede helft van de jaren zeventig heeft Egypte zich met overheidssteun weer goed hersteld. In 2002 bezochten ruim 52 miljoen toeristen Egypte. De dingen die toerisme aantrekken in Egypte zijn vooral de grote monumenten van de Egyptische beschaving en ook de Rode-Zeekust is erg aantrekkelijk. De toeristen komen voornamelijk uit de Verenigde Staten, Italië, Spanje, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Er zijn zes verschillende bestemmingen in Egypte die men als de belangrijkste toeristische plaatsen in het land kan beschouwen. Elk van die bestemmingen heeft zijn eigen karakter en meestal heeft dat karakter een verschillende bedoeling. Deze bestemmingen zijn de volgende: Alexandria en het gebied rond de stad, of misschien ook wel het gehele gebied tot aan Marsa Matruh aan de westelijke kant van de kust. De streek draagt hier duidelijk een mediterane stempel, het aantrekkingspunt is de Middellandse Zee, en voor de bewoners van Caïro, het koelere klimaat. Caïro en het gebied er om heen. Caïro heeft veel dingen die de meeste toeristen leuk vinden: grote hotels, vermaak, restaurants, verscheidene monumenten uit de gehele Egyptische geschiedenis enzovoort. Geen gebrek aan bowling centers en golfterreinen. Luxor en omgeving. Luxor is een levend museum met een heel groot aantal Egyptische monumenten. De stad is erg op het toerisme afgestemd. Soms lijkt de stad wel een pretpark waar de attracties toevallig echte monumenten zijn. Aswan. Aswan is misschien de minste van de zes bestemmingen maar beschikt wel over mooie hotels en het grote Nasser-meer ten zuiden van de stad. Hurghada en El Gouna. Dit toeristische gebied bestaat uit de drie kernen Hurghada, El Gouna en Safaga die niet te ver uit elkaar liggen. Hier vindt je bijna geen historische monumenten. Maar er zijn wel veel mogelijkheden op gebied van watersporten, golfterreinen, casino’s enzovoort. Sharm el Sheikh, samen met het nabijgelegen Sharks Bay. Dit is een bestemming met ook veel dingen wat toeristische infrastructuur betreft. Er zijn ook enkele Christelijke monumenten te bezichtigen, en de mogelijkheden op gebied van watersport zijn er ook. Dit betekent niet dat er geen andere toeristische bestemmingen de moeite waard zijn natuurlijk, maar dit waren alleen de meest bezochte bestemmingen volgens onderzoek. Aan de Rode Zee, in het Sinaï-gebied, in het binnenland en in de oases kan men ook vast en zeker een verblijf doorbrengen dat de moeite loont. In de rest van het land, echter, zijn de reis- en transportmogelijkheden eerder beperkt. 3: De migratie in Egypte komt vooral door de armoede die ook in de stedelijke gebieden toeneemt. Veel arme mensen trekken naar de steden in de hoop op werk als fabrieksarbeider of in de dienstensector. Vooral vrouwen en kinderen zijn kwetsbaar als het gaat om ondervoeding, ziekte en gebrek aan opleiding. Rond 10% van de bevolking is bijzonder arm. Deze groep bestaat uit weduwen en chronisch zieken en gehandicapten die volledig afhankelijk zijn van financiële steun. In Egypte vindt voornamelijk arbeidsmigratie plaats naar landen in de eigen regio, in het bijzonder de olieproducerende landen in het Midden-Oosten. Vooral mannelijke, getrouwde contractwerkers gaan gedurende een vastgelegde periode in die landen werken. Na afloop van het contract gaan ze weer terug naar Egypte. In samenlevingen als die in Egypte wordt veel waarde gehecht aan familiebanden, familieverplichtingen en wederkerigheid. Dit manifesteert zich in sterke banden tussen mensen die geëmigreerd zijn en hun familie in de herkomstgemeenschap. De meeste migranten kennen al voor vertrek uit hun geboorteland mensen in het beoogde bestemmingsland
Bij Egyptenaren is dat overigens minder het geval dan bij bijvoorbeeld Turken en Marokkanen. Dit komt voor een deel doordat beperkt veel Egyptenaren al een arbeidscontract hebben voordat ze migreren. Het risico om te migreren zonder iemand in het buitenland te kennen is daardoor kleiner. Voorts gaan vrouwen uit Egypte zelden naar een land waar ze niemand kennen. Soms is die ‘iemand’, hun (toekomstige) echtgenoot, want vrouwen migreren ook vaak vanwege een huwelijk. Tabel 1. Samenstelling van het migratienetwerk in het vestigingsland vóór migratie naar het vestigingslanda, naar geslacht (%) Egypte

M V T
Partner 0 47 2
Kind(eren) 0 3 1
Ouders 6 -- 5
Broers/zusters 33 45 35
Grootouders 0 -- 0
Overige verwanten 45 5 41
Vrienden, bekenden, etc. 22 7 22
Totaal 107 106 106
N 234 22 256
a =Meerdere typen personen konden worden opgegeven. Het percentage is daarom groter dan 100. Bij mannen ligt het anders. Zij gaan vooral naar het buitenland om geld te verdienen, niet om te trouwen. Als zij voor vertrek iemand in het buitenland kennen, is dat daarom meestal niet een partner, maar een broer of een andere verwant, een vriend of een bekende. In tabel 1 valt op dat ook veel Egyptische vrouwelijke migranten. Dit komt doordat Egyptische vrouwen meer om economische redenen migreren, zoals mannen meestal doen, en minder om te trouwen. De meeste emigranten die vóór hun vertrek al familie of bekenden in het bestemmingsland hadden, zijn vlak voor hun emigratie ook daadwerkelijk door die mensen geholpen. Het betreft 79 procent van de Marokkanen, 66 procent van de Egyptenaren en 62 procent van de Turken. Migratienetwerken spelen een belangrijke rol bij het verkrijgen van informatie over het land van bestemming. Door te vertrouwen op de informatie via persoonlijke contacten verwachten de migranten dat de risico’s in het land van bestemming worden geminimaliseerd. Tabel 2. Bronnen van informatie over het vestigingsland naar aanwezigheid van een migratienetwerk in het vestigingsland (%) Egypte
Ja Nee

Daar eerder geweest 12 16
Familie in vestigingsland 73 29
Familie in herkomstland 39 60
Televisie/radio 5 6
Kranten, etc. 4 8
School 0 1
Instantie in herkomstland 0 3
Instantie in vestigingsland - 1
Toeristen - 1
Andere bronnen 2 4
N 399 271
Het forensisme is in feite het dagelijks heen en weer reizen tussen woon en werkgemeente, maar tot onze spijt hebben wij hier geen informatie over kunnen vinden. 4: Met grensoverschrijdende milieuverontreiniging moet je natuurlijk als eerste denken aan de Nijl. Het Nijldal, letterlijk Egyptes levensader, is in feite de langste oase ter wereld. Deze rivieroase heeft een totale oppervlakte van 35.000 km2, en strekt zich uit over 900 km tussen Caïro en Aswan. De oase bestaat uit een smalle strook vruchtbare landbouwgrond aan weerszijden van de rivier die nooit meer dan 20 km breed is. De Nijl is 6695 km lang en is de langste rivier van Afrika (volgens velen ook van de wereld, maar daarvan bestaan verschillende lijsten). Het is de belangrijkste rivier in Egypte, dat wel 'het geschenk van de Nijl' wordt genoemd. De Nijl ontspringt als Blauwe Nijl in Ethiopië in het Tanameer en als Witte Nijl in Oeganda, en loopt dan via Sudan, waar de beide takken bij Khartoem samenkomen, naar het Noorden om tenslotte in een ruime delta uit te monden in de Middellandse Zee. Een foto vanaf de Nijl in het Zuiden van Egypte. De vruchtbare Nijl vallei en delta. Ondanks dat de Nijl zo vervuild wordt, zie 8.4, waterverontreiniging, stroomt dit water natuurlijk wel gewoon door. Door alle landen waar de Nijl nog meer door heen stroomt, beïnvloed dit water hun waterkwaliteit natuurlijk ook. Dit is een goed voorbeeld van grensoverschrijdende milieuverontreiniging. Uiteindelijk hangen de meeste dingen wel samen qua milieuverontreiniging, bijvoorbeeld de luchtverontreiniging heeft ook invloed op de ozonlaag, net als alle andere landen. En de Middellandse Zee waar de Nijl uiteindelijk uitmond, de kwaliteit van dat water gaat natuurlijk ook naar beneden. Zo merk je ook heel erg hoe alles eigenlijk in verband staat met andere dingen. Misschien is dit ook wel meteen een duidelijk voorbeeld van het ecologische infrastructuur. Grensoverschrijdende milieuverontreiniging, kun je ook op een heel andere manier aankijken. Want je hebt ook andere soorten grenzen; bijvoorbeeld in de stad is er veel waterverontreiniging, dit beïnvloed naast het grondwater ook de lucht; het water van Nijl is net als vele andere wateren, het verdampt en komt in de lucht. De lucht voert vanuit de stad ook naar andere gebieden eromheen. Zo kan het vanuit de stad op het platteland terechtkomen. Dit is weer een hele andere manier van grensoverschrijdende milieuverontreiniging; milieuverontreiniging van de stad naar het platteland. Punt 10: • Spreidingspatroon van landbouwactiviteiten in relatie met: -natuurlijke gebiedskenmerken (reliëf, grondsoort, klimaat); -inrichting van het landschap. 1: -Doordat Egypte voor een groot gedeelte uit woestijngrond bestaat, is de vruchtbare grond voor landbouwactiviteiten zeldzaam. Het landschap van Egypte is gevormd door de Nijl. De Nijlvallei is zeer groen en vruchtbaar en loopt breed uit in de Nijldelta bij de Middellandse Zee. Ten westen van de Nijl begint de onmetelijke Sahara woestijn die door heel Noord-Afrika loopt. Droge en hete zandwoestijnen vormen het grootste deel van Egypte. Hier is meestal dus geen mogelijkheid voor landbouwactiviteiten. Ten oosten van de Nijl strekt zich de Arabische Woestijn uit, een droog en bergachtig rotslandschap, dat eindigt bij de brede stranden van de Rode Zee. Door dat het er droog is en het reliëf is er bergachtig is de kans op geslaagde landbouwactiviteiten zeer klein. De meest succesvolle plaats voor de landbouw is langs de Nijl. Hier is het vruchtbaar genoeg en door irrigatiekanaaltjes en drainage is de droogte geen probleem meer. -Als je naar het kaartje kijkt van Egypte (punt 1) dan zie je dat de grote steden langs de Nijl liggen en aan zee. Dit is vrij logisch als je nagaat, dat hier de droogte niet te erg is, de Nijl zorgt voor vruchtbare grond en voor de industrie is de locatie ook goed, want zij zijn goed te bereiken via de Nijl door middel van havens en schepen (handel). Waar landbouwactiviteiten voorkomen, is er veel ruimte in gebruik, waardoor er weinig bevolking woont. De landbouwactiviteiten hebben ook invloed op de inrichting van het landschap door de irrigatie kanalen en de drainage. • Bevolkingsspreiding/dichtheid in samenhang met: -natuurlijke gebiedskenmerken reliëf en klimaat; -landbouwactiviteiten; -verkeersverbindingen. 2: -De afstanden in Egypte zijn groot. Van Cairo naar Abu Simpel is meer dan 1200 kilometer. Vandaar dat de temperaturen hier en daar verschillend zijn. De temperatuur in de wintermaanden is aangenaam en kan variëren afhankelijk van de plaats van 16 tot 25 graden. Aan de Rode Zee komt de zeewatertemperatuur niet onder de 23 graden. Aan de Rode zee zie je dan ook veel verblijven voor toeristen, vanwege de warme temperaturen: Plaatje rode zee…… De bevolkingsdichtheid is groter op plaatsen waar de reliëf laag is, hier is de bebouwing dan ook veel gemakkelijker. Langs de Nijl is weinig reliëf en de bebouwing dus ook erg actief. Hier wonen vele mensen, omdat hier de locatie het meest gunstig is. - Op plaatsen waar landbouwactiviteiten plaatsvinden, vind je een lage bevolkingsdichtheid. Dit komt door de ruimte die de landbouw eist. Hierdoor wonen er veel minder mensen dan in de steden waar meestal de industrie is. Hier is ook meer werkgelegenheid hopen de mensen, dat is dan meestal ook de reden van migratie naar de stad toe. - Het systeem qua verkeersverbindingen is overal eigenlijk hetzelfde, dus ook in Egypte. De grote steden hebben de meeste infrastructurele verkeersverbindingen, omdat dit belangrijke steden zijn meestal, die goed bereikbaar moeten zijn. Dus hoe drukker de stad (hoe groter de bevolkingsdichtheid) hoe meer verkeersverbindingen. Want als je kijkt naar het Westen van de Nijl, daar wonen natuurlijk zeer weinig mensen, daardoor heb je ook heel weinig verkeersverbindingen, zoals wegen, trams of bussen. Want hier is het ook veel minder noodzakelijk, doordat er zo weinig mensen wonen en omdat er weinig mensen daar naar toe willen gaan, ze gaan natuurlijk veel liever naar de grote stad waar bijvoorbeeld de werkgelegenheid veel groter is. • Spreidingspatroon van industriële activiteiten in relatie met: -locatie van energiebronnen en grondstoffen; -verkeersverbindingen. 3: -Steenkool wordt gevonden in de Sinaï-woestijn en ijzererts in de Bahariya-oase en bij Aswan. Je ziet ook dat bij Aswan grote industriegebieden zijn. Aswan ligt ook naast de Nijl wat zorgt voor een goede locatie. Verder is er wat goud in de Arabische Woestijn, de Sinaï levert marmer en Aswan een beroemde, rode granietsoort. In de Arabische Woestijn wordt ook nog chroom en mangaan gevonden. De Arabische Woestijn is ook redelijk te bereiken voor de steden langs de Nijl. Hier worden dan alle gewonnen grondstoffen bewerkt. Ten zuiden van Caïro, bij Heluan, staat de grootste staalfabriek van Afrika en bij Naj’Hammâdî de grootste aluminiumsmelterij. Ondanks dat het misschien wel makkelijker was geweest om de industrie ter plekke van de locatie van de energiebronnen en grondstoffen te zetten, is de meeste industrie toch langs de Nijl. Uiteindelijk is dit inderdaad de meest gunstige plek voor deze industriële activiteiten vanwege de handel en bereikbaarheid via de Nijl. -De verkeersverbinding op gebied van industriële activiteiten gaat vooral via de Nijl. Dus via havens en scheepsvervoer. Maar er gaan ook veel verkeersverbindingen via steden naar hun bestemming door middel van luchtvervoer of ook de trein is een zeer belangrijk transport hiervoor. • Demografische kenmerken in relatie met economische kenmerken, zoals: -BNP, inkomen; -voorzieningen; -culturele kenmerken. 4: -Dat er in de grote steden zoals Caïro meer werkgelegenheid is, hoeft nog niet te betekenen dat het BNP daar ook groter is. Want doordat de mensen met een hoge opleiding zelfs werkloos kunnen zijn hier. Dit komt doordat alle mensen met een hoge opleiding, naar de steden toe komen, maar om even een voorbeeld te noemen: er zijn 100 hoogopgeleide mensen en 50 banen die geschikt zijn voor hoogopgeleide, dan zijn er nog 50 mensen werkloos. In praktijk zijn deze getallen per stad natuurlijk veel groter en verschillend. Maar het is wel meestal zo dat in de steden het BNP gemiddeld hoger ligt dan op het platteland, waar de boeren op het platteland werken. -Het is algemeen bekend dat er veel meer voorzieningen zijn in grote steden dan op het platteland in Egypte. Maar het is bijvoorbeeld in Caïro wel zo dat de riolering maar voor 50% in orde is. Op het platteland is de riolering meestal helemaal niet in orde. Ook de medici en ziekenhuisvoorzieningen zijn meestal niet algemeen aanwezig. Als mensen op het platteland inkopen moeten doen, in supermarkten of winkels, dan is dit meestal niet zo snel gedaan, doordat in de meeste gevallen de winkels zich op andere locaties vestigen, zoals in de steden. Daardoor is het meestal ook zo dat de mensen op het land voor eigen voorzieningen zorgen, zoals voedsel enzovoort. Maar een kinderopvang bijvoorbeeld zul je veel sneller zien in de stad dan op het platteland. Ook de infrastructuur in de stad is veel beter, hierdoor is alles bereikbaar. Op het platteland is dat veel minder, maar dat is ook vrij logisch als je kijkt naar de hoeveelheid belangrijke punten op het platteland die bereikbaar moeten zijn, of de hoeveelheid belangrijke punten in de stad die bereikbaar moeten zijn. -Bij de culturele kenmerken in relatie met demografische kenmerken kun je vooral kijken naar de verschillende volkeren in de woestijnen of de nomaden. Deze mensen zijn meestal allemaal van één cultuur en trekken samen door de woestijn. Dit zijn aparte culturen en maken ook deel uit van de etnische samenstelling van de bevolking. Er zijn ook nog bepaalde landbouwbedrijven die al generaties lang meegaan. Dit zijn dan familiebedrijven, dit zijn dan bedrijven waarin één cultuur voorkomt en meer niet. Doordat vele mensen naar de stad migreren, in de hoop daar goed werk te vinden en geld te verdienen, mengen de culturen zich ook steeds erger en vaker. Dus er is steeds meer sprake van een multiculturele samenleving. Volkeren met verschillende ideeën over het leven en verschillende geloven mengen zich. • Spreidingspatroon van verontreiniging in relatie met: -industrie; -landbouw. 5: -In de industrie is er verontreiniging in de lucht, het water en soms ook in de bodem. In de lucht komen alle stoffen die afkomstig zijn van de productie, bewerking en het smelten van staal, koper, lood, aluminium enzovoort. 60% van de cement industrie, zorgt voor de meeste luchtvervuiling van allemaal. Dit komt door de natte producten, dit kost veel meer energie dan droge processen. Om precies te zijn, twee keer zoveel energie wordt hierbij gebruikt. Het water word vervuild doordat de riolering in de steden niet 100% in orde is en doordat het afvalwater van de industrie ook grotendeels in het water word geloosd. Doordat het water wordt vervuild, word ook het grondwater vervuild en dit heeft weer tot gevolg dat de industrie een handje meehelpt aan de bodemvervuiling. -In de landbouw is er eigenlijk net als in de steden vervuiling in de lucht, het water en ook in de bodem. Dit alles heeft als grootste oorzaak dat de intensieve geïrrigeerde landbouw gepaard gaat met waterverontreiniging door landbouwchemicaliën en de meststoffen die worden gebruikt op de landbouw. Dit vervuild de bodem en ook zeker het water. Doordat er ook giftige gassen vrijkomen tijdens processen als het verspreiden van de mest of landbouwchemicaliën, komen er ook veel giftige gassen in de lucht, wat als gevolg heeft dat de landbouw ook een handje meehelpt aan de luchtvervuiling. Uiteindelijk lijkt het net alsof de industrie net zo schuldig is aan al het milieuvervuiling als de landbouw, maar dit is niet zo. Want de industrie zorgt voor veel meer vervuiling dan de landbouw. De getallen op gebied van milieuvervuiling zijn in de industrie veel groter dan in de landbouw. • Spreidingspatroon van toerisme in relatie met: -natuurlijke gebiedskenmerken (landschap en klimaat). 6: Ondanks dat sommige toeristen de woestijn gaan verkennen en in tentenkampen slapen, kiezen de meeste toeristen toch voor de steden langs de Nijl, of langs de Rode of Middellandse Zee. Hier zijn veel meer faciliteiten en veel meer toeristische attracties. Ze komen bijvoorbeeld ook vaak voor de piramides, gebouwen en bouwwerken. Maar ook het landschap van Egypte is aantrekkelijk, bijvoorbeeld de wateren zijn meestal helder blauw en ook het koraal in vooral de Rode Zee is zeer bekend, vanwege zijn kleurige koraalriffen. Ook het klimaat speelt een rol bij het toerisme. De meeste toeristen zitten vlakbij het water, vlakbij de Middellandse of Rode Zee. Hier is de temperatuur wel vrij hoog, vooral vergeleken met Nederland, maar omdat je hier in een Middellands zeeklimaat hebt, is de temperatuur meestal precies goed, niet te heet, niet te koud. De appartementencomplexen langs de Rode Zee (zie 10.2), zijn ook gewild, grotendeels omdat het uitzicht, het landschap ook aanlokkelijk is. El Gouna bijvoorbeeld, dit is natuurlijk een zeer goed voorbeeld waarom mensen graag hier na toe willen gaan, alleen al door het landschap:

REACTIES

J.

J.

hoi,
het ziet er goed uit, maar mag ik vragen wat je hier voor had?

Jan

12 jaar geleden

I.

I.

dit is eeeeeeen veeel te laaaaaang werkstuk

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.