Argentinië

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 9597 woorden
  • 26 januari 2004
  • 218 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
218 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Inhoudsopgave

Inleiding
Algemene kenmerken van Argentinië
Specifieke kenmerken historische
Krantenartikel
Specifieke kenmerken economisch
Krantenartikel
Specifieke kenmerken van het politieke bestel
Krantenartikel
Conclusies/Samenvattingen
Begrippenlijst
Evaluatie
Bronnen

Inleiding

Deze module wordt er van ons verwacht een praktische opdracht voor economie te maken waarin we een ontwikkelingsland bekijken. Deze opdracht wordt uitgevoerd in groepjes van drie personen. Ons groepje bestaat uit Jorrit, Jorieke en Frank. Met dit groepje is het de bedoeling een ontwikkelingsland te bekijken en aan te geven waarom het onderontwikkeld is. Het land dat we hebben gekozen is Argentinië. 
De onderdelen die in de praktische opdracht naar voren komen zijn:

-Historische kenmerken
-Economische kenmerken
-Politieke kenmerken

Wij hebben van onze docent economie een soort pakket met startinformatie gekregen om niet zonder de nodige hulpmiddelen te starten. In dit pakket zat onder anderen een schema hoe het uiteindelijke verslag er uit zou moeten zien. Ook de globale inhoud hebben we al op papier gekregen en als laatste een boekje over het, door het groepje gekozen, land.
Wij hebben eerst de nodige papieren doorgelezen om in ieder geval te weten wat er van ons verlangd werd bij deze opdracht. De opdracht was duidelijk, daardoor was het vanaf dat moment zorgen dat we genoeg informatie kregen over Argentinië. Toen we de informatie binnen hadden konden we het doorlezen, bekijken, indelen en verwerken.

Algemene kenmerken van Argentinië

Argentinië is een verschrikkelijk groot land onderin Latijns-Amerika, het land heeft daar vijf landen waar het aan grenst: Bolivia, Brazilië, Chili, Paraguay en Uruguay. Het land zelf is ongeveer 2736690 vierkante kilometer groot, daarbij komt ook nog dat het land Argentinië, officieel República Argentina, ongeveer 30200 vierkante kilometer water in bezit heeft. Het land is daarmee ongeveer 67 keer zo groot dan Nederland. Deze 2736690 vierkante kilometer is opgesplitst in 23 provincies.

De bevolking
Doordat Argentinië vroeger een kolonie van Spanje is geweest, is de voertaal nu nog steeds Spaans. Ook wonen er nog veel Spanjaarden in Argentinië, of zijn er later als nog heen gegaan. De bevolking die in Argentinië leeft, woont bijna allemaal in de grote steden. Tweederde van de in totaal 37,3 miljoen inwoners woont in de grote steden, dat betekent dat de rest van het land zo goed als leeg is. Buenos Aires is daarbij de grootste uitschieter, de stad en de omgeving tellen ongeveer de helft van het totaal aantal inwoners, ongeveer 17 miljoen mensen wonen er in en rondom Buenos Aires. Daardoor blijft de natuur in Argentinië voor het grootste deel onbeschadigd en kunnen de toeristen van een schitterende omgeving genieten. In vergelijking met Nederland is Argentinië dun bevolkt, in Argentinië leven er gemiddeld 13 à 14 mensen op een vierkante kilometer terwijl in Nederland de bevolkingsdichtheid op ongeveer 374 mensen op de vierkante kilometer ligt. Dit zijn schattingen die gemaakt zijn in het jaar 2001.
De bevolking groeit redelijk snel als je het vergelijkt met Nederland en andere EU landen. De Argentijnse bevolking groeit met ongeveer 1,15% dat betekent dat de bevolking per jaar ongeveer 1,15% stijgt. In 1998 was dat nog 1,3%. De bevolking verdubbeld zich in ongeveer 53 jaar. En bij Nederland ligt dit op ongeveer 140 jaar. De Argentijnse vrouwen krijgen gemiddeld 2,4 kinderen.

In de volgende cijfers is te zien hoe de leeftijdsopbouw in Argentinië is:

Leeftijd 0-14 26,5%
Leeftijd 15-64 63%
Leeftijd 65+ 10,4%

De laatst genoemde groep is met 10,4% vertegenwoordigd in Argentinië, het is niet zo gek dat er maar zo weinig mensen zijn, want de gemiddelde levensverwachting is maar 75 jaar.
De inwoners van Argentinië zijn bijna allemaal blank. Voor ongeveer 99% bestaat de bevolking uit blanken, de rest is onder verdeeld in Indianen 0,3% en Negers & Aziaten 0,7%. In Argentinië immigreren veel mensen, deze immigranten zijn voornamelijk afkomstig uit Europa, 80% van de immigranten komt uit Spanje en Italië.

Het klimaat
De verscheidenheid van klimaten die men in Argentinië aantreft, wordt in hoofdzaak bepaald door de grote uitgestrektheid in noordelijke en zuidelijke richting en door de aanwezigheid van het Andesgebergte langs de westkust van Zuid-Amerika. Het noordoosten van het land is vochtig en warm. Buenos Aires, dat ongeveer midden in dit gebied ligt, heeft een gemiddelde jaarlijkse temperatuur van 16 °C, een julitemperatuur van 9 °C en een januaritemperatuur van 23 °C. De jaarlijkse neerslag bedraagt er ongeveer 940 mm. Verder naar het zuiden dalen de temperaturen tot een jaargemiddelde van ca 50 op stateneiland.
Van de Atlantische kust naar het westen komt het land steeds meer onder de invloed van het gebergte, waardoor de neerslag afneemt, aangezien de overwegend noordwestelijke winden van gematigde breedte de meeste neerslag aan de westkust van Chili doen vallen. Het westelijk gedeelte van Argentinië heeft dan ook hier en daar een duidelijk woestijnklimaat. Naarmate het continent in zuidelijke richting smaller wordt, wordt het door het woestijnklimaat in beslag genomen gedeelte relatief breder.
Het klimaat van Argentinië is dus heel verschillend, dat kun je ook in het bodemgebruik merken, ze houden voornamelijk extensieve veeteelt. Deze manier van bodemgebruiken is minder afhankelijk van het klimaat dan bijvoorbeeld akkerbouw. Akkerbouw komt eigenlijk alleen maar voor rondom de hoofdstad Buenos Aires.

Economische ontwikkelingskenmerken
Voor deze kenmerken hebben we Argentinië vergeleken met een paar buurlanden. In dit geval Brazilië, Paraguay en Peru. Deze landen liggen net als Argentinië op het zelfde continent, namelijk Latijns-Amerika of ook wel Zuid-Amerika genoemd. Verder wordt Argentinië vergeleken met Nederland, omdat het voor u als lezer het meest herkenbaar is.

Allereerst komen hier nu een paar algemene gegevens over de landen waar ik mee vergelijk. Brazilië is een land dat ongeveer 205 keer zo groot is als ons kleine Nederland. Brazilië heeft een oppervlakte van 8511965 vierkante kilometer. In dit land wonen er zo’n 173 miljoen mensen. Dat betekent dat er ongeveer 20 mensen op één vierkante kilometer wonen.
Peru is een stuk kleiner met 1285216 vierkante kilometer. In Peru wonen ongeveer 26,8 miljoen inwoners. En Paraguay is met 406752 vierkante kilometer het kleinste land van deze vier landen. Het land heeft ook de minste inwoners, namelijk 5,7 miljoen inwoners.

Het eerste onderwerp waar wij de landen graag op willen vergelijken is het analfabetisme. Uit onderstaande tabel kun je opmaken dat Argentinië, ten opzichte van de andere landen op het zelfde continent, er een stuk beter aan toe is. Het ligt met maar 4% boven het percentage van een welvarend land als Nederland.

Landen Analfabetisme in procenten
Argentinië 5
Brazilië 20
Nederland 1
Paraguay 10
Peru 18

We kunnen hier uit concluderen dat het waarschijnlijk redelijk gesteld is met het onderwijs in Argentinië. Zeker ten opzichte van de buurlanden, maar ook ten opzichte van Nederland.
Een ander belangrijk aspect en een graadmeter of we Argentinië arm of onderontwikkeld kunnen noemen is het BNP (Bruto Nationaal Product). Het BNP van deze landen in 1996 (we konden geen recentere cijfers vinden) was als volgt:

Landen BNP in $ per inwoner
Argentinië 9530
Brazilië 6340
Nederland 19950
Paraguay 3480
Peru 4410

Ook aan dit tabelletje kun je weer zien dat Argentinië ten opzichte van de landen op het zelfde continent een grote voorsprong heeft. Maar als je Argentinië met Nederland vergelijkt lopen ze nog mijlen achter. Het BNP (ook wel BBP) is de som van de beloningen van het binnenlandse productieproces plus het saldo van de indirecte belastingen en kostprijs verlagende subsidies.
De medische zorg staat er in Argentinië aardig goed voor, dat blijkt ook uit de volgende cijfers. We hebben gekeken naar het aantal inwoners per arts en naar de zuigelingensterfte op de 1000 levend geborenen. Deze zuigelingen zijn dan in het eerste jaar al gestorven.

Landen Aantal inwoners per arts (1997)
Argentinië 370
Brazilië 714
Nederland 400
Paraguay 3333
Peru 1000

Nu volgt het aantal zuigelingensterfte per 1000 levend geboren baby’s.

Landen Zuigenlingensterfte
Argentinië 19
Brazilië 37
Nederland 5
Paraguay 37
Peru 41

In vergelijk met Nederland heeft Argentinië ontzettend veel artsen, ze hebben dus meer artsen dan in een rijk en welvarend land als Nederland. Zeker ten opzichte van de rest van het continent hebben ze een betere medische zorg. Dit blijkt ook nog eens uit de cijfers van de sterfte onder zuigelingen in hun eerste jaar. Ze hebben bijna de helft minder overleden baby’s dan bijvoorbeeld Brazilië en Paraguay en zelfs minder dan de helft van het aantal sterfgevallen onder zuigelingen van Peru. Toch blijkt maar dat Argentinië nog lang niet zo ver is als Nederland. Argentinië ligt op de meeste fronten te ver achter om als een welvarend land gezien te worden.
Als laatste punt hebben we deze vijf landen ook nog met elkaar vergeleken op leefomstandigheden. Deze cijfers zijn berust op de VN-index. Dus naar de maatstaf van de VN konden landen punten krijgen voor de leefomstandigheden in dat land.

Landen Leefomstandigheden
Argentinië 888
Brazilië 809
Nederland 941
Paraguay 707
Peru 729

Bij deze cijfers zie je weer dat Argentinië betere cijfers vertoond dan de andere landen op dat continent en een stuk minder als een westers land. In dit geval Nederland.

Groei
Nu volgt een tabelletje met de groeicijfers van de bevolking, ook wordt hier vergeleken met
4 andere landen, waaronder Nederland. Deze cijfers zijn uit het jaar 1998. We konden helaas geen oudere cijfers vinden over de groei van de bevolking.
Landen Groei in procenten (1998)
Argentinië 1,3
Brazilië 1,2
Nederland 0,5
Paraguay 2,7
Peru 2,0

De bevolking groeit in verhouding tot deze landen normaal, als je het gemiddelde zou nemen zou Argentinië er net onder. Nu lijkt het verschil tussen bijvoorbeeld Nederland en Argentinië niet zo groot, maar in werkelijkheid verdubbeld de bevolking zich twee keer zo snel.

Specifieke kenmerken historisch

Koloniale periode
De eerste mensen die zich in Zuid-Amerika vestigden waren afkomstig uit Azië. Ze waren in ongeveer 24.000 v.Chr. via de Beringstraat overgestoken naar Noord-Amerika en deden er duizenden jaren over om via Midden-Amerika door te steken naar Zuid-Amerika. In 10.000 v.Chr bereikten de eersten Argentinië, in het zuidelijk deel van Zuid-Amerika.

In 1516 bereikte de Spaanse ontdekkingsreiziger Juan Diaz de Solis als eerste Europeaan Argentinië. Diaz en zijn mannen werden kort na aankomst gedood door de Charrua, een stam die daar toen leefde. Vier jaar later ontdekte de Spaanse ontdekkingsreiziger Magalhãesde naar hem genoemde Straat tussen de zuidpunt van Zuid-Amerika en Vuurland. In 1526 verkende Sebastiaan Cabot het gebied van de Rio de la Plata, waar hij de eerste nederzetting stichtte, die later weer verlaten zou worden. In 1536 bereikte een andere ontdekkingsreiziger, Pedro de Mendoza, het gebied en stichtte er de stad Buenos Aires.

Het was niet makkelijk om een permanente nederzetting te vestigen in Argentië. De inheemse Indiaanse bevolking was niet blij met de komst van de Spanjaarden en probeerde hen te verdrijven. Pas in 1580 was het in Buenos Aires veilig genoeg voor de Spanjaarden om zich er definitief te vestigen. In de tweede helft van de zestiende eeuw stichtten nieuwe Spaanse kolonisten plaatsjes als Santa Fe en Cordoba. In de zeventiende eeuw hadden ze geld nodig en ze verkochten stukken grond aan privé-eigenaren. Zo kwamen Europeanen en criollo’s (in Latijns-Amerika geboren mensen van Europese afkomst) in het bezit van enorme stukken land. In de tweede helft van de achttiende eeuw kwam het Spaanse bestuur in moeilijkheden en ontstonden er grote financiële problemen.
Ook Engeland bleek geïnteresseerd te zijn in het huidige Argentinië. Bij de zeeslag van 1805 versloegen de Britten de Spaanse vloot. Nu leek het vrij baan voor de Britten om de Spaanse bezittingen overzee te veroveren. Ze waren vooral geïnteresseerd in het nieuwe handelscentrum in Buenos Aires. Tot tweemaal toe werden de Britse legers erop uit gestuurd om de strategische stad aan de monding van de Rio de la Plata (toegangspoort tot een enorm achterland) te veroveren. De bezettingen waren alleen steeds van korte duur. De criollo’s en indianen moesten zoals al eerder gezegd niks van de Engelsen hebben. Ondanks de betere bewapening van de Engelsen moesten ze het toch afleggen tegen de criollo’s.

Ondanks de overwinning op de Engelsen bleven de criollo’s en indianen in opstand komen tegen de Spanjaarden. De Spanjaarden hadden doormiddel van het monopolie op de handel, de macht in handen, terwijl de criollo’s en indianen als tweederangsburgers werden behandeld zonder enige inspraak en rechten. Tijdens het korte Engelse bewind had de bevolking geproefd van de vrije handel en kennis gemaakt met producten uit verre gewesten. De Spaanse onderkoningen en de lokale aristocratie (regering door mensen met de meeste aanzien/ rijke families) ontkenden het uit volle macht, maar de verhoudingen aan de Rio de la Plata waren ingrijpend veranderd. Zelfs de gevestigde orde raakte onderling verdeeld tussen de liberalen ( die de Europese ontwikkelingen op de voet volgden) en de conservatieven (die geen wijzigingen dulden). Door de overwinning van Napoleon in mei 1808 op de Spaanse koning Fernando VII, raakten de ontwikkelingen in een stroomversnelling. Zowel de onderkoning van Buenos Aires als de aristocratie hadden geen poot meer om op te staan. De criollo’s die de Engelsen zo goed verdreven hadden, eisten een openbare vergadering om de situatie te bespreken die was ontstaan na de val van de Spaanse Kroon. Er werd besloten dat er voorlopig een Eerste Regeringsjunta werd ingesteld, die het bestuur moest overnemen. Door dit besluit kwam de onafhankelijkheid steeds dichterbij.
De bovengenoemde ontwikkelingen vonden plaats in Buenos Aires en gingen totaal voorbij aan de provincies en binnenland. Bovendien was de Spaanse koning weliswaar tijdelijk verdreven, maar in Peru was het omvangrijke en machtige Spaanse koloniale leger nog steeds sterk koningsgezind. Niet lang daarna, in 1814 slaagde Fernando VII er zelfs in de troon weer te bestijgen en gaf hij opdracht harde maatregelen te treffen tegen de rebellen die overzee waren ontstaan tijdens zijn afwezigheid. Dit lukte ondanks enkele militaire expedities niet. Op 9 juli 1816 riep Argentinië formeel onafhankelijkheid uit.
Nadat de laatste restjes van het Spaanse leger werden verdreven werden onder aanvoering van San Martin achtereenvolgens Argentinië (1816), Chili (1818), en Peru (1821) zelfstandig. (overblijfselen van de Spaanse bezettingen zijn de Spaanse taal die in Argentinie gesproken wordt en Spanje is nog steeds één van de grootse handelspartners van het land)
Helaas bracht de onafhankelijkheid geen rust in het land; zoals in veel Latijns-Amerikaanse republieken ging die gepaard met interne strijd. Vooral de tegenstelling tussen de stad en het platteland speelde in Argentinië een grote rol.
De strijd tussen stad en land, tussen nationalisten en federalisten, woedde nog tientallen jaren voort, waarbij o.a. de status van de hoofdstad Buenos Aires in het geding was, totdat president Julio Roca (1880-1886) de hoofdstad onder direct bestuur van de regering plaatste, afgescheiden van de provincie Buenos Aires. Maar nog heerste er geen rust, wat verergerd werd door de strijdvraag voor of tegen de Verenigde Staten, die steeds meer invloed kregen op de economie van de Latijnsamerikaanse republieken, en door de steeds weer oplaaiende oorlogen met Brazilië en Paraguay.
Ondanks de druk van de Verenigde Staten bleef Argentinië in de Eerste Wereldoorlog neutraal en verdiende het schatten door de hoge graanprijzen. In 1918 brak een economische crisis uit, gepaard met grote sociale onrust
Argentinië was een van de eerste Latijnsamerikaanse staten die lid werd van de Volkenbond. In 1920 trok het zich uit deze organisatie terug, toen zijn voorstel Duitsland in de Bond op te nemen, werd verworpen.

Snelle opvolging van leiders
President Alvear (1922-1928), die de gouden standaard voor het land herstelde, werd weer opgevolgd door Irigoyen. Diens presidentschap dreigde te ontaarden in een dictatuur, waaraan in 1930 door een revolutie een einde gemaakt werd. Hij werd opgevolgd door generaal Uriburu, die op zijn beurt een jaar later moest plaats maken voor generaal Justo (1931-1938). Onder de Zuid-Amerikaanse staten kreeg Argentinië steeds meer gezag. Dit kwam tot uiting toen de bekwame minister van Buitenlandse Zaken in 1936 een einde wist te maken aan de slepende Gran Chaco-oorlog.
In 1938 werd Ortiz president, die in 1940 werd opgevolgd door zijn vice-president Castillo. Angstvallig wist hij Argentinië buiten de Tweede Wereldoorlog te houden, wat overigens de tegenwerking van de Amerikanen uitlokte.
In 1943 werd de regering-Castillo omvergeworpen door een militaire opstand onder leiding van generaal Rawson en Ramirez. De eerst was één dag president er werd opgevolgd door Ramirez, die de diplomatieke betrekkingen met Duitsland verbrak. Op het laatste moment verklaarde Argentinië de oorlog aan Duitsland en Japan. Onder leiding van president Ramirez was Perón minister van oorlog en had veel macht. Toen Perón zich in 1946 tot president liet kiezen, brak voor Argentinië een heel nieuw tijdperk aan. Hij voerde namelijk een totalitair bewind, dat al gauw overliep in een dictatuur. Perón was geïnspireerd geraakt door de reis die hij had gemaakt langs Mussolini en Hitler. Hij doorbrak de oude partijtegenstellingen en herstelde daarmee de nationale eenheid in het land, verbeterde de sociale voorzieningen en werd mede door zijn vrouw (Evita Perón) erg populair. De Perón-periode werd ook gekenmerkt door vermindering van persvrijheid, nationalisaties, geforceerde industrialisatie ten koste van de landbouw, sterk stijgende overheidsuitgaven die het land economisch op de rand van de afgrond brachten en opstanden die met geweld de kop werden ingedrukt. Het verzet tegen Perón nam zo erg toe dat hij in 1955 besloot om naar Spanje te vluchtten.
Op 23 september 1955 werd Eduardo Lonardi president, nog geen maand later opgevolgd door generaal Pedro Aramburu. Langzamerhand kwam het land terug in zijn oude staat, onteigende bezittingen werden terug gegeven, de economische politiek werd gericht op inflatie, het staatshandelsmonopolie werd opgeheven en buitenlands kapitaal werd aangetrokken. De politieke toestand bleef echter zeer onrustig. Er werd namelijk een heksenjacht ontkentent op peronisten.
In 1958 werd de radicale Arturo Frondizi met steun van communisten en peronisten tot president gekozen. Zonder aanleiding werd hij in 1962 bij een staatsgreep afgezet waarna José Maria Guido tot staatshoofd werd benoemd.
In juli 1963 werd bij verkiezingen de radicaal Arturo Illia tot president gekozen. Hij deed een beroep op de strijdkrachten om hun onderlinge ruzies bij te leggen. Ook Illia werd in 1966 afzet via een staatsgreep.
De generaal Ongnia volgde hem op. , hij die in november 1965 wegens een geschil met Illia als opperbevelhebber ontslag had genomen. Ongania, die aanvankelijk een vrij grote populariteit had, beloofde een op modernisering gericht, anticommunistisch beleid te voeren en verbood alle politieke partijen. In 1969 braken er ernstige onlusten uit, veroorzaakt door ontevredenheid over het sociaal-economisch beleid dat de Ongania-regering voerde. Hij werd afzet en vervangen door generaal A. Lanusse. Na enkele jaren van onvrede werd ook hij afgezet en kwam tot ieders verbazing in 1973 Perón weer aan de macht. De politieke crisis in het land werd groter toen hij op 1 juli 1974 overleed en als president werd hij opgevolgd door zijn tweede vrouw Isabel. Een golf van bomaanslagen, ontvoeringen en andere gewelddadigheden, zowel van links als van rechts overspoelden het land.
Op 24 maart 1976 werd Isabel Perón door de militairen afgezet en gearresteerd.

Regime Videla
De macht in Argentinië kwam na de arrestatie van Issabel in handen van een militaire junta (regering bestaande uit hoge militairen die vaak met militair ingrijpen aan de macht is gekomen en die een dictatoriaal bewind voeren) bestaande uit de opperbevelhebbers van de drie strijdmachtonderdelen: luitenant-generaal Jorge Videla (foto), die tot president benoemd werd, admiraal Emilio Massera en brigadegeneraal Orlando Agosti. De belangrijkste doelstelling van het regime waren het onderdrukken van alle vormen van oppositie en het doorvoeren van een nieuw economische politiek. Bij het aantreden belooft de kersverse president de mensenrechten te respecteren. Dat terwijl hij een paar maanden voor de staatsgreep nog een heel ander geluid liet horen: “Er zullen in Argentinië net zoveel mensen sterven als nodig is voor het herstel van de orde”.
Duizenden mensen werden opgepakt. In het eerste jaar van de dictatuur werden 360 folter- en gevangeniskampen ingericht. Bij tientallen verdwijnen rebellen, journalisten, docenten, schrijvers en intellectuelen. Het regime voert een “vuile oorlog” tegen alles en iedereen die een beetje naar links neigt. Een officiële onderzoekscommissie documenteerde in 1984 de ontvoering door militairen van 8960 personen. Mensenrechtenorganisaties schatten het werkelijk aantal ‘vermisten’ op 30 000. Ook schijnt Videla verantwoordelijk te zijn voor de ontvoering en het daarna illegaal opgeven van pasgeboren kinderen waarvan de ouders door zijn militaire junta zijn ‘uitgeschakeld’. In 1977 ontstond er een groepering die opheldering eiste over het lot van hun ontvoerde familieleden; “De Dwaze Moeders” (foto vorige pagina). Nog steeds demonstreren ze elke donderdagmiddag op de Plaza de Mayo. De kranten publiceerden lijsten met namen van vermisten.
Achteraf is nooit duidelijk geworden wie alle gewelddadigheden heeft bedacht. In brede kringen wordt echter aangenomen dat de economische sectoren die de staatsgreep steunden wel degelijk ook verantwoordelijkheid droegen. Het kwam de machtigste ondernemers goed uit dat, tegelijkertijd met de guerrilla, ook lastige journalisten, advocaten, priesters, artiesten en, vooral, vakbondsleden uit de weg werden geruimd.

De minister van economische zaken kondigde aan dat de Argentijnse peso maandelijks met enkele procenten werd opgewaardeerd. Argentinie was het speculatieparadijs op aarde en met steeds goedkopere buitenlandse valuta werd de rest van de wereld voor de Argentijnen een groot winkelcentrum. Totdat zij er in 1981 achterkwamen dat het om fictieve rijkdom ging.

Na een nog bijna in oorlog te zijn gekomen Chili werd op 29 maart 1981 Videla opgevolgd door generaal Roberto Viola, maar al op 22 december 1981 nam de extreem-nationalistische generaal Galtieri het presidentschap over. Op 2 april 1982 gingen de militaire machthebbers over tot een invasie van de Falklandeilanden, een door Groot-Brittannië gekoloniseerde eilandengroep voor de kust van Argentinië. De Argentijnse militairen verwachtten niet dat een Britse reactie zou volgen, maar de Britse regering besloot een expeditieleger te sturen. Op 16 juni 1982 gaf de Argentijnse bevelhebber op de Falklandeilanden, zcih over. Ongeveer 800 Argentijnse en 200 Britse militairen waren in deze korte oorlog omgekomen.

Periode-Alfonsin
Op 10 december 1983 werd de democratisch gekozen radicaal Raul Alfonsin tot president beëdigd. Daarmee kwam een eind aan de ergste en misdadigste militaire dictatuur van deze eeuw. De nieuwe president zag het als zijn taak om schoon schip te maken. Er kwam een onafhankelijk commissie die het drama van de duizenden vermisten moest inventariseren. Oneindige publicaties over de wreedheden tegen hun landgenoten, had en diepe impact. Er kwam een monsterproces waarin de meeste juntaleden tot levenslange gevangenisstraffen werden veroordeeld.
De regering-Alfonsin eindigde in een complete chaos. Dit dankzij de buitenlandse schuld, het zwakke economische beleid, de militaire opstanden, de ongenadige oppositie van de peronisten in het parlement en een reeks algemene stakingen van de peronistische vakcentrale.

Op 14 mei 1989 werd het presidentschap overgenomen door president Menem. Hierdoor was sinds 1928 voor het eerst weer een democratisch gekozen president de macht overdragen aan eveneens een gekozen president. Menem heeft in zijn tijd veel militairen uit de vuile oorlog gratie en amnestie gegeven.

In augustus schafte Argentinië de dienstplicht af en ging over tot invoering van een beroepsleger. De verkiezingen van 1995 werden gewonnen door de zittende president Menem. In dat zelfde jaar erkende de legertop dat de strijdkrachten in de ‘vuile oorlog’ tegen linkse opposanten verantwoordelijk waren geweest voor de moord op en de verdwijning van duizenden politieke tegenstanders.

Krantenartikel…

Specifieke kenmerken economisch

Bevolking
Argentinië heeft ongeveer 37.812.817 inwoners, hiervan zijn 15 miljoen werkzaam in de beroepssector. Hieronder staat een cirkeldiagram die aangeeft over welke sectoren de mensen binnen de beroepssector verdeeld zijn:

Aan de gegevens is te zien dat de meeste mensen in Argentinië werkzaam zijn in de dienstensector, dit beslaat namelijk 39% van de totale beroepsbevolking. Tevens zijn er ook zeer veel mensen werkzaam in de industrie en handel, dit beslaat 36% van de totale beroepsbevolking. In de landbouwsector is 19% van de totale beroepsbevolking werkzaam en in de transport en communicatiesector is dit slechts 6%.
Aan deze gegevens is het niet te zien, maar in Argentinië heerst er zeer veel werkeloosheid. Hieronder een tabel waarin het werkeloosheidcijfer wordt vergeleken met die van andere landen:

Land Werkeloosheidcijfer in procenten
Argentinië 21,8%
Nederland 3,3%
Peru 9,5%
Bolivia 33,5%
Sri Lanka 8,6%
Bangladesh 35%

Als allereerst een vergelijking tussen Argentinië en de twee andere onderontwikkelde landen uit Latijns-Amerika, Peru en Bolivia. Argentinië ligt qua percentage eigenlijk net tussen de twee landen in, je zou er dus uit kunnen concluderen dat Argentinië dus voor een onderontwikkeld land uit Latijns-Amerika, rond het gemiddelde ligt. Ook staat Argentinië nog in vergelijking met een twee andere onderontwikkelde landen, namelijk Sri Lanka en Bangladesh. Sri Lanka en Bangladesh liggen echter in het continent Azië en vandaar dat ook de vergelijking met deze landen is gemaakt. Misschien dat er wat opvallende verschillen te ontdekken waren. Na het zien van de cijfers kan geconcludeerd worden, dat dit niet het geval is. Het maakt niet uit of het onderontwikkelde land nou in Latijns-Amerika ligt, of in Azië. Het cijfer van Sri Lanka is namelijk veel lager dan die van Argentinië, terwijl het cijfer van Bangladesh weer hoger ligt. Tot slot ook nog een vergelijking met Nederland, als ontwikkeld land. Het verschil tussen de beide percentages is groot, maar we hebben het hier natuurlijk wel om een ietwat scheve vergelijking; een onderontwikkeld land tegenover een ontwikkeld land, verbaasd over de uitslag zijn we dan ook niet.
In Argentinië heerst ook grote armoede. Uit gegevens is gebleken dat sinds de eerste helft van 2002 zelfs 57% van de bevolking onder de armoedegrens leeft. Dit houdt in dat deze mensen rond moeten komen van een inkomen dat onder het minimale bedrag ligt dat iemand nodig heeft om normaal van te kunnen leven. Volgens het Argentijnse Bureau voor de Statistiek leeft er in Buenos Aires en omstreken, 49,7% van de bevolking onder de armoedegrens en ligt dit percentage op het platteland nog hoger. Op het platteland ontbreekt het op veel plaatsen zelfs nog aan riolering, schoon water, gezondheidszorg en onderwijs. Terwijl dit normale basisvoorzieningen zijn. Hoewel de armoede nog steeds toeneemt in Argentinië, neemt de bijdrage van de overheid aan de gezondheidszorg juist af. Wel heeft de regering met steun van Wereldbank en IBD een sociaal plan opgezet om werklozen een uitkering van 150 peso per maand te verstrekken.
Wanneer we de cijfers van de mensen die onder de armoedegrens leven in Argentinië tegenover die van andere landen zetten, zien we een aantal verschillen. De cijfers staan hieronder in de tabel aangegeven:

Land Percentage van mensen die onder de armoedegrens leeft
Argentinië 57%
Nederland 7,5%
Peru 54,1%
Bolivia 60%
Sri Lanka 20%
Bangladesh 50%

Ter vergelijking staat eerst Nederland. Nederland is een ontwikkeld land, in tegenstelling tot Argentinië, en vandaar dat het weer niet erg opzienbarend is dat er een groot verschil is.
Ook wordt Argentinië vergeleken met Peru en Bolivia. Deze beide landen zijn net als Argentinië onderontwikkeld, de verschillen tussen Argentinië en deze landen zijn dan ook niet erg groot qua armoede. Tot slot staat Argentinië ook nog in vergelijking met Sri Lanka en Bangladesh. Deze beide landen zijn ook onderontwikkeld land, maar liggen in het continent Azië. Terwijl het percentage van Sri Lanka 20 is, is dat van Argentinië 57, hier is dus wel weer een groot verschil te zien. Het percentage van Bangladesh is echter 50 en dit komt alweer een stuk dichterbij Argentinië. Je zou echter met voorzichtigheid kunnen stellen dat de armoede in Latijns-Amerika groter is dan de armoede in Azië.
Tot slot is de alfabetisering van de mensen in Argentinië wel zeer goed. Aan 96,2% van de totale bevolking werd vanaf zijn of haar 15e levensjaar lezen en schrijven geleerd. Ter vergelijking; in Nederland staat dit op 99%, Bolivia 83,1%, Peru 88,3%, Sri Lanka 90,2% en Bangladesh 56%.

Productie
In Argentinië wordt ruim 70% van de totale bodemoppervlakte voor landbouw gebruikt. Hiervan is het grootste gedeelte bestemd voor de veeteelt (52%). Buenos Aires is agrarische de belangrijkste provincie. Argentinië kent veel grootgrondbezit. Bijna 70% van de cultuurgrond was in de jaren zeventig in handen van 6% van de landeigenaren. Hier is in de loop van de tijd niet eens zo erg veel aan veranderd, het grootgrondbezit blijft dominant. De belangrijkste landbouwproducten die Argentinië produceert zijn: zonnebloem zaden, citroenen, grapefruits, maïs, tabak, noten, thee, tarwe, soja en vlas in de pampa, wijn rondom Mendoza en suikerriet bij Tucumán. In Entre-Rios wordt, naast thee, ook nog rijst verbouwd.
In 1990 telde de rundvleesstapel meer dan 50 miljoenstuks. Hiervan werd bijna 90% gebruikt voor eigen consumptie. De schapenteelt is te vinden in Patagonië.

Mijnbouw en industrie
De mijnbouw speelt niet zo’n grote rol in het beroepsleven van Argentinië. Minder dan 1% van de beroepsbevolking heeft een baan in deze sector. In 1992 bedroeg het BNP van mijnbouw 1,8%. Het belangrijkste product is aardolie. Dit werd al in 1907 ontdekt bij Comodore Rivadavia in Patagonië en dit is nog steeds een belangrijk winningsgebied voor Argentinië. Andere velden liggen in het noorden en westen van het land. YPF is het staatsbedrijf dat exploitant is van de aardolie in Argentinië. Het land voorziet vrijwel geheel in zijn aardoliebehoefte. Sinds 1978 is YPF echter niet meer de enige exploitant van de Argentijnse olie. In dit jaar brak de Argentijnse regering namelijk haar traditionele beleid met het bedrijf. Buitenlandse ondernemingen werden na deze breuk uitgenodigd om offshore-exploraties en –exploitaties te verrichten in het uiterste zuiden van het land. Op het Argentijnse continentale plat bij Tierra de Fuego (Vuurland), worden voorraden vermoed die gelijk zijn aan die welke onder de bodem van de Noordzee worden aangetroffen. Tierra de Fuego sterkt zich uit tot de Falklandeilanden.

Naast aardolie, wint met ook aardgas in Argentinië. De eigen productie dekt ongeveer 80% van de binnenlandse behoeft. De rest wordt via een pijpleiding vanuit Bolivia ingevoerd. In Santa Cruz, een zuidelijke provincie van Argentinië, wordt steenkool gewonnen. Voor de uitbreiding van de productie zijn infrastructurele werken in uitvoering. Zo komt er onder andere een nieuwe haven bij Punta Loyola. Doordat de gebruikscentra zich op een grote afstand tot de exploitatie bevinden, wordt dit alles zeer duur.
In het noordwesten van de Andes worden asbest en beryllium (dit wordt onder meer toegepast bij kernenergie) gewonnen. Daarnaast ook lood, zink, koper, zilver en wolfraam.
Argentinië beschikt ook over enkele kerncentrales. Zo heeft zij er een in Atucha en Río Tercero. Uranium wordt in het land zelf gewonnen.

De industrie van Argentinië levert 36% van het BNP. De belangrijkste industrie is die van de landbouw. Zo telt het land veel textiel- en voedselindustrieën (vooral vleesverwerkende industrie) en suiker- en matéfabrieken. Ook heeft het land nog industrieën waar elektrische en huishoudelijke apparaten, autocarrosserieën, plastic goederen en kleding e.d. worden geproduceerd. De industrie groeit niet tot zeer traag, afgelopen jaar bedroeg deze groei 1%.

In- en uitvoerquote
Argentinië behoorde na de Tweede Wereldoorlog tot de meest welvarende landen in de wereld dankzij de export van granen, vlees en huiden. We zullen nu onderzoeken hoe het ervoor staat met de Argentijnse import en export.

Om te beginnen kijken we naar de in- en uitvoerquote. Met dit gegeven kun je zien hoe belangrijk internationale handel is voor de economie van een land. Dit cijfer bereken je door de waarde van de invoer en die van de uitvoer te delen door het bruto binnenlandsproduct (BBP) x (100%). Het BBP is staat voor Bruto Binnenlands Product, dit is de optelling van de toegevoegde waarde van bedrijven aan een product. Om een globale indruk te krijgen zie je hier de opbouw van het BBP uit 2000 van Argentinië:
7 % land- en mijnbouwsector
24% industrie, nutsbedrijven en bouwsector
51% dienstverlenende sector
13% overheidssector
overige belastingen

We zullen de quota gaan bereken voor het jaar 2001 en 2002.

Invoerquote:
2001: ($26,6 miljard export : $61,1miljard BBP) x 100% = 43,18 %
2002: ($15,7 miljard export : $70 miljard BBP) x 100% = 22,43 %

Invoerquote:
2001: ($20,3 miljard import : $61,1 miljard BBP) x 100% = 33,22 %
2002: ($20,3 miljard import : $70 miljard BBP) x 100% = 29 %

Naar mijn mening heeft Argentinië een vrij open economie. Omdat de economie toch redelijk afhankelijk is van de im- en export van het land.

Handelspartners
Hieronder zijn de voornaamste handelspartners van Argentinië procentueel aangegeven.

Invoer: Brazilië (25%), VS (11%), Chili (8%), Nederland (4%), Spanje (4%)
Uitvoer: Brazilië (22%), VS (19%), Frankrijk (6%), Duitsland en Italië (elk ruim 5%)
Import
De Argentijnse buitenlandse handel heeft sinds het begin van de negentiger jaren een grote groei doorgemaakt. Toch is de import tussen 1998 en 2000 met bijna 20% gedaald. In 2000 bedrog het importvolume $ 24 miljard. De beperkingen op betalingen naar het buitenland die vanaf 2001 van kracht zijn , zullen grote gevolgen voor de importen hebben. Het is namelijk voor veel bedrijven niet langer mogelijk of uiterst moeilijk om producten te importeren. De Argentijnse invoer bestaat voor een belangrijk deel uit machines en vervoermateriaal, goederen die onmisbaar zijn voor de modernisering van het productieapparaat. Daarnaast importeert Argentinië vooral halffabrikaten en chemicaliën.

Invoer 2000 (in procenten van het totaal)
Kapitaalgoederen en halffabrikaten 57%
Onderdelen en accessoires voor kapitaalgoederen 18%
Consumentgoederen 18%
Transportmaterieel en brandstof 7%

Export
Argentinië is één van de weinige landen in de wereld die een netto-exporteur is van zowel energie als van voedsel. De export is in de jaren negentig sterk gegroeid van een exportvolume van $12 miljard 1992 naar $26 miljard in 2000. Deze stijging kan verklaard worden door de toegenomen openheid van de economie en de privatisering. Ook de sterke stijging van de productiviteit ten gevolge van een groter gebruik van moderne technologie , kunstmest en automatisering, heeft bijgedragen aan de groei van de handel. Tegelijkertijd zijn de internationale marktcondities voor het Argentijnse exportpakket beter geworden, hetgeen de export nog eens verder stimuleerde.
Onderstaande tabel laat zien dat de Argentijnse export drijft op landbouwproducten en fabrikaten met een belangrijk grondstofcomponent.

Uitvoer 2000 (in procenten van het totaal)
Primaire producten 20%
Agro-industriële producten 30%
Industriële producten 31%
Brandstoffen en energie 19%

De peso
De munteenheid van Argentinië is de Peso. De peso is een Spaans zilverstuk ter grootte van een rijksdaalder, ingevoerd in ongeveer 1540 en tot in de 19de eeuw gehandhaafd. In Spanje werd in 1868 de peso door de peseta als munteenheid vervangen. De Mexicaanse peso of dollar nam in Oost-Azië de rol van de Spaanse over en werd de basis voor vele lokale munten. Ook de dollar van de Verenigde Staten is een voortzetting van de peso. Tegenwoordig is de peso munteenheid in Argentinië, Bolivia, Chili, Colombia, Cuba, de Dominicaanse Republiek, Guinee-Bissau, Mexico, de Filippijnen en Uruguay. De peso is onderverdeeld in 100 centavos.
In 1991 werd de peso ‘gedollariseerd’. Het muntbestuur in Argentinië zorgde ervoor dat voor elke peso die in omloop was er een dollar in kas zat. Er werd steeds meer in dollars betaald. Aangemoedigd door de banken die graag dollars in huis hadden om internationaal zaken te kunnen doen (in het internatioanle geldverkeer gaan bijna alle zaken in dollars), hebben de Argentijnen massaal hun spaargeld op dollarrekeningen laten zetten en bijna alle bankleningen (bijvoorbeeld voor een hypotheek) in dollars afgesloten.
Er stond zelfs 60% van de bankrekeningen waren dollarrekeningen. Het risico van dit beleid was dat de peso zou devalueren. Devaluatie is de vaststelling door de overheid van de waarde van een nationale valuta ten opzichte van buitenlandse munteenheden op een lager niveau dan de voorheen geldende, dat wil zeggen dat de in nationale valuta uitgedrukte prijzen van andere munteenheden en goud hoger worden. Die dollars zijn de Argentijnen nu kwijt. De Argentijnse banken hadden op maandag 21 januari geen dollars meer. Argentijnen die in de rij stonden, konden alleen nog maar peso's opnemen. Aan hun dollartegoeden kunnen ze niet meer aankomen. Omdat de dollar en peso zijn losgekoppeld en de waarde van de peso met 50% is gezakt, krijgen de Argentijnen veel minder terug dan ze op de bank hebben gezet. Alle spaarrekeningen met een totale waarde van 50 miljard dollar (56,5 miljard euro) worden omgezet in peso's, waarvan de koers zoals gezegd veel lager is.

De devaluatie van de Argentijnse peso betekent het einde van tien jaar koppeling tussen peso en dollar. Het kan een begin zijn van de uitweg uit de diepe crisis. Of de Argentijnen er uiteindelijk beter van worden, hangt af van andere maatregelen. Devaluatie, het was kort geleden nog ondenkbaar. De Argentijnen vonden de een op een lopende peso met de dollar geweldig. Tien jaar geleden bracht de maatregel stabiliteit en grote groei. Maar op den duur leidde het tot overwaardering van de peso en daarmee van Argentijnse producten. De export kwam stil te liggen, fabrieken gingen failliet, de werkloosheid steeg. Sommige economen riepen al jaren geleden dat devaluatie onontkoombaar was. Door de peso op een lager bedrag vast te pinnen wil de nieuwe president Duhalde groei mogelijk maken en tegelijk verdere inflatie voorkomen.
Daar bovenop komt nog dat de staatsschuld evenredig is toegenomen, deze schuld is nu bijna niet meer af te lossen.

Heel veel mensen raakten bij deze devaluatie een deel, of zelfs al hun geld kwijt. Er braken daardoor allemaal protesten tegen de president uit. Ook andere bedrijven en landen raakten door deze devaluatie in de problemen. Zo was ook bekend geworden dat de supermarktketens het niet meer zo goed deden, daar had onder anderen Ahold van te lijden. Ahold heeft namelijk een aandeel in het supermarktketen “Disco”. Het bedrijf heeft inmiddels aangekondigd zijn handen er vanaf te trekken. Toch had Ahold hier van te lijden, dat kwam ook nog doordat er een boekhoudschandaal bij één die bedrijven was geconstateerd. De koersen van Ahold klapten dus naar beneden.
Ook regeringen zoals Spanje en Amerika die in dit land hadden geïnvesteerd werden woest, doordat hun geld opeens minder waard werd.

De munt is op dit moment dus niet echt stabiel. Nu is Argentinië weer uit het dal aan het opklimmen, de peso is al wat meer waard geworden ten opzichte van de dollar. Een valuta is namelijk stabiel als er geen inflatie is. Daar had Argentinië dus wel veel mee te maken.

Betalingsbalans
De Argentijnse buitenlandse handel heeft sinds het begin van de jaren negentig een grote groei doorgemaakt. De waarde van de import en export is bijna verdubbeld van $ 26 miljard in 1992 naar $ 50 miljard in 2000. In de periode januari-september 2001 bedroeg de buitenlandse handel $ 36 miljard. Als percentage van het BBP is de internationale handel relatief klein ( rond 9% in 2000). Naar verwachting zal dit percentage in 2001 en 2002 dalen door de economische teruggang in het land. De Argentijnse betalingsbalans laat in 2000 een overschot zien van $ 2,6 miljard en voor de periode januari-september 2001 een overschot van $5 miljard. De toename van het handelsoverschot wordt veroorzaakt door een daling van de Argentijnse import in 2001, terwijl de export is gestegen. In 2002 kreeg met twee effecten te maken, namelijk de gevolgen van de devaluatie van de Argentijnse peso in januari 2002 en de exportheffing geldig vanaf maart 2002.

Betalingsbalans
Jaar Uitvoer in miljard $ Invoer in miljard $ Betalingsbalans
1998 26,4 29,6 -3,1
1999 23,3 24,1 -0,8
2000 26,4 23,9 +2,6
2001 20,5 16,1 +4,4

Buitenlandse schuld
Argentinië kampte in 2002 met een buitenlandse schuld van ruim $ 141 miljard, en het Internationale Monetair Fonds kwam alleen in 2002 al te hulp met in totaal $ 50 miljard. De schuldaflossing is pasgeleden stilgelegd en veel particuliere aandeelhouders verwachten dat er binnenkort de renteaflossing (tijdelijk) stopgezet zullen worden. Argentinië heeft het geld gewoonweg niet. De gevolgen van een definitieve betalingsstop kunnen zijn dat het vertrouwen in Argentinië zodanig geschaad wordt, dat niemand nog ooit een lening aan dit land zal verstrekken. De regering blijft wanhopig bedelen bij landen als de Verenigde Staten, maar die willen niet eens luisteren.

Buitenlandse hulp
Argentinie krijgt nog aardig wat hulp van buitenaf om te proberen het land weer een beetje op de rails te krijgen. Een nadeel daarvan is dat ze (zie algemene deel) relatief een hoog BNP/BBP per inwoner hebben.
Argentinië hoort daarnaast nog tot een aantal organisaties, die samen een overeenkomst hebben op het gebied van handel, valuta’s en andere economische kenmerken. Ook zijn ze lid van organisaties die bij alle soorten problemen helpen, zoals de Verenigde Naties.
Argentinië is lid van de Verenigde Naties enhaar commisies, van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), de Economische Commisie voor Latijns-Amerika en de Cariben (ECLAC), de Interamerikaanse Ontwikkelings Bank (IDB), de Latijns-Amerikaanse Associatie voor Integratie (LAIA), de Zuid-Amerikaanse Gemeenschappelijke Markt (Mercosur) en behoort tot de niet-gebonden landen.
Argentinië behoort vanwege zijn relatief hoge inkomen per hoofd van de bevolking ($ 8060 in 1994) niet tot de landen die omvangrijke bedragen aan ontwikkelingsgelden ontvangen. Tussen 1960 en 1975 ontving het land van internationale organisaties ongeveer $ 1 miljard. De Verenigde Staten stelden in dezelfde periode ongeveer $ 250 miljoen ter beschikking. In 1986 ontving Argentinië $ 88 miljoen aan ontwikkelingshulp. Van groter belang zijn de kredieten die het IMF en de Wereldbank in de jaren tachtig verleend hebben. Zo ontving het land in 1986 voor $ 2,3 miljard aan leningen van overheden en internationale instellingen. De kredieten van internationale particuliere banken, die in de jaren zeventig op grote schaal leningen hadden verstrekt, bedroegen in 1986 slechts $ 300 miljoen. De buitenlandse schuld bedroeg in 1995 84 miljard dollar.

Krantenartikel…

Nog een krantenartikel…

Specifieke kenmerken van het politiek bestel

Zoals in het hoofdstuk ‘Specifieke kenmerken historisch’ van dit werkstuk al werd beschreven, kent Argentinië een zeer bewogen politieke geschiedenis. Nadat het land in het jaar 1816 officieel onafhankelijk werd van Spanje, die het jarenlang als kolonie had bezet, volgde een lange reeks van conflicten binnen de bevolking van Argentinië.
In 1853 kwam de eerste president van Argentinië, generaal Urquiza, aan de macht. In ditzelfde jaar werd ook de grondwet van Argentinië opgesteld. De rest van de Argentijnse politieke geschiedenis wordt vooral gekenmerkt door staatsgrepen, militaire junta’s, interne machtswisselingen en dictaturen. Ook vandaag de dag nog, heeft Argentinië het niet allemaal op een rijtje en het ziet er naar uit dat president Eduardo Alberto Duhalde hier niet veel verandering in zal kunnen brengen.

President Eduardo Alberto Duhalde

Regering
Argentinië is een federale presidentiële republiek (democratie) bestaande uit 22 provincies, het federale Buenos Aires en het nationale gebied Tierra del Fuego (Vuurland). De grondwet dateert uit 1835, zoals al eerder gezegd, en werd voor het laatst gewijzigd in 1994. De aanpassingen, gemaakt in 1994, hebben de macht van de president nog enigszins ingeperkt, maar toch is deze nog groot. De president is staatshoofd, benoemt en ontslaat de premier en de ministers en is opperbevelhebber van de strijdkrachten. De ambtstermijn van een president en vice-president is 4 jaar en na deze periode mogen zij nog één keer herkozen worden. De stemplicht geldt voor alle burgers van 18 tot 70 jaar.
De wetgevende macht bestaat uit het Congres, gevormd door de Senaat van 72 leden en de Kamer van Afgevaardigden met 254 leden. Senatoren worden gekozen voor zes jaar, leden van de Kamer van Afgevaardigden voor vier jaar. Om de twee jaar worden verkiezingen gehouden voor een derde van de zetels van de Senaat en de helft van de zetels van de Kamer. Sinds 2001 kiest de bevolking haar senatoren rechtstreeks. Door middel van loting wordt uitgemaakt welke senatoren twee, vier of zes jaar aanblijven. Het Senaat kan de minister ontslaan door middel van een ‘impeachment’ procedure.
Het provinciale (in directe verkiezingen gekozen) parlement kiest een gouverneur.
De president benoemt de leden van het Hooggerechtshof met akkoord van de Senaat. Het Hof oordeelt in zaken aangaande de grondwet, verdragen en geschillen tussen de federale overheid en provincies.

De laatste verkiezingen in Argentinië werden gehouden op 24 oktober 1999. Fernando de la Rúa werd uit deze verkiezingen verkozen als president door een meerderheid van 48,5% van de stemmen te behalen. Toch kon De la Rúa zichzelf niet waarmaken en vandaar dat hij op 20 december 2001 besloot af te treden als president. Vervolgens kwam het Nationaal Congres van Argentinië bij een en zij kozen een nieuwe president. Deze werd gevonden in de persoon van Eduardo Alberto Duhalde en vandaar dat hij zitting nam als president van Argentinië op 2 januari 2002.
Premier van Argentinië is Alfredo Atanasof, hij bekleedt deze functie pas sinds mei 2002. Minister van Buitenlandse Zaken is Carlos Ruckauf, hij is dit, net als Duhalde, sinds januari 2002 en minister van Economische Zaken is Roberto Lavagna, sinds april 2002.

Politieke partijen
Hoewel Argentinië rond de 20 politieke partijen kent, zijn er slechts twee partijen die echt de dienst uit maken. Dit zijn de ‘Peronisten en de ‘Radicalen’.
De radicalen richtten hun politieke partij, ‘Unión Cívica Radical’ (UCR) oftewel de Radicale Burgerunie, op in 1890 en waren hiermee de eerste politieke partij van Argentinië. Zij leverden een president in het begin van de twintigste eeuw, in de jaren zestig en van 1983 tot 1989. In 1999 kwam Fernando de la Rua aan de macht voor de radicalen. Er werd toen een coalitie gevormd met de kleine linkse politieke partij ‘Frente del País Solidario (Frepaso), onder de naam ‘Alianza’.
De peronisten richtten ook hun eigen partij op, namelijk de ‘Partido Justicialista’ (PJ) oftewel de Peronistische Partij. Juan Domingo Perón en zijn vrouw Isabel Perón waren voor deze partij van 1946 tot 1955 en van 1973 tot 1976 aan de macht. Carlos Saul Menem won voor de Peronistische Partij in 1989 de verkiezingen, hij bleef aan de macht tot 1999.
Momenteel telt de Peronistische Partij meer leden dan de Radicale Burgerunie. De Peronistische Partij staat namelijk op 3 miljoen leden en de Radicale Burgerunie op 1,4 miljoen.
Zoals al gezegd, bestaan er echter ook nog enkele kleinere partijen in Argentinië. Zo heb je onder andere de ‘Acción por la República’ (AR), ‘Alternativa por una República’ (ARI) en de conservatieve ‘Unión del Centro Democrático’ (UCD) oftewel de Unie van het Democratische Centrum.

Vakbonden
De vakbeweging speelt een zeer belangrijke rol in de Argentijnse politiek. De ‘Confederación General del Trabajo’ (CGT), oftewel het Algemeen Verbond van de Arbeid, is zo’n vakbond. Het CGT kende een zeer grote groei onder de regeringsperiode van Perón (1946-1955) en heeft zich in de tijd dan ook ontwikkeld tot een grote politieke macht.
De vakbonden strijden niet alleen voor meer loon en betere voorzieningen. Ook bieden zij hun leden verschillende voorzieningen op medisch en sociaal gebied. Van de 1100 vakbonden was tot in de jaren 90 circa 90% aangesloten bij de CGT. Hier kwam echter verandering in, in het jaar 1994. Ambtenaren en leraren stichten toen namelijk een eigen vakbond, het zogenaamde ‘Congreso de Trabajadores Argentinos’ (CTA).

Economisch beleid nu
Momenteel gaat het nog erg slecht met de economie van Argentinië. Onder het bestuur van De la Rúa werd de neo-liberaal Domingo Cavallo namelijk als minister van Economische Zaken in dienst genomen. Al snel werd er echter geconstateerd dat Cavallo de controle over de economie verloor. De binnenlandse en buitenlandse investeerders verloren hiermee het vertrouwen in Cavallo. De Argentijnse producten waren veel te duur voor de export. Import goederen waren veel goedkoper en kwamen dan ook en masse Argentinië binnen. De eigen fabrieken konden hier niet tegenop en moesten sluiten waardoor vele ontslagen vielen. De recessie was groot. Ondanks dit alles bleef De la Rúa zijn minister steunen, maar het ging daarna alleen nog maar bergafwaarts.
Ook de mensen zagen hoe slecht het er aan toe ging en vandaar dat vooral de rijkere klasse snel haar geld van de banken afhaalde om het onder te brengen op een bank in het buitenland. Dit had echter weer zeer negatieve gevolgen voor alle banken in Argentinië. Cavallo kwam echter met een oplossing; de corralito, het ‘kooitje’. Dit zorgde ervoor dat de Argentijnen onmogelijk aan hun eigen geld konden komen en maar zeer beperkt geld op konden nemen. Dit was echter de druppel die de emmer deed overlopen. De la Rúa en zijn ministers moesten aftreden en plaats maken voor Duhalde.
Duhalde had en heeft nog veel recht te zetten. Hij begon met het annuleren van de ‘wet van de convertibiliteit’. Deze wet koppelde de peso (de munteenheid van Argentinië) aan de Amerikaanse dollar. De annulering bleek achteraf echter een grotere terugslag op te leveren dan voorzien. De werkeloosheid is versneld opgelopen, de peso is met meer dan 70% in waarde gedaald en er is een inflatie van 50% ontstaan.
Duhalde heeft ook nog wat recht te zetten met het Internationaal Monetair Fonds, het IMF. Het IMF heeft Argentinië namelijk meerdere malen bijgestaan ten tijde van grote financiële crisissen maar is sinds december 2001 niet meer van plan nogmaals zo’n actie uit te voeren. Vandaar dat de Argentijnse autoriteiten al vanaf begin januari 2002 in onderhandeling zijn met het IMF over een herstructureringsprogramma. Het begin is er nu, maar een geheel nieuw programma is nog niet opgezet. Het IMF heeft een aantal voorwaarden aan het opzetten van het hernieuwde programma gesteld en vandaar dat het zo op zich laat wachten. Duhalde heeft nog een aantal andere maatregelen getroffen. Zo heeft hij een vrije wisselkoers ingesteld, is een nieuwe begroting goedgekeurd en vordert het akkoord met de provincies.
Waar nu echter nog aan gewerkt moet worden, is het definiëren van een nieuw monetair (zie begrippenlijst) beleid, het opstellen van een stappenplan voor herstructurering van banken en bedrijven en een akkoord over de herstructurering van de overheidsschuld. Tot slot moeten ook de beperkingen op het kapitaalverkeer nog verholpen worden.

Economisch beleid toen
Nu zijn de economische richtlijnen dus vooral gericht op het herstellen van de schade, het inhalen van de enorme achterstand die Argentinië ten opzichte van de andere landen heeft opgelopen en vooral; het terugbetalen van de enorme schulden. De economische groei van Argentinië is momenteel nog negatief, een doel is dus dit aantal op te krikken tot een positieve groei. Ook moet er in het hele beleid echter gedacht worden aan de mensen, de werkeloosheid is groot, net als de armoede.
Tot aan de Tweede Wereldoorlog ging alles nog goed met Argentinië, het hoorde zelfs tot de meest welvarende landen in de wereld. In de periode Perón ging het echter de verkeerde kant op. De overheidsuitgaven groeiden door de financieringen van de industrie en sociale voorzieningen. Dit zorgde voor een geldontwaarding die tot 1991 aanhield. Er werden verschillende anti-inflatieprogramma’s opgesteld, maar deze zorgden slechts voor een tijdelijke oplossing. De geldontwaarding was echter lang niet de enige veroorzaker van de economische teruggang. Ook de lage productiviteit, slechte exportpositie, hoge overheidsuitgaven, speculatie en kapitaalvlucht door de financiële elite zorgden hiervoor. Deze problemen werden echter niet goed aangepakt en vandaar dat een modernisering van de economie uitbleef. In de jaren zeventig begon de regering grote leningen met het buitenland af te sluiten waardoor Argentinië een buitenlandse schuld opbouwde. Het geld werd echter weer verspild tijdens het militaire regime, het werd aan de verkeerde doelen uitgegeven waardoor er op de nodige doelen tekorten ontstonden. In 1984 sloot Argentinië onder de regering van Alfonsín zijn eerste akkoorden met het IMF. De regering was namelijk niet langer in staat de rente en aflossing op de buitenlandse schuld te betalen. De voorwaarde die het IMF bond aan het akkoord, was dat de economie aangepast zou worden. Drastische bezuinigingsmaatregelen volgden die alleen maar leidden tot het stagneren van de economie.
In 1991 begon minister van Economische Zaken Domingo Cavallo met een anti-inflatieprogramma, hij stelde de ‘wet van de convertibiliteit’ in. Deze wet koppelde de nationale munt, de peso, aan de Amerikaanse dollar. De wet was effectief, de geldontwaarding liep gigantisch terug. Als economische aanpassing werden ook nog staatsbedrijven geprivatiseerd en de overheidsuitgaven teruggedrongen. In 2000 groeide de economie vrijwel niet. Het IMF stond Argentinië weer bij, met weer nieuwe voorwaarden, maar zoals gezegd hield de hulp in december 2001 op. Het vertrouwen van het IMF in Argentinië was verdwenen, aan de voorwaarden die het IMF stelde kon Argentinië niet voldoen. Zoals te zien is, is het economisch beleid niet altijd even effectief geweest. De wet van convertibiliteit zorgde tijdelijk voor een terugdrang van de geldontwaarding, maar tegen de Amerikaanse dollar was de peso niet opgewassen. Ook is Argentinië in zijn uitgaven te slordig geweest en leningen zijn te gemakkelijk afgesloten. Natuurlijk heeft ook het militair regime Argentinië in deze vernieling geholpen, maar ook ontbrak het vaak aan een goed economisch beleid.

En weer een krantenartikel..

Conclusies/Samenvattingen

Hieronder staan samenvattingen van alle hoofdstukken. In de samenvattingen worden de opvallendste en belangrijkste zaken genoemd. Ze kunnen worden gezien als conclusies van de hoofdteksten.

Algemene kenmerken van Argentinië

Argentinië is een land in het zuiden van Zuid-Amerika of Latijns-Amerika. Het land is ongeveer 67 keer zo groot dan Nederland. Met een oppervlakte van 2736690 vierkante kilometer groot, daarbij komt ook nog dat het land Argentinië, officieel República Argentina, ongeveer 30200 vierkante kilometer water in bezit heeft. Het aantal inwoner is ongeveer 37,3 miljoen inwoners. De voertaal is te danken aan het “moederland” die het tot ongeveer 1800 in bezit had. Spaans wordt er dus als officiële taal beschouwd.
Door zijn verschrikkelijke grootte zijn er veel verschillende klimaten in Argentinië te vinden. Omdat niet alle grond en klimaten geschikt zijn voor akkerbouw, wordt er voornamelijk extensieve veeteelt bedreven.
Argentinië is in vergelijking met de landen om haar heen nog redelijk welvarend. Dat blijkt ook uit de cijfers die in dit deel zijn verwerkt. We hebben de landen op verschillende punten met elkaar vergeleken. Het BNP per hoofd, sterftecijfer onder zuigelingen, analfabetisme, leefomstandigheden, groei van de bevolking en het aantal inwoners per arts.
Tegenover een aantal landen op dit continent heeft Argentinië op alle fronten een voorsprong, maar als je het land vergelijkt met Nederland dan blijkt dat het onderontwikkeld is. De landen die wij hebben genomen om Argentinië mee te vergelijken zijn: Brazilië, Paraguay en Peru.
Alleen het aantal inwoners per arts is in Argentinië gunstiger dan in Nederland. In Nederland zijn er 400 mensen per arts en in Argentinië ongeveer 370.

Specifieke kenmerken historische

In 10.000 v.Chr werd Argentinië voor het eerst ontdekt voor de Aziaten. Pas in 1516 bereikten de eerste Europeanen Argentinië, het waren namelijk de Spanjaarden. En in 1580 gingen zij zich daar definitief vestigen en onderdrukten zij de oorspronkelijke bewoners.
Lange tijd domineerden de Spanjaarden het land. Maar op 9 juli 1816 werd Argentinië toch onafhankelijk verklaard. Overblijfselen van de Spanjaarden zijn o.a. de Spaanse taal die er gesproken wordt en de handelscontacten die er nog steeds zijn. Na de onafhankelijkheid heeft Argentinië vele leiders gekend. Er zijn vele opstanden geweest tegen o.a. militaire dictaturen zoals die van Videla. En pas in 1989 werd sinds een lange tijd weer eens democratisch voor een president gekozen.

Specifieke kenmerken economisch

De bevolking van Argentinië is erg arm, er heerst grote werkeloosheid. Met behulp van leningen probeert men het land er weer bovenop te helpen, maar dit is tot nu toe nog niet gelukt.
Argentinië heeft een vrij open economie, omdat de economie toch redelijk afhankelijk is van de im- en export van het land.
De belangrijkste handelspartners zijn Brazilië en de Verenigde Staten.
Het grootste aantal importproducten bestaat uit; kapitaalgoederen en halffabrikaten
Het grootste aan exportproducten bestaat uit; industriële en agro-industriele producten.

Specifieke kenmerken van het politiek bestel

Momenteel gaat het niet echt goed met het politieke bestel van Argentinië. Er heerst nog steeds onrust. Ook president Duhalde kan daar niet veel aan veranderen.
De twee grootste politieke partijen en in Argentinië zijn de UCR en de PJ. Dit zijn de partijen van de radicalen en de peronisten.
Het economische beleid van Argentinië is in het verleden niet altijd even goed geweest. Er zijn enkele grote fouten gemaakt waar men nu nog steeds de naslag van ondergaat. Het huidige economische beleid steekt echter wel goed in elkaar. Met wat hulp van het buitenland moet het Argentinië lukken uit het diepe dal te klimmen. Nu is het echter vooral hopen op een goede president die de juiste beslissingen zal nemen.

Begrippenlijst

Internationaal Monetair Fonds; Organisatie ter bevordering van de internationale samenwerking op monetair gebied, onder meer
door verstrekking van betalingsbalanskrediet.

Betalingsbalans; Overzicht van alle in geld uitgedrukte transacties die ingezetenen van een land hebben verricht met het buitenland in één jaar.

Ruilvoet; Verhoudingen tussen het gemiddelde prijsniveau van de export en import

Devaluatie; verlaging van de spilkoers (vastgestelde koersverhouding) tussen valuta

Invoerquote; percentage van de goedereninvoer ten opzicht van het bruto binnenlands product

Uitvoerquote; percentage van de goederenuitvoer ten opzicht van het bruto binnenlands product

BBP/BNP; De som van de beloningen van het binnenlandse productieproces plus het saldo van de indirecte belastingen en kostprijs verlagende subsidies.

Informele sector; Arbeidssector die niet officieel door de overheid is goedgekeurd.

Monocultuur; De teeltwijze waarbij oppervlakten gedurende langere tijd aaneengesloten met één gewas worden beteelt. Voordelen zijn de bundeling van kennis, apparatuur en arbeid voor één teeltwijze. Nadelen zijn de grote afhankelijkheid van één gewas en de grotere kans op ziekten en plagen.

Evaluatie

Opdracht
Bovenal, vonden wij deze opdracht zeer leerzaam. We zijn namelijk actief bezig geweest met economie. Het was weer eens heel wat anders dan het maken van rekensommetjes en dat was zeer prettig. Door het maken van deze opdracht hebben wij meteen wat aspecten uit ons boek in toepassing in het echte leven gezien. Ook hebben we natuurlijk zeer veel over Argentinië, het land van onze keuze, zelf geleerd. Hiermee bedoel ik dingen die niet wat met economie te maken hebben. Hoewel we soms met veel plezier aan de opdracht werkte, was het ook wel eens minder leuk. Al met al was het namelijk een zeer grote opdracht, er moest zeer veel informatie gezocht worden en deze was niet altijd goed te vinden. Ook waren de gegevens vaak al wat gedateerd waardoor deze niet altijd even representatief zijn. Alhoewel de opdracht met z’n drieën mocht worden uitgevoerd, vonden wij allen het werk toch te veel. Natuurlijk hadden wij wat tijd gekregen op school om er aan te werken, maar dit was lang niet voldoende. Vandaar dat wij ook thuis hard aan de slag moesten. Gelukkig zette een ieder zich hard in, waardoor wij toch erg tevreden zijn met het eindresultaat.

Werkwijze
Nadat ons was verteld wat de opdracht was, moesten wij groepjes gaan vormen. Jorrit, Frank en ik vonden elkaar en gezamenlijk kozen wij een land uit. Doordat Argentinië wel een groot land was en wij er al wel een beetje over wisten (o.a. door Máxima) kozen wij voor dit land. Wij kregen nog diezelfde dag een boekje met daarin veel informatie over Argentinië. Ook kregen wij enkele stencils waarop de richtlijnen van het werkstuk stonden aangegeven. Na kort overleg kwamen wij tot de volgende verdeling:

Frank: - algemene inleiding
- beschrijving van de kenmerken van het gekozen land waardoor het
arm of onderontwikkeld genoemd kan worden
- samenvatting eigen geschreven deel
- begrippen eigen geschreven deel
- bronnen eigen deel

Jorrit: - historische kenmerken
- samenvatting eigen geschreven deel
- begrippen eigen geschreven deel
- bronnen eigen deel

Jorieke: - politiek bestel
- samenvatting eigen geschreven deel
- begrippen eigen geschreven deel
- bronnen eigen deel

Nu bleef het hoofdstuk ‘Specifieke kenmerken economisch’ nog over. Dit hoofdstuk besloten we samen te gaan maken aangezien het erg veel werk was en het een hoop punten op kon leveren. Wij hebben op een middag dit laatste hoofdstuk onderverdeeld in een paar kopjes en deze kopjes hebben wij weer verdeeld.
Toen iedereen zijn deel af had, werd dit naar mij gestuurd. Ik zette alles onder elkaar en zorgde voor een geschikte opmaak. Ook schreef ik de evaluatie en de inhoudsopgave. Zo hebben wij het werk op een eerlijke manier verdeeld.
De samenwerking verliep verder zeer goed, er zijn geen echte moeilijkheden ontstaan. Het enige probleem was dat wij er op het laatste moment pas achter kwamen dat er ook nog enige extra aandachtspunten op de achterkant van ons opdrachtenstencil stond. Zodoende moesten wij deze laatste vragen nog snel beantwoorden waardoor wij toch een klein beetje in tijdnood kwamen. Gelukkig hebben wij het goed opgelost en alles toch nog afgekregen.

Bronnen

Boeken:

Titel: Praktische Economie (handboek vwo totaalvak)
Auteur(s): Peter Adriaansen
Ton Klerks
Gerrit Mijnlieff
Robert van Oosten
Jan Pleus
Rolf Schöndorff
Uitgever: Malmberg Den Bosch (Robert van Oosten)
Jaar van uitgave: 1998

Titel: Argentinië het land van Máxima
Auteur(s): Ineke Holtwijk
Roel Janssen
Jan van der Putten
Uitgever: Bert Bakker
Jaar van uitgave: 2001

Titel: Thematische Knipselkrant (Argentinië)
Uitgever: ProBiblio
Jaar van uitgave: 2001

Internetsites:

http://www.cia.gov/cia/publications/factbook/geos/ar.html

http://www.minbuza.nl/default.asp?CMS_ITEM=5E10B77D10D44DE78A4A6003DDAEACC9X3X58253X11

http://www.studybuddy.nl/nederlands/themaf.html

Encarta:

Encarta’98 en Encarta - Encyclopedie Basiseditie- Winkler Prins

REACTIES

J.

J.

wauw , zo goed kon het goed gebruiken ! thnx x

12 jaar geleden

A.

A.

Wouw ik heb er heel veel aan gehad met mijn Aardrijkskunde werkstuk! Bedankt, en heel knap gemaakt!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.