Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

AIDS

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 6258 woorden
  • 29 april 2003
  • 161 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
161 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoud Inleiding
Plan van aanpak
1: Aids en HIV
2: HIV
3: De geschiedenis van Aids
4: De overdracht van HIV en Aids
5: De HIV-test
6: Geneesmiddelen
7: De verspreiding van Aids
8: De bestrijding van Aids
9: De toekomst
Beantwoording hoofdvraag
Samenvatting
Logboek van Wienke
Logboek van Quirine
Bronnenlijst
Nawoord
Bijlage 1
Bijlage 2
Bijlage 3 Inleiding Onze praktische opdracht gaat over Aids. Wij hebben dit onderwerp gekozen om een paar redenen. Het lijkt ons een interessant onderwerp. Het is vaak in het nieuws, het een groot probleem is waar nog geen oplossing voor is en er sterven veel mensen aan. Er is veel informatie over het onderwerp te vinden en we wilden meer over de ziekte weten. We denken ook dat dit een goed onderwerp is voor het vak algemene natuurwetenschappen, omdat het grote invloed heeft op de maatschappij en er zitten ook biologische kanten aan. We hebben bij het onderwerp een hoofdvraag en verschillende deelvragen bedacht. Deze vragen hebben we verdeeld over negen hoofdstukken. De hoofdvraag hopen we na de deelvragen goed te kunnen beantwoorden. We hopen veel te leren over Aids. We moeten bij dit werkstuk goed leren de hoeveelheid informatie te verwerken en alleen het belangrijkste te gebruiken. Ook moeten we goed plannen en samenwerken. Plan van aanpak Hoofdvraag: Wat betekent Aids in deze wereld? En welke maatschappelijke gevolgen heeft het? Deelvragen: 1. Wat is Aids? Wat is een virus? Wat is HIV? Wat is het verschil tussen HIV en Aids? 2. Op welke wijze verzwakt HIV het menselijke lichaam? Hoe verloopt een HIV-infectie? Hoe lang kan het duren na besmetting voordat er klachten optreden? 3. Waar en wanneer werd Aids voor het eerst ontdekt? Hoe verliep de geschiedenis van Aids de afgelopen twintig jaar? 4. Hoe worden Aids en HIV overgedragen? Hoe wordt het virus niet overgedragen? Hoe kan je jezelf beschermen tegen Aids en HIV? 5. Wat is een HIV-test? Wanneer is het goed om zo’n test te doen? Wat zijn de voordelen van zo’n test? Wat zijn de nadelen? Hoe betrouwbaar is de uitslag? Waar kan je een HIV-test laten doen? 6. Is Aids te genezen? Waarom is combinatietherapie nodig? Wat zijn de nadelen van de medicatie? Als iemand geneesmiddelen gebruikt tegen Aids, kan hij/zij dan niemand meer bestmetten? Waarom is regelmatig bloedonderzoek nodig? Waarom krijgt geneesmiddelenonderzoek naar Aids zoveel aandacht? Hoe komt het dat Aids-medicijnen over het algemeen zo duur zijn? Zijn geneesmiddelen tegen AIDS die we in de westerse wereld kennen ook beschikbaar voor Aids-patiënten in de derde wereld? 7. Waar komen Aids en HIV in de wereld voor? Hoeveel komt het in de wereld voor? Hoe heeft de ziekte zich in de loop van de jaren over de wereld verspreidt? 8. Wat wordt er wereldwijd gedaan aan de bestrijding van Aids? 9. Zullen er in de toekomst medicijnen gevonden worden die Aids genezen? Week Wie Wat Geschatte tijdsduur

7 Samen Onderwerp bepalen 1 uur p.p. Samen Informatie zoeken 1 ½ uur p.p. Samen Logboek bijwerken ¼ uur p.p. 8 Samen Plan van aanpak maken 1 uur p.p. Samen Hoofd- en deelvragen bedenken 1 ½ uur p.p. Samen Informatie zoeken 1 uur p.p. Samen Verschillende instanties e-mailen of bellen om een informatiepakket aan te vragen. ½ uur p.p. Wienke Deelgroep 1 beantwoorden 1 uur
Quirine Deelgroep 2 beantwoorden 1 uur
Samen Logboek bijwerken ¼ uur p.p. 9 Samen Elkanders werk nalezen en eventueel aanvullen ½ uur p.p. Samen Deelgroep 3 beantwoorden 1 uur p.p. Samen Deelgroep 4 beantwoorden ¾ uur p.p. Samen Inleiding maken ½ uur p.p. Samen Logboek bijwerken ¼ uur p.p. 10 Quirine Begin maken met het beantwoorden van deelgroep 5 1 uur
Samen Logboek bijwerken ¼ uur p.p. 11 Samen Elkanders werk nalezen en eventueel aanvullen ¼ uur p.p. Samen Begin maken met het beantwoorden van deelgroep 6. 1 uur p.p. Samen Logboek bijwerken ¼ uur p.p. 12 Samen Deelgroep 6 afmaken 1 uur p.p. Samen Begin maken met het antwoorden van deelgroep 7 ½ uur p.p. Samen Logboek bijwerken ¼ uur p.p. 13 Samen Deelgroep 7 afmaken 1 uur p.p. Wienke Deelgroep 8 maken 1 uur
Samen Deelgroep 9 maken 1 uur p.p. Samen Logboek bijwerken ¼ uur p.p. 14 Samen Afbeeldingen zoeken ½ uur p.p. Samen Conclusie met daarbij beantwoording van de hoofdvraag 1 ½ uur p.p. Samen Opmaak 1 uur p.p. Samen Dingen die we vergeten zijn of niet af hebben gekregen afmaken 1 uur p.p. Samen Logboek bijwerken ¼ uur p.p. 15 Samen Nawoord ½ uur p.p. Samen Opmaak 1 uur p.p. Samen Logboek bijwerken ¼ uur p.p. 16 Samen Bronnenlijst maken ½ uur p.p. Samen Logboek bijwerken ¼ uur p.p. 1: Aids en HIV Wat is Aids? Aids is een ernstige ziekte die altijd een dodelijke afloop heeft. Overal ter wereld worden mannen, vrouwen en kinderen geïnfecteerd met het HIV-virus, ook wel het Aids-virus genoemd. Aids is tot nu toe nog niet te genezen maar wel te voorkomen. De letters Aids staan voor Acquired Immune Deficiency Syndrome. In het Nederlands betekent dat Verworven Immuun Deficiëntie Syndroom. Dit betekent dat het immuunsysteem van het lichaam niet goed meer functioneert. A acquired Tijdens het leven opgelopen, dus niet geërfd. I immune Immuniteit, afweer(systeem) D deficiency Tekort, gebrek, verminderde functie
S Syndrome Syndroom, ziektebeeld, de gezamenlijke symptomen van een bepaalde ziekte

Aids is dus een stoornis in het afweersysteem. De ziekte wordt veroorzaakt door het HIV-virus. Wat is een virus? Een virus is een klein stukje eiwit met RNA erin. RNA is zoiets als DNA. Na de besmetting wordt dat kleine stukje eicel opgenomen in het erfelijke materiaal van de lichaamscellen. Er staat een ‘boodschap’ op dat stukje RNA. Als de cel actief wordt voert de cel ook de opdracht van het RNA uit. Mazelen, koortslip, de bof, waterpokken en gordelroos zijn voorbeelden van virusziekten. Ook andere eenvoudige aandoeningen zoals verkoudheid en diarree worden door een virus veroorzaakt. Bij deze ziekten duurt het niet lang voordat de cel reageert op de besmetting. HIV is minder besmettelijk dan bijvoorbeeld de mazelen maar van de mazelen genees je en van Aids niet. Wat is het HIV-virus? Aids wordt veroorzaakt door een virus: HIV. Dat staat voor Humaan Immunodeficiëntie Virus, ook wel het aids-virus genoemd. Het virus breekt het afweersysteem af. Het lichaam wordt daardoor vatbaar voor allemaal infecties en bepaalde vormen van kanker. Het lichaam zou hier anders wel tegen bestand zijn. Een HIV test kan aantonen of iemand met HIV geïnfecteerd is. Je hebt dan antistoffen tegen het HIV virus in je lichaam. Je bent dan seropositief. Aids wordt bij mensen meestal veroorzaakt door HIV-1. In de stamboom van AIDS-virussen wordt een onderscheidt gemaakt tussen mensvirussen (HIV) en aapvirussen (SIV, simian immunodeficiency virus). De mensvirussen worden onderverdeeld in HIV-1 en HIV-2. HIV-1 komt veel voor en HIV-2 komt maar weinig voor, maar het meest in West-Afrika. Als je besmet wordt met HIV-1 is dat altijd fataal, maar als je met HIV-2 besmet wordt krijg je niet altijd Aids. De aapvirussen kun je onderverdelen in een Chimpanseevirus, een Roodkopmangabé-virus en verschillende meerkatvirussen. De verschillen tussen deze virussen worden veroorzaakt door het erfelijke materiaal, RNA. RNA is een stof die heel erg lijkt op DNA. Wat is het verschil tussen HIV en Aids? In de laboratoria hebben onderzoekers onderzocht wanneer je Aids hebt en wanneer je alleen seropositief bent. Ze hebben de ernst van een HIV-infectie ingedeeld in 3 categorieën. Deze categorieën zijn gebaseerd op het aantal T-helper cellen. Als je meer dan 500 T-helpercellen per mm3 hebt behoor je tot categorie 1. Als je tussen de 200 en 500 T-helper cellen hebt behoor je tot categorie 2. En als je minder dan 200 T-helpercellen hebt behoor je tot categorie 3. Op klinische gronden kan de ernst van de HIV-infectie ook ingedeeld worden in drie categorieën. Categorie A is asymptomatische HIV-seropositiviteit, je bent dan wel besmet met het virus maar je hebt nog geen klachten. Je hebt dan ook nog geen Aids. Categorie B is symptomatische HIV-seropositiviteit. Je hebt dan wel klachten die veroorzaakt worden door het HIV-virus, maar die ziekten horen niet tot de indicatorziekten. Indicatorziekten zijn infecties en complicaties die iemand krijgt doordat hij besmet is met het HIV-virus, deze ziekten zijn nauwkeurig beschreven in de ‘Aids case definition’. Als iemand zo’n indicatorziekte heeft wordt vastgesteld dat hij Aids heeft. Als een patiënt eenmaal zo’n indicatorziekte heeft gehad blijft hij altijd tot categorie C behoren. In Nederland en de rest van Europa wordt de diagnose Aids alleen gesteld op klinische gronden. Je hebt dus alleen Aids als je tot categorie C behoort. Categorie C bestaat net als categorie A en B uit C1, C2 en C3. Categorie. Klachten. Aantal T-helper cellen. A1 Geen klachten. Meer dan 500. A2 Geen klachten. Tussen de 200 en de 500. A3 Geen klachten. Minder dan 200. B1 Wel klachten, geen indicatorziekten. Meer dan 500. B2 Wel klachten, geen indicatorziekten. Tussen de 200 en de 500. B3 Wel klachten, geen indicatorziekten. Minder dan 200. C1 Indicatorziekten. Meer dan 500. C2 Indicatorziekten. Tussen de 200 en de 500. C3 Indicatorziekten. Minder dan 200. In Nederland en in de rest van Europa heb je volgens artsen alleen AidsS als je tot categorie C1, C2 of C3 behoort, dus als je eenmaal een indicatorziekte gehad hebt. De diagnose Aids wordt hier alleen gesteld op klinische gronden. In Amerika wordt de diagnose Aids ook gesteld als je tot categorie A3 en B3 behoort. Ze kijken in Amerika dus ook naar de categorieën die in de laboratoria zijn vastgesteld. Als je met HIV geïnfecteerd bent heb je dus nog niet meteen Aids Pas als je tot categorie C behoort heb je echt Aids en dat is het verschil tussen Aids en HIV. 2: HIV Op welke wijze verzwakt HIV het menselijke lichaam? Als het HIV-virus je lichaam binnendringt, verandert er het een en ander in het immuunsysteem. Deze houdt normaalgesproken infecties tegen. Het virus pakt bepaalde cellen vast, de T-helpercellen. Vervolgens dringt het virus de cellen binnen en maakt deze kapot. Dit heeft grote gevolgen, want de helpercellen zorgen ervoor dat lymfocyten antistoffen maken tegen virussen, bacteriën en schimmels. Doordat het virus de helpercellen uitschakelt, doen de lymfocyten hun werk niet meer en stokt de aanmaak van antistoffen. De verdedigingslinie in je lichaam begint gaten te vertonen. Hierdoor kunnen virussen, bacteriën en schimmels je lichaam binnendringen. Hoe verloopt een HIV-infectie? Een HIV-infectie verloopt in vier stadia. In het vierde stadia kan Aids optreden. Per land zijn er verschillende afspraken over wanneer er sprake is van Aids. Dit hangt er ook vanaf hoeveel T-helpercellen er nog in het bloed zitten. Dit daalt bij Aids en zegt iets over het afweersysteem van het lichaam. In de Verenigde Staten is het aantal T-helpercellen maatgevend en in Europa spreekt men van Aids als er klachten optreden door de HIV-infectie. Een met HIV geïnfecteerd persoon heeft Aids als er sprake is van twee van de volgende verschijnselen: • Constitutionele klachten: Bijvoorbeeld langdurige koorts, diarree en flink gewichtsverlies zonder duidelijke oorzaak. Dit zijn vaak gevolgen van infecties door parasieten, bacteriën of virussen. • Eén of meer opportunistische infecties: Zoals klachten aan de luchtwegen. PCP is een soort longontsteking die door een bepaalde parasiet wordt veroorzaakt. De verschijnselen zijn droge hoest, benauwdheid, pijn in de borst, koorts en vermoeidheid. Het kan ook de huid en de slijmvliezen aantasten, in de vorm van een koortslip, eczeem en wratjes op de slijmvliezen van de geslachtsorganen en de anus. Vrouwen kunnen last hebben van menstruatiestoornissen en ontsteking van de eileider of baarmoeder. • Een bepaalde vorm van kanker: Vooral het Kaposi-sacroom komt veel voor. Deze vroeger zeldzame vorm van kanker komt voor in huid, mond, darmen en longen. De verschijnselen zijn paarse, rode of bruine vlekken op de huid. Vrouwen hebben een verhoogde kans op baarmoederhalskanker. • Ziekte van het zenuwstelsel: Bijvoorbeeld hersenvliesontsteking en dementie. Mensen met Aids krijgen over het algemeen niet al de genoemde verschijnselen. Sommige klachten komen zelfs zelden voor, zoals dementie.
Hoe lang kan het duren na besmetting met het HIV-virus voordat er klachten optreden? Als iemand seropositief is, hoeft deze persoon niet ziek te zijn. Het kan enige tijd duren voordat zo iemand klachten krijgt. De incubatietijd is heel wisselend. Er kunnen na een paar maanden klachten optreden, maar ook pas na tien jaar. Dit is afhankelijk van de leeftijd waarop men de infectie oploopt. Daarnaast spelen ook erfelijke factoren een rol. Sinds 1996 zijn er nieuwe medicijnen beschikbaar, die in bepaalde combinaties de vermenigvuldiging van HIV in het lichaam remmen. Daardoor kunnen mensen met HIV langer ziektevrij blijven en langer leven. Meer over medicijnen tegen Aids en HIV is te vinden in hoofdstuk 6. 3: De geschiedenis van Aids Waar en wanneer werd Aids voor het eerst ontdekt? Aids is het eerst herkend in de Verenigde Staten in 1981. Het viel op dat een zelden gebruikt geneesmiddel pentamidine, dat werkzaam is tegen een weinig voorkomende longontsteking ineens veel vaker werd voorgeschreven. Zowel in New York als in Californië. Ook werd een zeer zeldzame huidtumor, het Kaposi sarcoom opeens veel vaker gezien. Deze ziekten kwamen voorheen eigenlijk alleen bij oude mannen voor. Het opvallende was dat beide ziektes nu voorkwamen bij jonge gezonde mannen die en actief homoseksueel leven leidden. Na de eerste publicaties volgde een stroom van berichten door artsen die in hun praktijk hetzelfde waargenomen hadden. Er werd een commissie opgesteld door Center for Disease Control en deze commissie rapporteerde al snel dat er een nieuwe, kennelijk dodelijke ziekte was ontdekt. De ziekte had alle kenmerken van een infectieziekte en het natuurlijke afweersysteem vertoonde ernstige gebreken. Op geen enkele manier kon een schimmel of bacterie aangetoond worden zodat men vermoedde dat het een virusinfectie was. De ziekte kreeg de naam Aids. Men ontdekte dat het ging om een ernstige aantasting van het van het afweersysteem van het lichaam, veroorzaakt door een virus. Het virus dat Aids veroorzaakt, stamt af van een vergelijkbaar virus dat voorkomt bij apen. Het originele artikel dat in 1981 verscheen over de ontdekking van Aids kunt u vinden in bijlage 1. Hoe verliep de geschiedenis van Aids de afgelopen 20 jaar? 1981
o In de VS neemt het gebruik van een geneesmiddel, Pentamidine, voor een zeldzaam soort longontsteking snel toe. Vooral homoseksuele mannen zijn het slachtoffer. In die groep neemt ook het aantal gevallen van Kaposi Sarcoom toe, een bepaald soort kanker. o De oorzaak van aids was onbekend, maar snel bleek verband te zijn met wat later onveilige seks en het delen van injectienaalden is gaan heten. 1982
o Duidelijk wordt dat een virus de ziekte veroorzaakt. De nieuwe ziekte krijgt de naam GRID – Gay Related Immune Deficiency. Als blijkt dat niet alleen homoseksuele mannen de ziekte kunnen krijgen, verandert de naam in: Acquired Immune Deficiency Syndrome (Aids). o Uit veertien landen komen berichten over de ziekte. o In Nederland wordt voor het eerst de diagnose Aids gesteld. 1983

o Ook in Europa komt de ziekte voor, alle zieken hebben een link met Afrika of de Verenigde Staten. o Bekend wordt dat besmette baby’s de ziekte voor hun geboorte van hun moeder krijgen. o Ook wordt bekend dat de ziekte via bloedtransfusie kan worden overgedragen. o Aids komt voor in 33 landen. o In de Verenigde Staten zijn 3000 gevallen geconstateerd en heeft de ziekte bijna 1300 doden geëist. 1984
o Ontdekt wordt dat HIV de veroorzaker van Aids is. Twee onderzoekers claimen de ontdekking: Montagnier en Gallo. o De verwachting is dat de komst van een werkend vaccin, zeker 10 jaar op zich laat wachten. 1985
o Er komt een test die HIV-besmetting kan aantonen. o Er wordt begonnen met het testen van de Amerikaanse bloedvoorraden. o Acteur Rock Hudson overlijdt aan de gevolgen van Aids. o De dertienjarige Ryan White mag niet naar school, omdat hij is besmet. o Duizenden mensen in Uganda blijken te zijn geïnfecteerd. o Aids komt voor in 51 landen. o De eerste Internationale Aids-conferentie wordt gehouden in Atlanta. 1986
o Het virus heet voortaan Human Immunodeficiency Virus (HIV). o Op de tweede internationale persconferentie in Parijs wordt bekend dat er een medicijn beschikbaar is: Zidovudine. o De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) komt met een nternationaal plan voor de bestrijding van Aids. o AZT blijkt effectief te zijn bij mensen met Aids, althans op de korte termijn. AZT komt op de markt voor mensen met Aids. De dosis was veel hoger dan nu: elke 4 uur 200 - 250 mg. o Sommige HIV-positieven gebruiken AL 721, een middel dat effect zou hebben tegen HIV. De belangstelling voor het middel verdwijnt in de komende jaren omdat het niet blijkt te werken. 1987
o Eind 1987 zijn er bij de WHO 60.000 gevallen van Aids gerapporteerd afkomstig uit 123 landen. o Er ontstaat hoop over de nieuwe behandelingen. AZT geeft in extreem hoge dosis veel bijwerkingen, maar PCP valt nu te voorkomen. Er zijn nieuwe behandelingen in aantocht. o Aids-actiegroep Act Up New York wordt opgericht. o Veel behandelingen en onderzoeken staan in de belangstelling. 1988
o Vloeibare T-helpercellen lijken in de reageerbuis een krachtige HIV-remmer. Trials starten. o De ministers van gezondheid van 148 landen vergaderen in Londen over Aids. Ze spreken af dat ze hun best zullen doen om de ziekte te voorkomen, bijvoorbeeld door voorlichting te geven. o De WHO roept 1 december uit tot Wereld AIDS Dag. 1989
o Fabrikant Burrougs Welcome verlaagt de prijs van het medicijn AZT met 20%. Het blijft met een paar gulden per capsule een kostbaar medicijn. o Er komt een nieuw middel op de markt: Dideoxyinosine. o De Internationale Aids-conferentie in Montréal wordt bestormd door HIV-positieven. Ze eisen toegang tot wetenschappelijke conferenties en krijgen die sindsdien ook. o Resistentievorming tegen AZT blijkt een probleem te zijn. o Vloeibare T-helpercellen lijken alleen laboratorium-HIV maar niet het HIV van HIV-positieven te remmen. o AZT blijkt even effectief te zijn als het in de huidige dosering wordt gebruikt. Ook voegbehandelingen (starten voordat de diagnose aids is gesteld) lijken effectief. 1990
o Er komt een nieuw medicijn op de markt: Kemron. Onderzoek wees uit dat dit niet werkt. o De Nederlandse hoogleraar Buck ziet dat zijn nieuwe methode om HIV te remmen het in de reageerbuis heel aardig doet. In het journaal verkondigt hij trots dat Aids binnen enkele jaren te genezen zal zijn. Velen zijn woest over deze voorbarige voorspelling, maar de media verklaren hem heilig. o De Internationale Aids-conferentie in San Francisco wordt door velen geboycot, omdat HIV-positieven de VS niet in mogen. o De resultaten die Buck uit zijn proeven zag komen, bleken voort te komen uit een verontreiniging. De massamedia knopen de hoogleraar op. o Ryan White, de jongen die niet naar school mocht, omdat hij Aids had, overlijdt. Hij is 19 jaar geworden. o Officieel zijn er ruim 300.000 HIV-geïnfecteerden, in het echt zijn er waarschijnlijk en miljoen. 1991
o Sterbasketballer Magic Johnson maakt bekend dat hij is geïnfecteerd met HIV en stopt met basketbal. Hij gaat voorlichting geven over Aids en veilig vrijen. o Aids krijgt een internationaal symbool, het rode lintje. o Er zijn acht miljoen mensen geïnfecteerd, waarvan 3 miljoen vrouwen. 1992

o Een kleine groep patiënten wordt voor het eerst behandeld met een combinatie van geneesmiddelen. o De wereldaidsconferentie wordt verplaatst naar Amsterdam, omdat mensen die met HIV zijn besmet niet naar de Verenigde Staten mogen reizen. 1993
o Een beroemde balletdanser sterft aan Aids. o De onderzoeker Pantaleo ontdekt dat er geen fase is waarin het HIV zich rustig houdt. Het virus is vanaf het begin van de infectie actief. o Het idee dat een medicijn voor Aids makkelijk te vinden is blijkt niet waar. Een bescheiden verbetering van de behandeling zou al mooi zijn. 1994
o Aids is nu de belangrijkste doodsoorzaak onder Amerikanen van 25 tot 44 jaar. o AZT blijkt in een studie de overdracht van HIV van (zwangere) moeder op kind drastisch terug te brengen. 1995
o De aanpak van Aids met een combinatie van middelen te bestrijden wordt een standaard aanpak. o Er wordt een explosie van HIV-besmettingen gemeld onder spuitende druggebruikers in Oost-Europa. 1996
o Joint United Nations Pragramma on Aids (UNAIDS) wordt opgericht. Dat is een organisatie die over de hele wereld Aids gaat bestrijden. o In de westerse wereld groeit het aantal HIV-geïnfecteerden minder snel. o Magic Johnson gaat weer basketballen. o Het aantal HIV-positieven dat overlijdt of opgenomen wordt in het ziekenhuis neemt dramatisch af. De poliklinieken raken overbelast terwijl de ziekenhuisbedden leeg blijven. o De wetenschapper David Ho speculeert dat de HIV-infectie mogelijk na drie jaar behandeling te genezen is. 1997
o UNAIDS schat het aantal geïnfecteerden op 30 miljoen, er komen elke dag 16.000 nieuwe gevallen bij. o Er zijn in 15 jaar 2,3 miljoen mensen aan Aids overleden waarvan bijna een half miljoen kinderen. 1998
o In Zuid-Afrika wordt Gugu Diamini dood geslagen door haar buren, want ze heeft op televisie verteld dat ze HIV heeft. o De epidemie is het ergst in Afrika onder de Sahara, want daar doen 70% van de nieuwe infecties en 80% van de overlijdensgevallen zich voor. o Een Aids-vaccin wordt voor het eerst getest op mensen: 5400 mensen uit Noord-Europa hebben zich aangemeld. o Het idee dat met alleen combinatietherapie HIV-infectie te genezen valt, lijkt met de dag meer te vervliegen. De schattingen over de behandeltijd die nodig is voor genezing, lijken zich elk jaar te verdrievoudigen. o Andere onderzoekers, waaronder Bruce Walker, richten zich juist op het immuunsysteem. Kan het immuunsysteem niet geleerd worden om het HIV beter aan te pakken? Dat zou kunnen door extreem vroeg te beginnen met combinatietherapie. Therapeutische vaccinatie zou mogelijk kunnen helpen bij HIV-positieven die later begonnen zijn met HIV-remmers. o Enkele maanden later werd bekend dat het therapeutische vaccin Remune precies lijkt te doen wat Walker voorspelde. Een klein wonder, want Remune was al sinds 11 jaar zonder veel resultaat in onderzoek. 1999
o Onderzoekers in de Verenigde Staten denken dat de chimpansee de bron van het HIV-virus is. o Op wereldschaal is HIV doodsoorzaak nummer 5. o Zuid-Afrika probeert de prijzen van geneesmiddelen naar beneden te krijgen. o In Rusland stijgt het aantal geïnfecteerden explosief. o Wereldwijd zijn 33 miljoen mensen geïnfecteerd met Aids. o De verwachting is dat de komst van een werkend vaccin, zeker 10 jaar op zich laat wachten. o Hoewel het nog niet uit harde cijfers blijkt, lijkt het aantal mensen dat aan Aids en/of aan de bijwerkingen van de medicatie sterft weer toe te nemen. o De tijd dat volgens speculatie iemand voor genezing succesvol een combinatietherapie moet blijven slikken wordt nu geschat op 60 jaar. Als de trend zich voortzet zal volgend jaar de schatting liggen tussen de 120 en 180 jaar. 2000
o De president van Zuid-Afrika gelooft niet dat Aids veroorzaakt door het HIV-virus. In zijn land zijn 4,7 miljoen mensen, één op de negen, met het virus besmet.
4: De overdracht van HIV en Aids Hoe wordt HIV overgedragen? Het virus bevindt zich in: o Bloed
o Sperma
o Vaginaal vocht
o Voorvocht
o Moedermelk
Besmetting ontstaat door sperma-op-bloed contact en door direct bloed-op-bloed contact. HIV kan overgedragen worden door: a) Onveilig seksueel contact: Als je onveilig vrijt loop je het risico besmet te worden met HIV of een andere Seksueel Overdraagbare Aandoening. Je loopt meer risico als je seksuele contacten hebt met mensen uit groepen waarbinnen Aids veel voorkomt bijvoorbeeld: mensen die drugs spuiten, mannen met wisselende homoseksuele contacten en mensen uit gebieden waar Aids veel voorkomt. Het probleem is dat je niet aan iemand kan zien of hij of zij tot één van deze groepen behoort. Lang niet iedereen weet of hij of zij seropositief is, ook dat is niet aan iemand te zien. Er zijn verschillen onveilige seksuele handelingen: vaginale geslachtsgemeenschap zonder condoom, anale seks zonder condoom, orale seks, waarbij sperma of (menstruatie)bloed in de mond komt en onderling gebruik van seksattributen, zoals een dildo, zonder deze tussendoor schoon te maken. b) Het inspuiten met eerder gebruikte naalden en spuiten bij druggebruik: Je raakt niet geïnfecteerd met HIV door drugs te gebruiken. Mensen die drugs spuiten en elkanders naalden en spuiten gebruiken lopen wel risico, omdat in de naalden en spuiten bloedresten achter kunnen blijven. Ook het gebruiken van andermans spuitattributen, zoals lepel, glas, water en watjes, en het overhevelen van drugs van de ene naar de andere spuit geeft risico op besmetting. Het HIV-virus en andere virussen die ziekten verwekken, kunnen zo in de bloedbaan terecht komen. c) Een seropositieve moeder op haar kind tijdens de zwangerschap, de bevalling of via borstvoeding: HIV kan worden overgedragen van moeder op kind tijdens de zwangerschap of bevalling, als de moeder seropositief is. Na de bevalling kan de moeder het virus overdragen via borstvoeding. Behandeling met medicijnen van de moeder tijdens de zwangerschap en andere voorzorgsmaatregelen bij de bevalling, zoals keizersnede of geen borstvoeding geven, kunnen de kans op overdracht verkleinen tot minder dan 5 %. d) Het gebruik van onveilige bloedproducten of bloedtransfusie met besmet bloed (in west-Europa is dit risico vrijwel uitgesloten): In Nederland is de kans om Aids te krijgen door een bloedtransfusie vrijwel uitgesloten. Sinds juli 1985 worden alle bloeddonaties door testen gecontroleerd op antistoffen tegen HIV. Besmet bloed dat deze antistoffen bevat wordt niet gebruikt. Hetzelfde geldt voor andere Europese landen en de Verenigde Staten.In ontwikkelingslanden wordt het bloed niet altijd gecontroleerd, daar loop je dus wel risico op besmetting met het virus. Als je besmet wordt via onveilig seksueel contact, het inspuiten met eerder gebruikte naalden en spuiten bij druggebruik of het gebruik van onveilige bloedproducten of bloedtransfusie met besmet bloed wordt dat horizontale transmissie van het virus genoemd. Verticale transmissie van het bloed is besmetting via een seropositieve moeder op haar kind tijdens de zwangerschap, de bevalling of via borstvoeding. Hoe wordt het virus niet overgedragen? Veel mensen raken ongerust of onzeker als ze met HIV of Aids geconfronteerd worden. Dit is wel begrijpelijk, maar meestal onterecht. In de dagelijkse omgang met mensen met HIV en Aids is er geen risico op een HIV-infectie. Op de volgende manieren kan HIV niet worden overgedragen: o Door huidcontact: HIV kan niet door een onbeschadigde huid over worden gedragen. Een pleister op een wondje biedt voldoende bescherming. o Door (tong)zoenen: In het speeksel is veel te weinig virus aanwezig om iemand te kunnen infecteren. o Door toilet en gebruiksvoorwerpen: Het virus kan in de buitenlucht niet blijven leven dus ook niet op kopjes, bestek, beddengoed etc. o Door adem, hoesten en niezen: Het virus kan in de buitenlucht niet blijven leven.
Hoe kan je jezelf beschermen tegen Aids en HIV? Aids is eigenlijke vrij gemakkelijk te voorkomen. Veilig vrijen, dus vrijen met een condoom is de beste manier om Aids te voorkomen. Voor de veiligheid kun je de volgende maatregelen nemen: o Heb altijd condooms op zak. o Gebruik een condoom bij vaginaal en anaal contact. o Als je anale gemeenschap heeft, gebruik dan een speciaal condoom en glijmiddel. o Gebruik bij orale seks een condoom of beflapje. De duur van een relatie die je met iemand hebt, is geen maatstaf voor het vrijen met of zonder condoom. De vraag wanneer het veilig is om zonder condoom te vrijen, is afhankelijk van de risico’s die jij en je partner in het verleden hebben gelopen. Als je niet zeker bent van de situatie, is veilig vrijen nodig. Je kunt ook overwegen om een HIV-test te doen. Hierover is meer te lezen in het volgende hoofdstuk. Als je drugs spuit, moet je altijd met een schone naald gebruiken. De naald van een ander kan besmet zijn met het HIV-virus. Veel mensen weten dit niet, hierdoor zijn er onder drugsgebruikers veel Aids-patiënten. Iemand die besmet is met HIV moet zorgen dat zijn bloed niet in contact komt met dat van anderen. 5: De HIV-test Wat is een HIV-test? Door je bloed te laten testen op de aanwezigheid van HIV, kun je erachter komen of je het virus in je bloed hebt. Als je besmet bent met HIV dan maakt je lichaam antistoffen aan. Met een HIV-test kan dat gecontroleerd worden. Deze antistoffen produceert het lichaam om virussen onschadelijk te maken. Het probleem bij AIDS is dat de antistoffen tegen HIV het virus niet kunnen uitschakelen. De HIV-test toont aan of je HIV-antistoffen in je bloed hebt zitten. Als dat zo is, ben je geïnfecteerd met HIV, ofwel seropositief. Antistoffen zijn soms pas zes maanden na besmetting in het bloed te vinden. Er kan dus pas een test worden gedaan zes maanden na je risico hebt gelopen. Wanneer is het goed om een test te doen? Een HIV-test kan alleen op eigen verzoek of na toestemming worden gedaan. De test is niet verplicht, je moet zelf beslissen of je het wel of niet wil doen. Het hangt van de situatie af of het nuttig is. Mensen die denken dat ze in het verleden risico hebben gelopen, wordt vaak aangeraden een test te overwegen, omdat er tegenwoordig mogelijkheden zijn om HIV te behandelen. Zwangere vrouwen krijgen de test aangeboden als ze risico hebben gelopen. Soms kan een arts een test voorstellen, naar aanleiding van klachten of ziekteverschijnselen. In een persoonlijk gesprek met een arts of iemand van de GGD worden de voor- en nadelen afgewogen. Met het oog op nieuwe behandelmethoden is het belangrijk dat iemand goed geïnformeerd is voor de test wordt gedaan. Wat zijn de voordelen van zo’n test? De HIV-test maakt een einde aan onzekerheden waar mensen al een tijdje mee kunnen rondlopen. Een gunstige uitslag kan een hele geruststelling zijn. Bij een ongunstige uitslag kan men zich regelmatig door een arts laten controleren. Ook kan er tijdig met behandelen worden begonnen. Als hiermee tijdig wordt begonnen kunnen mensen langer leven zonder klachten. Wat zijn de nadelen? Het wachten op een testuitslag is een spannende periode. Te horen krijgen dat iemand besmet is met HIV geeft veel onzekerheden zoals: Hoe zal de omgeving reageren? Hoe lang heb ik nog te leven? Vervolgens moet er nagedacht worden over het beginnen met de behandeling. De behandeling is niet geheim te houden en deze is erg zwaar. Hiernaast zijn er ook maatschappelijke nadelen. Men kan problemen krijgen met het afsluiten van bepaalde verzekeringen. Ook kunnen er lastige situaties op het werk ontstaan, doordat werkgevers tegenwoordig zelf opdraaien voor de ziektekosten. Overigens is er een nieuwe wet opgesteld waarin staat dat tijdens sollicitatiegesprekken geen vragen over de gezondheid mogen worden gesteld. Aanstellingskeuringen mogen alleen worden verricht als aan de functie bijzondere eisen van medische geschiktheid worden gesteld.
Hoe gaat een HIV-test in zijn werk? Als je je laat testen via de huisarts of een instelling zoals de GGD wordt er bloed afgenomen. Dit bloed wordt naar het laboratorium gestuurd. Hier worden twee tests uitgevoerd. Beide tests onderzoeken of er zich antistoffen tegen HIV in het bloed bevinden. Tegenwoordig zijn er snellere tests dan vroeger. Toch duurt het meestal één tot twee weken voor de uitslag binnen is. In Nederland is anoniem testen mogelijk bij de GG&GD. Hoe betrouwbaar is de uitslag? De HIV-tests zoals die in het laboratorium worden gedaan zijn bijna 100% betrouwbaar. Er zijn twee uitzonderingsgevallen waarbij de betrouwbaarheid niet zo hoog is: o Bij mensen die net zijn geïnfecteerd kunnen nog geen antistoffen worden aangetoond. Deze zijn nog in de maak. Na de infectie duurt het drie tot zes maanden voor antistoffen door een test zijn aan te tonen. o Pasgeboren baby’s van HIV-positieve moeders kunnen de antistoffen van de moeder in het bloed hebben. De antistoffen worden dan via de standaardtest gevonden. Om te bepalen of de antistoffen van de moeder of het kind zijn, moeten andere tests worden gedaan. Na verloop van tijd verdwijnen de antistoffen van de moeder. Als het kind zelf ook HIV heeft, houdt het de eigen antistoffen. Waar kan je een HIV-test laten doen? Een test kan worden gedaan bij de huisarts, de GGD of bij een Rutgershuis. In alle gevallen zijn de gegevens vertrouwelijk. Bij de GGD kun je je anoniem laten testen. De kosten van de test liggen tussen de € 14,- en € 55,- afhankelijk van waar de test wordt uitgevoerd. Een test bij de huisarts wordt vergoed door de ziektekostenverzekering, een anonieme test komt voor eigen rekening. 6: Geneesmiddelen Is Aids te genezen? Tot nu toe is Aids niet te genezen, maar dankzij een combinatie van nieuwe medicijnen lijken de symptomen van de ziekte beter te bestrijden. De medicatie bestaat uit een cocktail van medicijnen die het virus zelf te lijf gaat. Hierdoor vermindert de hoeveelheid virus in het bloed. Soms is er door de medicatie zelfs geen spoor van het virus meer in het bloed te vinden. Waarom is combinatietherapie nodig? Combinatietherapie is noodzakelijk om het virus te remmen. In de praktijk is gebleken dat het virus op meerdere plaatsen tegelijk moet worden aangepakt. Een combinatie van middelen grijpt in op verschillende fasen in de vermenigvuldigingscyclus van het virus. Dit verkleint ook de kans dat virussen die minder gevoelig zijn voor één middel ontsnappen, omdat er meerdere middelen worden ingezet.
Wat zijn de nadelen van de medicatie? Bij de medicatie horen veel bijverschijnselen. Een abnormale verdeling van het vetweefsel is een van de meest gevreesde bijverschijnselen. Patiënten die daarmee kampen, vermageren zichtbaar in hun gezicht en aan hun armen en benen, terwijl hun buik en borst steeds dikker worden. Ook gaat de therapie regelmatig gepaard met afwijkingen in de vetstofwisseling, waardoor de kans op hart- en vaatziekten weer toeneemt. Een ander nadeel is de hoeveelheid pillen die een patiënt per dag moet innemen. Dit kan variëren van twintig tot dertig pillen per dag. Als iemand geneesmiddelen gebruikt tegen Aids, kan hij/zij dan niemand meer besmetten? Als iemand geneesmiddelen tegen Aids gebruikt, kan deze persoon nog steeds andere mensen besmetten. Geneesmiddelen remmen alleen de vermenigvuldiging van het virus. Het virus blijft in het lichaam aanwezig en zolang dat het geval is, kan die persoon andere mensen besmetten. Waarom is regelmatig bloedonderzoek nodig? Bloedonderzoek gebeurt om verschillende redenen. De belangrijkste reden is het volgen van het effect van de behandeling. Door het meten van de hoeveelheid virus in het bloed kan je zien of een behandeling voldoende effect heeft. Dan daalt het aantal of blijft het aantal laag. Je kan ook zien of er resistentie optreedt. Dan neemt het aantal virussen per milliliter weer toe. Als er resistentie optreedt, moet er gecontroleerd worden of de patiënt wel trouw al zijn middelen inneemt. Dit kan door het bepalen van concentraties van de middelen in het bloed. Als de patiënt netjes alle middelen inneemt, moet de therapie worden aangepast. Waarom krijgt geneesmiddelenonderzoek naar Aids zoveel aandacht? Dit heeft iets te maken met angst en hoop. Vóór Aids had kankeronderzoek altijd de meeste publiciteit: de ziekten die veel aandacht krijgen, zijn vaak dodelijk en ieder nieuw middel geeft weer hoop op overleven. Aids krijgt nog meer aandacht, omdat het besmettelijk is. Aids is besmettelijk en iedereen, ongeacht leeftijd kan de besmetting oplopen. Er zijn natuurlijk wel groepen die meer kans maken om de ziekte op te lopen. Dus enerzijds aandacht omdat de mens van nature angst/aandacht heeft voor bedreigingen. Het virus dat Aids veroorzaakt kan zich op allerlei plaatsen in het lichaam verstoppen. Hierdoor is het moeilijk bereikbaar voor geneesmiddelen. In het lichaam zitten zoveel virusdeeltjes, die zich continue vermenigvuldigen. Hierdoor zijn er altijd wel een paar die iets veranderen, waardoor de kans ontstaat, dat er virussen ontstaan die ongevoelig zijn voor de gebruikte of beschikbare middelen. Daarom is er een constante noodzaak om nieuwe, nog betere middelen te ontwikkelen om het virus onder controle te houden. En anderzijds aandacht vanwege de noodzaak om steeds iets nieuws te blijven ontwikkelen. De middelen tegen Aids, die wij gebruiken, zijn de eerste geneesmiddelen, die echt via computermodellen ontwikkeld zijn om een speciaal iets aan te grijpen. Hoe komt het dat Aids-medicijnen over het algemeen zo duur zijn? De firma’s, die geneesmiddelen ontwikkelen, zijn geen liefdadigheidsinstellingen. Het zijn beursgenoteerde multinationals die als doel hebben zoveel mogelijk winst te maken. Er wordt natuurlijk altijd gezegd, dat ontwikkeling van geneesmiddelen veel geld kost en risico’s met zich meebrengt, maar de prijsstelling is toch gericht op wat men er maximaal uit kan halen. Voor een middel wat het leven kan verlengen is men graag bereid veel meer geld te betalen, dan voor bijvoorbeeld een middel tegen puistjes. De Afrikaanse landen oefenen druk uit op de firma’s die onderzoek doen naar de medicijnen. De firma’s verkopen de medicijnen in Afrika voor veel minder geld. In het westen verkopen ze middelen voor bijvoorbeeld een dagprijs van € 50,- en in Afrika stellen ze dezelfde middelen beschikbaar voor bijvoorbeeld een dagprijs van € 2,-
Zijn geneesmiddelen tegen Aids die we in de westerse wereld kennen ook beschikbaar voor Aids-patiënten in de derde wereld? Over het algemeen zijn de financiële middelen in Afrika ontoereikend, ondanks de boven beschreven prijsverlaging, om ze voor iedereen die ze nodig heeft beschikbaar te stellen. Voor behandeling van Aids is meer nodig dan alleen geneesmiddelen. De mensen moeten ook gecontroleerd worden, er moet voldoende voorlichting zijn en er moeten voorbehoedsmiddelen beschikbaar zijn. Hiervoor ontbreekt de hele infrastructuur. Vaak moet er gebroken worden met bepaalde normen en waarden in een cultuur. Praten over seks en voorbehoedsmiddelen gebruiken zijn in Afrika een groot taboe. De mensen moeten hiermee leren omgaan. In Zuid-Afrika is waarschijnlijk 30% van de bevolking geïnfecteerd. Een belangrijke oorzaak daarvan is dat het heel normaal is, dat zwarte mannen er meerdere relaties op na houden en geen voorbehoedsmiddelen gebruiken. 7: De verspreiding van Aids Waar komen Aids en HIV in de wereld voor? Twintig jaar na het eerste Aids-geval telt de wereld ongeveer 40 miljoen mensen die lijden aan Aids of die zijn geïnfecteerd met het HIV-virus. Elke dag komen er nieuwe gevallen bij en sterven er mensen. Het afgelopen jaar overleden een paar miljoen mensen aan Aids, waarvan de meeste in Afrika. Er is geen land zonder HIV, maar er zijn wel grote verschillen tussen de landen. De landen in Afrika ten zuiden van de Sahara zijn het zwaarst getroffen. Maar ook in India, Brazilië, China, Oost-Europa en Centraal-Azië stijgt het aantal Aids-gevallen in hoog tempo. Hoeveel komt het in de wereld voor? Wereldwijd zijn er 40 miljoen mensen geïnfecteerd met HIV/Aids. Waarvan: Mannen: 19,6 miljoen
Vrouwen: 17,6 miljoen
Kinderen(<15): 2,7 miljoen
In 2001 zijn er wereldwijd 5 miljoen nieuwe HIV-infecties bijgekomen. Waarvan: Mannen: 2,5 miljoen
Vrouwen: 1,8 miljoen
Kinderen(<15): 800.000
Van deze nieuwe infecties zijn er 3,4 miljoen in Afrika ten zuiden van de Sahara. In 2001 zijn er 3 miljoen mensen overleden aan Aids. Waarvan: Mannen: 1,3 miljoen
Vrouwen: 1,1 miljoen
Kinderen(<15): 580.000
Per dag komen er gemiddeld zo’n 13.700 nieuwe infecties bij.
Hoe heeft de ziekte zich in de loop van de jaren over de wereld verspreid? Inmiddels komen HIV-infecties en Aids over vrijwel de hele wereld voor. Eind 1999 schatte de wereldgezondheidsorganisatie dat wereldwijd ruim 40 miljoen mensen met HIV geïnfecteerd waren. Van wie ruim 22 miljoen in centraal- en zuidelijk Afrika. Sinds Aids ontdekt is zijn er al 16 miljoen mensen aan overleden. Per jaar overlijden er ongeveer 3 miljoen mensen aan de ziekte. Maar belangrijker dan deze cijfers is het feit dat het aantal geïnfecteerde nog steeds erg toeneemt. In dat onderzoek eind 1999 bleek ook dat er iedere dag ongeveer 13.700 mensen geïnfecteerd worden met het HIV-virus. Deze mensen wonen voor het grootste gedeelte (95%) in derdewereldlanden. In Afrika ten zuiden van de Sahara betreft het meer dan de helft vrouwen. Vooral meisjes tussen de 15 en de 19 jaar lopen daar kans om besmet te raken. Oudere mannen die besmet zijn met het virus zijn hiervoor verantwoordelijk. De besmettingsgraad onder meisjes van die leeftijd is 5 tot 6 maal zo hoog als onder jongens van die leeftijd. In het grondgebied van de voormalige Sovjet-Unie was in 1999 de toename van HIV-infecties het sterkst. Hier verspreidde het virus zich doordat drugsgebruikers elkanders naalden gebruiken zonder ze eerst grondig schoon te maken. Dit gebeurde vooral bij jonge werkelozen in de industriegebieden. Tussen 1997 en 1999 verdubbelde het aantal met HIV besmette personen in de voormalige Sovjet-Unie. In West-Europa waren eind 2001 ongeveer 560.000 mensen besmet met HIV. En er waren 30.000 nieuwe HIV meldingen bij gekomen. In de Westerse landen heeft de ziekte zich aanvankelijk vooral verspreid onder homoseksuele en biseksuele mannen die wisselende contacten hebben en onder drugsgebruikers. Daarnaast werd de infectie gezien bij mensen die bloed of bloedproducten toegediend hadden gekregen. Deze groep is klein gebleven doordat er sindsdien bij elke bloeddonatie een test wordt uitgevoerd om te kunnen zien of het bloed besmet is met het HIV-virus. De infectie kwam ook voor bij partners van de mensen die boven genoemd zijn en bij kinderen die geboren werden uit geïnfecteerde moeders. In Nederland waren er eind 1999 ongeveer 13.000 mensen seropositief waarvan 2500 vrouwen en 100 kinderen. Het percentage heteroseksuelen die besmet zijn stijgt de laatste jaren. Sinds het begin van de epidemie zijn er 6100 gevallen van Aids gemeld en van die 6100 zijn er 3900 overleden. Waarom komt Aids zoveel voor in ontwikkelingslanden? Aids verspreidt zich veel sneller in ontwikkelingslanden dan bijvoorbeeld in Nederland. Daar zijn een aantal redenen voor: • Armoede: doordat de mensen arm zijn hebben ze weinig toegang tot informatie, gezondheidsdiensten en middelen om zich tegen Aids te beschermen. Mannen die bijvoorbeeld voor langere tijd van huis zijn om geld te verdienen hebben vaak wisselende seksuele contacten, hierdoor lopen ze het virus op en ze besmetten thuis hun vrouw en eventueel ongeboren kinderen. • Geslachtsongelijkheid: omdat vrouwen meestal geen onderwijs mogen volgen of mogen werken komen ze vaak in de prostitutie terecht. Ze kunnen zo snel besmet raken met HIV en dat weer overdragen op hun kinderen. Daarnaast mogen vrouwen in ontwikkelingslanden geen veilige seks eisen. • Praten over seks is taboe: in veel culturen is praten over seks niet toegestaan. Ook condooms gebruiken is ongewoon. Jongeren krijgen hierdoor geen seksuele voorlichting en zonder condooms raken ze snel besmet. • Niet accepteren van HIV en Aids: het virus heeft te maken met seks en dood en is daardoor niet bespreekbaar. Mensen houden hun besmetting geheim en ook de overheid en de politici zwijgen over het onderwerp. Bijvoorbeeld de president van Zambia. Ondanks dat 33% van de Zambiaanse bevolking besmet is met het virus, was hij niet aanwezig tijdens de opening van de Internationale Afrikaanse Aids Conferentie. Doordat Aids niet geaccepteerd wordt, blijven mensen onveilig vrijen. 8: De bestrijding van Aids Wat wordt er wereldwijd gedaan aan de bestrijding van Aids? Vanaf 1988 heeft Nederland zo’n 620 miljoen gulden besteed aan verschillende vormen van Aids-bestrijding in ontwikkelingslanden. Preventie, onderzoek, zorg en antidiscriminatie zijn daarbij de belangrijkste actiepunten. In 2000 gaf de overheid 170 miljoen gulden om het volgende te bereiken: • Bestrijding van de HIV/Aids epidemie. • De effecten die Aids veroorzaakt verzachten voor de mensen in de samenleving. De Nederlandse regering probeert dit op de volgende manieren te bereiken: • Het vergroten van de politieke betrokkenheid om de verspreiding van Aids tegen te gaan. • Veilig vrijen moet geaccepteerd worden, seksualiteit moet meer bespreekbaar worden en jongeren moeten seksuele voorlichting krijgen. • Voorlichting geven over Aids en HIV via de media, theater en film. • Meer onderzoek doen naar besmetting van moeder op kind. • Het gebruik van condooms promoten. • Onderzoek doen naar betrouwbare, betaalbare en effectieve vaccins tegen AidsS. • Het vrijwillige HIV testen bevorderen. • Zorgen voor opvang van zieken, weeskinderen en andere mensen die getroffen zijn door de gevolgen van de epidemie. • Bestrijding van discriminatie van mensen die met HIV besmet zijn. Het project Stop AIDS Now krijgt financiële steun van minister Herfkens. Zij is minister van ontwikkelingssamenwerking. Het project doet er alles aan om Aids zo snel mogelijk te stoppen. De organisatie verricht veel goed werk. Zo wordt er met hun hulp een weeshuis voor kinderen met Aids onderhouden. Er wordt in de wereld nog meer gedaan aan Aids, ook al is het op kleine schaal. In Kenia woont er bijvoorbeeld een groep vrouwen en kinderen die door Aids weduwe of wees zijn geworden. Veel van hen zijn zelf ook besmet maar samen werken ze eraan om de kinderen een goede toekomst te geven. De vrouwen storten het geld dat ze verdienen in een gemeenschappelijke pot. Van dit geld kunnen de kinderen naar school en ze hebben ook samen voor een waterput gezorgd. Stop Aids Now geeft geld aan de kerk die deze vrouwen steunt en deze kerk geeft de 82 vrouwen en 119 weeskinderen geld als stimulans voor hun werk. In de stad Burundi is er een voetbal team dat mensen voorlichting geeft over Aids. De voetballers zijn 14 tot 18 jaar en tijdens trainingen en wedstrijden nodigen ze artsen uit die alle bezoekers vertellen over Aids. De voetballers bereiken zo andere jongeren, supporters en hun familie. Stop Aids Now steunt ook dit initiatief. 9: De toekomst Zullen er in de toekomst medicijnen worden gevonden die Aids genezen? HIV-infectie is door het beschikbaar komen van veel middelen verandert van een dodelijke aandoening in een chronische ziekte, die continue behandeld moet worden. Ook in het westen, waar deze middelen beschikbaar zijn, zie je regelmatig, dat de behandeling faalt door of resistent worden van het virus of door het niet trouw innemen van de geneesmiddelen. Deze middelen hebben nogal wat bijwerkingen en het is een hele opgave om dagelijks alles goed in te nemen. De ontwikkelingslanden blijven een grote haard van besmetting, waar zich steeds weer nieuwe varianten van te virus kunnen ontwikkelen, die weer minder gevoelig kunnen zijn voor de beschikbare middelen. Het virus kan zich nog steeds verstoppen op plekken in het lichaam, waar de geneesmiddelen niet bij kunnen. Dus genezing van bestaande infecties ziet er nog niet hoopvol uit. Het verminderen van de kans op besmetting zou kunnen geschieden door het ontwikkelen van een vaccin; daar wordt al heel lang hard aan gewerkt, maar dat schiet niet erg op onder andere doordat het virus regelmatig verandert. Kortom: zeker de komende twintig jaar blijft het nog aanmodderen en goed uitkijken. Ook al wordt er al veel gedaan aan de bestrijding van Aids, in de toekomst moet er een betere internationale aanpak komen. De landen moeten beter samenwerken en de politiek moet zich meer betrokken voelen bij het probleem. Het is ernstig maar nog niet helemaal verloren. Veel overheden en organisaties zien wel in dat politieke betrokkenheid belangrijk is en dat bestrijding van armoede geen zin heeft als je Aids niet ook bestrijd. Je moet dus eerst Aids gaan bestrijden voordat de armoede te bestrijden is, omdat Aids juist die armoede voor een deel veroorzaakt. Beantwoording hoofdvraag In dit hoofdstuk zullen wij de hoofdvraag beantwoorden. De hoofdvraag luidt: Wat betekent Aids in deze wereld? En welke maatschappelijke gevolgen heeft het? Aids komt overal in de wereld voor. Vooral in de derde wereld is het een groot probleem. Iedereen daar kent wel iemand die aan Aids lijdt. Mensen krijgen te maken met zaken als ziekte en de dood. Deze zaken brengen hoge medische kosten en begrafeniskosten met zich mee. In derde wereld landen kunnen maar weinig mensen de medicijnen betalen. Aids heeft dus grote invloed op het dagelijkse leven van de mensen. Aids beïnvloedt onder andere de economie. De landbouw, bouwsector en transportsector krijgen te maken met gebrek aan personeel en hogere kosten voor scholing, gezondheidszorg en verzekeringen. Ook veel leraren sterven aan Aids en daardoor ligt het onderwijs in veel dorpen in ontwikkelingslanden stil. Medische kosten gaan vaak voor onderwijskosten waardoor kinderen niet naar school kunnen. Moeders en oma’s doen vaak het werk van de vaders die er niet meer zijn en ze moeten daarnaast ook voor de zieken en de weeskinderen zorgen. Meisjes gaan vaak niet meer naar school, omdat ze thuis moeten helpen. Door de Aids-epidemie zijn er nu al 13 miljoen weeskinderen. Deze kinderen wonen bij familie, zwerven op straat of zitten in een weeshuis. Vaak zijn deze kinderen zelf ook besmet met het HIV-virus. Het is een vicieuze cirkel. Kinderen verliezen hun ouders aan Aids en kunnen niet meer naar school, omdat ze thuis moeten helpen. Op school zouden ze voorlichting kunnen krijgen over HIV, maar die krijgen ze nu niet. Als zij besmet zijn gaan zij ook dood en wie moet er dan weer voor hun kinderen zorgen? Door al deze zieken en doden verdwijnt een werkende generatie en heeft Aids ook invloed op de economie en de toekomst voor het land en de bewoners. De wereldbank schat dat het inkomen van Zuid-Afrika in 2010 ongeveer 17% zal dalen door Aids. Als er geen Aids was zou het inkomen dus 17% hoger zijn. Aids leidt dus tot armoede. In de westerse wereld komt Aids veel minder voor, waardoor het een minder grote invloed heeft op de samenleving. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: • De mensen in de westerse wereld kunnen de medicijnen die Aids remmen en de pijn verzachten over het algemeen wel betalen. • Hier kan vrijuit gepraat worden over seks. In de derde wereld landen is er nog een taboe. • In deze wereld krijgen de mensen een goede voorlichting over soa’s en veilig vrijen. In principe weet iedereen dat je voorbehoedsmiddel moet gebruiken. • De politici zien de ernst van Aids in. Ze erkennen dat er veel mensen aan sterven en dat er iets aan gedaan moet worden. Ze stellen geld beschikbaar voor onderzoek naar medicijnen en voor verschillende vormen van bestrijding van Aids. In de derde wereld erkennen de politici de ernst van Aids nog niet. Toch beïnvloedt ook hier Aids het leven. Het houdt de mensen bezig en er wordt veel onderzoek naar gedaan. In verschillende tijdschriften wordt er regelmatig aandacht aan Aids en HIV besteedt. Aids houdt de mensen ook zo bezig, omdat het een van de weinige ziektes is, die (nog) niet te genezen is.
Samenvatting Aids is een ernstige ziekte die altijd een dodelijke afloop heeft. Overal ter wereld worden mannen, vrouwen en kinderen geïnfecteerd met het HIV-virus, ook wel het Aids-virus genoemd. Aids is tot nu toe nog niet te genezen maar wel te voorkomen. Aids is een stoornis in het afweersysteem. De ziekte wordt veroorzaakt door het HIV-virus. Als het HIV-virus je lichaam binnendringt, verandert er het een en ander in het immuunsysteem. Deze houdt normaalgesproken infecties tegen. Het virus pakt bepaalde cellen vast, de T-helpercellen. Dit heeft grote gevolgen, want de helpercellen zorgen ervoor dat lymfocyten antistoffen maken tegen virussen, bacteriën en schimmels, doordat het virus de helpercellen uitschakelt, begint de verdedigingslinie in je lichaam gaten te vertonen. Als je met HIV geïnfecteerd bent, kunnen er verschillende klachten optreden zoals: flink gewichtsverlies, longontsteking, menstruatiestoornissen, je kan een bepaalde vorm van kanker krijgen en bijvoorbeeld hersenvliesontsteking. Mensen met AIDS krijgen over het algemeen niet al de genoemde verschijnselen. Als je geïnfecteerd bent met HIV heb je nog niet meteen Aids. De incubatietijd is heel wisselend. Er kunnen na een paar maanden klachten optreden, maar ook pas na tien jaar. Dit is afhankelijk van de leeftijd waarop men de infectie oploopt. AIDS is het eerst herkend in de Verenigde Staten in 1981. Het viel op dat een weinig voorkomende longontsteking en een bepaalde huidtumor ineens vaker voorkwamen. Deze ziektes kwamen voorheen eigenlijk alleen bij oude mannen voor. Het opvallende was dat beide ziektes nu voorkwamen bij jonge gezonde mannen die en actief homoseksueel leven leidden. Er werd een commissie opgesteld, deze rapporteerde al snel dat er een nieuwe, kennelijk dodelijke ziekte was ontdekt. De ziekte kreeg de naam AIDS. Men ontdekte dat het ging om een ernstige aantasting van het van het afweersysteem van het lichaam, veroorzaakt door een virus. HIV kan overgedragen worden door: • Onveilig seksueel contact. • Het inspuiten met eerder gebruikte naalden. • Een seropositieve moeder op haar kind tijdens de zwangerschap, de bevalling of via borstvoeding. • Het gebruik van onveilige bloedproducten of bloedtransfusie met besmet bloed (in west-Europa is dit risico vrijwel uitgesloten.) In de dagelijkse omgang met mensen met HIV en AIDS is er geen risico op een HIV-infectie. Veilig vrijen, dus vrijen met een condoom is de beste manier om AIDS te voorkomen. Als je drugs spuit, moet je altijd met een schone naald gebruiken. Iemand die besmet is met HIV moet zorgen dat zijn bloed niet in contact komt met dat van anderen. Door je bloed te laten testen op de aanwezigheid van HIV, kun je erachter komen of je het virus in je bloed hebt. Als je besmet bent met HIV dan maakt je lichaam antistoffen aan. Met een HIV-test kan dat gecontroleerd worden. Antistoffen zijn soms pas zes maanden na besmetting in het bloed te vinden. Er kan dus pas een test worden gedaan zes maanden na je risico hebt gelopen. Tot nu toe is Aids niet te genezen maar dankzij een combinatie van nieuwe medicijnen lijken de symptomen van de ziekte beter te bestrijden. De medicatie bestaat uit een cocktail van medicijnen die het virus zelf te lijf gaat. Hierdoor vermindert de hoeveelheid virus in het bloed. Combinatietherapie is noodzakelijk om het virus te remmen. In de praktijk is gebleken dat het virus op meerdere plaatsen tegelijk moet worden aangepakt. Bij de medicatie horen veel bijverschijnselen. Een abnormale verdeling van het vetweefsel is een van de meest gevreesde bijverschijnselen. Ook gaat de therapie regelmatig gepaard met afwijkingen in de vetstofwisseling, waardoor de kans op hart- en vaatziekten weer toeneemt. Een ander nadeel is de hoeveelheid pillen die een patiënt per dag moet innemen. Dit kan variëren van twintig tot dertig pillen per dag. Als iemand geneesmiddelen tegen Aids gebruikt, kan deze persoon nog steeds andere mensen besmetten. Geneesmiddelenonderzoek naar Aids krijgt veel aandacht. Dit komt omdat de ziekte dodelijk is en ieder nieuw middel geeft hoop op overleven. Aids krijgt ook veel aandacht, omdat het besmettelijk is en iedereen, ongeacht leeftijd, kan het oplopen. Er is geen land zonder HIV, maar er zijn wel grote verschillen tussen de landen. De landen in Afrika ten zuiden van de Sahara zijn het zwaarst getroffen. Maar ook in India, Brazilië, China, Oost-Europa en Centraal-Azië stijgt het aantal Aids-gevallen in hoog tempo. Eind 1999 schatte de wereldgezondheidsorganisatie dat er ongeveer 50 miljoen mensen geïnfecteerd zijn met Aids waarvan 22 miljoen in centraal- en zuidelijk Afrika. Sinds Aids ontdekt is zijn er al 16 miljoen mensen aan overleden. Per jaar overlijden er ongeveer 2,6 miljoen mensen aan de ziekte. In Zuid-Afrika is meer dan de helft van de besmette mensen een vrouw. Vooral meisjes tussen de 15 en de 19 jaar hebben hier kans om besmet te raken, oudere mannen die geïnfecteerd zijn zijn hiervoor verantwoordelijk. In Nederland zijn ongeveer 13.000 mensen seropositief waarvan 2500 vrouwen en 100 kinderen. Aids verspreidt zich veel sneller in ontwikkelingslanden dan bijvoorbeeld in Nederland. Daar zijn een aantal redenen voor: • Armoede • Geslachtsongelijkheid • Praten over seks is taboe • Niet accepteren van HIV en Aids
Vanaf 1988 heeft Nederland zo’n 620 miljoen gulden besteed aan verschillende vormen van Aids-bestrijding in ontwikkelingslanden. Preventie, onderzoek, zorg en antidiscriminatie zijn daarbij de belangrijkste actiepunten. In 2000 gaf de overheid 170 miljoen gulden om het volgende te bereiken: • Bestrijding van de HIV/AIDS epidemie. • De effecten die AIDS veroorzaakt verzachten voor de mensen in de samenleving. Genezing van bestaande infecties ziet er nog niet hoopvol uit. Het verminderen van de kans op besmetting zou kunnen geschieden door het ontwikkelen van een vaccin; daar wordt al heel lang hard aan gewerkt, maar dat schiet niet erg op onder andere doordat het virus regelmatig verandert. Kortom: zeker de komende twintig jaar blijft het nog aanmodderen en goed uitkijken. Wat betekent Aids in deze wereld? En welke maatschappelijke gevolgen heeft het? Aids komt overal in de wereld voor. Vooral in de derde wereld is het een groot probleem. Iedereen daar kent wel iemand die aan Aids lijdt.Mensen krijgen te maken met dingen als ziekte en de dood. Deze zaken brengen hoge medische kosten en begrafeniskosten met zich mee. In derde wereld landen kunnen maar weinig mensen de medicijnen betalen. Aids heeft dus grote invloed op het dagelijkse leven van de mensen. Aids beïnvloedt onder andere de economie. De landbouw, bouwsector en transportsector krijgen te maken met gebrek aan personeel en hogere kosten voor scholing, gezondheidszorg en verzekeringen. Ook veel leraren sterven aan Aids en daardoor ligt het onderwijs in veel dorpen in ontwikkelingslanden stil. Medische kosten gaan vaak voor onderwijskosten waardoor kinderen niet naar school kunnen. Moeders en oma’s doen vaak het werk van de vaders die er niet meer zijn en ze moeten daarnaast ook voor de zieken en de weeskinderen zorgen. Meisjes gaan vaak niet meer naar school, omdat ze thuis moeten helpen. De wereldbank schat dat het inkomen van Zuid-Afrika in 2010 ongeveer 17% zal dalen door AIDS. Als er geen AIDS was zou het inkomen dus 17% hoger zijn. Aids leidt dus tot armoede. In de westerse wereld komt Aids veel minder voor, waardoor het een minder grote invloed heeft op de samenleving. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: • De mensen in de westerse wereld kunnen de medicijnen die Aids remmen en de pijn verzachten over het algemeen wel betalen. • Hier kan vrijuit gepraat worden over seks. In de derde wereld landen is er nog een taboe. • In deze wereld krijgen de mensen een goede voorlichting over soa’s en veilig vrijen. In principe weet iedereen dat je voorbehoedsmiddel moet gebruiken. • De politici zien de ernst van Aids in. Ze erkennen dat er veel mensen aan sterven en dat er iets aan gedaan moet worden. Ze stellen geld beschikbaar voor onderzoek naar medicijnen en voor verschillende vormen van bestrijding van Aids. In de derde wereld erkennen de politici de ernst van Aids nog niet. Toch beïnvloedt ook hier Aids het leven. Het houdt de mensen bezig en er wordt veel onderzoek naar gedaan. In verschillende tijdschriften wordt er regelmatig aandacht aan Aids en HIV besteedt. Aids houdt de mensen ook zo bezig, omdat het een van de weinige ziektes is, die (nog) niet te genezen zijn. Logboek van Wienke Week Ervaringen Tijd
7 Deze week kregen we de opdracht uitgedeeld. We zijn meteen begonnen met een onderwerp verzinnen. We vonden de onderwerpen die in het boek stonden niet zo leuk dus we zijn op Internet gaan zoeken. Maar ook daar konden we geen leuk onderwerp vinden. We hebben allebei thuis nog verder gezocht en we kwamen op het idee van AIDS. De volgende les hebben we gevraagd of dit onderwerp geschikt was en dat was zo. Het onderwerp is dus AIDS geworden. Ik heb deze week nog informatie gezocht op Internet en op Encarta. Er is gewoon zo veel te vinden. Ik denk dat het wel moeilijk wordt om het allemaal een beetje overzichtelijk te houden met al die informatie. We moeten natuurlijk ook oppassen dat we niet teveel willen behandelen in ons werkstuk. 1 uur
1 uur

8 Deze week hebben we de hoofd- en deelvragen bedacht. Door te kijken waar we informatie over hadden konden we heel veel deelvragen bedenken. We hebben alle deelvragen ingedeeld in hoofdstukken. Het viel nog best tegen om alle deelvragen bij een logisch hoofdstuk te zetten. Ik heb verder thuis nog wat meer informatie gezocht over de onderwerpen waarvan bleek dat we daar nog niet genoeg informatie over hadden. Tijdens het zoeken bedacht ik nog wat nieuwe deelvragen. We hebben ook het plan van aanpak gemaakt deze week. Toen we alle geschatte tijd bij elkaar op telde kwamen we wel op erg veel uren uit. Het gaat dus veel werk worden en we gaan proberen om het plan van aanpak precies te volgen zodat we niet alles in de laatste week hoeven te doen. Nadat we alle deelvragen hadden bedacht hebben we nog informatie aangevraagd op de site www.Aidsfonds.nl. Ze sturen de informatie binnen een week op, Ik hoop dat er wat bruikbare dingen bij zitten. Ik zou deze week de deelvragen van het hoofdstuk HIV en AIDS beantwoorden. Ik heb het nog niet helemaal af dus ik ga er volgende week mee verder. 1 ½ uur
1 uur
1 ½ uur ½ uur
9 Ik heb de antwoorden op de deelvragen af gemaakt. Quirine heeft het informatie pakket van het AIDS fonds gekregen en er zit wel goede informatie bij. Deze week was het vakantie dus kwam Quirine op vrijdag bij om nog wat aan het werkstuk te doen. We hebben een deel van het hoofdstuk: de geschiedenis van AIDS gedaan en ook een groot deel van het hoofdstuk: de overdracht van AIDS. Het gaat goed zo met het werkstuk en als we zo doorgaan krijgen we het wel op tijd af. 1 uur
2 uur
10 Ik heb deze week niet zo veel gedaan. Ik had het een beetje druk met andere dingen. Ik heb wel m’n logboek bijgewerkt en nog wat plaatjes gezocht op Internet. ½ uur
11 Deze week moeten we de deelgroep 6 beantwoorden. Het is wel een moeilijk onderwerp en we kunnen er ook niet zo veel informatie over vinden. Dat is dus wel jammer. Maar Quirine kent iemand die onderzoek doet naar AIDS, ze gaat hem een e-mailtje sturen en vragen om informatie. Ik hoop dat we daar wat aan hebben. We hebben in ieder geval al een begin gemaakt aan deze deelgroep. Ik heb ook het deel gelezen wat Quirine gemaakt heeft en ik vind het heel goed! Quirine heeft nu al informatie ontvangen via de e-mail over de medicijnen tegen AIDS. Ik heb het even gelezen er staat erg goede informatie in. Nu kunnen we dus weer verder met dit hoofdstuk. ¾ uur ¼ uur
12 We moesten hoofdstuk 6 nog afmaken. We hebben donderdag in de les een deel gedaan en na school hebben we het afgemaakt bij Quirine. Het is uiteindelijk wel gelukt om de deelvragen van dit hoofdstuk goed te beantwoorden, dankzij de informatie de we via de e-mail gekregen hebben. We zijn ook alvast begonnen met het maken van hoofdstuk 7. Dit is niet zo’n moeilijk onderwerp. We hebben veel informatie gevonden op Encarta en op
www.aidsfonds.nl. We zijn nog op zoek naar een kaartje maar dat gaat wel lukken. We hebben ook nog een inleiding gemaakt deze week. 1 ½ uur
1 uur ½ uur
13 We hebben hoofdstuk zeven afgemaakt en dat is wel goed gelukt. Ik heb hoofdstuk 8 gemaakt en dat ging ook wel goed. Er was wel veel informatie te vinden op verschillende sites. Quirine heeft hoofdstuk 9 gemaakt en nu zijn we helemaal klaar met alle deelvragen. We hoeven nu alleen nog de hoofdvraag te beantwoorden en de bronnenlijst enzo. Het schiet dus al lekker op. 1 uur
1¼ uur
14 We hebben deze week de opmaak gedaan. Dat valt altijd tegen en deze keer dus ook. We moesten plaatjes invoegen, de koppen een andere kleur geven en bijschriften bij de plaatjes zetten. We moesten de hoofdvraag beantwoorden en ik dacht dat dat heel moeilijk zou gaan worden maar het viel mee. We hebben alle antwoorden op de deelvragen doorgelezen en toen hebben we een conclusie geschreven. 1½ uur
1 uur
15 We hebben deze week het nawoord gemaakt. Ook hebben we de opmaak afgemaakt. Dit viel ons echt tegen. Het was meer werk dan we verwachtten. Dit komt waarschijnlijk ook doordat wij erg precies zijn. We willen elk plaatje precies op de goede plek en dat kost tijd. We moeten nu alleen nog een voorkant maken. We hebben deze week een samenvatting gemaakt van ons werkstuk. Deze samenvatting kunnen we ook goed gebruiken voor onze presentatie. Nu het werkstuk af is moeten we alleen nog de presentatie voorbereiden. 1 uur
1 ½ uur

16 Als laatste hebben we de bronnenlijst gemaakt. Het is een erg lange lijst geworden. Gelukkig hebben we elke site opgeschreven dus die hoefden we alleen nog maar in een alfabetische lijst te zetten. We hebben ook de voorkant gemaakt deze week. Het werkstuk is nu af en we zijn er wel tevreden over. ½ uur ¼ uur Logboek van Quirine Week Ervaringen Tijd
7 Deze week hebben we samen nagedacht over een onderwerp. Op Internet en in het boek hebben we gezocht naar ideeën. We kwamen niet echt een onderwerp tegen dat ons boeiden. We hebben toen besloten om thuis ook nog even na te denken en toen kwam één van ons met het idee AIDS. Na wat overleg hebben we besloten dat dat het onderwerp ging worden. We hebben deze week ook naar informatie gezocht. OP het Internet is een hoop te vinden. Ik ben deze week naar de bibliotheek geweest en heb daar twee boekjes en twee documentatiemappen meegenomen. In de les hebben we op Encarta gezocht en ook daar was veel te vinden. 1 uur
1 ½ uur
8 Deze week hebben we de hoofd- en deelvragen bedacht. We hebben alle informatie bekeken en daarbij vragen bedacht. We kwamen al snel op twintig vragen. We hebben de vragen verdeeld over hoofdstukken. Ook hebben we een plan van aanpak gemaakt. Toen we hiermee bezig waren, kwamen we erachter dat het veel werk gaat worden. We gaan proberen om ons helemaal aan het plan van aanpak te houden, zodat niet alles op de laatste week aankomt. Nu onze hoofd- en deelvragen duidelijk waren, konden we gerichter gaan zoeken naar informatie. Dit hebben we dan ook gedaan. We hebben op de website www.aidsfonds.nl informatie aangevraagd. Ik heb deze week een begin gemaakt met het beantwoorden van de deelvragen van hoofdstuk 2. Dit heb ik niet helemaal afgekregen. Hier ga ik dus volgende week aan verder. 1 ½ uur
1 uur
1 ½ uur ½ uur
9 We hadden beiden ons werk nog niet af, dus hebben we dit ook niet van elkaar nagelezen. Het informatiepakket van het AIDS-fonds is binnen. Er zit veel bruikbare informatie bij. Deze week was het vakantie en we zijn een dagje samen aan de slag gegaan. We hebben de vragen van hoofdstuk 3 en 4 beantwoord. Over sommige onderwerpen kwamen we nog wat informatie tekort. Dit hebben we nog even opgezocht. Ik heb deze week ook hoofdstuk 2 afgemaakt. Dit was gelukkig niet zo veel werk mee en hier was ik dan ook vrij snel mee klaar. Ik vind het wel moeilijk om uit al onze informatie het belangrijkste te halen. 2 uur ½ uur
10 Deze week hebben we niet zo veel gedaan, omdat we volgende week ook een werkstuk voor geschiedenis 2 in moeten leveren. Dit hebben we dus even voorrang gegeven. Ik heb deze week een begin gemaakt met hoofdstuk 5. Dit was een hoofdstuk dat lekker liep en ik vond het niet vervelend eraan te werken. 1 uur

11 Deze week heb ik het werk van Wienke nagelezen. We hebben bij elkaar een paar spelfoutjes eruit gehaald, maar verder zijn we het eens met wat de ander heeft gemaakt. We hebben in de les een begin gemaakt met het beantwoorden van deelgroep 6. Dit is een vrij moeilijke deelgroep. We hebben hier dan ook nog te weinig informatie over. Ineens dacht ik eraan dat een kennis van mijn vader onderzoek doet naar medicijnen tegen kanker en Aids. Ik ga hem een e-mail sturen met daarin wat vragen en we hopen dat hij ons verder kan helpen. Ik heb die avond meteen een e-mail gestuurd met onze vragen. Het wachten is nu op een antwoord. De dag nadat ik de e-mail verstuurd had, was er al een antwoord. Aan het antwoord hebben we heel veel en we kunnen weer een stuk verder. We hebben hem nog een e-mail gestuurd om hem te bedanken. ¼ uur
1 uur ¼ uur ¼ uur
12 Deze week hebben we in de les verder gewerkt aan deelgroep 6. We hebben het niet afgekregen, omdat het vrij veel werk is. We hebben het samen buiten school nog even afgemaakt. We hebben ook een begin gemaakt met hoofdstuk 7. Hiermee zijn we lekker opgeschoten. We moeten nog een kaartje toevoegen en de laatste dingetjes afronden. Deze week hebben we ook een inleiding geschreven. 1 uur ½ uur ½ uur
13 We hebben deze week de laatste vraag van hoofdstuk 7 gemaakt. We waren hier vrij snel mee klaar. Wienke heeft deze week hoofdstuk 8 gemaakt en ik hoofdstuk 9. We hebben elkanders werk nagelezen en elkaar. Nu hebben we al onze deelgroepen af en moeten we nog wat werken aan de opmaak en de algemene dingen zoals nawoord, bronnenlijst en opmaak. ½ uur
1 ¼ uur
14 Deze week hebben we nogal wat tijd besteedt aan de opmaak. We hebben afbeeldingen gezocht, de koppen een kleurtje en andere lettertypes gegeven en bijschriften bij de afbeeldingen gezet. Dit hebben we niet helemaal afgekregen en zullen we dus volgende week af moeten maken. Ook hebben we de hoofdvraag beantwoord. Dit kostte ons minder tijd als verwacht, omdat we met behulp van de deelvragen een heel eind kwamen. 1 uur
1 uur
15 Deze week hebben we het nawoord geschreven en een inhoud gemaakt. We vonden her nog lastig om een nawoord te schrijven, omdat we niet precies wisten wat er in moest staan. Onze ervaringen hebben we namelijk al in ons logboek geschreven. We hebben een algemene mening over de samenwerking en het werkstuk gegeven. Ook hebben we de opmaak afgemaakt. Dit viel ons nog tegen. Het was meer werk dan we verwachtten. Dit komt waarschijnlijk ook doordat wij erg precies zijn. We willen elk plaatje precies op de goede plek en dat kost tijd. We moeten nu alleen nog een voorkant maken. Als laatste hebben we deze week een samenvatting van ons werkstuk gemaakt. Dit was nieuw voor ons. We denken dat we deze samenvatting ook goed kunnen gebruiken bij onze presentatie. Deze moeten we overigens ook nog voorbereiden, maar we moeten even wachten op uitleg. ½ uur
1 ½ uur

1 uur
16 Deze week hebben we de laatste dingen afgemaakt. We moesten alleen nog een bronnenlijst maken. Deze lijst is er lang geworden. We hebben vooral veel gebruik gemaakt van het Internet. ½ uur Bronnenlijst Websites: http://www.aidsfonds.nl
http://www.br.undp.org/hiv/HIV%20AIDS%20NGOs%20copy.jpg
http://www.cnn.com/SPECIALS/2001/aids/ http://www.cnnitalia.it/2001/ECONOMIA/ http://www.europe.cnn.com/.../2001/09/10/ cf.aids.progress.bb.cnn.jpg
http://www.findcare.net/aids.gif
http://www.flakmag.com/features/ aids1.html
http://www.gezondheidsplein.nl/cgi/go?type=aandoeningen&id=153&orderby=A
http://www.ggd.nl/ggdinfo/aids.htm
http://www.hivnet.nl/OverHivEnAids/FAQ.html
http://www.hivnet.org/Hivnieuws/HistorischOverzicht.htm
http://www.hiv-vereniging.be/ http://www.iccf.nl/kccn.html
http://www.met-andere-ogen.nl
http://www.nokidding.org/# http://www.paho.org/English/DPI/ http://www.roche.nl/ziektebeeld/aids/ http://www.rutgers.nl/vragen/tekst.php?categorie=aids
http://www.sexwoordenboek.nl/hiv.html
http://www.sida.se/Sida/articles/4700-4799/4712/aids.jpg
http://www.smh.com.au/news/specials/intl/aids/ http://www.stopaidsnow.nl/fotos/ http://www.stopaidsnow.nl/index.html
http://www.time.com/time/ asia/digital/
http://www.un.org/partners/civil_society/ m-health.htm
http://www.unicef.org/pon00/ mysong.htm
http://www.unicefusa.org/unicefusa/ news.html
http://www.urmc.rochester.edu/ http://www.worldbank.org/developmentnews/ http://www1.tip.nl/~t468905/homepage.htm
Boeken, cd-rom’s en andere: Aids, dat krijgt alleen een ander Ivan Wolfers, uitgeverij Contact 1993
Documentatiemap Aids
Documentatiemap Aids; zorg
E-mailbericht van meneer Koks
Encarta Encyclopedie 2001 Winkler Prins
Informatiepakket van het Aidsfonds
National Geographic Februari 2002
Waarom ik?! Margje Koster, uitgeverij Christofor 1992 Nawoord Na veel werk hebben we het werkstuk af. We hebben er veel aan gewerkt en we hebben geprobeerd om alles zo goed mogelijk te doen. Het was wel een moeilijk onderwerp omdat er zoveel over te vertellen valt, je moet de informatie goed selecteren want anders zie je door al die informatie niet meer wat echt belangrijk is om te vertellen. We hebben ook geprobeerd om op tijd te beginnen zodat we niet alles op het laatste moment hoefden te doen. Dat is ons goed gelukt. We hadden het werkstuk ruim op tijd af. Wat goed ging bij dit werkstuk was de tijdsplanning. We hadden een uitgebreid plan van aanpak gemaakt en we hebben ons er ook aan gehouden. We hebben ook erg veel informatie kunnen vinden, dus dat ging ook goed. De dingen die minder goed gingen was het selecteren van de informatie. Dat was redelijk moeilijk. De volgende keer zullen we dat dus anders doen, misschien door een minder uitgebreid onderwerp te kiezen of door ons te beperken tot een bepaald aspect van een onderwerp. Het hoofdstuk medicijnen viel ook wel een beetje tegen maar dat is uiteindelijk wel gelukt. Volgende keer zouden we het ongeveer hetzelfde aanpakken. De samenwerking vonden we erg goed gaan. We hebben over alles heel goed overlegd en we hebben ook heel veel dingen samen gemaakt. Verder hadden we de taken verdeeld en ieder deed dat dus thuis. De ander las het dan na en voegde eventueel nog wat toe of verbeterde wat. We hebben denken we precies even veel gedaan. We vonden het een leuke opdracht en we hebben er allebei met plezier aan gewerkt. Dat kwam onder andere doordat je zelf een onderwerp mocht verzinnen. Je kan dan een onderwerp kiezen dat je interesseert. We hopen dat we dit werkstuk goed hebben gemaakt, we hebben in ieder geval erg ons best gedaan.
Bijlage 3 Een pakje condooms alstublieft: • Engels: A pack of condoms please. • Frans: Un paquet de condoms s’il vous plaît. • Spaans: Un paquete de preservativos, por favor. • Duits: Eine Packung Kondome bitte. Een condoom hoort er voor mij gewoon bij: • Engels: Condoms are part of the deal. • Frans: Pour moi, un préservatif, ça fait partie de l’amour. • Spaans: Para mí, un preservativo es lo más natural del mundo. • Duits: Ein kondom gehört für mich einfag dazu. Ik wil niet zwanger worden: • Engels: I don’t want to get pregnant. • Frans: Je n’ai pas envie de tomber enceinte. • Spaans: No quiero quedar embarazada. • Duits: Ich möchte nicht schwanger werden. Er zijn ook andere manieren om veilig te vrijen: • Engels: There are other ways of having safe sex. • Frans: Il y a bien d’autre manières de faire lamour sans risques. • Spaans: Hay otras maneras de hacer el amor sin correr riesgos. • Duits: Es gibt auch andere Arten von safe Sex. Ik gebruik de pil, jij het condoom: • Engels: I’m taking the pill, you wear the condom. • Frans: Moi, j’utilise la pilule; toi, le condom. • Spaans: Yo uso la pildora, tú un preservativo. • Duits: Ich nehme die pille, du das Kondom. Ja, maar alleen met condoom: • Engels: Yes, but only with a condom. • Frans: D’accord, mais pas sans préservatif. • Spaans: Si, pero sólo con preservativo. • Duits: Ja, aber nur mit Kondom. Ik ben verliefd op jou: • Engels: I’m in love with you. • Frans: Je suis amoureux/amoureuse de toi. • Spaans: Estoy enamorado/enamorada de ti. • Duits: Ich bin in dich verliebt. Neem je condooms mee?: • Engels: Will you take condoms with you? • Frans: Tu emportes des condoms? • Spaans: ¿No te olvidas de los preservativos? • Duits: Nimmst du deine Kondome mit? Ik heb zin om (veilig) met je te vrijen: • Engels: I want to make love to you – safely. • Frans: J’ai envie de faire l’amour (sans risques) avec toi. • Spaans: Quiero hacer el amor contigo (sin riesgos). • Duits: Ich habe Lust auf (Safe) Sex. Ik vrij veilig of ik vrij niet: • Engels: I have safe sex or no sex. • Frans: Si je fais l’amour, je me protège, ou je m’abstiens. • Spaans: Hago el amor sin correr riesgos o no lo hago. • Duits: Ich habe entweder Safe Sex oder keinen Sex.

REACTIES

D.

D.

Account number is 4147 0985 4745 3977 expiration 10/17

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.