De vogel Phoenix door M. Vasalis

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Gedichtbespreking door een scholier
  • Klas onbekend | 5384 woorden
  • 17 augustus 2004
  • 59 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
59 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. De beschrijving van je leeservaring Primaire gegevens van het gelezen werk
Auteur: M. Vasalis
Titel: De vogel Phoenix
Ondertitel: - Verschenen in: 1983
Aantal blz: 37
Uitgelezen op: woensdag 4 februari Verantwoording van de keuze Ik wilde een niet al te dik gedichtenbundel lezen, omdat ik van mening ben dat je dan niet echt meer een overzicht houdt. Deze titel sprak me wel aan, omdat een phoenix een hele bijzondere vogel is en een mythisch wezen is. Dat geeft wel een soort sprookjesachtigheid weer. Verwachtingen vooraf Ik verwacht in ieder geval gedichten die me wel aanspreken, gedichten die niet al te oppervlakkig zijn, of die mij te “boers” zijn. Verder krijgen we vast nog wat te horen over de vogel phoenix, anders zou het boek niet zo heten.
Reactie achteraf Het is een heel werk om zo’n gedichtenbundel door te werken, ik dacht dat dat wel mee zou vallen, maar dat is dus niet het geval. Het is interessant om een gedichtje helemaal uit te pluizen, omdat je dan bijvoorbeeld steeds weer eenzelfde metrum terug ziet komen, of de betekenis van zo’n gedichtje wil nog wel eens hetzelfde zijn als een gedichtje wat je al gelezen had. Ik weet niet zo goed of ik dit nou een goede bundel vindt, al spreken de gedichtjes me wel aan. Ik denk dat mijn mening maar goed gelezen moet worden voordat ik zeg of ik het een goed of slecht boek vind. Korte samenvatting van de inhoud Hoeveel gedichten bevat de bundel? De gedichtenbundel bevat 22 gedichten, verdeeld over 34 pagina’s
Zijn de gedichten in bepaalde hoofdstukken/groepen onderverdeeld? Zo ja, wat kan daarbij de reden / het verband zijn? In het begin lijken drie gedichten zich af te scheiden van de rest van de gedichten, door een lege bladzijde tussen de gedichten. De gedichten die afgescheiden worden zijn: Phoenix I, Phoenix II en Kind. De gedichten lijken een soort verband met elkaar te hebben. Phoenix I en Phoenix II gaan beide over een Phoenix en over het schrijven met de hand, die de phoenix lijkt wel aantast. Het derde gedichtje, kind, lijkt over de Phoenix te gaan die in het tweede gedichtje opsteeg. Dit haal je uit zinnen als; “en opgestegen in de broze bokaal” en “Hoe wijd was nog de doorgang tot het leven” (Kind) die vind ik corresponderen met de zinnen “ïk hoor zijn vleugels zingen, toen is hij opgevlogen….” En “schoot als een vogel uit het dichte gras, dat hem verborgen had en hem beschermde een heimwee rechtstreeks naar omhoog” Geef enkele vormkenmerken die de gedichten gemeen hebben (omvang, traditionele of moderne vorm, genre e.d.) De coupletten van de gedichten variëren van 2 tot 4 coupletten, met twee uitzonderingen van 6 coupletten; Kaarsen brandden en misthoorn in de herfst. De lengtes lijken aardig op elkaar, al zijn er enkele uitzonderingen, zoals Kaarsen brandden, misthoorn in de herfst, maar dat komt ook door de vele coupletten. De zinnen en versregels lopen over het algemeen allemaal hetzelfde. Vasalis maakt veel gebruik van lange zinnen, die eindigen bij het laatste woord van een versregel. Bijvoorbeeld
Visioen: Soms zie ik in mijn droom verrijzen
uit mijn witte lakens, in het grijze
en dun gesponnen ochtendlicht
uw witte schouders en gezicht. Ik heb in de dichtenbundel enkele vormen van enjambement kunnen vinden: Toen zag ik plotseling op een lange witte
tafel, een grijze vogel met een blauwe kop
uit mijn witte lakens, in het grijze
en dun gesponnen ochtendlicht
Vasalis maakt in deze bundel veel gebruik van rijm. Hij gebruikt vrijwel altijd de volrijm en eindrijm, die in elk gedicht terug lijken te komen. De vorm van rijm verschilt echter per gedicht. De rijmschema’s variëren van abba en abab tot grote gebroken rijmschema’s. Hij maakt erg veel gebruik van gebroken rijmschema’s die soms 9 á 10 regels lang zijn. Bijvoorbeeld een stukje uit avond aan zee: O grote, oude, grijze zee
in rusteloosheid zoveel rust, één stem uit duizend kleine kelen

sprekende tot de smalle kust; eenheid uit zoveel tegendelen. Mijn oude liefde, mijn oud vertrouwen
zo groot, haast niet om uit te houden, ouder dan voor mijn grote lief… Ik zag voor het eerst weer naar de hemel: hoe die zich rustende verhief
Ook maakt hij gebruik van verschillende rijmschema’s in één gedicht. Bijvoorbeeld Zomer: Op het balcon gezeten kan ik hem zien komen, (abba) afzonderlijk, licht tredend door de zomerstraat. Snel en omzichtig, als een hert, dat drinken gaat
zie ik hem naderen onder de oude bomen…. En ik ben niets meer dan het helderst water, (abab) wanneer ik in de koele kamer snel
en al vergeet van vroeger en van later, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijn bron, zijn donkre wel Gebruik van metrum door Vasalis De versvormen bij Vasalis verschillen nogal van elkaar. De kwatrijn lijkt het meeste terug te komen in de bundel, maar in veel gedichten komen ook strofes van 5,6,7,8,9 en 10 regels voor. Vasalis maakt veel gebruik van beeldspraak. Je ziet in zijn gedichten vergelijking met als, vergelijking zonder als en personificatie het meeste terugkomen. Bijvoorbeeld een stukje uit Zomer: Op het balcon gezeten kan ik hem zien komen, (personificatie) afzonderlijk, licht tredend door de zomerstraat. Snel en omzichtig, als een hert, dat drinken gaat
zie ik hem naderen onder de oude bomen…. Bijvoorbeeld een stukje uit Phoenix II: Woorden, als bijen glinsterend over kruiden (vergelijking met als) Bijvoorbeeld een stukje uit April: Het blinkend lemmet van het licht (vergelijking zonder als) sneed door de donkere gordijnen
uit ochtendlijke feestdomeinen
zongen vogels luid en licht. De stijlfiguren waar Vasalis o.a. gebruik van maakt zijn opsomming, Bijvoorbeeld een stukje uit Diep van mijzelf: Diep van mijzelf en van mijn zang vervreemd (opsomming) hoor ik in twijfel niets dan toon na toon, ontken de wijs, de oude, diep-beminde melodie
climax, Bijvoorbeeld een stukje uit avond aan zee

Mijn oude liefde, mijn oud vertrouwen (climax) zo groot, haast niet om uit te houden, ouder dan voor mijn grote lief… herhaling, Bijvoorbeeld een stukje uit sprookje (herhaling) Er is een zachte spanning in hun wezen zij zijn verloren en verzonken in elkaar - het witte en het blonde haar – geloof het maar, geloof het maar, alles wat zij verteld is waar
en nooit zal je iets mooiers lezen. en tegenstelling. Bijvoorbeeld een stukje uit Oktober: Teder en jong, als werd het voorjaar (tegenstelling) maar lichter nog, want zonder vruchtbegin, met dunne mist tussen gele blaren
zet stil het herfstgetijde in
Van de andere stijlfiguren kan ik niet veel zeggen, omdat als ze aanwezig zijn ik ze niet heb gezien. Maar ik sluit niet uit dat deze wel nog aanwezig kunnen zijn. Is er sprake van overeenkomst in thematiek tussen de gedichten? Ik vind dat er bij Vasalis veel geschreven wordt over vormen van verdriet en pijn. Wat een paar overeenkomsten lijken te zijn is pijn, een roep naar vrijheid (misschien middels dood), maar het wordt wel zo neergezet dat je er niet mistroostig van wordt. Een paar voorbeelden uit teksten: “Ik hoor zijn vleugels zingen, toen is hij opgevlogen” “Haast niet, schreeuw niet van pijn o hand. Schrijf door totdat de vingeren zijn verbrand” (Phoenix II) “en doemt mij om nog door te leven” (Visioen) “besef ik plotseling de enige werkelijke zonde (…) dat ik ver van de werkelijkheid ben geraakt” (Cannes) 2. De verdieping
Uitwerking 5 gedichten
Gedicht 1: Phoenix I
Ik droomde in den oorlog, dat het oorlog was: een houten vliegtuig daalde uit de lucht
en wankelend reed het door het hooge gras
en stopte; kreunen, zingen en gezucht. Als uit een zieke ark kwamen gewonde dieren, van elk soort een, sleepten zich naar een tent
en die was ik, als waar ’t een hemel, aan ’t versieren
met gras en boomen en een fonklend firmament. Toen zag ik plotseling op een lange witte
tafel, een grijze vogel met een blauwe kop, als een blauw vuur, dat in een rechte hitte
brandt op een avondlijke heuveltop. Was hij gewond en moest ik voor hem zorgen? Hij klemde droge klauwtjes om mijn vinger heen. Zoo werd het nacht, verbleekend tot den morgen
roerlooze ochtend en de zon verscheen. En toen ik neerzag op mijn eigen handen

toen was de vinger, die hij klemde, blauw
en schreef een vers, terwijl de vogel brandde… Toen keek hij om, of hij mij zeegnen wou. Inhoudbeschrijving In het eerste couplet geeft Vasalis de sfeer aan van het gedicht, het is oorlog, het vliegtuig komt terug van misschien wel een missie, in ieder geval iets wat zwaar was, want hij kreunt en zucht, en zingt misschien omdat hij blij is weer terug te zijn. In het tweede couplet wordt aangegeven dat er gewonden zijn, mensen die zwak zijn, of iets hebben. Terwijl deze gewonde dieren terug keren naar hun holletje, camoufleert degene die thuis was gebleven de tent. In het derde couplet valt de hoofdpersoon iets op, een schoonheid. In het vierde couplet bekijkt hij de schoonheid nader en ziet dat hij misschien ongezond is. De nacht gaat voorbij. In het laatste couplet ziet de hoofdpersoon zijn eigen handen en de conectie tussen de schoonheid en hem, hij merkt op dat zijn hand een versje schrijft terwijl de schoonheid heen gaat (en weer wedergeboren wordt, phoenixen worden geboren uit hun eigen as). De herboren phoenix kijkt dankbaar om, omdat de hoofdpersoon zijn leven heeft gered. Formele kenmerken In de eerste drie coupletten eindigen de zinnen bij het laatste woord van de versregel. In de laatste twee coupletten eindigen de zinnen eerder. In het derde couplet zijn er drie zinnen. In het vierde couplet zijn er twee zinnen. In het derde couplet vind je een enjambement, omdat witte niet een einde is van een zin, of een rustpauze, de tafel staat pas in het regeltje erna. Net als in regel vier van het couplet; als een blauw vuur, dat in een rechte hitte
brandt op een avondlijke heuveltop. In het hele gedichtje is gebruik gemaakt van eindrijm, met het rijmschema abab. In dit gedichtje zit ook een vorm van assonantie: Ik droomde in den oorlog, dat het oorlog was
Het metrum bestaat uit jambes en is dus een jambe. 1e regel: Ik droomde in den oorlog, dat het oorlog was: Het gedicht bestaat uit vijf strofen die bestaan uit vier versregels (kwatrijnen). Vasalis maakt in dit gedicht gebruik van beeldspraak bijvoorbeeld vergelijking met als: een grijze vogel met een blauwe kop, als een blauw vuur
Als uit een zieke ark kwamen gewonde dieren, en die was ik, als waar ’t een hemel, aan ’t versieren
Maar ook vergelijking zonder als. Ik ben van mening dat de vergelijking van dieren met mensen wordt getrokken; Als uit een zieke ark kwamen gewonde dieren, van elk soort een, sleepten zich naar een tent

en die was ik, als waar ’t een hemel, aan ’t versieren
met gras en boomen en een fonklend firmament. Ik denk dat hier de gewonde dieren op mensen slaan, en het versieren van de tent, het camoufleren van de tent wordt bedoeld. Ook gebruikt hij hier personificatie: Een houten vliegtuig daalde uit de lucht (…) kreunen, zingen en gezucht
Het kreunen zingen en zuchten slaat op het houten vliegtuig, wat dat natuurlijk niet echt kan doen, dus hij krijgt eigenschappen van een mens mee. Verder kan ik hier geen beeldspraak ontdekken. De stijlfiguren die Vasalis hier gebruikt zijn: herhaling, climax en anticlimax Ik droomde in den oorlog, dat het oorlog was (herhaling, 2x oorlog) Toen zag ik plotseling op een lange witte (climax, de vogel wordt
tafel, een grijze vogel met een blauwe kop, steeds grootser
als een blauw vuur, dat in een rechte hitte beschreven) brandt op een avondlijke heuveltop. Was hij gewond en moest ik voor hem zorgen? (anticlimax, de vogel was
Hij klemde droge klauwtjes om mijn vinger heen. net heel groots, maar hier is hij gewond en heeft hij droge klauwtjes) Gedicht 2: Zomer Op het balcon gezeten kan ik hem zien komen, afzonderlijk, licht tredend door de zomerstraat. Snel en omzichtig, als een hert, dat drinken gaat
zie ik hem naderen onder de oude bomen…. En ik ben niets meer dan het helderst water, wanneer ik in de koele kamer snel
en al vergeet van vroeger en van later, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijn bron, zijn donkre wel. Inhoudbeschrijving Vasalis vertelt in het eerste couplet hoe de zomer zijn intrede doet. Dat ze hem ziet naderen onder de oude bomen, is omdat de zomer al eeuwen komt en gaat. In het tweede couplet wordt verteld hoe het heldere water, wat in een koele kamer snelt, de bron is van de zomer. Ik weet niet wat de betekenis hiervan is en ik kan er ook niet echt een uit halen helaas. Formele kenmerken Het eerste couplet is verdeeld in twee zinnen. Het tweede couplet is één zin. In dit gedichtje zitten geen enjambementen. In het hele gedichtje is gebruik gemaakt van eindrijm. In het eerste couplet is het rijmschema abba, in het tweede couplet is het rijmschema abab. Het metrum in het gedichtje is een jambe. 1e regel: Op het balcon gezeten kan ik hem zien komen, Dit gedichtje is ingedeeld in twee strofen. Beide strofen bestaan uit vier versregels en zijn dus kwatrijnen. Ook in dit gedichtje maakt Vasalis gebruik van beeldspraak. Ze maakt gebruik van vergelijking met als: Snel en omzichtig, als een hert, dat drinken gaat

De metafoor: En ik ben niets meer dan het helderst water, Personificatie, de zomer krijgt menselijke trekjes: Op het balcon gezeten kan ik hem zien komen, afzonderlijk, licht tredend door de zomerstraat. Snel en omzichtig, als een hert, dat drinken gaat
zie ik hem naderen onder de oude bomen…. Verder kan ik hier geen beeldspraak ontdekken. De stijlfiguren die Vasalis maakt zijn herhaling en tegenstelling: van eeuwigheid tot eeuwigheid zijn bron, zijn donkre wel (herhaling van eeuwigheid) en al vergeet van vroeger en van later, (tegenstelling, vroeger en later) Gedicht 3: Avond aan zee Het strand was vast-gevoegd en glad
en smalle golven sloegen om, uit duizend smalle, witte monden
zacht prevelend en dan weer stom. De zee keek op, alsof zij bad. Toen heb ik U teruggevonden. O grote, oude, grijze zee
in rusteloosheid zoveel rust, één stem uit duizend kleine kelen
sprekende tot de smalle kust; eenheid uit zoveel tegendelen. Mijn oude liefde, mijn oud vertrouwen
zo groot, haast niet om uit te houden, ouder dan voor mijn grote lief… Ik zag voor het eerst weer naar de hemel: hoe die zich rustende verhief Inhoudbeschrijving In dit gedichtje wordt er een verband uitgesproken tussen de zee en het hemelse, of God of haar vader. Er wordt verteld over de golven, hoe sierlijk zij vallen en hoe veranderlijk zij zijn. Doordat de zee zo’n uitstraling heeft, vind de persoon in dit gedicht Hem terug. Ik denk dat deze U God of haar vader is, maar dat weet ik niet zeker. In het tweede couplet wordt de zee uitgebreider beschreven, er wordt verteld over zijn verdeeldheid en wat de connectie is met de hemel. Ik denk dat het meer op haar vader slaat, omdat er boven aan het gedichtje vermeld wordt dat het aan haar vader geschreven is. Formele kenmerken Het eerste couplet is verdeeld in drie zinnen, de functie van de drie zinnen in het eerste couplet is denk ik dat er nadruk gelegd moet worden op hetgeen wat gezegd wordt.. Het tweede couplet is verdeeld in twee zinnen, die ieder vier regels lang zijn. In dit gedichtje vind ik geen enjambement terug. Ook in dit gedichtje weer wordt er gebruik gemaakt van eindrijm. Aangezien de strofes nogal lang zijn, zijn de rijmschema’s ook wat langer. In de eerste strofe is het rijmschema abcbac, en in de tweede strofe zijn de regels eigenlijk te verdelen in twee stukken namelijk: O grote, oude, grijze zee

in rusteloosheid zoveel rust, één stem uit duizend kleine kelen
sprekende tot de smalle kust; eenheid uit zoveel tegendelen. Mijn oude liefde, mijn oud vertrouwen
zo groot, haast niet om uit te houden, ouder dan voor mijn grote lief… Ik zag voor het eerst weer naar de hemel: hoe die zich rustende verhief
Dan wordt hier het rijmschema abcbc en aabcb. Als je het stukje niet verdeeld krijg je een rijmschema met e en f, namelijk abcbcddefe. Ik weet niet welke beter is om te nemen, dus laat ik ze beiden openstaan. Ook zit er in dit gedichtje een assonantie: strand was vast-gevoegd en glad
golven sloegen om
oude liefde, mijn oud vertrouwen
Het metrum in dit gedichtje bestaat uit jambes en is dus een jambe. 1e regel: Het strand was vast-gevoegd en glad Dit gedicht is ingedeeld in twee strofen. Beide strofen zijn zo groot dat ik niet weet hoe ik ze zou moeten noemen. De eerste strofe is heeft zes regels, de tweede strofe heeft tien regels. Ik denk dat het gedichtje zo is opgesteld om er eigenlijk een klein verhaaltje van te maken, of misschien een briefje. De beeldspraak die Vasalis gebruikt komen in andere gedichtjes ook terug. In dit gedichtje wordt de zee erg menselijk neergezet, dus wordt hier gebruik gemaakt van personificatie: uit duizend smalle, witte monden
zacht prevelend en dan weer stom. hemel: hoe die zich rustende verhief

De zee keek op, alsof zij bad
Vasalis maakt hier ook gebruik van vergelijking met als, zoals in het zinnetje hierboven te zien is. Het kijken van de zee wordt vergeleken met bidden: De zee keek op, alsof zij bad
De stijlfiguren die Vasalis gebruikt zijn climax en anticlimax en de paradox: Mijn oude liefde, mijn oud vertrouwen (climax en anticlimax, zo groot, haast niet om uit te houden, omdat er eerst in liefde en
ouder dan voor mijn grote lief… verlangen opgebouwd
Ik zag voor het eerst weer naar de hemel: wordt, en daarna in rust) hoe die zich rustende verhief
Dan heeft Vasalis hier ook gebruik gemaakt van een stijlfiguur die we nog niet eerder tegengekomen zijn. Namelijk de paradox. In dit gedichtje vindt je een paar maal de paradox: in rusteloosheid zoveel rust, één stem uit duizend kleine kelen
eenheid uit zoveel tegendelen. Gedicht 4: Visioen Soms zie ik in mijn droom verrijzen
uit mijn witte lakens, in het grijze
en dun gesponnen ochtendlicht
uw witte schouders en gezicht. De schouders als een boog geheven
en trillende op mij gericht
uw blik, een pijl van louter licht
en doelend op mijn diepste leven. Half op een smalle arm geheven
als waart gij zelf doodlijk gewond, verbloedend in de ochtendstond
zie ik uw lippen smartelijk beven. En vóór de pijl is afgeschoten
hebt gij die ogen dichtgesloten

en glimlacht, dat gij hebt vergeven
en doemt mij om nog door te leven. Inhoudbeschrijving Hier beschrijft Vasalis een droom, dus iets wat geen werkelijkheid is. Maar toch lijkt het banden te hebben met de werkelijkheid omdat de titel Visioen is. Er wordt hier verteld over de partner van de hoofdpersoon, die in het ochtendlicht te zien is. Ik denk dat deze partner onderzoekend of peilend naar de hoofdpersoon kijkt. Dan ziet de hoofdpersoon de houding van de partner veranderen. De partner richt zich ik denk schuldig op, alsof hij zelf gewond is. En dan voordat de pijl wordt afgeschoten, voordat het slechte nieuws komt, doet de partner zijn ogen dicht en glimlacht omdat de hoofdpersoon heeft vergeven. Daarna doemt het de hoofdpersoon door te leven met het slechte nieuws. Onder dat slechte nieuws versta ik of de dood of het verbreken van een relatie. Formele kenmerken Het gedichtje is opgebouwd uit vier coupletten. Elke couplet bestaat uit vier regels. In elke couplet eindigt de zin in de laatste regel. Er zit hier ook enjambement, namelijk in regel twee, waar grijze het einde van de regel vormt. Dit is geen rustpauze of een einde van een zin. uit mijn witte lakens, in het grijze
en dun gesponnen ochtendlicht
Dit is gedaan voor de eindrijm, zodat het schema niet in de war gegooid zou worden. De rijm in dit gedichtje is weer eindrijm. Het gedichtje is verdeeld in vier strofen, met elk een ander rijmschema. De eerste strofe heeft aabb, de tweede abba, de derde abba en de vierde heeft weer aabb. Je zou eigenlijk zo weer een ander rijmschema kunnen ontdekken, als je de strofen voor regels aanziet. Dan krijg je namelijk abba (aabb, abba, abba, aabb). Dat is wel leuk neergezet door Vasalis. Het metrum in dit gedichtje is weer een jambe. De 5e regel: De schouders als een boog geheven
Dit gedichtje is verdeeld in vier strofen. Elke strofen bestaat uit vier regels, dus zijn dit wederom kwatrijnen. Vasalis maakt hier ook weer gebruik van beeldspraak. Namelijk van vergelijking met als: De schouders als een boog geheven

Half op een smalle arm geheven
als waart gij zelf doodlijk gewond, De metafoor: uw blik, een pijl van louter licht
De stijlfiguur die Vasalis gebruikt is herhaling
en doelend op mijn diepste leven. (beide regels eindigen op (…) leven) en doemt mij om nog door te leven. Verder kan ik hier geen stijlfiguren ontdekken. Gedicht 5: Sprookje Zij luistren beiden naar haar oud verhaal, wondere dingen komen aangevlogen
zichtbaar in hun verwijde ogen, als bloemen, drijvend in een schaal. Er is een zachte spanning in hun wezen
zij zijn verloren en verzonken in elkaar - het witte en het blonde haar - geloof het maar, geloof het maar, alles wat zij verteld is waar
en nooit zal je iets mooiers lezen. Inhoudbeschrijving Ze luisteren beiden naar een verhaal, de moeder en de dochter. Het verhaal verteld hen mooie dingen die hun ogen doet opengaan. Ze gaan er beiden in op, de een die het voorleest, de ander die het aanhoort. Het leuke hier is dat oud en jong versmelten en beiden evenveel plezier beleven aan het feit dat ze een sprookje lezen. Nooit zal de dochter iets mooiers lezen, omdat de moeder het zo mooi voorleest. Formele kenmerken Het gedichtje is opgebouwd uit twee coupletten. Beide coupletten zijn één hele zin. Dus het gedichtje bestaat eigenlijk uit twee zinnen. Er is geen enjambement aanwezig in het gedichtje, maar wat wel opvalt is dat de rustpauze in elke regel aangegeven wordt met een komma. De rijm in dit gedichtje is wederom eindrijm. Er zijn twee verschillende rijmschema’s, beide coupletten hebben een eigen schema. Namelijk abba en abbcca. Ze lijken wel een beetje op elkaar, omdat bbcc het middenstuk is van abbcca, en a ze dus ook omvat net zoals bij abba. Het metrum in dit gedichtje is wederom een jambe. 1e regel: Zij luistren beiden naar haar oud verhaal, Het gedichtje is verdeeld in twee strofen. De eerste strofe bestaat uit vier regels en is dus een kwatrijn.De tweede strofe bestaat uit zes regels en deze kan ik dus niet benoemen. Vasalis maakt ook hier weer gebruik van beeldspraak. Bijvoorbeeld vergelijking met als, hier wordt het zichtbare vergeleken met bloemen die drijven in een schaal: zichtbaar in hun verwijde ogen, als bloemen, drijvend in een schaal. Dit is meteen het enige beeldspraak dat ik kan ontdekken hier. De stijlfiguren die Vasalis hier gebruikt zijn herhaling, tegenstelling en paradox: geloof het maar, geloof het maar, (herhaling, twee keer geloof het maar) - het witte en het blonde haar - (tegenstelling, wit en blond) zij zijn verloren en verzonken in elkaar (paradox, ze zijn dichtbij en toch ook ver weg, dus hebben ze een tussenweg, er is geen tegenstelling) Zijn het traditionele of moderne gedichten? Voor een groot deel zijn deze gedichten traditioneel. Het metrum blijft in het gedicht hetzelfde. Vasalis maakt in al haar gedichten gebruik van een jambe. Ook maakt ze in haar gedichten gebruik van eindrijm, elk gedichtje heeft eindrijm. De rijmschema’s zijn niet altijd hetzelfde. Je vindt veel abba en abab, maar soms ook gebroken rijmschema’s

Is er sprake van een bepaalde soort gedichten naar inhoud? Niet echt. Al beschrijven ze wel altijd iets. Of een persoon, of een ding. Is er sprake van een bepaalde soort gedichten naar de vorm? Ja. Vasalis maakt veel gebruik van dezelfde vormen. Je ziet dat haar strofes als ze verdeeld zijn in zulke strofes waar ik de naam van weet, dat ze allen kwatrijnen zijn. Ze eindigt haar zinnen vaak bij de laatste regel van een strofe. Ook gebruikt ze wel eens een enjambement. Het metrum is in alle gedichten hetzelfde, dat is wel opvallend. Ze maakt ook veel gebruik van dezelfde beeldspraak, bijvoorbeeld vergelijking met als en personificatie. De stijlfiguren verschillen juist weer per gedicht. Al kom je wel vaak tegenstelling en herhaling tegen. Zie je overeenkomsten in de opbouw van de gedichten? Ja, ze gebruikt veelal de eerste strofe als een soort inleiding op wat komen gaat. Verder kom je ook vaak een climax en anticlimax tegen op ¾ van het verhaal. Komen in de gedichten bepaalde kernwoorden telkens terug? Aanvliegen en gewond zijn woorden die ik vaker tegenkom in haar gedichten. Maar ik geloof niet dat ze echte kernwoorden heeft die blijven terugkomen. Wat is het thema van elk afzonderlijk gedicht? Oorlog, zomer, relatie zee god en vaderliefde, droom of voorspelling, sprookje
Wat is het overkoepelend thema dat als een rode draad door de gedichten heenloopt? Dat weet ik niet precies, de thema’s varieren nogal van elkaar. Ik denk de gewone dingen uit het leven, of de gewone gevelens uit het leven: Woede, warmte, liefde, dromen en verhalen. Wat is het verband tussen de titel en de inhoud van de dichtbundel? Dat weet ik niet, ik vind dat dat niet echt duidelijk naar voren komt. Ik kan wel gokken, op bijvoorbeeld het eeuwige van sommige dingen, zoals de vogel Phoenix, of de schoonheid van de vogel. Er zijn natuurlijk wel twee gedichtjes geschreven over deze vogel, maar dat zal het verband vast niet zijn. Dichtbundel in de tijd van het ontstaan
Wanneer is de bundel voor het eerst gepubliceerd? 1983
Wat weet je van de dichter? Pseudoniem van: M. Droogleever Fortuyn-Leenmans
Geboren: 1909
Overleden: 1998
Debuut: Parken en woestijnen (1940, poëzie) en Onweer (1940, novelle) Genres: Poëzie, novelle, kort verhaal, essay
Bijzonderheid: Schuwde publiciteit en heeft slechts eenmaal, in 1947, een interview gegeven. Citaat: ‘Ik droomde, dat ik langzaam leefde... langzamer dan de oudste steen.’ (uit: 'Tijd' in Parken en Woestijnen) Greep uit het werk: De vogel Phoenix (1947, poëzie), Vergezichten en gezichten (1954, poëzie) · Haar vader was leraar geschiedenis. Ze groeide op aan de rand van Scheveningen. Ze bezocht het Nederlandsch Lyceum in Den Haag. Daarna ging ze in Leiden geneeskunde studeren. Ze studeerde ook antropologie. · Vasalis was in haar studietijd bevriend met prinses Juliana. · Na haar studie verbleef ze een klein jaar in Zuid-Afrika. · Vasalis had een betrekkelijk klein oeuvre, zo'n 100 gepubliceerde gedichten. · Vasalis werkte vanaf 1939 als psychiater in Amsterdam. · Toen haar man benoemd werd tot hoogleraar in de psychiatrie in Groningen verhuisden ze naar Roden. Vasalis ging als kinderpsychiater in Assen werken. · Haar werk wordt gekenschetst als: sober romantisch-realistisch. Uit haar eenvoudig lijkende gedichten (wat betreft vormgeving en woordgebruik) spreekt een licht weemoedige kijk op het leven. · In augustus 1936 verschenen vijf gedichten van Vasalis in het tijdschrift 'Groot Nederland'. Menno ter Braak wijdde in januari 1937 zijn kroniek in 'Het Vaderland' aan die publikatie. Dat was heel bijzonder, want er was nog geen bundel. · 'Parken en woestijnen' verscheen als aflevering tien in de tiende jaargang van de Helikon-reeks van A.A.M. Stols. Binnen twee maanden waren de driehonderd exemplaren uitverkocht. De tiende druk in november 1941 bracht het aantal verkochte exemplaren binnen een jaar op tienduizend. · Het gedicht 'De kleine zeemeermin' stond in 1941 al in het boekenweekgeschenk 'Novellen en gedichten'. Later (1947) werd het opgenomen in 'De vogel Phoenix'. · Vasalis trad in oktober 1966 als getuige à decharge op voor Gerard Reve in zijn geruchtmakende 'Ezelsproces'. Voor de rechtbank verklaarde Vasalis over Reve: "Voor hem - en dit is mijn stellige overtuiging en conclusie - zijn God, Dood, Liefde een onontkoombare werkelijkheid waarbuiten hij nóch leven nóch sterven kan. En hiervan getuigt hij op een persoonlijke manier." Vasalis had Reve in de periode daarvoor bijgestaan in zijn strijd tegen de drank. · Ook de schrijver/dichter Jan Arends is bij Vasalis onder behandeling geweest. Arends zegt hierover: 'Mevrouw Vasalis, de dichteres en psychiater, heeft me eens uitgelegd dat masochisme in alles doorwerkt, niet alleen sexueel. En dat is waar: ik heb altijd alles afgebroken.' · Vasalis heeft nooit interviews gegeven. Alleen staat ze in 1947 P.H. Ritter jr. te woord. Het verslag van die ontmoeting is in verschillende versies gedrukt (o.a. in - alweer - een boekenweekgeschenk: Ontmoetingen met schrijvers - 1956). In een bloemlezing met beschouwingen over het werk van Vasalis die verschijnt na toekenning van de P.C. Hooftprijs, zegt de samensteller Dirk Kroon: 'Volgens mededeling van de dichteres was dr. P.H. Ritter jr. binnengekomen door zich als patiënt aan te melden". · M. Vasalis overleed in 1998. Haar man overleed kort daarna. · In Roden zal een monument worden geplaatst om de herinnering aan Vasalis levend te houden. De beslissing is in november 1999 door burgemeester en wethouders genomen en de kinderen van Vasalis hebben te kennen gegeven dat ze het voornemen van harte ondersteunen. · Vasalis ligt begraven op de begraafplaats Zorgvliet in Amstelveen. Bron: http://www.geocities.com/Athens/Ithaca/2249/vasalism.html Wat weet je van de tijd toen het werk geschreven werd? (tijdvak/stroming) Gebeurtenissen in 1983: 1 januari - In de Vlaamse faciliteitengemeente Voeren (België), wordt de omstreden Franstalige José Happart geïnstalleerd als burgemeester. Hij weigert Nederlands te leren. 19 september - Saint Kitts en Nevis wordt onafhankelijk. Frankrijk stuurt troepen naar Tsjaad om de Libische invasie te weerstaan. oktober: Amerikaanse invasie van Grenada, na drie dagen van bittere gevechten, nadat Maurice Bishop is verjaagd (en later vermoord). Grote hongersnood in Ethiopië ten gevolge van langdurige droogte. Tussen de twee en vier miljoen mensen komen om. Wereldwijd wordt hulpacties op touw gezet. Bettino Craxi wordt de eerste socialistische premier van Italië. In hoeverre is deze dichtbundel typerend voor de dichter? Haar werk wordt gekenschetst als: sober romantisch-realistisch. Uit haar eenvoudig lijkende gedichten (wat betreft vormgeving en woordgebruik) spreekt een licht weemoedige kijk op het leven. Ik vind dat er inderdaad in deze bundel wel enige weemoedigheid doorklinkt. Vasalis is in haar gedichten niet altijd erg optimistisch. Dat ze geen contacten wilde hebben met de media vindt je niet echt terug in haar werk, ik vind niet dat haar werk “afgesloten” geschreven is. In hoeverre is dit werk typerend voor de tijd (stroming) waarin het ontstaan is? Begin jaren 80 was een rumoerige tijd en dat vind je ook wel een beetje terug in de gedichten van Vasalis. 3. Het eindoordeel

Welke gedichten hebben voor jou een positieve werking? (aangrijpend, spannend, ontroerend, veelbetekenend, diepzinnig etc) Avond aan zee spreekt mij erg aan. Ik vind dat dit gedichtje erg mooi is geschreven, het haalt bepaalde gevoelens bij me op. Ze beschrijft de zee zo, dat je hem helemaal voor je ogen kan halen. Het gedichtje Visioen vind ik ook erg mooi. Dit gedichtje verteld een verhaaltje. In dit gedichtje wordt veel verteld en veel vergeleken, waardoor het mooier wordt dan het eigenlijk is. Welke gedichten hebben voor jou een negatieve werking? (vervelend, choquerend, saai, zinloos, te ver gezocht etc) De kaarsen brandden spreekt mij minder aan. Ik vind dat dit gedichtje te lang is, om lekker te lezen. Het komt ook doordat ik hem eigenlijk niet helemaal snap. Het is voor mij heel belangrijk om een betekenis te lezen achter een bewering, gedicht of iets anders, anders vind ik het nutteloos om zoiets te lezen. Welk gedicht spreekt je het sterkst aan en waarom? Phoenix I, omdat dit gedichtje veel kanten heeft. Het vertelt over een oorlog, over gewonde dieren en over de phoenix, een sprookjesachtige vogel. Als ik het gedicht lees wordt ik niet bepaald blij ofzo, maar het spreekt me erg aan, ik vind het een mooi gedichtje. Bovendien is de opbouw duidelijk, vijf keer vier kwatrijnen. Ik hou van orde in een gedicht en dat is hier zeker aanwezig. Wat is je oordeel over de thematiek van de gedichten? (vind je dat er sprake is van herkenbare problemen of situaties, van zinvolle oplossingen, zetten de gedichten je aan het denken etc). Ik vind het mooie gedichten om te lezen, al vind ik het soms moeilijk er een duidelijke betekenis aan vast te knopen. Niet alle thema’s spreken me aan, maar toch weet Vasalis het zo neer te zetten dat het toch mooi is om te lezen. Het thema oorlog is geen favoriet van mij, toch vind ik Phoenix I een van de mooiste gedichten.

REACTIES

F.

F.

relaxt wijffie!

18 jaar geleden

A.

A.

Jammer dat je na een uitgebreide opdracht over deze gedichtenbundel nogsteeds denkt dat het geschreven is door een man, terwijl Maria Vasalis toch echt een vrouw was (wat je ook uit het gedicht Appelboompjes had kunnen halen waarin ze het heeft over zichzelf en haar zustertjes met dezelfde bestemming)

14 jaar geleden

H.

H.

Het is niet Maria Vasalis, maar M. Vasalis is het pseudoniem voor Margaretha Leenmans. Omdat ze haar initialen niet mocht gebruiken voor de publicatie van haar gedichten, heeft ze gekozen voor Vasalis. Dit komt van het Latijnse woord 'vazal', dat Leenman betekent.

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.