Fruitvliegjes

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 1504 woorden
  • 15 april 2003
  • 66 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
66 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoud Inleiding
Welk practicum
Titel Practicum
Vraagstelling
Hypothese
Beschrijving proef
Kweken
Verdoven
Tellen
Inzetten
Uitschudden
Broedstoof
Voedingsbodem
Tellingen: Logboek: Conclusie: Vragen en antwoorden van practicum stencil
Vragen
Antwoorden
Nabeschouwing/ foutendiscussie
Extra info Inleiding In periode 4 zijn we bezig geweest met hoofdstuk 6 dit hoofdstuk gaat over erfelijkheid. We hebben hier in behandelt hoe dingen worden overgeërfd wat het fenotype en wat het genotype dominant en recessief. Om dit hoofdstuk beter te begrijpen hebben we dit ook in de praktijk uitgeoefend en zijn we met fruitvliegjes bezig geweest. Fruitvliegjes ook wel drosophila melanogaster genoemd zijn de vliegjes die op bv een banaan gaan zitten als je deze te lang laat liggen het zijn de kleine vliegjes van een paar millimeter lengte en breedte. Door verschillende vliegjes met elkaar te kruisen konden we zien welke eigenschappen werden overgeërfd. Wij hadden een dihybride kruising dit houdt in dat je vliegjes hebt met twee verschillende eigenschappen. Ik moest vestigial x ebony kruisen vestigial vliegjes zijn grijs-bruin met stompe vleugels en ebony vliegjes zijn zwart met normale vleugels. Welk practicum Practicum fruitvliegjes(drosophila Melanogaster) Genetica hoofdstuk 6

Biologie actief Titel Practicum Fruitvliegjes (Drosophila Melanogaster) Vraagstelling Zijn de eigenschappen dominant of recessief en zijn de allelen X-chromosomaal gebonden of niet? Hypothese Vestigial x Ebony
Lichaamskleur Grijs-bruin=G
Lichaamskleur Zwart =g
Vleugels Normaal =L
Vleugels Stomp =l
P= GGll ggLL
VC Gl x gL
F1 GgLl
F2
VC ♀ ♂ GL Gl gL gl
GL GGLL GGLl GgLL GgLl
Gl GGLl GGll GgLl Ggll
gL GgLL GgLl ggLL ggLl
gl GgLl Ggll ggLl ggll
Bij de F1 generatie heeft het de grootste kans dat je vliegjes krijgt met normale vleugels en grijs-bruin gekleurd hierbij zou grijsbruin dominant zijn en normale vleugels. Dat betekent dat zwart en stompe vleugels recessief is. Bij de F2 generatie verwacht ik het volgende ¾ x ¾ =9/16 van de vliegjes grijsbruin met normale vleugels ¾ x ¼ =3/16 van de vliegjes grijsbruin met stompe vleugels ¾ x ¼=3/16 van de vliegjes zwart met normale vleugels ¼ x ¼=1/16 van de vliegjes zwart met stompe vleugels Beschrijving proef Kweken We hebben eerst de P generatie bij elkaar in een buisje gedaan daarna hebben we gewacht tot deze zich hadden voort geplant als dat is gebeurt blijven er larven in het buisje achter en kun je parents eruit halen en wachten tot de larven uit komen dan heb je de F1 generatie. Deze hebben we toen geteld en getekend Toen dat klaar was konden de meeste van deze diertjes in de olie waarin ze niet kunnen overleven. Van de F1 hebben we drie mannetjes en drie vrouwtjes bewaart en deze weer op dezelfde wijze gekweekt als de P generatie. De nakomelingen van de F1 heten F2 generatie.
Verdoven Voor het tellen en op nieuw inzetten van de fruitvliegjes moesten we de diertjes verdoven anders konden ze weg vliegen en dat was de bedoeling niet. Het verdoven gebeurde als volgt: we schudden eerst wat heen en weer met het buisje zodat de vliegjes op de bodem komen te liggen. Als ze op de bodem liggen halen we het stopje van het buisje en doen een soort van trechtertje op het buisje en draaien het buisje om waardoor de vliegjes uit het buisje vallen. In het trechtertje zitten wat met een middel wat een sterke geur afgeeft en de vliegjes verdooft. Nu blijven de vliegjes enige tijd rustig zodat we de tijd hebben om ze te bekijken en te tellen. Tellen Het tellen kun je makkelijk doen als de vliegjes verdoofd zijn. Je legt de vliegjes dan op een papier neer en met een penceel kun je dan scheiden op geslacht en eigenschap. We gebruikten hierbij ook een lamp en loep om ze beter te kunnen bekijken en goed te kunnen scheiden. Inzetten Het inzetten was erg simpel je dat een zelfde aantal mannetjes als vrouwtjes bij elkaar in een schone buis met een voedingsbodem hierin gingen ze zich voortplanten en legden eitjes in de voedingsbodem het inzetten deed je met vliegjes die je van te voren verdooft had. Uitschudden Het uitschudden was ook erg simpel je tikte tegen de onderkant van het buisje zodat de vliegjes op de voedingsbodem terechtkwamen en nu kon je de stop van het buisje aftrekken en het trechtertje (verdover) er op zetten omkeren en de vliegjes hierin schudden. Broedstoof Om een zo gunstig mogelijk omstandigheden voor de vliegjes te creëren worden de vliegjes in een broedstoof gekweekt in de broedstoof is er een constante temperatuur van 25 graden Celsius. Voedingsbodem De vliegjes leven in een buisje met voedingsbodem de zogenoemde kweekbuis. De voedingsbodem bestaat uit water, rietsuiker, biergistpoeder en bindmiddel. Om dit mengsel steriel te maken is het eerst gekookt en het buisje 1.5 uur in 160 graden te zetten. Na de stolling van het mengsel in het buisje is er een filtreerpapiertje in gestoken en stop op het buisje gezet
Tellingen: F1-generatie
Tellen : Aantal mannetjes = 35
Aantal vrouwtjes = 61
F2- generatie
Tellen: Aantal vrouwtjes met lange normale vleugeltjes met
een gruisbruin lichaampje. Rienk: 9 Joop: 10 = 19 Aantal mannetjes met lange normale vleugeltjes met een gruisbruin lichaampje. Rienk: 11 Joop: 9 =20 TOTAAL: Mannetjes: Rienk: 25 Joop: 19=44
Aantal vrouwtjes met lange normale vleugeltjes met een zwart lichaampje. Rienk:4 Joop: 9 = 13 Aantal mannetjes met lange normale vleugeltjes met een zwart lichaampje. Rienk: 7 Joop: 5 = 12 TOTAAL
Vrouwtjes: Rienk: 22 Joop: 26=48
Aantal vrouwtjes met korte stompe vleugeltjes met een gruisbruin lichaampje. Rienk: 8 Joop:7 = 15 Aantal mannetjes met korte stompe vleugeltjes met een gruisbruin lichaampje. Rienk: 4 Joop:4 = 8 Totaal aantal vliegjes: 92
Aantal vrouwtjes met korte stompe vleugeltjes met een zwart lichaampje. Rienk: 4 Joop:0 = 4 Aantal mannetjes met korte stompe vleugeltjes met een zwart lichaampje. Rienk: 1 Joop:2 = 3

Vergelijking met de hypothese de hypothese van F1 klopte de vliegjes waren allemaal grijsbruin met normale vleugels. De F2 moet berekend worden ¾ x ¾ =9/16 van de vliegjes grijsbruin met normale vleugels56% bij telling:39=42% ¾ x ¼ =3/16 van de vliegjes grijsbruin met stompe vleugels 19% bij telling:25=26% ¾ x ¼=3/16 van de vliegjes zwart met normale vleugels 19% bij telling:23=25% ¼ x ¼=1/16 van de vliegjes zwart met stompe vleugels 6% bij telling:7 = 7% De aantallen liggen wel in de richting maar die van normale vleugels met grijsbruin lichaampje wijkt 14% af. Logboek: 18-02: Uitleg door leraar
04-03: Eerste practicum Parent generatie in buisje doen
18-03: De parents uithalen. F1 generatie tellen en van beide geslachten drie in een nieuw buisje doen voor de F2 generatie. Waarnemingen zijn hoe de F1 generatie er uit ziet
24-03: F1 - generatie verwijdert. Waarnemingen zijn dat de buis vrij vol zit met vieze larfjes. De voedingbodem is helemaal ingevreten
28-03: Begonnen met het maken van het verslag van het practicum
01-04: F2 - generatie geteld. 13-04: Het afmaken van het verslag. Conclusie: De eigenschappen normale vleugels en grijsbruin lichaam zijn dominant dit blijkt uit het feit dat deze eigenschappen in de F1 generatie naar voor kwam. Dit betekent dan ook direct dat de eigenschappen zwart lichaampje en stompe vleugels recessief zijn, omdat deze niet naar voren kwam in de F1 generatie. De recessieve eigenschappen draagt de F1-generatie wel maar ze komen bij deze generatie niet naar voren pas bij de F-2--generatie komen die eigenschappen weer naar voren. De allelen zijn niet X-chromosomaal gebonden dit blijkt uit het feit dat alle eigenschappen zowel bij mannetjes als vrouwtjes voorkomen. Zouden ze dit wel zijn dan kwamen bepaalde eigenschappen alleen bij vrouwtjes voor. Vragen en antwoorden van practicum stencil Vragen

1. Is of zijn de eigenschappen dominant of recessief
2. Zijn de allelen X-chromosomaal gebonden of niet
Antwoorden
1. De eigenschappen grijsbruin lichaampje en normale vleugels zijn dominant en de eigenschappen zwart lichaampje en stompe vleugels zijn recessief
2. De allelen zijn niet X-chromosomaal gebonden dit blijkt uit het feit dat alle eigenschappen zowel bij mannetjes als vrouwtjes voorkomen. Nabeschouwing/ foutendiscussie Ik vond het practicum eerst moeilijk omdat we een dihybride kruising had later toen ik er mee bezig ging begon ik er al werkende steeds meer van te snappen en ik hoop dat dit ook naar voren komt in het verslag. Het leuke vond ik dat je door kruisingsschema kunt inschatten hoe de nakomelinggeslacht er uit ziet. Het practicum op zich vond ik niet erg leuk of bijzonder ik vond het op het laatst wat saai worden om steeds weer hetzelfde te doen. Ik denk dat het practicum wel geslaagd is ook omdat mijn tellingen in de buurt liggen van die van Rienk Roskam die dezelfde kruising. Iets wat ik een volgend practicum anders zou doen is dat ik eerder begin met het maken van het verslag en in de les meer noteer zodat ik dit niet hoef na te zoeken later in de biologie boeken dat kan me dan een hoop tijd besparen. Verder is me met dit practicum wel meer duidelijker geworden hoe eigenschappen worden overgeërfd en nu kan ik ook beter begrijpen hoe dat bij mensen en andere diersoorten zoals koeien werk waar ik thuis dan ook weer mee werk. Extra info In Nederland en België komen ongeveer 25 soorten voor, wereldwijd zo'n 2000 soorten. Fruitvliegjes komen algemeen voor in bierbrouwerijen, jamfabrieken, limonadefabrieken en cafés. Ze zijn dol op geuren van alcohol en azijn en voeden zich ook met rottende planten en/ of schimmels
Het wijfje legt zo'n 400 tot 900 eitjes in gistend of rottend afval.

REACTIES

-.

-.

goed verslag

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.