De gevolgen van de ontdekkingsreizen

De gevolgen van de ontdekkingsreizen (Nieuwe Tijd) De Europeanen die in de 15e en 16e eeuw verre reizen ondernamen, hadden daar 2 belangrijke redenen voor: handel drijven en nieuwe handelsroutes vinden. Het gevolg van die inspanningen was dat praktisch alle wereldzeeën en continenten werden ontdekt. Als gevolg van de wetenschappelijke vooruitgang werd de zeevaart gemakkelijker. Het kompas, uitgevonden in China en meegebracht door de Arabieren maakte navigatie in volle zee mogelijk. Toen Columbus in de Nieuwe Wereld aankwam, hij dacht dat het Indië was, proefde hij allerlei onbekend voedsel zoals ananas, aardappelen en zoete maïs. Ook keken ze met verbazing naar het volk op Cuba dat gedroogde, opgerolde bladeren tabak aanstak en er rookwolken mee uitblies. Sir Walter Raleigh kreeg bekendheid door de aardappelen en tabaksplanten naar Europa over te brengen. Ook de hangmat was geïnspireerd door de hangende bedden die Columbus bij de inheemsen gezien had. De zeelieden namen het idee over en hadden sindsdien droge, ratvrije bedden, boven de vuile, natte dekken. Omdat een hangmat ook heen en weer zwaait, rolde een zeeman bij zware zee niet uit zijn bed. De Spaanse ontdekkingsreizigers vonden in Zuid-Amerika ook de rubberplant waarvan de inheemse stammen het plantensap droogden en er veerkrachtige ballen van maakten. Maar de komst van de Spanjaarden betekende voor de Indianen een boel narigheid en vaak zelfs de dood. Algauw werden duizenden Indianen gedood tijdens gevechten of tot slaaf gemaakt. Nog meer van hen stierven omdat ze geen weerstand hadden tegen Europese ziekten als mazelen en pokken. De Spanjaarden stuurden nieuwe expedities naar het pas ontdekte werelddeel. Hierdoor werd hun koloniale rijk steeds groter. De Indianen werden bijna allemaal uitgeroeid. Daardoor hadden de Spanjaarden nieuwe slaven nodig en zo begon de handel in zwarte slaven. Deze werden opgepakt in Afrikaanse dorpen en per schip over de Atlantische Oceaan vervoerd. In de Nieuwe wereld moesten ze werken in mijnen en op plantages. Het 1e schip met zwarte slaven kwam aan in 1501. De slavenhandel was een triest gevolg van de ontdekkingen van Columbus. Een treurige geschiedenis die 350 jaar duurde. Ook op het gebied van godsdienst waren er ingrijpende veranderingen voor de inheemse bevolking. Het katholicisme was zeer belangrijk voor de Spanjaarden. Bij elke expeditie was een priester aanwezig. Deze werd verondersteld alle ongelovigen (heidenen) tot het christendom te bekeren. De Spanjaarden begonnen systematisch tempels te vernielen en lokale priesters te doden. Dat leidde tot de totale ontwrichting van de Azteken- en Inkamaatschappij. Vasco da Gama was de 1e Europeaan die Indië over zee bereikte. Hij laadde zijn schip met peper, kaneel, gember, kruidnagel en edelstenen. Sir Joseph Banks was de 1e grote bioloogontdekker. Hij reisde samen met kapitein Cook naar Australië, waar hij de planten- en dierenwereld bestudeerde. Banks bracht de gedroogde hibiscusplant mee en een grote collectie vlinders. Nadat Fernando Magelhaen als 1e de wereld helemaal rond zeilde, konden ze de grootte van de aarde nauwkeuriger bepalen en vanaf dan gebruikten ze wereldbollen om routes en posities juister te berekenen.