Salomon Rodrigues de Miranda

Beoordeling 3.4
Foto van een scholier
  • Biografie door een scholier
  • 4e klas vwo | 1854 woorden
  • 2 maart 2003
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 3.4
19 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdvraag: Wie was Salomon Rodrigues de Miranda? Om dit te weten te komen, heb ik mijn hoofdvraag opgesplitst in 4 deelvragen.Mijn deelvragen zijn: -Hoe kwam hij in de politiek terecht? -Wat heeft hij betekend voor de politiek in Amsterdam? -Hoe kwam het dat hij toch lang niet bij iedereen geliefd was? -Hoe kwam hij aan zijn einde? En tot slot heb ik nog een conclusie, waarin ik mijn mening over de behandeling van Salomon geef. Deelvraag 1: Hoe kwam hij in de politiek terecht? Salomon wordt op 16 maart 1931 geboren in de Jodenkerkstraat nummer 69 in de jodenbuurt, een van de armste wijken van Amsterdam.Hij groeide daar op in een Orthodox-joods gezin.Zijn opa was straatventer, en zijn vader was een diamantbewerker.Hij ging naar de “Openbare Kostenloze School”, maar al na vijf jaar moest hij helpen de kost te verdienen als leerling-diamantbewerker in de zaak van zijn vader. Toen hij elf was, mocht hij niet meer naar school, hij moest meer geld gaan verdienen door in een fabriek te gaan werken.Hij was er zeer ongelukkig. Salomon: “De fabrieken zien eruit als kazernes.Donker, en heel lawaaierig.Er wordt 12 uur gewerkt, zonder schafttijd.” Toen Salomon 19 was, brak er een grote staking uit in de diamantindustrie uit.Dit heeft veel indruk op hem gemaakt, en hij sluit zich aan bij de A.N.D.B(de Algemene Nederlandse Diamant-bewerk Bond). Hij wilde zich losmaken van zijn Orthodox-joodse opvoeding, hij voelde meer voor het socialisme.Hij klom op van een diamantklover, tot een bestuurder van de Diamantbewerkersbond, en werd actief in de S.D.A.P.(Sociaal Democratische Arbeiderspartij). In 1911 werd hij gekozen in de gemeenteraad, en in 1919 werd hij gekozen tot wethouder van Amsterdam.
Deelvraag 2: Wat heeft hij betekend voor de politiek in Amsterdam? In zijn tijd als wethouder vergat de Miranda de ellende van zijn jeugd niet.Sterker nog, het was juist de aanleiding voor zijn enthousiastheid met zijn stadsvernieuwingsprojecten.Hij wil dat de woningen mooi zijn, want volgens hem had ook de gewone arbeider recht op zijn eigen paleisje.Er is in de geschiedenis van Amsterdam nog nooit zoveel gebouwd als tijdens zijn ambtsperiode. Salomon: “Ik heb mij nooit iets anders ten doel gesteld dan de levensstandaard van de arbeiders te verhogen.Hen te wekken uit hun dofheid van het armelijke leven.Ik, die hieruit voortkom weet heel goed dat ik zonder de socialistische beweging verloren zou zijn gegaan.Wie dicht leeft bij het hart van zijn volk, kent hun noden.Dat is wat mij beheerst in mijn dagelijks werk.Het bouwen van woningen, badhuizen en zweminrichtingen komt allemaal voort uit mijn wetenschap hoe het is in arbeiderskringen, en hoe het zou moeten zijn.” In dit citaat noemde hij ook de zweminrichtingen, die hij liet bouwen, en de verkiezingsleuze van de jaren twintig was dan ook: “Wil je baaien wil je zwemmen, moet je de Miranda stemmen.” Met zijn houding, had hij veel aanhang, onder de Amsterdamse arbeiders.Die noemden hem in plaats van Salomon, Momme de Miranda.Maar ook in zijn eigen partij werd hij zeer gewaardeerd.Dat kan je onder andere opmaken uit een brief die Pieter Jelles Troelstra, de sociaal democratische voorman eens aan hem schreef.Een stukje eruit: “De partij kan trots op je zijn, en je hebt nog een grote toekomst voor je.Het programma dat jij je hebt gesteld ligt wel in de lijn van ons sociaal program.Je werkt ervoor met grote toewijding, een goed humeur, stevige kennis, en onvermoeibare volharding.” Door de biograaf Gilles Borne wordt hij beschreven als een straatvechter, met ervaring van de A.N.D.B, waar hij onder andere stakingen had geleid, en kritiek had ondervonden. Deelvraag 3: Hoe kwam het dat hij toch lang niet bij iedereen geliefd was? In elke positie die hij had gehad, had hij weer mensen tegen zich in het harnas gejaagd. Als vakbondsbestuurder en stakingsleider, had hij voortdurend ruzie met de werkgevers. Verder had hij ernstige meningsverschillen met de mensen van de dienst publieke werken, dat kwam doordat hij zich voortdurend bemoeide met de uitgifte van bouwgrond. En ook bij de Amsterdamse aannemers was hij niet bepaald geliefd, omdat hij de woningbouwcoöperaties bevoordeelde. En ook zijn enthousiaste woningbouw bleef niet vrij van kritiek.In de dertiger jaren waren de communisten van mening dat de woningen te duur waren.Zelfs op zijn werkgelegenheidsbeleid hadden ze veel aan te merken.De arbeidsomstandig- heden van bijvoorbeeld de aanleg van het Amsterdamse Bos zouden veel te wensen over hebben gelaten.De communistische leider:David Wijkoop maakte hem dit duidelijk door hem te slap te noemen, en een sociaalfascist. Ook zijn joods-zijn heeft zeker invloed gehad op de toenemende kritiek ik de jaren dertig.Bijvoorbeeld de katholieke politicus Bomans deelde mee dat: “vier joden in het college van B&W wel erg ontactisch was.”Ook de pers, NSB en het dagblad van Rost van Tonningen brachten dit regelmatig in de publiciteit. Uit anti-semitistische gevoelens is hij een paar keer bedreigd, en is er ook een keer met een “luchtbuks” op zijn woning geschoten.Zelfs zijn eigen partij begon hem al een beetje in de steek te laten, ze vonden dat er niet zoveel over de jodenvervolging in Duitsland moest worden geschreven. Deelvraag 4: Hoe kwam hij aan zijn einde? Op 6 januari 1939 barstte de bom.De Telegraaf publiceerde een artikel over een justitieel onderzoek waarin de Miranda werd beschuldigd van mogelijke corruptie.Hij zou geld hebben aangenomen van woningbouwcoöperaties in ruil voor het toewijzen van grond.Bij zeker een van de gevallen zou ook zijn zoon Bram zijn betrokken.De Miranda verklaarde onmiddellijk dat het artikel niet juist was, en gebaseerd op roddels. Achteraf bleek dat het inderdaad niet waar was, de Miranda had altijd eerlijk en oprecht gehandeld .Maar ook bleek, dat zoon Bram wel eens geld had aangenomen van bouwers, om zijn van niets wetende vader te adviseren. In de eerste instantie bleef de S.D.A.P wel achter hem staan, maar toen de kranten hem bleven achtervolgen, werden ze bang voor stemmenverlies bij de volgende verkiezingen. Salomon was geestelijk ingestort, na alle kritieken, maar vooral de betrokkenheid van zijn zoon had hem totaal kapot gemaakt.Meer dan een half jaar lang werd hij verpleegd in medische inrichtingen.Uit een geneeskundige inrichting schreef hij aan zijn vrouw: “Ik heb nooit gedacht aan een dergelijk einde.Je weet hoe ik mij met hart en ziel aan de zaak heb gegeven., en mijn bedoelingen zijn altijd zuiver geweest.” Toen hij in 1939 genezen werd verklaard is hij aan een verweerschrift begonnen :Pro Domo(voor de eigen zaak).Het boek verwees naar een toneelstuk, over een zoon die zijn vader verzaakte.Toen hij zijn vrienden uit de partij vroeg wat ze ervan vonden, raadden ze het hem allemaal af, het boek uit te brengen, ze wilden de zaak laten rusten, nu het toch al voor zoveel opschudding had gezorgd.Volgens de biograaf Gilles Borrie moet hij zich behoorlijk in de steek gelaten hebben gevoeld, vooral toen ook zijn goede vrienden Henry Polak, en Koos Vominh hem aanraadden het te proberen te vergeten. Nadat eerst zijn partijgenoten de uitgave van Pro Domo verhinderden, waren het later de Duitse bezetters die het onmogelijk maakten het boek te publiceren.Hij heeft toen eigenhandig een paar boeken rondgestuurd, maar zijn partijgenoten bleven van mening de zaak te laten rusten.Ze waren ondertussen druk bezig te proberen in het kabinet te komen, en hadden dus wel iets anders aan hun hoofd, dan de zaak van de Miranda, en dit heeft erg in zijn nadeel gewerkt. Toen de oorlog uitbrak was de Miranda met pensioen gestuurd, en dus een ambteloos burger.Hij had nog met zijn gezin naar Engeland mogen vluchten, maar hij wilde zijn achterban niet in de steek laten, en protesteerde openlijk tegen de bezetter.In 1941, op het hoogtepunt van de Februaristaking vroeg Asscher(een van de twee voorzitters van de joodse raad) hem om de stakers tot orde te roepen, maar hij weigerde.En herhaaldelijk liet hij van zich horen, op bijeenkomsten van de S.D.A.P. In de zomer van 1942 , bij het begin van de razzia’s bood hij aan om als vrijwillig begeleider mee te reizen met de opgeroepen joodse jongeren naar het onbekende, en te verblijven waar zij dat moesten. Salomon: “Ik bied dit aan in de overtuiging dat het verbinden van mijn naam aan de onderneming ertoe zal bijdragen dat de rust in de harten van moeders en de vaders weerkeert.” Op 18 juli 1942 werd de 67-jarige Miranda gearresteerd door de Duitse Sicherheitsdienst, en opgesloten in de gevangenis aan de Amstelveense weg.Hier heeft hij zijn laatste brief aan zijn vrouw Mien mogen schrijven. Na enkele maanden werd hij op transport gezet, naar het kamp Amersfoort waar veel politieke gevangenen zaten.Hier zat tot zijn grote ongeluk ook Jan Hurkmans, een communistische verzetsstrijder door wie hij werd uitgescholden en mishandeld.Over zijn hele lichaam werd een zeven geschreven, dat waren de dagen die hij nog te leven zou hebben.Zijn politieke tegenstanders bleven stoken, en drongen eropaan dat de bewakers hem dag na dag weer neerknuppelden. Op 3 november was het zo erg, dat hij tegen het einde van de dag bewusteloos in een kruiwagen op de vuilnishoop werd neergegooid.Hij zou daarna naar het washok zijn gereden, en met de brandslang zijn afgespoeld en levend in het dodenhok zijn gegooid.In de nacht van 3 of 4 november moet hij zijn overleden. Ergens op de joodse begraafplaats van Amersfoort liggen zijn resten. Conclusie: Toen ik las hoe slecht Salomon werd behandeld, kwam er een sterk gevoel van onrecht naar boven.Hoe kon het met een man die het met iedereen zo goed voor had zo slecht aflopen?Hij probeerde zo erg om de mensen waarvan hij hield te helpen, ze alles te geven wat hij zelf had gemist, en toch werd er steeds meer kritiek op hem gegeven.Na het artikel in de Telegraaf geloofde niemand meer echt in hem. De mensen die al nooit zo gek op hem waren(denk aan de communisten, en de N.S.B.) grepen hun kans, en gaven hem overal de schuld van, en de mensen die onvrede voelden, door de oorlog en de armoede zochten dringend naar een zondebok, en daar was hij nou precies geschikt voor.De Miranda kon dit allemaal niet hebben, en stortte in. En toen hij weer een beetje hersteld was, en de mensen probeerde duidelijk te malen wat hem was overkomen, wilde ze het niet horen!Want iedereen wist wel, dat hij het eigenlijk altijd met iedereen goed voor had, maar het was veel moeilijker om dat toe te geven, en hun eigen fouten te herkennen, dan om hem simpelweg te vertellen dat hij het moest vergeten, en de zaak moest laten rusten. In een korte tijd waren de mensen totaal van mening veranderd, de Miranda was fout! Een voorbeeld van zo’n snelle sfeerverandering kort geleden, was de plotselinge afkeer tegen “paars” na het boek van Pim Fortuyn( “De Puinhopen van Paars”). Mensen zijn makkelijk snel te beïnvloeden, het kost weinig om totaal van mening te veranderen, omdat we het toch altijd nodig vinden, iemand de schuld te kunnen geven.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.