Boeddhisme

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2114 woorden
  • 24 november 2002
  • 48 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
48 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Ontstaan van het Boeddhisme. Aan de wieg van het Boeddhisme stond Siddharta Gautama, geboren omstreeks 563 voor Christus in het noorden van India. Siddharta groeide op in een paleis als een prins en leefde totaal afgeschermd van het alledaagse leven. Op een dag ging hij toch naar ‘buiten’, want hij vroeg zich af wat er zich afspeelde buiten het paleisleven. Daar werd hij geconfrontreerd met allerlei benarde situaties. Na het zien van al deze pijn en ellende zette Siddharta een punt achter zijn zorgeloos leventje. Hij verliet het paleis op 29-jarige leefijd en wijdde zijn leven aan meditatie , dat hij had geleerd van een monnik. Op 35-jarige leeftijd bereikte hij, terwijl hij in een diepe meditatie zat onder de bodhi-boom, de verlichting. Vervolgens trok hij tot zijn dood door Noord-India om zijn leer , het pad naar de verlichting te onderwijzen. In 486 v.chr. stierf hij, liggend op zijn zij. Zijn dood wordt de gang naar het laatste nirvana genoemd. Zijn lijk werd verbrand en de overblijfselen werden als relikwieen vereerd, in 8 delen verdeeld en bewaard in stoepa’s. Zijn leer wordt de leer van de verlichte genoemd. Hoewel hij niet als god wordt aanbeden , zijn er wel vele beelden van hem. Deze dienen de boedhisten te herinneren aan de verlichting die ze kunnen vinden. Een lange tijd twijfelde men aan het feit of boeddha ooit zou bestaan hebben. Vandaag neemt men met grote zekerheid aan dat zijn bestaan als historisch correct kan aangenomen worden. Wel is het zo dat deze historische feiten door legenden overwoekerd worden. 2. Enkele begrippen a. de vier edele waarheden

Deze liggen aan de basis van de boedhistische leer, want men vraagt niet naar het bestaan van God, noch ontstaan van de wereld...Maar wel het lijden van de mens , zijn ervaring en zijn denken. Boeddha kwam tot de volgende ontdekkingen: • Het leven is moeilijk, het leven is lijden: Als het leven moeilijk is om te dragen, we vinden geen bevrediging en hebben geen doel meer. Al vanaf je geboorte wordt je geconfrontreerd met vervelende dingen, de geboorte zelf is al lijden. Je gaat van veilige buik van je moeder naar een fel licht , je voelt niet meer de geborgenheid. Ook in het verdere leven doemen er problemen op. Een mens heeft altijd wel een aantal beperkingen en ontdekt dus dat het leven niet altijd rozegeur en maneschijn is. • Oorzaak van het lijden: Dat komt omdat we verlangen naar zaken die ons onmogelijk bevrediging kunnen geven en koste wat kost aan van alles willen vasthouden.We stoppen niet met verlangen,we verlangen naar meer. Zoals naar gelg, materiele zaken,om dan eigenlijk tot de ontdekking te komen dat we nog steeds niet blij zijn met wat we hebben en weer naar meer verlangen. We lijden omdat we hecheten aan van alles en het loeilijk vinden om veranderingen toe te laten.. • Innerlijke vrede bevrijdt van moeilijkheden: Als verlangen naar en gehecht zijn aan allerlei zaken die ons leven bemoeilijken, dan is er één manier om die moeilijkheden te beëindigen: niet meer verlangen, niet meer hechten aan zaken die ons toch niet bevredigen
Het ‘toverwoord’ is tevredenheid. Tevredenheid met het feit dat je bestaat, met jouw kern, die zich kan verheugen, kan liefhebben, kan genieten, maar óók kan zónder verlangens en hunkeringen. • Het pad van ontevredenheid naar tevredenheid: De Vier Edele Waarheden uit het Boeddhisme is, dat er een pad bestaat naar nirwana: het einde van hunkering naar geluk, naar het geluk zelf. Het wordt het achtvoudige pad genoemd. b. Het edele achtvoudige pad De acht stappen zijn: Het ontwikkelen van wijsheid door: • Juist zien • Juist denken Wijsheid is hier niet alleen het gezonde verstand (al is dat nooit weg), maar innerlijke wijsheid: evenwichtigheid, gelijkmoedigheid, vriendelijkheid, integriteit. Je aangeboren ‘weten’. Het ontwikkelen van een ethische levensstijl, deugd: • Juist spreken • Juist handelen • Juist levensonderhoud Heel in het kort zou je misschien kunnen zeggen dat deze stappen inhouden dat je met aandacht en zonder te streven naar het resultaat van wat je doet door het leven gaat: met een gezonde vorm van zelfbeheersing, een juiste moraal en de vurige wens het goed te willen doen. Meditatie: • Juiste inspanning • Juiste opmerkzaamheid • Juiste concentratie
Boeddha bedoelde hiermee een vorm van mentale training: het proberen de geest te trainen door het aankweken van oplettend bewustzijn en aandacht hebben voor het hier en nu. Dat gaat verder dan de formele meditatie waarbij je “zit”, het zou een plaats moeten hebben in het leven dat je leidt. Het wordt gezien als een weerspiegeling van die vooruitgang onder de mensen. C. Nirvana Boeddha ging uit van het universele lijden in het leven en gebruikte de weg naar het nirvana als middel om dat lijden te overwinnen. Het nirvana is een onveranderlijke staat die wordt bereikt door alle verlichtewezens. De boedhisten geloven dat in het nirvana de ware aard van de realiteit verborgen ligt. Het nirvana, dat niet met waarden omschreven kan worden maar alleen met analogieen kan worden aangeduid, is de ultieme staat van het pure zijn, waar de vlam van de levensdorst geheel gedoofd is. Het nirvana kan bereikt worden door de ontwikkeling van de moraal , door meditatie en wijsheid(essentie van boeddhisme). 3. Strekkingen in het Boeddhisme In het Boeddhisme zijn er 2 strekkingen, namelijk De Hinayastroming en de Mahayana-stroming. a.De Hinaya-stroming Deze is de puurste vorm van het oorspronkelijke Boeddhisme. Een andere benaming voor de Hinaya-stroming is de Theravada wat de weg van de ouden betekent. Deze stroming wordt ook ‘het kleine voertuig’ genoemd. Ze komt voor in Sri Lanka, Birma, Thailand, Cambodja, … De Hinaya-boeddhisten doen een beroep op de oudste geschriften. Boeddha is voor hen een bijzonder en een perfect persoon. Na zijn dood kon hij geen praktische hulp geven aan de levenden want ze geloofden niet dat Boeddha goddelijk was. (Daarom bidden ze ook niet. Omdat de Boeddha geen hulp kan geven moeten de mensen hun eigen weg zoeken. Dit doen ze aan de hand van de lessen in Tipitaka. Deze Boeddhisten geloven dat ze gemakkelijker verlichting vinden dan anderen, daarom is de Sangha zeer belangrijk voor hen. Zowel de Hinaya- als de Mahayana-boeddhisten geloven dar de mens de verlichting kan bereiken en dus een boeddha kan worden. De Hinaya-boeddhisten geloven dat de verlichte mens de archat is, meestal vertaald als ‘heilige’. Een archat heeft het hoogste spirituele niveau bereikt dar een mens kan bereiken, namelijk het nirwana zelf. De archats kunnen echter niet iemand naar de verlichting op weg helpen. b. De Mahayana-stroming Deze heeft in de loop der tijden veel elementen van inheemse godsdiensten opgenomen. ‘Mahayana’ betekent eigenlijk ‘groot voertuig’. Hiermee bedoelt men dat de Mahayana aan alle lagen van de bevolking manieren van verlossing toont en niet alleen aan de monniken. Deze stroming komt vooral voor in China, Korea, Japan, Vietnam, Mongolië, … De Mahayana denken over Boeddha op een manier die meer overeenkomt met een godsidee zoals we dat ook kennen in het Christendom. (Daarom bidden zij wel) Ze prediken een universeel heil en de universele verlossing van alle levende wezens. Ze geloven dar verschillende Boeddha’s zijn, die in het verleden, heden en toekomst incarneren op de wereld. De Mahayana gebruiken verscheidene andere teksten naast het Tipitaka. De Sangha is belangrijk, toch vinden ze het niet noodzakelijk om monnik te worden zodat ze het nirwana kunnen bereiken. Dit kan immers ook midden in de maatschappij. Mahayana-boeddhisten geloven in bodhisattva’s of het ‘verlichte wezen’. Het woord bodhisattva heeft ook een algemene en een meer specifieke betekenis. Meestal wordt het gebruikt voor iemand die verlicht zal gaan worden, een Boeddha in spe, dank zij de goede daden die hij of zij in dit of een vorig leven heeft verricht. De term wordt eveneens gebruikt voor diegenen die verlicht kunnen worden en die alle wezens willen helpen om het nirwana te bereiken, ten koste van wat dan ook. De Mahayana-boeddhisten vinden deze houding veel minder egoïstisch dan de persoonlijke zoektocht van de archat naar het nirwana. Als de bodhisattva’s gewijd worden, dienen ze de zes perfecties na te leven (ze moeten vrijgevig, deugdzaam, geduldig, energiek, meditatief en wijs zijn). Ze worden beschouwd als transcendente wezens, die in allerlei vormen naderen en kunnen helpen op weg naar de verlichting, ze worden door de gelovigen geëerd. De beroemdste bodhisattva is Avalokiteshvara, waarvan de Tibetaanse boeddhisten geloven dat de Dalai Lama daarvan de reïncarnatie is. Bij het verspreiden van het Boeddhisme over Azië ontstonden er verschillende takken in de Mahayana-stroming. Twee hiervan zijn: -Het Zenboeddhisme -het Rein-land boeddhisme

Zenboeddhisme: Zen betekent meditatie. De volgelingen mediteren dus veel. Zenboeddhisten maken veel gebruik van raadsels om de gebruikelijke logische denkpatronen te doorbreken. Hiermee kun je de verlichting bereiken want je leert achter vaststaande ideeën te kijken. Veel gevechtssporten (Judo, …) zijn nauw verbonden met dit Boeddhisme. Hiermee leert men discipline en kan men spontaan en ongeremd reageren. Heilige geschriften zijn hier minder belangrijk dan bij andere vormen van Boeddhisme. Rein-land boeddhisme: De centrale figuur is hier de bodhisattva Amida Boeddha. Men stelt een hemelse Boeddha of Amida centraal en niet de historische Boeddha. Omdat hij zoveel medelijden had met de mensen, beloofde hij dat iedereen die zijn naam uitriep op zijn sterfbed, in het Reine land zou herboren worden. In dit land is het gemakkelijk om Boeddha’s lessen na te leven en het nirwana te bereiken. Boeddhistische monniken leiden in kloosters een eenvoudig leven van religieuze contemplatie. Zij leven volgens verschillende regels, al naar gelang de sekte waartoe ze behoren, maar de meeste houden zich afzijdig van wereldse zaken. Vaak voeren ze begrafenissen of andere belangrijke rituelen voor leken. 4. Verspreiding in het boedhisme Het boedhisme werd doorheen de jaren verspreid vooral in het Noorden en Oosten van de wereld. In het Oosten voornamelijk Sri Lanka, Burma en Thailand was boedhisme al lang een grondlegger. In het noorden was dit in Nepal, Bhurtan en Sikkin. Al deze landen hebben invloed uitgeoefend op andere landen. Zo kwam de verspreiding van het boedhisme in China, Mongolië, Korea, Japan. Deze voerden op hun beurt dan invloed uit op Vietnam, Laos, Cambodja, Indonesië. Door de jaren heen verspreidde het boedhisme zich nog uit tot VS, Europa, Australië, Nieuw-Zeeland. 5. Rituelen a.Reïncarnatie Volgens de Boeddhistische leer worden mensen opnieuw geboren, nadat ze gestorven zijn, in één van de 6 rijken van het bestaan. Dit is het Samsara. In welk rijk is afhankelijk van hun vroegere gedrag, kama. Deze 6 rijken staan afgebeeld op het Levenswiel. Met dit levenswiel wou Boeddha aantonen dat het leven veel minder goed is dan de mensen zich voorstellen. De mens vergeet gemakkelijk zijn talloze teleurstellingen om zich slechts te hechten aan de zeldzame vreugden die hij aan het leven kan onttrekken. Het is slechts als het lichaam hem verraadt of als de dood voor hem staat dat hij de ijdelheid van zijn leven beseft. Dan is het te laat! Hij heeft verkeerd gebruik gemaakt van zijn verblijf op aarde, en zal terugkomen als een of ander wezen. Deze nieuwe toestand is een straf voor begane fouten. Een geluk als deze nieuwe vorm niet slechter is dan de voorgaande. Het was niet voldoende dat Boeddha de mensen hun ogen opende, hij moest ook hun begrip opwekken. De Boeddha verweet eenvoudige mensen niet genoeg kennis te hebben. Maar hij hield zowel hen als degenen die over het vermogen tot denken beschikken voor hoe groot het gevaar van niet zoeken naar kennis was. Hij hield hun ook voor dat ze niet weten dat het aardse leven niet veel is: de enkele momenten van vreugde zonder uitzichten maken het niet kleurrijk. b. Meditatie Boeddhisten zien meditatie als de belangrijkste religieuze activiteit. Het is voor hen een manier om de waarheid te vinden, ‘het wezen van de dingen’. Als ze de waarheid beter leren kennen, kunnen ze daardoor in grotere harmonie met de wereld leven. De geest en hart van de mens worden vergeleken met een door modder vertroebelde vijver. Door de rust van de meditatie kan de modder (de vertroebelde gedachten en gevoelens) naar de bodem zakken zodat de mens door het heldere water kan kijken en kan zien wat er diep onder de oppervlakte is. De meditatie begint vaak met het aannemen van een zittende houding op een rustige plaats. De geestelijke rust kan worden bereikt door het zingen van een mantra, een heilige vers, of door concentratie op de ritmische eb en vloed van de ademhaling, waarop de aandacht steeds opnieuw wordt gericht wanneer de gedachten gaan afdwalen, daarna gaat men innerlijk kijken naar de onderliggende emoties en gedachten, en daar eenvoudigweg bewust van te worden, zonder er iets mee te doen. Ten grondslag van de meditatie ligt een totaal bewustzijn van het moment zelf. Door meditatie proberen de Boeddhisten de spirituele bron in zichzelf aan te boren.

REACTIES

A.

A.

Bij '5. rituelen, a)reïncarnatie' staat op de derde laatse regel helemaal acheraan 'hun'. Dit is een bezittelijk voornaamwoord, terwijl het in de zin de functie van een lijdend voorwerp heeft. Ik zou u/jullie er dan ook op willen wijzen dat er eigenlijk 'hen' moet staan in plaats van 'hun'. Het is namelijk een heel storende taalfout.

18 jaar geleden

H.

H.

je hebt het echt ZÓ goed gedaan, meid!
Je zult wel heelgoedop school zijn..!
Bedankt he,
en een dikke zoen,
Geoffrey en Maik

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.